Hof bevestigt dat artikelen over ontploffing handgranaat in kantoorvilla niet onrechtmatig zijn
Hof Amsterdam 24 april 2018, IEF 17656; ECLI:NL:GHAMS:2018:1350 (appellanten tegen Het Parool) Mediarecht. Ontploffing van een handgranaat in een kantoorvilla in Amsterdam, waar een advocatenkantoor en een vastgoedbedrijf zijn gevestigd. Het Parool speculeert in diverse artikelen over het vastgoedkantoor als het mogelijke doelwit. Achteraf gezien blijkt dat het advocatenkantoor te zijn. De artikelen zijn echter niet onrechtmatig, want ze vinden voldoende steun in het destijds beschikbare feitenmateriaal. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep [IEF 16331].
Conclusie AG: Foto in werkstuk met bronvermelding op schoolwebsite geen mededeling aan het publiek
Conclusie AG HvJ EU 25 april 2018, IEF 17655; IEFbe 2559; IT 2549; C‑161/17 ; ECLI:EU:C:2018:279 (Land Nordrhein-Westfalen tegen Dirk Renckhoff) Auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij – Begrip ‚mededeling aan het publiek’ – Beschikbaarstelling op een website van een voor alle internetgebruikers op een andere website toegankelijk beschermd werk, foto van de stad Cordoba – Geval waarin het werk zonder toestemming van de houder van het auteursrecht op een server is gekopieerd. Conclusie:
Het plaatsen op de website van een school, zonder winstoogmerk en met bronvermelding, van een werkstuk dat een voor alle internetgebruikers vrij en kosteloos toegankelijke foto bevat, vormt, wanneer die foto zich reeds zonder waarschuwing betreffende beperkingen op het gebruik ervan op de website van een reismagazine bevond, geen beschikbaarstelling voor het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van [InfoSocRichtlijn].
Conclusie AG: Geen ABC voor werkzame stoffen die niet specifiek en precies identificeerbaar in de bewoordingen van de conclusies van het basisoctrooi zijn vermeld
Conclusie AG HvJ EU 25 april 2018, IEF 17654; IEFbe 2558; LS&R 1601; C-121/17; ECLI:EU:C:2018:278 (Teva UK e.a. tegen Gilead Sciences) Octrooirecht – Aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen – Verordening (EG) nr. 469/2009 – Artikel 3, onder a) – Voorwaarden voor verkrijging – Product beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi – Beoordelingscriteria. Conclusie AG:
„Artikel 3, onder a), van [ABC-Vo] staat in de weg aan de afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat voor werkzame stoffen die niet in de bewoordingen van de conclusies van het basisoctrooi zijn vermeld. Het feit dat een stof of samenstelling onder de beschermingsomvang van het basisoctrooi valt, is een noodzakelijke, maar niet een voldoende voorwaarde om te worden beschouwd als een product dat wordt beschermd door een octrooi in de zin van artikel 3, onder a), van verordening nr. 469/2009. Een product wordt beschermd door een octrooi in de zin van artikel 3, onder a), van die verordening indien het op de prioriteitsdatum van het octrooi voor de vakman vanzelfsprekend was dat de betrokken werkzame stof specifiek en precies identificeerbaar was in de bewoordingen van de conclusies van het basisoctrooi. Wanneer het om een combinatie van werkzame stoffen gaat, moet elke werkzame stof van die combinatie specifiek en precies alsook afzonderlijk identificeerbaar zijn in de bewoordingen van de conclusies van het basisoctrooi.”
Uitspraak ingezonden door Remco Klöters, Van Kaam.
Voldoende afstand van AHK-merken gezien zeer geringe bescherming van Dutch Film Academy
Rechtbank Den Haag 25 april 2018, IEF 17653; ECLI:NL:RBDHA:2018:6108 (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten tegen Nederlandse Fotovakschool-opleiding) Merkenrecht. Handelsnaamrecht. AHK is houder en aanvrager van diverse Uniewoordmerken 'Dutch Film Academy'. NFo handeld onder de naam Dutch Filmers Academy. In het kader van de registratie van de AHK Uniemerken, gedaan nadat NFo het teken Dutch filmers Academy is gaan gebruiken, moet AHK als ‘voor-voorgebruiker’ te goeder trouw worden gekwalificeerd, zodat zij zich met succes jegens NFo op haar merkrechten kan beroepen. De merken zijn grotendeels beschrijvend voor de in deze zaak relevante diensten in klasse 41; Education. Gezien de zeer geringe beschermingsomvang van het AHK-Uniemerken is de rechtbank van oordeel dat ondanks de met name begripsmatige gelijkenis tussen merk en teken, Nfo met haar teken voldoende afstand heeft genomen van de AHK-Uniemerken en -handelsnamen en dat er geen sprake is van direct- of indirect verwarringsgevaar. Vordering wordt afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Lars Bakers en Marissa Brinks, Bingh Advocaten.
By-Boo heeft onvoldoende inspanningen verricht om te achterhalen wat er met de 8 tapijten is gebeurd
Rechtbank Den Haag 25 april 2018, IEF 17652; ECLI:NL:RBDHA:2018:6107 (By-Boo tegen De Poortere Deco) Executie. Poortere en By-Boo brengen allebei vloerkleden op de markt. De rechtbank [IEF 16322] beveelt met betrekking tot bepaalde vloerkleden dat By-Boo iedere inbreuk op de auteursrechten moet staken. De Poortere heeft aangezegd dat By-Boo 20 maal de dwangsommen van €5.000 verbeurt, er is executoriaal beslag gelegd onder afnemers van By-Boo. By-Boo heeft een bankgarantie gesteld voor €105.000. Deze is uitgekeerd door overmaking op derdenrekening, waarop By-Boo conservatoir beslag heeft laten leggen. By-Boo heeft na het veroordelend vonnis niet de bedoelde inspanning en zorgvuldigheid betracht. Er zijn maar 13 tapijten retour ontvangen in plaats van 21. By-Boo had zich moeten realiseren dat haar pgaaf leidend was om te controleren, en zij daarom bij het opstellen ervan de uiterste zorgvuldigheid diende te betrachten. By-Boo heeft onvoldoende inspanningen verricht om te achterhalen wat er met de 8 tapijten is gebeurd die mee zijn geweest naar de MOW-beurs in Duitsland. De rechtbank wijst de vordering tot opheffing van het conservatoir beslag toe.
Bijdrage ingezonden door Charlotte Vrendenbarg, Leiden University.
Charlotte Vrendenbarg - Bescherming bedrijfsgeheimen mkb en start-ups met nieuwe wet niet geborgd
Charlotte Vrendenbarg, 'Bescherming bedrijfsgeheimen mkb en start-ups met nieuwe wet niet geborgd', FD 24 april 2018, p.9. Afgelopen week stemde een meerderheid van de Tweede Kamer voor het wetsvoorstel bescherming bedrijfsgeheimen. Een amendement van VVD-Kamerlid Hayke Veldman dreigt echter zeer nadelig uit te pakken voor veelal kleine spelers. Bij behandeling van het wetsvoorstel moet de Eerste Kamer hierop alert zijn. Lees verder
Octrooihouder wenst Nederlands deel niet te verdedigen, dat deel wordt vernietigd
Rechtbank Den Haag 11 april 2018, IEF 17646; ECLI:NL:RBDHA:2018:4591 (Acteon tegen Dürr Dental) Octrooirecht. Acteon houdt zich bezig met de verhandeling van onder meer diagnostische apparatuur voor de tandheelkundige markt. Tot haar assortiment behoort de PSPIX-scanner voor het uitlezen van opslagfolies voor röntgenfoto’s. Kenmerkend voor de PSPIX-scanner is dat de folies kunnen worden uitgelezen en vervolgens gewist, zodat deze opnieuw kunnen worden gebruikt. Dürr Dental is houdster van EP19292371B1, maar wil afstand doen van het Nederlandse deel. Dat is niet mogelijk i.v.m. de onderhavige procedure. In haar conclusie van antwoord aangegeven dat zij het Nederlandse deel van EP 371 niet wenst te verdedigen. Er wordt geen verweer gevoerd tegen de nietigheidsargumenten. Onder deze omstandigheden kan de onderhavige nietigheidsprocedure dan ook worden aangemerkt als een vooruitgeschoven niet-inbreukverweer in de hiervoor bedoelde zin. Nu gedaagde geen verweer voert, wordt het Nederlands deel van het Europees octrooi vernietigd. Nevenvorderingen afgewezen (onvoldoende onderbouwd). Geen sprake van rauwelijks dagvaarden. Gedaagde is de in het ongelijk gestelde partij. Proceskosten tot en met dagvaarding o.b.v. artikel 1019h Rv. Voor wat betreft het resterende geschilpunt over de proceskosten geldt het normale liquidatietarief.
Opdrachtnemer heeft geheimhoudingsplicht, maar hoeft geen verantwoording af te leggen over vernietigde bedrijfsvertrouwelijke gegevens
Hof Arnhem-Leeuwarden 20 februari 2018, IEF 17649; IT 2547; ECLI:NL:GHARL:2018:1712 (Ylvas tegen Transvision c..) Geheimhoudingsbeding. Opdrachtnemer heeft geen verplichting om verantwoording af te leggen over wijze van vernietiging van bedrijfsvertrouwelijke informatie van opdrachtgever. Transvision c.s. sommeren de opdrachtnemer om binnen 24 uur de schriftelijke informatie op hun kantoor af te geven en de digitale informatie te vernietigen en daarvan proces-verbaal op te maken. De opdrachtnemer heeft aangevoerd dat hij als reactie op de brief de schriftelijke informatie heeft vernietigd en de digitale informatie heeft verwijderd van zijn gegevensdrager en cloud-opslag. Transvision c.s. stellen dat de opdrachtnemer daardoor de verdenking op zich heeft geladen dat hij bedrijfsvertrouwelijke informatie heeft achtergehouden. De voorzieningenrechter gaat hierin voor een groot deel mee en legt de opdrachtnemer een aantal bevelen op tot afstaan van gegevens en het afleggen van verantwoording daarover, naast een gebod tot naleving van het geheimhoudingsbeding en een verbod om zich in te laten met de Valys-aanbesteding [ECLI:NL:RBGEL:2018:380; ECLI:NL:RBGEL:2017:6488]. Hof: In beginsel is de geheimhouder vrij te bepalen op welke manier hij zijn geheimhoudingsverplichting uitvoert en rust op hem niet een verantwoordingsplicht als door de voorzieningenrechter aangenomen. Het voorgaande wordt niet anders, doordat geheimhouding urgenter werd door de indiensttreding van de opdrachtnemer bij een concurrent. Het is niet zodanig ongebruikelijk dat een opdrachtnemer na beëindiging van de opdracht werkzaamheden gaat verrichten voor een concurrent dat daardoor een verantwoordingsplicht gaat gelden als door Transvision c.s. verdedigd en door de voorzieningenrechter aangenomen. Het Hof gebiedt geheimhoudingsverplichting van de opdrachtnemer.
Letters HP kan als Europees merk
Gerecht EU 24 april 2018, IEF 17648; IEFbe 2556; ECLI:EU:T:2018:215; T-207/17 en ECLI:EU:T:2018:216; T-208/17 (Senetic tegen EUIPO) Uit het persbericht: Hewlett Packard kan de letters HP als Europees merk registreren. Senetic had een nietigheidsvordering ingesteld omdat het merk beschrijvend zou zijn en geen onderscheidend vermogen zou hebben. Het Gerecht EU verklaart dat het in het algemeen niet kan worden gezegd dat een merk beschrijvend is omdat het bestaat uit een of twee letters.
Uitspraak ingezonden door Jaap Versteeg en Merel Teunissen, Versteeg Wigman Sprey advocaten.
Ex-vriend van Gordon mag affectieve en seksuele relatie niet in de media ontkennen
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 23 april 2018, IEF 17645; ECLI:NL:RBMNE:2018:1676 (Ex-vriend tegen Gordon) Kort geding. Onrechtmatige uitingen op social media. Eiser vordert verwijdering van alle publicaties in ruimste zin van het woord. Er is echter geen reden om te verwachten dat uitingen weer op Facebook of Instagram geplaatst worden. Contactverbod afgewezen. In reconventie: Gedaagde mag affectieve en seksuele relatie niet in media ontkennen. Een verdere beperking van de vrijheid van meningsuiting van eiser wordt vooralsnog niet noodzakelijk geacht.