DOSSIERS
Alle dossiers

Collectieve exploitatie  

IEF 9864

Niet per ingeschreven leners per jaar

HvJ EU 30 juni 2011, zaak C-271/10 (Vereniging van Educatie en Wetenschappelijke Auteurs tegen Belgische Staat)

In de serie "uitleenrecht". Auteursrecht en naburige rechten. Collectief beheer. Openbare uitlening. Passend inkomen, billijke vergoeding aan auteurs. Richtlijn verzet zich tegen berekening van vergoeding aan auteurs per persoon per jaar.

Vraag: „Verzet artikel 5, lid 1, van richtlijn [92/100], thans artikel 6, lid 1, van richtlijn [2006/115], [...] zich tegen een nationale bepaling die als vergoeding een forfaitair bedrag van 1 EUR per volwassen persoon per jaar en van 0,5 EUR per minderjarige persoon per jaar vaststelt?”

Antwoord: Artikel 5, lid 1, van richtlijn 92/100/EEG van de Raad van 19 november 1992 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom, verzet zich tegen een wettelijke regeling als die in het hoofdgeding, die een stelsel invoert waarbij de vergoeding die bij openbare uitlening aan de auteurs verschuldigd is uitsluitend wordt berekend op basis van het aantal in de openbare instellingen ingeschreven leners en een per jaar per lener vastgesteld forfaitair bedrag.

Lees het arrest hier (link)
Richtlijn 2006/115/EG

IEF 9860

Hotelkamergelden

HvJ EG 29 juni 2011, zaak C-162/10, concl. A-G Trstenjak (Phonographic Performance (Ireland) LTD tegen Ierland)

Prejudiciële vragen High Court of Ireland. Auteursrecht. Naburige rechten. Openbaarmaking televisie en/of radio's waaraan hotelexploitanten uitgezonden signaal doorgeven. 

A-G concludeert dat televisie en radio in hotels indirecte communicatie betreft en dat een hoteleigenaar via andere toestellen ter beschikking stelt eveneens een gebruiker is.

Prejudiciële vragen:

(i) Is een hotelexploitant die in kamers voor gasten televisies en/of radio’s beschikbaar stelt waaraan hij een uitgezonden signaal doorgeeft, een "gebruiker" die fonogrammen die kunnen worden afgespeeld in een uitzending "mededeelt aan het publiek" in de zin van artikel 8, lid 2, van de gecodificeerde richtlijn 2006/115/EG [1] van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006?
(ii) Indien vraag (i) bevestigend wordt beantwoord: verplicht artikel 8, lid 2, van richtlijn 2006/115/EG lidstaten om naast de billijke vergoeding die de omroeporganisatie betaalt, te voorzien in een recht op een billijke vergoeding door de hotelexploitant voor het afspelen van het fonogram?
(iii) Indien vraag (i) bevestigend wordt beantwoord: staat artikel 10 van richtlijn 2006/115/EG lidstaten toe, hotelexploitanten vrij te stellen van de verplichting "een enkele billijke vergoeding" te betalen op grond van "privégebruik" in de zin van artikel 10, lid 1, sub a?
(iv) Is een hotelexploitant die in kamers voor gasten toestellen (andere dan een televisie of radio) en fonogrammen in fysieke of digitale vorm ter beschikking stelt, die door middel van een dergelijk toestel kunnen worden afgespeeld of gehoord, een "gebruiker" die de fonogrammen "mededeelt aan het publiek" in de zin van artikel 8, lid 2, van richtlijn 2006/115/EG?
(v) Indien vraag (iv) bevestigend wordt beantwoord: staat artikel 10 van richtlijn 2006/115/EG lidstaten toe, hotelexploitanten vrij te stellen van de verplichting "een enkele billijke vergoeding" te betalen op grond van "privégebruik" in de zin van artikel 10, lid 1, sub a, van richtlijn 2006/115/EG?

A-G concludeert als antwoord op de prejudiciële vragen (Nederlandse taalversie nog niet beschikbaar):

179. On the abovementioned grounds, I propose that the Court answer the questions referred as follows:

1-  Article 8(2) of Directive 2006/115/EC of the European Parliament and of the Council of 12 December 2006 on rental right and lending right and on certain rights related to copyright in the field of intellectual property (codified version) and of Council Directive 92/100/EEC of 19 November 1992 on rental right and lending right and on certain rights related to copyright in the field of intellectual property is to be interpreted to the effect that a hotel or guesthouse operator which provides televisions and/or radios in bedrooms to which it distributes a broadcast signal uses the phonograms played in the broadcasts for indirect communication to the public.

2- In such a case, the Member States are required, in transposing Directives 2006/115 and 92/100, to provide for a right to equitable remuneration vis-à-vis the hotel or guesthouse operator even if the radio and television broadcasters have already paid equitable remuneration for the use of the phonograms in their broadcasts.

3- Article 8(2) of Directive 2006/115 and of Directive 92/100 is to be interpreted as meaning that a hotel operator which provides its customers, in their bedrooms, with players for phonograms other than a television or radio and the related phonograms in physical or digital form which may be played on or heard from such apparatus uses those phonograms for communication to the public.

4-  Article 10(1)(a) of Directive 2006/115 and of Directive 92/100 is to be interpreted to the effect that a hotel or a guesthouse operator which uses a phonogram for communication to the public does not make private use of it and an exception to the right to equitable remuneration under Article 8(2) of Directive 2006/115 is not possible even if the use by the customer in his bedroom has private character.

Lees de conclusie hier (link
Richtlijn 2006/115/EG

IEF 9846

Gehuurde standplaatsen

Rechtbank 's Gravenhage 22 juni 2011, HA ZA 07-1758 (Stichting de Thuiskopie tegen gedaagde sub 1 t/m 5)

Sluit nauw aan bij IEF 9791. Collectief beheer. Blanco dragers. Bewijs. Vordering voor heffingen verkoop blanco dragers op diverse beurzen in Nederland. Op gedaagde sub 1 na, verschijnen de Duitse gedaagden niet en worden vorderingen toegewezen. Bewijs: niet in alle gevallen slaagt Stichting de Thuiskopie aanwezigheid te bewijzen. Huur van standplaatsen bij Nederlandse beurzen.

Rechtbank verbiedt import en verhandeling zonder verschuldigde thuiskopievergoeding te voldoen voor alle gedaagden. Voor gedaagden sub 2 - 5: Beveelt gespecificeerde opgave. Overleggen van alle bescheiden. Forse dwangsommen, zie dictum: bijvoorbeeld opgelegd resp. 250 per drager of €10.000 per dag met een maximum van €1 miljoen.

2.20. Op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat [Gedaagde sub 1] uitsluitend verantwoordelijk kan worden gehouden voor de verkopen op de beurs van 1 oktober 2006 in de Rijnhallen in Arnhem. [Gedaagde sub 1] heeft niet bestreden dat hij de blanco gegevensdragers die hij op die beurs heeft verkocht, ook heeft geïmporteerd. [Gedaagde sub 1] is dus verplicht tot betaling van de over die gegevensdragers verschuldigde thuiskopievergoeding. Gesteld noch gebleken is dat die vergoeding is betaald.

2.21. Wat betreft het aantal door [Gedaagde sub 1] voor de beurs van 1 okotber 2006 geïmporteerde gegevensdragers zal de rechtbank uitgaan van de opgaven die [Gedaagde sub 1] heeft overgelegd en die zijn voorzien van een accountantsverklaring (productie 21 van [Gedaagde sub 1]). De Stichting heeft die opgaven bestreden met de stelling dat de opgaven betrekking zouden hebben op verkochte aantallen in plaats van geïmporteerde aantallen. Dat betoog wordt niet ondersteund door het afschrift van de twee opgaven die [Gedaagde sub 1] heeft overgelegd. Die vermelden juist uitdrukkelijk dat het gaat om een aanmelding “bij import of fabricage” (productie 21.2 van [Gedaagde sub 1]) respectievelijk een “aanmelding van geïmporteerde blanco dvd-r/rw” (productie 21.3 van [Gedaagde sub 1]).

Lees het vonnis hier (pdf, LJN)

IEF 9791

Grenspost (HvJ arrest)

HvJ EU 16 juni 2011, Zaak C-462/09 (Stichting de Thuiskopie tegen Opus Supplies Deutschland GmbH c.s.)

Prejudiciële vraag van de Hoge Raad der Nederlanden. 
In navolging van IEF 7949 , IEF 8367 en IEF 9459

Auteursrecht. Naburige rechten. Koop op afstand. Uitleg van het begrip ‘importeur’ in artikel 16c Auteurswet  (de importeur (of fabrikant) van blanco dragers dient de thuiskopievergoeding aan Thuiskopie af te dragen). Opus GmbH is een onderneming die vanuit Duitsland op basis van bestellingen via internet blanco CD’s en DVD’s levert aan afnemers in Nederland. Voor de door Opus aan Nederlandse afnemers geleverde CD’s wordt geen thuiskopievergoeding aan de Stichting Thuiskopie betaald.

Vragen
1) Biedt richtlijn [2001/29] in het bijzonder in artikel 5, lid 2, sub b, en lid 5, aanknopingspunten voor de beantwoording van de vraag wie in de nationale wetgeving behoort te worden aangemerkt als de schuldenaar van de in artikel 5, lid 2, sub b, bedoelde ‚billijke [compensatie]’? Zo ja, welke?

2) Indien sprake is van een koop op afstand waarbij de koper in een andere lidstaat is gevestigd dan de verkoper, noopt artikel 5, lid 5, van [...] richtlijn [2001/29] dan tot een zo ruime uitleg van het nationale recht dat ten minste in één van de bij de koop op afstand betrokken landen de in artikel 5, lid 2, sub b, bedoelde ‚billijke compensatie’ is verschuldigd door een bedrijfsmatig handelende schuldenaar?”

Antwoorden
1) Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, in het bijzonder artikel 5, leden 2, sub b, en 5 ervan, moet aldus moeten worden uitgelegd dat de eindgebruiker die voor privégebruik een reproductie vervaardigt van een beschermd werk, in beginsel moet worden aangemerkt als de schuldenaar van de in voornoemd lid 2, sub b, bedoelde billijke compensatie. Het staat de lidstaten evenwel vrij een vergoeding voor privégebruik in te voeren die dient te worden betaald door de personen die installaties, apparaten of informatiedragers ter beschikking stellen van de eindgebruiker, wanneer die personen beschikken over de mogelijkheid om het bedrag van die vergoeding door te berekenen in de door de eindgebruiker betaalde prijs van die terbeschikkingstelling.

2) Richtlijn 2001/29, in het bijzonder artikel 5, leden 2, sub b, en 5 ervan, moet aldus worden uitgelegd dat de lidstaat die een stelsel heeft ingevoerd waarin de vergoedingen voor het kopiëren voor privégebruik van beschermde werken moeten worden betaald door de fabrikant of importeur van informatiedragers, en op wiens grondgebied het nadeel ontstaat dat auteurs lijden als gevolg van het privégebruik van hun werken door de aldaar wonende kopers, verplicht is om te garanderen dat die auteurs daadwerkelijk de billijke compensatie ontvangen die is bestemd om hen schadeloos te stellen voor dat nadeel. Dienaangaande is de enkele omstandigheid dat de bedrijfsmatig handelende verkoper van installaties, apparaten en informatiedragers is gevestigd in een andere lidstaat dan die waar de kopers wonen, niet van invloed op die resultaatsverplichting. Het staat aan de nationale rechter om, wanneer het onmogelijk is om de billijke compensatie bij de kopers te incasseren, het nationale recht aldus uit te leggen dat die compensatie bij een schuldenaar die optreedt als handelaar kan worden geïncasseerd. [red. arcering]

Lees het volledige arrest hier (link)

IEF 9789

Op een andere wijze berekend

Antwoord vragen Van der Ham en Verhoeven over de gevolgen van gewijzigde BUMA regels voor het uitgaansleven, aanhangsel handelingen II, 2011-11, nr. 2708

2. Wat betekent deze maatregel voor de kosten van ondernemers die clubs en poppodia exploiteren?
De per 1 januari jl. doorgevoerde wijziging van de drempel is onderdeel van collectieve afspraken tussen BUMA en Koninklijke Horeca Nederland. De doorgevoerde wijziging geldt volgens BUMA nu alleen voor de horeca en niet voor poppodia.
Volgens BUMA wordt de drempel verlaagd om de tarieven in de horeca meer gelijk te trekken met de tarieven voor live-optredens in het algemeen. Daarnaast kan de huidige drempel van 3000 euro een oneigenlijk effect hebben op de gages van artiesten, omdat horeca-ondernemingen er belang bij kunnen hebben om die gages onder de 3000 euro te houden.
BUMA verwacht dat dit effect met de verlaging naar 1000 euro minder zal optreden. BUMA vraagt bij live optredens een vergoeding voor de componisten, tekstdichters en muziekuitgeverijen. Indien de recette of het bedrag van de gage / uitkoopsom onder een drempel blijft, geldt een tarief op basis van de oppervlakte van de horeca-onderneming. In de afspraken tussen BUMA en Koninklijke Horeca Nederland is de drempel, die gerelateerd is aan de recette of de gage/uitkoopsom van de uitvoerende artiest, per 1 januari 2011 verlaagd van €3000 naar €1000. Boven deze drempel geldt niet de vergoeding op basis van de oppervlakte van de onderneming, maar een vergoeding in de vorm van
een percentage van de recette of de gage/uitkoopsom (3, 5 of 7%). Bij overschrijding van de drempel geldt dus geen extra vergoeding, maar wordt de vergoeding op een andere wijze berekend.

De precieze gevolgen voor de kosten van horeca-ondernemers zijn moeilijk in te schatten, omdat die per geval kunnen verschillen. In de media is vanuit de danceclubs gesteld dat de maatregel voor hen veel gaat kosten en dat het bedrag
dat aan BUMA moet worden afgedragen kan oplopen tot 800€ per clubavond. Het College van Toezicht auteursrecht behandelt momenteel een klacht die een belanghebbende hierover heeft ingediend. 
De vergoedingenkwestie die nu speelt onderstreept het belang van de voorstellen die ik ten aanzien van het collectief1 beheer heb aangekondigd in de speerpuntenbrief auteursrecht 20©20. Het thans bij de Kamer aanhangige wetsvoorstel 2 toezicht voorziet in preventief toezicht op tariefstijgingen en op een geschillencommissie voor geschillen over de hoogte en de toepassing van vergoedingen die collectieve beheersorganisaties aan gebruikers in rekening brengen. De voorgestelde geschillencommissie zorgt voor een duidelijke structuur waarbinnen kwesties omtrent vergoedingen in de toekomst kunnen worden opgelost. Zoals ook in de speerpuntenbrief werd vermeld, kan het wetsvoorstel toezicht wat het kabinet betreft voortvarend in behandeling worden genomen.

3. Hoeveel van de gedurende 2010 georganiseerde evenementen zouden niet meer onder de licentie vallen indien deze nieuwe regelgeving van toepassing was geweest?
Volgens informatie van BUMA waren er in 2010 binnen het tarief amusementsmuziek ongeveer 100.000 evenementen. Volgens BUMA zouden daarvan onder de nieuwe regeling ongeveer 5.000 evenementen niet meer worden aangeslagen op basis van de oppervlakte van de onderneming, maar op basis van een percentage van de recette of de gage/uitkoopsom.

4. Is in de besluitvorming over deze maatregel ook rekening gehouden met de gevolgen van de BTW-verhoging voor deze ondernemers van 6 naar 19%?
Nee. De BTW-verhoging op podiumkunsten heeft voor deze sector in de onderhandelingen tussen BUMA en Koninklijke Horeca Nederland geen rol gespeeld.

5. Wat is de verwachte opbrengst voor BUMA van deze maatregel?
De financiële gevolgen van de maatregel voor BUMA en haar leden kunnen tevoren niet goed worden ingeschat. Die gevolgen zullen onder andere afhangen van het aantal evenementen dat in 2011 plaatsvindt en van de hoogte van de daarbij behorende recettes of gages van de artiesten.

6. Wat zal er met de eventuele extra opbrengst gebeuren?
Het is aan BUMA om geïncasseerde bedragen in overeenstemming met de daarvoor geldende repartitiereglementen te verdelen onder de aangesloten rechthebbenden.

1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 29 838, nr. 29.
2 Kamerstuknummer 31 766.

IEF 9742

Dubbele woordwaarde

Rechtbank Amsterdam, sector kanton 3 februari 2011, CV 10-28325 (Cozzmoss B.V. tegen Stichting El Tawheed)
 
Met dank aan Maarten Rijks en Thomas Berendsen, BANNING advocaten.

Auteursrecht. Persoonlijkheidsrechten. Collectief beheer. Stichting El Tawheed heeft inbreuk op de auteursrechten van De Volkskrant gemaakt door het plaatsen van diverse krantenartikelen op de website www.eltawheed.nl. Het beroep van El Tawheed op art. 10 EVRM en de persexceptie van art. 15 althans 15a Aw faalt. Kantonrechter wijst twee keer de economische waarde per overgenomen woord uit de artikelen toe als schadevergoeding, mede ter compensatie van de uitgeholde exclusiviteit van de werken.

9. Met betrekking tot het door gedaagde gedane beroep op de persexceptie als bedoeld in artikel 15 Aw overweegt de kantonrechter als volgt. Volgens dit artikel staat het de pers vrij persberichten uit nieuwsmedia over te nemen in andere nieuwsmedia mits aan een aantal vereisten als genoemd in dat artikel is voldaan, waaronder het vereiste dat de bron met de naam van de maker op duidelijke wijze wordt vermeld. Vaststaat dat gedaagde heeft nagelaten de naam van de maker/verslaggever bij alle drie de artikelen te vermelden. Dit betekent dat er niet is voldaan aan het vereiste van artikel 15 lid 1 sub 3 Aw. Het beroep op de persexceptie gaat derhalve niet op. Dat gedaagde heeft aangeboden een rectificatie te plaatsen over het niet vermelden van de makers, maakt dit niet anders.

15. Eiseres heeft de schade begroot op € 880,56 in totaal. Zij stelt dat indien gedaagde vooraf toestemming van de Volkskrant had gevraagd en gekregen, de Volkskrant een bedrag van € 0,36 per overgenomen woord in rekening zou hebben gebracht. Dit komt volgens haar neer op € 440,28 in toaal. Gedaagde heeft dat niet weersproken. Eiseres heeft hiermee voldoende onderbouwd dat zij deze schade heeft geleden, zodat dit bedrag voor toewijzing in aanmerking komt."
 
16. Eiseres stelt dat dit bedrag met 100% moet worden verhoogd omdat de exclusiviteit van haar werk is uitgehold. Voorts stelt zij dat gedaagde moet worden ontmoedigd inbreuk te plegen op auteursrechten. De kantonrechter volgt deze stelling. Anders dan gedaagde aanvoert wordt ervan uitgegaan dat de inbreuk op de auteursrechten van eiseres schade oplevert. De aard van de schade brengt met zich mee dat deze - behoudens uitzonderingen die zich hier niet voordoen - geschat mag worden. De door eiseres gehanteerde systematiek is niet ondredelijk. Dit betekent dat de schade wordt begroot op € 880,56.

Lees de beschikking hier (xps / pdf)
Auteurswet, EVRM

IEF 9738

Die het meest met aard van de schade overeenstemt

Kantonrechter Haarlem 18 november 2010, LJN BQ6771 (Cozzmoss B.V. tegen volkstuindersvereniging "zonder werken niets")

Auteursrechten. Persoonlijkheidsrechten. Collectief beheer. Trouw heeft auteursrechten op artikel "Moestuin slaat aan" d.d. 19 juli 2008. Lastgeving auteur handhaven persoonlijkheidsrechten, overdracht aan Cozzmoss. Op de site zwn-volkstuinen.nl heeft gedaagde artikel opgeslagen. Freelance tarief Nederlandse Vereniging voor Journalisten voor schade: 300% van honorarium is juist. Op grond van 6:97 BW begroting die meest met aard van schade in overeenstemming is: factor 1 van economische waarde.

1.  ZWN heeft door haar voormelde handelwijze het artikel voor publiek toegankelijk gemaakt en aldus inbreuk gemaakt op het auteursrecht daarop van Trouw. Voor het geval zij zich heeft willen beroepen op art. 12 lid 4 van de Auteurswet faalt haar verweer omdat, al aangenomen dat deze bepaling mede van toepassing is op toegankelijk maken van werken via het internet, de openbaarmaking niet beperkt is gebleven tot de in die bepaling bedoelde, besloten kring. Deze inbreuk kan haar worden toegerekend; de omstandigheid dat het artikel mede voor publiek toegankelijk werd door een beveiligingsfout, komt krachtens de in het verkeer geldende opvattingen voor haar rekening en risico.

2.  De stellingen van Cozzmoss bieden, gelet op artikel 25 lid 1 Auteurswet, voldoende aanknopingspunten om het oordeel te rechtvaardigen dat ZWN met de aan haar verweten handelingen tevens inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijkheidsrechten van [naam]. ZWN heeft immers erkend dat zij de naam van de auteur niet in het artikel heeft vermeld. De omstandigheid dat zij zich erop heeft beroepen dat zij niet op de hoogte was dat zij daarmee de wetgeving overtrad doet daaraan niet af, nu deze onwetendheid voor haar rekening en risico komt. 

8.  Hoewel de algemene voorwaarden waarnaar Cozzmoss verwijst ter onderbouwing van haar forfaitaire schadeberekening op zichzelf niet tussen partijen van toepassing zijn, ligt het toch voor de hand daarbij aanknoping te zoeken bij de berekening van de hoogte van de verschuldigde schadevergoeding. Ingevolge artikel 6:97 BW dient de rechter de schade te begroten op de wijze die het meest met de aard van de schade in overeenstemming is; in dit geval is het passend aansluiting te zoeken bij de hier te lande gehanteerde tarieven op de markt van de professionele journalistiek

 

9.  Nu de omvang van de schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, zal deze worden geschat, en wel op factor 1 van de economische waarde. Immers, het artikel is – zowel in de tijd, als via het web – slechts beperkt toegankelijk geweest en is het maatschappelijk belang van het terrein (de volkstuinderij) waarop het artikel betrekking heeft, betrekkelijk gering. 

Lees de uitspraak hier (link / pdf)
Auteurswet, standaard voorwaarden NVJ

IEF 9706

Europese Commissie, A Single Market for Intellectual Property Rights, COM/2011/278 (provisional version)

Uitgewerkt voorstel Europese Commissie

In (korte) navolging van aangekondigde Douaneverordening IEF 9701 en Blauwdruk IE-Rechten IEF 9695.

Een voorlopige uitwerking van IE-herziening. "A Single Market for Intellectual Property Rights Boosting creativity and innovation to provide economic growth, high quality jobs and first class products and services in Europe". Wat onder meer wordt vermeld: Uniforme octrooibescherming, modernisering van het merkenrechtsysteem, EU auteursrechtbeheer, technologie, user generated content, privékopie, bedrijfsgeheimen, maar ook public awareness en bi- en mulitilaterale verdragen.

Lees voorlopige uitwerking hier (link en pdf)

Inhoudsopgave
1. INTRODUCTION

2. OPPORTUNITIES AND CHALLENGES FOR A SINGLE MARKET FOR IPR

3. KEY POLICY INITIATIVES TO MEET THE CHALLENGES AHEAD
3.1. Reform of the patent system in Europe and accompanying measures
3.1.1. A unitary patent protection
3.1.2. A unified patent litigation system
3.1.3. An IPR valorisation instrument
3.2. Modernisation of the trade mark system in Europe
3.3. Creation of a comprehensive framework for copyright in the digital single market
3.3.1. European copyright governance and management
3.3.2. Technology and database management
3.3.3. User-generated content
3.3.4. Private copying levies
3.3.5. Access to Europe's cultural heritage and fostering media plurality
3.3.6. Performers' rights
3.3.7. Audiovisual works
3.3.8. Artists' resale right
3.4. The issue of complementary protection of intangible assets
3.4.1. Trade secrets and parasitic copies
3.4.2. Non-agricultural geographical indications
3.5. Enhanced fight against counterfeiting and piracy
3.5.1. Public awareness
3.5.2. A more sustainable structure for the European Observatory on Counterfeiting and
Piracy and new tasks
3.5.3. A review of the IPR Enforcement Directive
3.6. The international dimension of IPR
3.6.1. Multilateral initiatives, including co-ordination with international organisations
3.6.2. Bilateral negotiation and co-operation on IP protection with third countries
3.6.3. Enhanced IPR protection and enforcement at the EU border 

4. CONCLUSIONS

Lees voorlopige uitwerking hier (link en pdf)

IEF 9607

VOI©E, 'CBO-Keurmerk', 29 maart 2011, www.voice.nl

CBO-Keurmerk sneller dan wetsvoorstel

Onder nr. 1223409 (kleur) en 1223410 zijn de CBO-keurmerken geregistreerd van VOI©E.

VOI©E gaat ervan uit dat in 2011 alle collectieve beheersorganisaties voor auteursrecht en naburige rechten (CBO’s) die lid zijn van VOI©E aan de CBO-Keurmerkcriteria zullen voldoen.

Het Keurmerkinstituut is de onafhankelijke certificerende instelling voor het CBO-Keurmerk. De eerste audits zullen in het najaar van 2011 worden verricht op basis van de jaarrekeningen van 2010. Na verlening van het keurmerk wordt jaarlijks door een onafhankelijke auditor getoetst of de CBO aan de criteria blijft voldoen.

Lees meer hier (link o.a. Keurmerkcriteria) en hier

IEF 9603

Aankondiging hoorzitting 2011 College van Toezicht Auteursrecht, Stcrt. 2011 6323

Aankondiging hoorzitting 2011 College van Toezicht Auteursrecht

Het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten maakt bekend dat op vrijdag 24 juni 2011 vanaf 12.45 uur de jaarlijkse hoorzitting zal plaatsvinden als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten. Op deze hoorzitting is van toepassing het Reglement hoorzittingen College van Toezicht Auteursrecht 2005 (Staatscourant. 2005, 62).

Vertegenwoordigers van betalingsplichtigen en andere belanghebbenden die wensen gehoord te worden dienen dit uiterlijk 13 mei 2011 schriftelijk kenbaar te maken aan het College, onder opgave van in ieder geval:

a. hun naam en adres;
b. de collectieve beheersorganisatie(s) waaromtrent zij gehoord wensen te worden, alsmede of zij in of buiten aanwezigheid van deze collectieve beheersorganisatie(s) gehoord wensen te worden; en
c. een korte omschrijving van het onderwerp of de onderwerpen waarover zij gehoord wensen te worden.
Deze kenbaar making dient te worden toegezonden aan het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten, ter attentie van de secretaris, postbus 15072, 1001 MB te Amsterdam.
Het College beslist over de uitnodiging voor de hoorzitting. De hoorzitting is niet openbaar.

Lees het volledige bericht hier.