De Voorzieningenrechter verleent in verband met de Betekeningsverordening verstek tegen de Italiaanse gedaagde, welk verstek onder meer wordt gerechtvaardigd met verwijzing naar 1019e Rv.
Viester c.s. betwisten met succes de authenticiteit van de documenten waarin de overdracht van auteursrechten op de woonaccessoires aan Coppens zou zijn geregeld:
“Het meest verstrekkende verweer van Viester c.s. is het ontbreken van auteursrecht van Coppens op de in de dagvaarding opgesomde producten. Zij trekken om de navolgende redenen de authenticiteit van de twee overeenkomsten, waarop Coppens zijn auteursrechten baseert, sterk in twijfel en stellen dat deze overeenkomsten niet tot bewijs kunnen dienen van de auteursrechten van Coppens. Zowel over Rebordao te Portugal als over Binkhorst te Brussel is via internet, de Kamers van Koophandel of de handelaren in de branche geen informatie te verkrijgen.
Noch in de overeenkomsten, noch in de door Coppens overgelegde recente mails waaronder hun naam staat, staat enige informatie op basis waarvan de betreffende personen of ondernemingen getraceerd of geverifieerd kunnen worden. De accounts van de genoemde mails zijn mogelijk door Coppens zelf aangemaakt. De overeenkomsten uit 1998 en 2004 zijn op precies dezelfde printer afgedrukt. Bij de handtekeningen is de schrijfwijze van de ‘B’ van Binkhorst en de ‘R’ van Rebordao nagenoeg gelijk. Originele overeenkomsten zijn niet overgelegd.
Ook betwisten Viester c.s. de echtheid van de bijlagen bij de overeenkomsten, die foto’s bevatten van werken die onder de overgedragen auteursrechten vallen. Zij leggen daartoe een verklaring over van een fotograaf die deze foto’s in opdracht van Coppens in september 2005 op een beurs in Culemborg heeft genomen. In de bijlagen is aan deze foto’s volgens hen een tintje van echtheid gegeven door daarop initialen van de zogenaamde ontwerpers te plaatsen. Exact dezelfde foto’s zijn ook opgenomen in de catalogus van Via Roma en worden ook getoond op de website van Via Roma, aldus Viester c.s. Zelfs al zouden de overeenkomsten authentiek zijn, dan kan de daarin opgenomen verwijzing naar de bijlagen in elk geval niet op de door Coppens bijgevoegde foto’s doelen. Daarnaast wijzen Viester c.s. op de door hen overgelegde verklaringen van de heer Proximus van de Belgische firma Rita Jordens Bvba, de heer Bierkens, de heer Van Dijk en de heer Veltkamp, welke verklaringen erop neerkomen dat de collectie van Coppens een kopie is van de collectie van Rita Jordens Bvba. Viester c.s. voeren aan dat deze verklaringen, in samenhang met de bevindingen ten aanzien van de twee overeenkomsten, voldoende zijn om ernstige twijfels te hebben aan de auteursrechtclaims van Coppens.”
De vorderingen zijn ook niet toewijsbaar op grond van de door Coppens gestelde slaafse nabootsing van zijn commerciële activiteiten, omdat Coppens onvoldoende duidelijk heeft gemaakt wat hij hiermee bedoelt, terwijl overigens van slaafse nabootsing van de in de dagvaarding omschreven producten niet gebleken is.
Coppens wordt veroordeeld in de werkelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand zijdens Viester c.s.
Lees het vonnis hier.