Auteursrecht  

IEF 22235

Inbreukzaak: Vishandel Sontplein c.s. veroordeeld tot betaling schadevergoeding

Rechtbanken 3 sep 2024, IEF 22235; ECLI:NL:RBNNE:2024:3502 (Eiser tegen Vishandel Sontplein c.s.), https://delex.nl/artikelen/inbreukzaak-vishandel-sontplein-c-s-veroordeeld-tot-betaling-schadevergoeding

Rb. Noord-Holland 3 september, IEF 22235; ECLI:NL:RBNNE:2024:3502 (Eiser tegen Vishandel Sontplein c.s.). Eiser is een professioneel fotograaf in de culinaire fotografie. Hij is auteursrechthebbende van de foto ´Hollandse nieuwe met uitjes´ (hierna: de foto): een foto met daarop hoofdzakelijk twee haringen in een papieren bakje. Gedaagde is Vishandel Sontplein (hierna: Sontplein): zij exploiteert samen met andere gedaagden (tezamen hierna: Sontplein c.s.) een vishandel. Sontplein heeft de foto gebruikt in tenminste 3 reclameposters die, door het bedrijf Posters&Flyers, zijn gepubliceerd op haar Facebookpagina. Sontplein c.s. geven aan niet bekend te zijn geweest met het auteursrecht van eiser en zij heeft de foto´s op verzoek van eiser weer verwijderd. Tot betaling van schadevergoeding is zij verder niet bereid geweest. Eiser vordert nu veroordeling van Sontplein c.s. tot betaling van schadevergoeding wegens inbreuk op zijn auteursrecht op de foto en op zijn persoonlijkheidsrechten. Sontplein c.s. concluderen tot afwijzing van de vordering.

IEF 22230

Modeltekening voor bedieningspaneel van een kookfornuis is auteursrechtelijk beschermd, maar staat reproductie niet in de weg

Overig 8 jul 2024, IEF 22230; (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley), https://delex.nl/artikelen/modeltekening-voor-bedieningspaneel-van-een-kookfornuis-is-auteursrechtelijk-beschermd-maar-staat-reproductie-niet-in-de-weg

High Court of Justice 8 juli 2024, IEF 22230, IEFbe 3782; [2024] EWHC 1727 (IPEC) (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley). De Britse rechter doet in deze zaak uitspraak over een geschil tussen AGA Rangemaster Group Limited (hierna: AGA) enerzijds en UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley (hierna: gedaagden) anderzijds. AGA is de fabrikant en verkoper van de populaire Britse AGA-kookfornuizen. Gedaagden specialiseren zich in de installatie en verkoop van elektronische kooksystemen, onder andere met betrekking tot AGA-fornuizen. Met andere woorden, zij refurbishen AGA-fornuizen zodat die op stroom kunnen werken en zij verkopen de aangepaste modellen vervolgens door aan derden. AGA heeft in beginsel geen bezwaar tegen deze praktijk. Echter, AGA stelt dat gedaagden te ver gaan in hun bewerkingen en in hun marketing, wat beide inbreuk zou maken op haar merkrechten. Ook stelt zij dat het door gedaagden geïnstalleerde bedieningspaneel in de AGA-fornuizen inbreuk maakt op het auteursrecht dat AGA heeft op een modeltekening van een van haar eigen fornuizen. Gedaagden zijn het niet met de stellingen eens.

IEF 22228

Proceskosten ex 1019h Rv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 sep 2024, IEF 22228; ECLI:NL:RBZWB:2024:6187 (Eiseres tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/proceskosten-ex-1019h-rv

Rb. Zeeland-West-Brabant, IEF 22228; ECLI:NL:RBZWB:2024:6187 (Eiseres tegen gedaagde). Zowel eiseres als gedaagde drijven een onderneming op het gebied van vastgoed waarbij ze zich presenteren als huurder, makelaar en beheerder in een. Dit doen ze beiden op hun eigen website. Op de website van gedaagde zijn teksten, headlines, quotes en een deel van de layout van de website van eiseres gekopieerd, waarbij de naam van eiseres in de tekst is blijven staan. Toen gedaagde dit hoorde van eiseres heeft hij meteen contact opgenomen met zijn webbouwer, om de webpagina te laten aanpassen. In deze zaak staan de kosten centraal. Bij e-mails van begin december heeft eiseres verzocht om een schriftelijke onthoudingsverklaring en betaling van € 750. Maar in e-mails van eind december vraagt eiseres om een schadevergoeding van € 313,54 en om € 2.500 aan advocaatkosten. Gedaagde betaalt alleen de €313,54 aan schadevergoeding.

IEF 22225

Uitspraak ingezonden door Allard Ringnalda & Sven Klos, Klos cs.

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

HvJ EU 5 sep 2024, IEF 22225; ECLI:EU:C:2024:698 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG), https://delex.nl/artikelen/a-g-reciprociteitsclausule-berner-conventie-niet-toepasbaar-onder-unierecht

Conclusie A-G HvJ EU 5 september 2024, IEF 22225; IEFbe 3778; ECLI:EU:C:2024:698 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG). Vitra Collections AG, een Zwitsers bedrijf dat designmeubelen produceert, claimt auteursrechten op de "Dining Sidechair Wood" (DSW), een stoel ontworpen door het Amerikaanse echtpaar Charles en Ray Eames. Kwantum Nederland BV en Kwantum België BV brachten een stoel op de markt onder de naam "Paris", waarvan Vitra stelt dat deze inbreuk maakt op hun auteursrechten. De rechtbank in Den Haag oordeelde aanvankelijk dat er geen inbreuk was [zie IEF 17352], maar het gerechtshof Den Haag vernietigde dit vonnis en oordeelde dat Kwantum wel inbreuk maakte op de auteursrechten van Vitra [zie IEF 19323]. Kwantum stelde in hoger beroep dat de reciprociteitsclausule van artikel 2 lid 7 van de Berner Conventie verkeerd was toegepast door het gerechtshof Den Haag. Vitra stelde daarentegen dat deze clausule helemaal niet van toepassing is. De Hoge Raad der Nederlanden legde prejudiciële vragen voor aan het Hof van Justitie van de EU over de toepasselijkheid van Unierecht en de reciprociteitsclausule uit de Berner Conventie [zie IEF 20984].

IEF 22224

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

Rechtbanken 4 sep 2024, IEF 22224; ECLI:NL:RBDHA:2024:13740 (F.Z.I. B.V. tegen KPS B.V.), https://delex.nl/artikelen/kps-b-v-maakt-geen-inbreuk-op-ie-rechten-van-fzi-b-v

Rb. Den Haag 4 september 2024, IEF 22224; ECLI:NL:RBDHA:2024:13740 (F.Z.I. B.V. tegen KPS B.V.). FZI B.V. en KPS B.V. waren beide betrokken bij het online vakmedium Klantcontact.nl. In 2019 nam KPS de exploitatie over via een overnameovereenkomst. Na verloop van tijd introduceerde KPS het medium onder een nieuwe naam, Ziptone. Eind 2022 werd de domeinnaam klantcontact.nl terug overgedragen aan FZI. Dit leidde tot een geschil over het gebruik van de naam en intellectuele eigendomsrechten rondom het vakmedium. FZI vorderde onder meer een verklaring voor recht dat KPS inbreuk maakt op haar handelsnaam-, merk- en auteursrechten en eiste het staken van het gebruik van de termen 'Klantcontact' en 'Klantcontact.nl'. Daarnaast werd vergoeding van schade en doorhaling van KPS' Beneluxmerkregistraties geëist.

IEF 22215

Uitspraak ingezonden door Rik Balk, Balk Legal.

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

Rechtbanken 23 jul 2024, IEF 22215; (Eiseres tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/handhaving-auteursrechten-tegen-bedrijfsopvolger-is-onredelijk

Rb. Amsterdam 23 juli 2024, IEF 22215 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres in deze zaak is kapster en eigenares van een kapsalon. Zij heeft haar kapsalon overgenomen van gedaagde door middel van een schriftelijke overeenkomst. Over de uitleg van die overeenkomst is tussen eiseres en gedaagde onenigheid ontstaan. Gedaagde is van mening dat eiseres zonder toestemming en daarmee onrechtmatig de foto's en teksten van gedaagde gebruikt op haar website. Eiseres vindt daarentegen dat gedaagde haar onrechtmatig belemmert in haar bedrijfsvoering. Zij vordert in kort geding bij de rechtbank dat gedaagde iedere belemmering staakt, waaronder het handhaven van zijn merk- en auteursrechten. Ook vordert eiseres dat zij de door gedaagde gebruikte handelsnaam krijgt overgedragen, als onderdeel van de gesloten overeenkomst. Gedaagde verweert zich met het argument dat de overeenkomst slechts is gesloten voor een periode van twee jaar. De overdracht van de kapsalon (met uitzondering van de handelsnaam) blijft ook daarna gelden, maar gedaagde hoeft eiseres daarbij niet meer te steunen in haar bedrijfsvoering, aldus gedaagde.

IEF 22206

Bastion Holding niet aansprakelijk voor hotellicenties: rechter wijst vordering Videma af

Rechtbanken 9 aug 2024, IEF 22206; ECLI:NL:RBAMS:2024:5018 (Bastion Holding B.V. tegen Stichting Videma), https://delex.nl/artikelen/bastion-holding-niet-aansprakelijk-voor-hotellicenties-rechter-wijst-vordering-videma-af

Rb. Amsterdam 9 augustus 2024, IEF 22206; ECLI:NL:RBAMS:2024:5018 (Bastion Holding B.V. tegen Stichting Videma). Videma is een collectieve beheersorganisatie. Zij oefent in opdracht van rechthebbenden op filmwerken auteursrechten uit, met betrekking tot de vertoning en doorgifte van televisieprogramma’s door bedrijven. Dit doet zij via haar dochtervennootschap Bureau Filmwerken B.V. Voor de uitoefening verleent Videma licenties, waaronder aan de Bastion Groep: een reeks van 34 verschillende vennootschappen die elk een afzonderlijk hotel exploiteren. Bastion Holding B.V. (hierna: Bastion) is de enig aandeelhouder van de vennootschappen en betaalt voor alle licenties in één keer. Op 24 mei 2023 stuurt Videma aan Bastion de jaarlijkse factuur, maar Bastion betaalt deze pas na twee aanmaningen. Videma is van mening dat Bastion te weinig heeft betaald, omdat de korting die Bastion heeft toegepast is komen te vervallen door de benodigde aanmaningen. Videma vordert bij de rechter dat Bastion wordt veroordeeld tot betaling van het nog onbetaalde bedrag. Bastion verweert zich met het argument dat er tussen Videma en Bastion geen enkele overeenkomst of andere rechtsverhouding bestaat: het zijn de afzonderlijke vennootschappen (hierna: hotels) die de licenties van Videma afnemen.

IEF 22204

Onverwachte wending in eerste Amerikaanse rechtszaak over tekst- en datamining voor generatieve AI

22 aug 2024, IEF 22204; (Thomson Reuters tegen Ross Intelligence), https://delex.nl/artikelen/onverwachte-wending-in-eerste-amerikaanse-rechtszaak-over-tekst-en-datamining-voor-generatieve-ai

District Court, D. Delaware 22 augustus 2024, IEF 22204, IEFbe 4610, IT 3772 (Thomson Reuters tegen Ross Intelligence). Is tekst- en datamining van auteursrechtelijk beschermde werken voor de ontwikkeling van generatieve AI toegestaan onder Amerikaans recht? Even leek het erop dat we daarover uitsluitsel zouden krijgen: deze week zou in het teken staan van de eerste rechtszaak tussen auteursrechthebbenden enerzijds en generatieve AI-exploitanten anderzijds sinds de generatieve AI-explosie van anderhalf jaar geleden. Het gaat om de zaak tussen Thomson Reuters (hierna: Thomson) en Ross Intelligence (hierna: Ross), waarbij Ross de database van Thomson heeft gescraped voor de ontwikkeling van een AI-gedreven zoekmachine. Ross beroept zich ter verdediging onder andere op het fair use beginsel. De zaak is van groot belang omdat deze illustratief is voor 28 andere zaken die momenteel ook aanhangig zijn bij de Amerikaanse rechter (waaronder die tegen OpenAI, Stability AI en Midjourney). Een rechterlijke uitspraak zou niet alleen houvast bieden aan de partijen in deze zaken, maar zou bovendien de juridische status van tekst- en datamining met betrekking tot generatieve AI in het algemeen kunnen ophelderen en toekomstige geschillen kunnen voorkomen. Fair use is immers een open begrip, dat in een concrete toepassingsvorm als deze pas invulling krijgt als de rechter (samen met een jury) daarover een oordeel velt. Helaas ziet het ernaar uit dat een dergelijk oordeel nog langer op zich laat wachten: de rechter heeft de hoorzitting van deze week uitgesteld en partijen verzocht om verzoeken in te dienen voor een verkorte behandeling van de zaak. De reden is niet direct duidelijk, maar het lijkt erop dat de rechter auteursrechtinbreuk heeft vastgesteld en dat zij een behandeling voor de jury niet langer nodig acht. Of deze lijn met betrekking tot tekst- en datamining in het algemeen zal worden doorgetrokken, zal in de toekomst moeten blijken.

IEF 22201

Beroep op uitputting mislukt: verkoop van inbreukmakende (namaak)sjaals moet worden gestaakt

Rechtbanken 5 aug 2024, IEF 22201; ECLI:NL:RBAMS:2024:4874 (Eiseres tegen gedaagden), https://delex.nl/artikelen/beroep-op-uitputting-mislukt-verkoop-van-inbreukmakende-namaak-sjaals-moet-worden-gestaakt

Rb. Amsterdam 5 augustus 2024, IEF 22201; ECLI:NL:RBAMS:2024:4874 (Eiseres tegen gedaagden). Eiseres houdt zich bezig met het ontwerpen, maken en verkopen van sjaals, kleding en burkini´s. Zij exploiteert de ontwerpen via een door haar opgerichte vennootschap. Eiseres is van mening dat gedaagden op grote schaal namaakproducten verkopen die identiek zijn aan haar eigen producten, waardoor gedaagden inbreuk maken op de merk- en auteursrechten van eiseres. Via appgroepen en diverse ruilplatforms op Marktplaats en Facebook zouden gedaagden de sjaals en burkini´s van eiseres tegen lage prijzen aanbieden. Eiseres vordert in kort geding dat gedaagden worden veroordeeld deze verkoop te staken, op straffe van een dwangsom. Gedaagden stellen dat de sjaals van eiseres niet auteursrechtelijk beschermd zijn en beroepen zich op uitputting van de sjaals.

IEF 22192

Uitspraak ingezonden door Syb Terpstra en Hans Bousie, Porterfield.

Artiest mocht muziek-exploitatieovereenkomst opzeggen

Rechtbank Den Haag 14 aug 2024, IEF 22192; ECLI:NL:RBDHA:2024:12910 (Violent Publishing tegen [naam 1]), https://delex.nl/artikelen/artiest-mocht-muziek-exploitatieovereenkomst-opzeggen

Rb. Den Haag 14 augustus 2024, IEF 22192; ECLI:NL:RBDHA:2024:12910 (Violent Publishing tegen [naam 1]). [naam 1] is een artiest die met muziekuitgeverij Violent Publishing drie overeenkomsten heeft gesloten voor de exploitatie van zijn muziek. Ruim twintig jaar later is [naam 1] van mening dat Violent Publishing niet voldoet aan de op haar rustende exploitatieverplichtingen. Als gevolg hiervan heeft [naam 1] de overeenkomst geprobeerd te ontbinden, of op te zeggen. Dit heeft geleid tot een geschil tussen de twee partijen. Violent Publishing vordert in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat de ontbinding en opzegging door [naam 1] ongeldig zijn. Zij meent dat de overeenkomsten niet rechtsgeldig ontbonden zijn omdat er geen sprake was van een tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen. Over de opzegging stelt Violent Publishing dat de overeenkomsten niet opzegbaar zijn. [naam 1] stelt dat hij de overeenkomsten wel rechtsgeldig heeft beëindigd, primair door ontbinding wegens tekortkoming, subsidiair door ontbinding op grond van artikel 25e AW, met als reden het onvoldoende exploiteren van het auteursrecht op de werken. Meer subsidiair stelt [naam 1] dat de overeenkomsten zijn beëindigd door opzegging. In reconventie vordert [naam 1] dan ook een verklaring voor het recht van deze beweringen.