DOSSIERS
Alle dossiers

Woord- en of beeldmerk  

IEF 7296

Geen reëel gevaar van afscherming

Davidoff Cool WaterRechtbank ’s-Gravenhage, 18 november 2008, KG ZA 08-1304, Coty Prestige Lancaster Group GmbH tegen Tico Trading

Merkenrecht. Exclusieve en selectieve distributie. Uitputting. Exclusief licentiehouder Coty (eiser) stelt succesvol dat gedaagde door het verhandelen van parfumtesters inbreuk maakt op de (parfum)merken Davidoff en Coolwater. Gedaagde beroept zich tevergeefs op uitputting. Van Doren / Lifestyle is niet van toepassing op selectieve distributiesystemen. Liquidatiekosten, nu van de proceskosten niet tijdig een gedetailleerde opgave is gedaan.

“4.9. Zoals hiervoor reeds overwogen volgt volgens Tico Trading uit Van Doren/ Lifestyle dat Coty dient te bewijzen dat de testers aanvankelijk door haar of met haar toestemming buiten de EER in de handel zijn gebracht. Dat is naar voorlopig oordeel niet het geval. Uit rechtsoverweging 41 van genoemd arrest volgt dat er alleen ruimte is voor omkering van de bewijslast indien Tico Trading aantoont dat er een reëel gevaar bestaat dat de nationale markten worden afgeschermd wanneer zij zelf moet bewijzen dat de waren door Coty of met haar toestemming in de EER in de handel zijn gebracht. Het Hof heeft weliswaar overwogen dat een reëel gevaar van afscherming van nationale markten bijvoorbeeld bestaat in situaties waarin de merkhouder zijn waren binnen de EER in de handel brengt door middel van een exclusief distributiesysteem, maar Tico Trading gaat eraan voorbij dat Coty een systeem van selectieve distributie hanteert.

Zonder nadere toelichting - die ontbreekt - vermag de voorzieningenrechter voorshands niet in te zien waarom er (ook) in het geval van selectieve distributie van moet worden uitgegaan dat het door het Hof genoemde gevaar aanwezig is. Uit de door Coty overgelegde standaardovereenkomst volgt dat de depositaire slechts aan geselecteerde distributeurs mag leveren en niet aan derden (artikel 1.2). Dat de testers niet (aan derden) mogen worden verkocht staat ook op de verpakking. De testers worden op basis van het selectieve distributiesysteem bovendien kosteloos aan de depositaire ter beschikking gesteld. Tico Trading kan gelet hierop niet volstaan met de enkele verwijzing naar Van Doren/Lifestyle voor een geslaagd beroep op uitputting. Zij dient aannemelijk te maken dat een reëel gevaar van afscherming van nationale markten aanwezig is, wanneer zij het bewijs moet leveren dat de testers voor het eerst met toestemming van Coty binnen de EER in het verkeer zijn gebracht. Gesteld noch gebleken is dat en waarom dat het geval is. Voor nadere bewijslevering op dit punt is in dit kort geding geen plaats.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7295

Geen spoedeisende hulp

KNV EHBORechtbank ’s-Gravenhage, 18 november 2008, KG ZA 08-1168, Koninklijke Nederlandse Vereniging Eerste Hulp Bij Ongelukken tegen MF Medical & Safety B.V.

Merkenrecht. Even kort: Gebruik EHBO-logo door gedaagde. Geen spoedeisend belang KNV EHBO: gebruik door gedaagde (van het toen nog niet ingeschreven merk) was al in 2007 bekend en eiser heeft toentertijd niet meteen rechtsmaatregelen genomen. Bovendien heeft gedaagde de gesteld inbreukmakende handelingen gestaakt in afwachting oordeel van de rechter. Dat gedaagde  geen onthoudingsverklaring heeft getekend doet daaraan niet af, “van MF Medical kan niet gevergd worden inbreuk te erkennen nu KNV EHBO zich op een ten tijde van de leveranties niet bestaand recht heeft beroepen.”

Incidentele (afgewezen) vordering m.b.t. relatieve bevoegdheid leidt tot  incidentele proceskostenveroordeling gedaagde ( €585,00), die weer wordt afgetrokken van de proceskostenveroordeling van eiser in de hoofdzaak. €6.000,00 (betwist en dus indicatietarief) -  €585,00 =  €5.415,00.

Lees het vonnis hier.

IEF 7291

Met de aanduiding Hans heeft de rechter geen moeite.

Wie het vonnis heeft mag het mailen. Adformatie bericht dat het AD bericht dat de Hema een rechtszaak heeft verloren tegen Hans Textiel. “De retailer vindt dat er een te grote gelijkenis is tussen uiterlijk van de reclamefolders en zijn eigen folders.Maar de rechter oordeelt anders over deze aantijgingen, meldt Het Financieele Dagblad. Hema had een proces aangespannen tegen Hans Textiel omdat het van mening is dat deze textielketen de reclame van Hema imiteert. De Hema valt over de lay-out van de folders, maar ook de naam Hans die associaties zou oproepen met Hema.

De folders van Hans Textiel verschillen in hun ontwerp van die van Hema, aldus het vonnis van de rechter. De gedrukte reclame van de winkelketen Hans, die jaarlijks 60 miljoen folders huis-aan-huis verspreidt, onderscheidt zich door andere kleuren en lettertypen. Ook het formaat is anders, evenals de soort papier. En in tegenstelling tot Hema maakt Hans in zijn folders gebruik van poserende fotomodellen. Ook met de aanduiding Hans heeft de rechter geen moeite. De namen van de beide winkels lijken niet op elkaar en bovendien wordt Hans in een ander lettertype geschreven dan Hema.”

Lees hier (Adformatie) of hier (FD) meer.

IEF 7285

Thuis, bezorgd

Thuisbezorgd.nlRechtbank Utrecht, 12 november 2008, LJN: BG4155, Thuisbezorgd.nl B.V. tegen Tjokkie E-Marketing B.V. i.o.

Eerst even voor jezelf lezen. Domeinnamen, Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Onrechtmatige daad. Vervolg op Gerechtshof Amsterdam, 15 januari 2008, Thuisbezorgd.nl tegen Jolidé V.O.F. c.s, IEF 5552. (Dreigend) gebruik domeinnaam als handelsnaam. Gebruiksverbod o.g.v. onrechtmatige daad.  Proceskostenveroordeling in kort geding kan niet in de bodemzaak betrokken worden. Eiser Thuisbezorgd.nl wordt in de gelegenheid gesteld om  zich bij akte over de (hoogte van) proceskostenveroordeling i.c. uit het te laten.

Handelsnaamrecht: 7.14 In de onderhavige zaak doet zich niet de situatie voor dat een zuiver beschrijvend woord als handelsnaam gebruikt wordt. De handelsnaam van Tb is samengesteld uit het woorden thuis gevolgd door een vervoeging van het woord bezorgen. Dit zijn weliswaar gewone Nederlandse woorden maar door de combinatie van deze woorden met het achtervoegsel “.nl” is een niet zuiver beschrijvend woord ontstaan voor de door Tb aangeboden diensten, te weten het via online bemiddeling thuis (laten) bezorgen van maaltijden. In zoverre is er hier een andere situatie dan bij het gebruik van de naam Camping Holidays voor kampeervakanties of hypotheekofferte.nl voor het online aanbieden van hypotheekoffertes. Anders dan gedaagde partij heeft aangevoerd is hier derhalve geen sprake van monopolisering door Tb van een louter beschrijvende aanduiding.

(…) Het mag zo zijn dat gedaagde partij ingevolge het arrest van het hof van het gebruik van de aanduiding thuisbezorgen.nl heeft gestaakt, uit het feit dat zij geweigerd heeft aan Tb toe te zeggen dat het gebruik van de website thuisbezorgen.nl niet alsnog zal worden hervat voor activiteiten en diensten gelijk aan of overeenstemmend met die van Tb volgt dat er in ieder geval sprake is van een dreigend gebruik van de handelsnaam thuisbezorgen.nl. door gedaagde partij. Dit rechtvaardigt al een verbod op ieder gebruik van de handelsnaam thuisbezorgen.nl door gedaagde partij.”

Onrechtmatige daad: 7:16. (…) Het enkele feit dat er sprake is van verwarring en van verwarringsgevaar met de handelsnaam van Tb, leidt al tot de conclusie dat het gebruik van de domeinnaam thuisbezorgen.nl of enig ander daarmee overeenstemmend teken onrechtmatig is jegens Tb.

7.17.  Tb vraagt een verbod op het gebruik van de domein- en handelsnaam voor zover gebruikt met betrekking tot activiteiten en/of diensten (soort)gelijk aan of overeenstemmend met die van Tb of waarvoor (een van) de merken van Tb is ingeschreven. Gelet op de zeer ruime omschrijving van de categorieën waarvoor de merken van Tb zijn ingeschreven, zal dit bevel beperkt worden tot activiteiten en/of diensten gelijk aan of overeenstemmend met die van Tb. Uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt genoegzaam welke diensten of activiteiten dat zijn.”

Lees het vonnis hier

IEF 7283

De manifeste wil te parasiteren op de bekendheid van het merk

ABCDINISPORTS - klik voor vergrotingRechtbank Koophandel te Brussel, 27 oktober 2008, A/08/00340, SAGL VF International tegen N.V. Wibra België, Wibra Holding B.V.  (met dank aan Paul Reeskamp, Allen & Overy).

Even kort: Gemeenschapsbeeldmerk KIPLING tegen overeenstemmend beeldteken gedaagde. KIPLING is in België een zeer bekend merk. (Flagrante) inbreuk aangenomen. €600.000,- schadevergoeding. Kwade trouw aangenomen (winstafdracht). De Belgische Gemeenschapsrechtbank lijkt ook internationale bevoegdheid te hebben aangenomen ten aanzien van de Nederlandse medegedaagden.

“8 (…) Het merk van eiseres is zeer bekend bij het algemene publiek en bezit daardoor een goot onderscheidend vermogen.

 Bij een vergelijking tussen enerzijds het beeldmerk van eiseres en anderzijds het door verweersters gebruikte teken stemt dit laatste in zodanige mate in haar totaalindruk visueel overeen met het beeldmerk van eiseres dat het gebruik daarvan in beginsel als inbreukmakend moet worden beschouwd. Door de bijzondere compositie van verscheidene cirkels en motieven, in identieke orde, laat het teken een quasi-identieke totaalindruk na Het vervangen van de benaming "KIPLING" door "ABCDINISPORTS" heeft geen invloed op die quasi-identieke totaalindruk, temeer het gaat over courante producten, bestemd voor voornamelijk een publiek van adolescenten dat niet spontaan de inspanning zal doen om de in cirkelvorm aangebrachte benamingen te ontcijferen en dat de tweede benaming niet zal onthouden die, in tegenstelling met de eerste benaming, geen bekendheid heeft.

De rechtbank is dan ook van oordeel dat het verwarringsgevaar in voorliggend geval visueel aanwezig is en niet teniet wordt gedaan dooi het gebruik van een andere benaming. Door gebruik te maken van het bewuste teken voor dezelfde of minstens soortgelijke waren waarvoor het beeldmerk van eiseres is ingeschreven zonder toestemming van eiseres, werd er dan ook een inbreuk gemaakt op de merken van deze laatste.”

Naast een inbreukverbod legt de rechtbank gedaagde Wibra een schadevergoeding op van €60,- per verkochte inbreukmakende tas, wat leidt tot een totale schadevergoeding van meer dan € 600.000,--.  De genoten winst moet nog nader worden bepaald, maar dat sprake is van de vereiste kwader trouw is volgens  de rechtban wel duidelijk:

“12. (…) Gelet onder meer de bekendheid van het ter bescherming ingeroepen merk en het flagrant karakter van de inbreuk, kan liet niet anders dan dat verweersters zich ten tijde van hun handelen bewust zijn geweest van het inbreukmakend karakter daarvan en dat zij dus te kwader trouw handelden. De gelijkenissen tussen het merk en het gebruikte teken zijn namelijk zo frappant dat ze niet toevallig kunnen zijn, maar integendeel, getuigen van de manifeste wil te parasiteren op de bekendheid van het merk.”

Lees het vonnis hier.

IEF 7282

Prima merk voor monumenten (niet van metaal)

Duro Easy CoverGvEA, 13 november 2008, zaak T-346/07, Duro Sweden AB tegen OHIM (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Gemeenschapsmerken. Weinig verrassende weigering inschrijving woordmerk EASYCOVER, klassen 19, 24 en 27 (bouwmaterialen, textiel, vloerbedekkingen etc.).

“63  . It follows from the foregoing that the mark EASYCOVER, taken as a whole, presents, with regard to the target public, a sufficiently direct and concrete link with the goods covered by the application for registration, with the exception of those in the category of ‘monuments, not of metal’. In that regard, it should be added that, even if the mark EASYCOVER were not descriptive of all the goods within each of the categories in question, except for the category ‘monuments, not of metal’, the applicant applied for registration of the sign for all the goods within those categories without distinguishing between them, so that, accordingly, the Board of Appeal’s assessment must be upheld in so far as it relates to those categories of goods as a whole except for those goods in the category ‘monuments, not of metal’”

Lees het arrest hier.

IEF 7281

Niet meer dan één element tussen de anderen

Klik voor vergrotingGvEA, 12 november 2008, zaak T-210/05,  Nalocebar tegen OHIM / Limiñana y Botella, SL  (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Gemeenschapsmerk. Oppositieprocedure op grond van ouder Spaans nationaal woordmerk LIMONCHELO tegen aanvraag gemeenschapsbeeldmerk Limoncello di Capri. Oppositie toegewezen. Zelfs al is Limoncelo weinig onderscheidend in Spanje (voor, zeg maar, Limoncelo), wat onvoldoende is aangetoond, dan is dat weinige onderscheidende vermogen i.c. nog altijd genoeg, nu de merken en waren overeenstemmen en identiek zijn. Het gaat tenslotte om de l’appréciation globale. Klik op afbeelding voor vergroting.

"38. Dans ces circonstances, il y a lieu de considérer que le mot « limoncello » est susceptible de dominer l’impression d’ensemble produite dans la mémoire du public pertinent par la marque demandée.

(...) 51. En effet, il convient de relever que la reconnaissance d’un caractère faiblement distinctif de la marque antérieure n’empêche pas de constater l’existence d’un risque de confusion en l’espèce. En effet, si le caractère distinctif de la marque antérieure doit être pris en compte pour apprécier le risque de confusion (voir, par analogie, arrêt Canon, précité, point 24), il n’est qu’un élément parmi d’autres intervenant lors de cette appréciation. Ainsi, même en présence d’une marque antérieure à caractère distinctif faible, il peut exister un risque de confusion, notamment, en raison d’une similitude des signes et des produits ou des services visés.

(...) 53. Il résulte de ce qui précède, en particulier du fait que le public pertinent ne garde en mémoire qu’une image imparfaite des marques en cause, de sorte que leur élément commun, le mot « limoncello » ou « limonchelo », génère une certaine similitude entre celles-ci, et de l’interdépendance des différents facteurs à prendre en considération, les produits concernés étant identiques ou similaires, qu’il existe, en l’espèce, un risque de confusion."

Lees het arrest hier.

IEF 7280

De elementen Q & WEB

Qweb Certified SiteGvEA, 12 november 2008, zaak T-242/07, Dieter Weiler tegen OHIM /  IQNet Association (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Gemeenschapsmerken. Geslaagde nietigheidsactie tegen gemeenschapswoordmerk Q2WEB op grond van oudere gemeenschapswoord- en beeldmerken QWEB (computers en aanverwante waren en diensten). Overeenstemmende merken voor identieke waren en diensten.

„41.Hieraus folgt, dass die Marken Q2WEB und QWEB entgegen der Auffassung des Klägers zum einen bedeutende bildliche Ähnlichkeiten aufweisen, da die in der Marke Q2WEB enthaltene Ziffer „2“ den einzigen Unterschied darstellt. Zum anderen wird in klanglicher Hinsicht die Ziffer „2“ zwar zwangsläufig ausgesprochen und bildet damit einen gewissen klanglichen Unterschied zwischen diesen Marken, doch wird diese Ziffer in mehreren Sprachen der Gemeinschaft einsilbig ausgesprochen und erzeugt einen sehr kurzen Klang. Damit reicht, wie die Beschwerdekammer zu Recht festgestellt hat, dieser klangliche Unterschied nicht aus, um die Ähnlichkeit der Marken, die sich aus ihren gemeinsamen Elementen „Q“ und „WEB“ ergibt, zu kompensieren. In begrifflicher Hinsicht schließlich nehmen beide Marken über das Element „WEB“ auf das Internet und über den Buchstaben „Q“ möglicherweise auf den Begriff Qualität oder ganz einfach auf einen Buchstaben des Alphabets Bezug. Sie sind also auch in begrifflicher Hinsicht ähnlich, wie die Beschwerdekammer festgestellt hat. Folglich sind die Marken Q2WEB und QWEB insgesamt ähnlich.

42,  Was die Marken Q2WEB und QWEB Certified Site betrifft, so weisen sie zwar bestimmte Unterschiede im bildlicher Hinsicht auf, doch ist daran zu erinnern, dass der erläuternde Zusatz „Certified Site“ den Gesamteindruck, den diese Marke bei Durchschnittsverbraucher hervorruft, nicht prägen kann. Darüber hinaus enthält die Marke QWEB Certified Site keine speziell und originell gestalteten Bildbestandteile, da ihre Bildbestandteile im Wesentlichen aus geringfügig gestalteten Wortelementen bestehen und die verwendeten Formen und Farben allenfalls konventionell sind. Somit sind diese beiden Marken trotz bestimmter Unterschiede bildlich insgesamt ähnlich, da beide die Elemente „Q“ und „WEB“ enthalten. Sie weisen aufgrund derselben gemeinsamen Elemente und der Tatsache, dass das als bloßer erläuternder Zusatz erscheinende Element „Certified Site“ bei der Aussprache der älteren Bildmarke durch den Verbraucher wahrscheinlich außer Betracht gelassen wird, auch in klanglicher Hinsicht Ähnlichkeiten auf. In begrifflicher Hinsicht schließlich ist festzustellen, dass diese Marken insofern ähnlich sind, als sie beide auf das Internet hinweisen und möglicherweise auf den Begriff Qualität oder einen Buchstaben des Alphabets. Folglich sind die Marken Q2WEB und QWEB Certified Site insgesamt ähnlich.

(…) 44. Was die Verwechslungsgefahr angeht, ist daran zu erinnern, dass die von den einander gegenüberstehenden Marken umfassten Waren und Dienstleistungen identisch oder ähnlich sind und dass zwischen der Marke Q2WEB und den Marken QWEB und QWEB Certified Site bildliche, klangliche und begriffliche Ähnlichkeit besteht. Es ist ferner darauf hinzuweisen, dass die von den einander gegenüberstehenden Marken erfassten Waren und Dienstleistungen für Verkehrskreise bestimmt sind, die sich aus Fachleuten und normal informierten und angemessen aufmerksamen und verständigen Durchschnittsverbrauchern zusammensetzen. Im Übrigen bestreitet der Kläger nicht die Feststellung der Beschwerdekammer, wonach die Marken über normale Unterscheidungskraft verfügen. Hieraus folgt, dass die Beschwerdekammer fehlerfrei zu dem Ergebnis gelangt ist, dass zwischen der Marke Q2WEB einerseits und den Marken QWEB und QWEB Certified Site andererseits Verwechslungsgefahr im Sinne von Art. 8 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94 besteht. 

Lees het arrest
hier.

IEF 7279

Entirely included in the mark

EcoblueGvEA, 12 November 2008, zaak T-281/07, Ecoblue AG tegen OHIM / Banco Bilbao Vizcaya Argentaria, SA (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Gemeenschapsmerken. Oppositieprocedure op grond van ouder gemeenschapswoordmerk BLUE tegen aanvraag gemeenschapswoordmerk Ecoblue. Oppositie toegewezen.

“37. With regard to the existence of a likelihood of confusion, it follows from the foregoing that the services in question are partly identical and partly similar, that the marks at issue display visual, phonetic and conceptual similarities, since they are partially identical on account of the fact that the earlier mark is entirely included in the mark applied for, that the earlier mark still has an independent distinctive role in the mark applied for and that at least a part of the relevant public – which the applicant has not shown to be an insignificant part – does not display a level of attention which is greater than the average. It follows that, even if the distinctive character of the mark BLUE is limited, the Board of Appeal did not err in finding that a likelihood of confusion had been established.

38. The applicant’s argument regarding the supposed impossibility of applying to this case the legal principles relating to series of marks is irrelevant in that regard. As OHIM observes, the contested decision does not indicate that the Board of Appeal based its decision on the fact that the opponent is proprietor of several marks containing the word ‘blue’ in order to conclude that the likelihood of confusion was established. It found merely that the mark Ecoblue could be perceived as a variant of the mark BLUE, in particular because the word element ‘eco’ could be considered as descriptive of an essential quality of the services in question, which have an economic, business-oriented purpose, and that the relevant public might therefore associate the mark Ecoblue with the mark BLUE. It follows from the foregoing that that finding of the Board of Appeal was correct. Moreover, according to Article 8(1)(b) of Regulation No 40/94, the likelihood of confusion includes the likelihood of association. The applicant’s argument that in the present case there can be no likelihood of confusion in the sense of a likelihood of association under that article cannot therefore succeed.”

Lees het arrest hier.

IEF 7278

Ohne weiteres Nachdenken

PrimeCastGvEA, 12 November 2008, zaak T-373/07, EOS GmbH Electro Optical Systems tegen OHIM (Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Gemeenschapsmerken. Terechte weigering gemeenschapswoordmerk PrimeCast voor gietvormen. Gespecialiseerde Engelstalige gebruikers.

„22. Im vorliegenden Fall wurde die Anmeldung der Wortmarke PrimeCast für die Waren „Modelle und Formen für die Gießerei (nicht aus Metall) einschließlich Modelle aus gesintertem Kunststoff zur Herstellung von Feingussformen“ in Klasse 19 und die Dienstleistungen „Materialbearbeitung, insbesondere Herstellung von Modellen und Formen für die Gießerei“ in Klasse 40 zurückgewiesen.

(…) 27.  Das maßgebliche Publikum ist in der Lage, die Bedeutung sowohl des Wortes „prime“ als Hinweis auf „erstes“ wie auch die des Wortes „cast“ als Hinweis auf eine Form, ein Modell oder einen Abguss zu verstehen. Deshalb ist jedes der die Marke PrimeCast bildenden Wörter für die Beschaffenheit und die Natur oder die Bestimmung der in Frage stehenden Waren und Dienstleistungen als beschreibend anzusehen.

(…) 29. Selbst wenn man unterstellt, dass ein relativ kleiner Teil des maßgeblichen Publikums, nämlich nichtspezialisierte Verbraucher, insbesondere Heimwerker, die Bedeutung des Zeichens PrimeCast nicht versteht, ändert dies nichts daran, dass das Zeichen für den überwiegenden Teil des maßgeblichen Publikums, bei dem es sich um ein spezialisiertes Publikum handelt, eine klare Bedeutung hat.

(…) 36. Es ist daher festzustellen, dass das Zeichen PrimeCast einen hinreichend direkten und konkreten Zusammenhang mit den in Frage stehenden Waren und Dienstleistungen aufweist, der es dem betroffenen Publikum, zumindest dem spezialisierten Publikum, ermöglicht, sofort und ohne weiteres Nachdenken eine Beschreibung der Art der in Frage stehenden Waren und Dienstleistungen wahrzunehmen. Infolgedessen fällt das Zeichen unter das Eintragungshindernis des Art. 7 Abs. 1 Buchst. c der Verordnung Nr. 40/94.“

Lees het arrest hier