Alle rechtspraak  

IEF 781

Breed, breder, breedst

Arrest nog niet gezien, wie het heeft mag het mailen : een gerechtshof (welk is nog niet duidelijk), heeft internetprovider BBned in het gelijk gesteld, waardoor Chello het hoger beroep over het gebruik van de term ‘brederband’ heeft verloren, zo bericht o.a. webwereld.nl (eerder bericht hier).

BBned had UPC gedaagd omdat internetprovider Chello, eigendom van UPC, de term ‘brederband’ zou gebruiken in reclamecampagnes, terwijl BBned houder is van de merkregistratie BREDERLAND . Het Hof heeft nu, in aansluiting op het eerder vonnis van de rechtbank, bepaald dat Chello de term ‘brederband’ niet mag gebruiken, aangezien er verwarring zou kunnen ontstaan bij de eindgebruiker.

BBned is natuurlijk tevreden. "Dit betekent dat Chello in haar reclamecampagnes geen gebruik mag maken van de naam 'brederband'", zo concludeert BBned wijselijk.

Saillant detail 1: UPC heeft de naam BREDERBAND op 26 januari 2005 voor de Benelux gedeponeerd onder nr. 1070369, maar de inschrijving hiervan is geweigerd wegens gebrek aan onderscheidend vermogen.

Saillant detail 2: BBned is ook houder van het merk KABELJOUW (wellicht omgekeerd beschrijvend voor waren en diensten betrekking hebbende op 'jouw kabel'?)

IEF 765

Suggestie van Herkomst

Rechtbank Utrecht, 11 augustus 2005, KG 197012, UWV tegen Stichting Ikwilwerken. Zaak over een zogenaamde klaag- of protestsite.

Geen verrassende uitkomst. In tegenstelling tot wat gedaagde stelt is eiser UWV wel een onderneming in de zin van de BMW: naast haar publiekrechtelijke taak neemt ze immers ook op commerciële wijze deel aan het economisch verkeer met het oogmerk om materieel voordeel te behalen. Met betrekking tot de domeinnaam uwvwijzer van gedaagde kan UWV zich dan ook terecht beroepen op de bescherming van haar merkrechten en wel op basis van artikel 13A 1 onder b BMW. De domeinnaam uwvwijzer.nl suggereert immers dat de betreffende website afkomstig is van het UWV. De domeinnamen uwvwijzerverboden.nl en commentaaropuwv.nl acht de rechtbank niet in strijd met de merkrechten van het UWV.

Omdat de gedaagde bestuurder van zowel de gedaagde vennootschap als de gedaagde stichting 'feitelijk verantwoordelijk is voor de registratie en de exploitatie van de website en dat hij het, in die hoedanigheid, in zijn macht heeft gehad om het verbod op merkinbreuk ook ten behoeve van de stichting en de vennootschap na te komen', is het verbod toewijsbaar jegens alle gedaagden. Lees vonnis

IEF 749

Mediamerken

- O.a. het Parool bericht dat de Rechtbank Amsterdam vrijdag direct na de zitting in de zaak RNN7 tegen RTL 7 heeft geoordeeld dat er geen gevaar voor verwarring is en beide zenders rustig onder hun eigen naam kunnen uitzenden. Vonnis volgt.

-O.a. de Telegraaf bericht dat de het logo van Talpa niet alleen lijkt op dat van het Britse Welcome Telecom, maar ook op dat van het Duitse bedrijf Treffert (verf en isolatiematerialen). Volgens het bericht zou Talpa inmiddels een overeenkomst met de Britten hebben gesloten en nog in gesprek zijn met de Duitse handelaren in niet-soortgelijke waren en diensten. "Een eerste gesprek verliep uiterst vriendelijk. Wij verwachten ook met Treffert goede afspraken te kunnen maken."

-Met de onderdelen 'TVGids.nl Shop' en 'Ringtones & logo's' op de website www.tvgids.nl is de Stichting AKN volgens het CvdM dienstbaar aan het maken van winst door derden. (voor de gevolgen zie dit vonnis SBS - In). Het Commissariaat wil de AKN-omroepen hiervoor een boete opleggen van € 40.500,-. Publieke omroepen mogen op hun internetsites geen producten en diensten van derden rechtstreeks aanbieden. Bij het bepalen van de hoogte van de boete heeft meegespeeld dat er sprake is van de verkoop van honderden producten en de Stichting AKN als het ware een webwinkel exploiteert. Lees persbericht.

IEF 740

gewoonweg te veel

In aansluiting op eerdere berichten, meldt het ANP vandaag dat de regionale Rotterdamse tv-zender RNN7 vrijdag in kort geding bij de rechtbank in Amsterdam eist dat RTL Nederland de naam RTL7 niet mag gaan gebruiken voor de zender Yorin. S. Steusel van RNN7 liet dat donderdag weten. ,,De naam lijkt gewoonweg te veel op RNN7 en dat kan onze landelijke plannen in de weg staan'', aldus hoofd televisiezaken S. Steusel.

IEF 739

Ik heb nog zo gezegd…

Ook al komt de zomer nog niet echt op gang, het bommetje-springen is ‘hot’. Nederland krijgt zelfs een nationaal team dat in september ons land moet gaan vertegenwoordigen op het eerste WK Bommetje in het Duitse Heilbronn. Stichting Zwembad Noord in Stadskanaal is bezig met de oprichting van een Nederlandse equipe. Ook Sportfondsen Nederland wil een Nederlands team samenstellen voor het WK, maar de Duitse organisator weigert de deelname van de ploeg.

Sportfondsen Nederland en Stichting Zwembad Noord zijn al enige tijd verwikkeld in een juridische strijd om de sport. In 2004 probeerde Sportfondsen Nederland haar rivaal te verbieden een NK Bommetje te organiseren. Zij dacht dit te kunnen op basis van het beeldmerk 'NK Bommetje' (nr. 725190) dat zij als merk had laten registreren. De rechter besloot wijselijk dat Stadskanaal wel degelijk een eigen Nederlands Kampioenschap mocht houden. Als de Nederlandse ploeg niet de eerste plek verovert rest er nog één chantagemiddel voor Sportfondsen Nederland: een juridische actie op basis van hun merkregistratie WK Bommetje, nr. 725191. (Bron: RTL)

IEF 721

Boven het dal

Vzr Rechtbank Den Haag 29 juli 2005 KG 05/593 Dance Valley tegen Milan. Het vonnis is, zeker na het vonnis in Dance Valley tegen Dancehil (hier) van dezelfde rechtbank van januari 2004, niet verassend. Vele passages zijn letterlijk in het eerste vonnis terug te vinden.

Waar het in het eerste vonnis het overeenstemmende teken "Dance" betrof, ging het in deze zaak om het overeenstemmende teken "Valley". Milan is organisator van het festival "Indian Valley" dat zich overwegend richt op Indiase/Hindoestaanse muziek en dito dj's. Door de grote bekendheid van het woordmerk Dance Valley, en het feit dat het gaat om een de aanduiding van een soortgelijke dienst, oordeelt de rechter dat zich al snel verwarringsgevaar voor zal doen.

Met betrekking tot de bekendheid van het merk wordt het volgende overwogen:

Eiseressen hebben betoogd dat het woordmerk DANCE VALLEY onder het relevante publiek, zijnde jongeren en jonge volwassenen in de leeftijd van 15 tot 35 jaar, (grote) bekendheid geniet. Eiseressen hebben in dit verband gewezen op de aandacht die in verschillende media aan het festival wordt besteed, op de grote mate van bekendheid die de artiesten die op het festival optreden genieten en op de grote omvang van haar reclame-uitgaven (r.o. 2.2). Een en ander is door gedaagden niet gemotiveerd weersproken. Er dient derhalve van uit te worden gegaan dat het merk DANCE VALLEY, zoals sedert 1995 door eiseressen gebruikt als benaming voor een jaarlijks terugkerend open lucht dancefestival, in Nederland bij het relevante publiek bekend is en derhalve ook als een bekend merk in de zin van sub c van bovengenoemde artikelen kan worden aangemerkt.(rov 4.4, zie ook rov 12 Dancehill)

Alhoewel beide festivals een verschillende doelgroep hebben, die zich uit in muziekstijl en bijbehorende dj's, overweegt de rechter in rov 1.5:

Aannemelijk is dat het relevante publiek de door gedaagden aangeboden diensten beschouwt als naar haar aard verwant met de door eiseressen aangeboden diensten, zelfs nu “Indian Valley” zich overwegend richt op Indiase/Hindoestaanse muziek en dito
diskjockeys.

het verwarringsgevaar komt in rov 4.7 aan bod:

Voorop gesteld moet worden dat, nu DANCE VALLEY moet worden aangemerkt als een bekend woordmerk (zie hiervoor 4.4) en in elk geval het bestanddeel “Valley” niet ter zake deze diensten beschrijvend kan worden geacht, het merk van huis uit een sterke onderscheidende kracht bezit zodat zich al snel verwarringsgevaar kan voordoen.

Lees vonnis

IEF 697

Oud-werknemer registreert merk

Kortgeding vonnis van Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Gravenhage van 26 juli 2005, rolnr. 05/703 (EDES / EDES-SEAGULL) . Oud-werknemer heeft (kennelijk al tijdens zijn dienstverband) het Beneluxmerk EDES-SEAGULL laten registreren. United Intellectual Property c.s. maken hiertegen bezwaar op grond van het Beneluxmerk EDES.

Zonder een beroep te doen op een depot te kwader trouw wint de (onder meer voormalig) werkgever het kortgeding. Het verweer van de oud-werknemer dat het merk EDES zou zijn vervallen wegens onvoldoende gebruik, wordt door de Voorzieningenrechter verworpen nu de omschrijving in klasse 42 afdoende is om de diensten die onder het merk zijn verleend af te dekken. Lees kortgeding vonnis

IEF 693

Invoer, uitvoer en doorvoer

Nog meer Duitse prejudiciële vragen  aan het HvJ. Deze keer m.b.t de vraag of het in transit hebben van goederen kan leiden tot merkinbreuk (persbericht). Het gaat in deze casus om de houder van het merk "Diesel" voor kleding. "Diesel" bezit merkrechten in Duitsland en Polen, maar niet in Ierland. In Ierland worden spijkerbroeken verkocht onder de naam Diesel.  Deze spijkerbroeken worden vervaardigd in Polen en vervolgens over land en zee naar Ierland getransporteerd. Kan eiser deze goederen nu in beslag nemen, doen vernietigen etc  op grond van schending van haar merkenrechten daar Richtlijn 89/104 ziet op invoer en uitvoer, maar niet op doorvoer?

1) Gewährt die eingetragene Marke ihrem Inhaber das Recht, die Durchfuhr von Waren mit dem Zeichen zu verbieten?
2) Bejahendenfalls: Kann sich eine besondere Beurteilung daraus ergeben, daß das Zeichen im Bestimmungsland keinen Schutz genießt?
3) Ist - im Falle der Bejahung von Frage a) und unabhängig von der Beantwortung der Frage zu 4) - danach zu unterscheiden, ob die für einen Mitgliedstaat bestimmte Ware aus einem Mitgliedstaat, aus einem assoziierten Staat oder aus einem Drittstaat stammt? Kommt es dabei darauf an, ob die Ware im Ursprungsland rechtmäßig oder unter Verletzung eines dort bestehenden Kennzeichenrechts des Markeninhabers hergestellt worden ist?

IEF 690

wachten op antwoord

Nieuwe zaak bij het HvJ, met mogelijk interessante (Duitse) prejudiciële vragen over merkgebruik: Zaak C-246/05, Armin Häupl en Lidl Stiftung & Co. KG.

1- Dient artikel 10, lid 1, van richtlijn 89/104/EEG1 van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten aldus te worden uitgelegd dat met de datum waarop "de inschrijvingsprocedure is voltooid", het begin van de periode van bescherming is bedoeld?

2- Dient artikel 12, lid 1, van richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten aldus te worden uitgelegd dat er geldige redenen voor het niet-gebruiken van het merk bestaan, wanneer omstandigheden buiten de onderneming de door de houder van het merk gevolgde ondernemingsstrategie hebben vertraagd, of is de houder van het merk verplicht zijn ondernemingsstrategie te wijzigen teneinde het merk tijdig te kunnen gebruiken? Lees hier iets meer.

IEF 657

zo nauwkeurig beschreven

GvEA, 14 juli 2005, zaak T-126/03,  Reckitt Benckiser (Spaje) tegen OHIM/Aladin Gesellschaft für innovative mikrobiologische Systeme. GM aanvrage voor woordmerk ALADIN, oppositie o.g.v. ouder spaan nationaal woordmerk ALADDIN.

Interessante uitspraak over deelgebruik en de vraag of je nu een ruime of een enge classificatie onder je merk moet hangen:

“Uit de hierboven aangehaalde bepalingen volgt, dat wanneer een merk werd ingeschreven voor een waren- of dienstencategorie die voldoende ruim is om daarin verschillende subcategorieën te kunnen onderscheiden die zelfstandig kunnen worden bekeken, het bewijs van normaal gebruik van het merk voor een deel van deze waren of diensten in het kader van een oppositieprocedure alleen leidt tot bescherming voor de subcategorie of subcategorieën waartoe de waren of diensten behoren waarvoor het merk daadwerkelijk werd gebruikt. Wanneer daarentegen een merk werd ingeschreven voor waren of diensten die zo nauwkeurig werden beschreven en afgebakend dat het niet mogelijk is binnen de betrokken categorie belangrijke onderverdelingen te maken, dekt het bewijs van normaal gebruik van het merk voor deze waren of diensten voor het onderzoek van de oppositie noodzakelijkerwijs deze volledige categorie.

Het begrip gedeeltelijk gebruik heeft immers als functie ervoor te zorgen dat merken die voor een bepaalde warencategorie niet worden gebruikt, niet onbeschikbaar worden, maar het mag niet als gevolg hebben dat de houder van een ouder merk elke bescherming wordt ontzegd voor waren die weliswaar niet strikt gelijk zijn aan die waarvoor normaal gebruik is bewezen, maar daarvan niet wezenlijk verschillen en behoren tot eenzelfde groep die alleen op willekeurige wijze kan worden onderverdeeld. In dit verband zij opgemerkt dat het voor de houder van een merk in de praktijk onmogelijk is het bewijs van gebruik ervan te leveren voor alle denkbare varianten van de waren waarop de inschrijving betrekking heeft. Bijgevolg kan het begrip „deel van de waren of diensten” niet worden opgevat als alle mogelijke commerciële vormen van gelijksoortige waren of diensten, maar alleen als waren of diensten die voldoende van elkaar verschillen om logische categorieën of subcategorieën te kunnen vormen.” Lees arrest.