Alle rechtspraak  

IEF 561

Oog om oog, merk om merk(2)

In aansluiting op eerdere berichten, meldt het ANP vandaag dat evenementenorganisatie Q-dance een kort geding aanspant tegen Noordzee FM, om te voorkomen dat het radiostation haar naam verandert in Q-Music. Het nieuwe moederbedrijf van Noordzee, de Vlaamse Media Maatschappij (VMM) registreerde in april 2001 de merknaam Q-Music bij het BMB. Q-dance werd daar vier maanden later geregistreerd. 

Q-dance zou zich nu willen beroepen op een "oudere registratie van de handelsnaam." Q-dance werd in 2000 geregistreerd als domeinnaam. De registratie als bedrijfsnaam bij de KvK volgde in januari 2001. Q-dance is organisator van grootschalige dance-evenementen in Nederland. "We zijn allebei actief in de muziek en we richten ons allebei voornamelijk op jongeren. Dat gaat niet samen", zegt woordvoerder Dirk-Jan Stip. "Je moet er toch niet aan denken dat ons bedrijf wordt geassocieerd met een zender die muziek van bijvoorbeeld Frans Bauer uitzendt. En VMM mag dan een Vlaamse reus zijn, daar zijn wij absoluut geen moment bang voor. Laat maar komen." De advocaat van Q-dance is Jacqueline Schaap (Klos Morel Vos & Schaap).

IEF 553

Look-a-likes (4): het vonnis

Vonnis in de zaak Gouden Gids/iLocal (eerdere berichten hier)  is inmiddels gepubliceerd: Vzngr. Rechtbank Breda, 24-06-2005, LJN: AT8316 146762 / KG Z A 05-310. 

"Door gebruik te maken van een advertentie die zozeer gelijkend is aan de omslag van Gouden Gids lift Yellow Bear mee op de bekendheid en de goodwill van Gouden Gids, hetgeen in strijd is met art. 6:194a lid 2 sub g BW. Door aan te haken bij de bekendheid van de recente reclamecampagne van Gouden Gids en tegelijkertijd in de advertentie het publiek op te roepen de Gouden Gids de rug toe te keren, wordt de goede naam en reputatie van Gouden Gids geschaad. Door zich daarbij denigrerend en afbrekend over de dienst-verlening van Gouden Gids uit te laten tracht Yellow Bear met deze advertentie op oneerlijke wijze te profiteren van de bekendheid van Gouden Gids en haar reclame-campagne ten detrimente van Gouden Gids. Ook aan het vereiste van art. 6:194a lid 2 sub e BW voldoet de vergelijkende reclame derhalve niet.

De advertentie voor iLocal.nl voldoet evenmin aan artikel 6: 194a lid 2 sub d BW, omdat sprake is van verwarring met de diensten van Gouden Gids. Het overgrote gedeelte van het publiek zal vluchtig kennis nemen van de advertentie voor iLocal.nl en onmiddellijk veronderstellen met Gouden Gids van doen te hebben, omdat iLocal.nl alle kenmerken van de advertenties van Gouden Gids heeft gebruikt. Dit geldt in ieder geval voor die reclame-uiting waarin de toelichting ontbreekt, te weten de folder die onder Makro-klanten is verspreid. Bovendien neemt de toelichting van iLocal.nl, zoals in de advertentie geplaatst in De Telegraaf, een ondergeschikte plaats in. Lees vonnis.

IEF 542

Advertising Property

Annotatie Jan Kabel/Laura Fresco bij Vzngr. Rb. Amsterdam 13 januari 2005 (McDonald's / Burger King), IER, 2005-3, p. 194-199. Interessante noot over het begrip 'Advertising Property', overgewaaid uit de VS, wat zoveel wil zeggen als alles waaraan een adverteerder herkend kan worden en wat een adverteerder daarom graag zou willen beschermen. Zou willen, want tussen droom en daad staan nog altijd wetten in de weg, en praktische bezwaren. In het besproken vonnis moet eiser McDonald's weliswaar uiteindelijk aan het langste eind, maar moet daarvoor wel veel incasseren.     

"Zogenaamde Advertising Properties worden hier tegen belachelijk maken beschermd. Het gaat hier niet om een parodie (in de heel ruime zin van het woord) op een merk, omdat er volgens dit vonnis geen sprake is van gebruik van het merk zoals het is gedeponeerd. Wat wel zichtbaar is van de advertising property van McDonald's, is de standaarduitrusting van een clown en die is als zodanig niet voor merkenrechtelijke bescherming vatbaar. Een uitdrukkelijke parodie-exceptie is ook vreemd aan het merkenrecht, zeker als het, zoals hier, om een parodie in commerciële verhoudingen gaat." Lees annotatie hier.

IEF 538

Turkse overmacht

Arrest GvEA, 22 juni 2005, zaak T-34/04. Plus / OHIM - Bälz en Hiller (Turkish Power). Plus Warenhandelsgesellschaft mbH gebruikt het woordmerk POWER voor tabak e.d. Zij stelde oppostitie in tegen het woord- en beeldmerk Turkish Power dat eveneens gebruikt wordt voor de waren in klasse 34 (tobacco, smokers' articles and matches). Tussen de woorden "Turkish" en "Power" is een leeuwenkop afgebeeld. 

Het GvEA bevestigt het oordeel van het Second Board of Appeal dat als volgt luidde:

"the verbal element ‘Turkish’ of the sign sought and its figurative element, which consists of a lion’s head, could not be overlooked and that, even if the lion’s head alluded to the idea of strength, it was not a straightforward transposition of that idea. Moreover, the Second Board of Appeal stated that the element ‘Turkish’ could not be neglected either as it was important at a visual and aural level and that the overall meaning of the terms ‘Turkish power’ differed from that of the term ‘power’."

In de beoordeling of er sprake van verwarringsgevaar tussen beide merken aanwezig is, oordeelt het GvEA negatief:

The earlier national mark is a word mark, whilst the competing sign is covered by an application for registration as a figurative Community mark made up of the two terms ‘Turkish’ and ‘power’ separated by a roaring lion’s head with an elaborate mane. (rov 49); On account of its central position, this figurative element gives the sign sought a visual structure which is completely different from that of the earlier national mark. (rov 53) Nevertheless, the figurative element showing the lion’s head is, by virtue of its abovementioned characteristics, of such a kind as to neutralise, to a great extent, the relative conceptual similarity of the two conflicting signs arising from their common component ‘power’. (rov 62)

Het verweer dat het element "Power " het dominante bestanddeel in "Turkish Power" zou vormen wordt eveneens verworpen door het GveA:

It is not therefore evident that the element ‘power’ constitutes the dominant component of the sign sought, as maintained by the applicant, nor that it determines the overall impression given by the latter to the point that there is a clear likelihood of confusion on the part of the relevant German public. (rov 71)

 

IEF 522

A walking, talking trademark

De U.S. Court of Appeal heeft gisteren uitgemaakt dat een schilderij waarop Tiger Woods is afgebeeld, geen inbreuk maakt op de merkrechten die de golfer op zijn uiterlijk heeft.

De motivatie van de rechter is, zeker in de V.S. waar sport min of meer gelijk staat aan commercie, op z'n zachtst gezegd opvallend: "We hold that, as a general rule, a person’s image or likeness cannot function as a trademark," Judge James Graham wrote in the majority opinion. "ETW (de agent van Woods, red.) asks us, in effect, to constitute Woods himself as a walking, talking trademark." Lees hier meer.

IEF 500

Italiaans of toch een Spaanse citroenlikeur

Arrest GvEA, 15 juni 2005, Shaker / OHIM - Limiñana y Botella (Limoncello) Shaker di L. Laudato & C.

Sas heeft op 20 oktober 1999 een gemeenschapsmerkaanvraag ingediend. Het betreft een beeldmerk voorzien van de woorden "Limoncello della Costiera Amalfitana" en "Shaker" en een met citroenen versierde rond bord. Op verzoek van het BHIM heeft Shaker haar aanvraag ingetrokken voor de alcoholvrije dranken. Deze is nu beperkt tot citroenlikeuren afkomstig uit de Costiera Amalfitana. Dit zou nl. de consument misleiden door hem te doen geloven dat de fles de "limoncello" genaamde likeur zou bevatten. Na publicatie van deze aanvraag heeft de Liminana y Botella SL oppositie hiertegen ingesteld op grond van haar ouder Spaanse woordmerk "LIMONCHELO" 

Zowel de oppositieafdeling als de kamer van beroep hebben de inschrijving van het aangevraagde merk geweigerd omdat de term "LIMONCELLO", visueel en fonetisch zou overeenstemmen met het oudere merk. Het GvEA maakt korte metten met het standpunt van kamer van beroep. Volgens het GvEA is het dominerende bestanddeel niet het woord "LIMONCELLO", maar juist het met citroenen versierde rond bord. Het Spaanse publiek zal niet in verwarring raken bij het zien van het Limoncello etiket op de fles van Shaker. Lees Arrest

IEF 498

World Pack = merk

Uitspraak voorzieningenrechter 's-Gravenhage van 10 juni 2005, KG 05/434 (NMBS Holding/SNCB Holding c.s./TPG Post BV)  NMBS is houdster van het woordmerk WORLD PACK, ingeschreven in het Benelux-merkenregister onder nummer 576127. Zij gebruikt het woordmerk al vanaf 1994 onder meer op haar formulier voor pakketvervoer. TPG gebruikt sinds 2001 de aanduidingen 'Worldpack Basic" en Worldpack Special" voor vervoer van pakketten. TPG faalt in haar verweer dat het merk WORLD PACK geen onderscheidend vermogen zou hebben. TPG heeft betoogd dat het merk in de Engelse taal de waren en diensten zou beschrijven waarvoor het is gedeponeerd. NMBS heeft de voorzieningenrechter kunnen overtuigen dat het Engelse woord voor 'pakket' in de zin van 'postpakket' in de eerste plaats 'parcel' is.

Volgens de rechter wordt het woord 'PACK' niet opgevat als verwijzend naar (post)pakketten. Ook het verweer dat NMBS haar merk gedurende een onafgebroken periode van vijf jaren niet zou hebben gebruikt, gaat niet op. Vast is komen te staan dat het merk op het voornoemde formulier wordt gebruikt. Opvallend is dat op dit formulier (zie afbeelding vonnis) beeldelementen zijn toegevoegd aan het merk WORLD PACK. Kennelijk is dit beeldmerk niet geregistreerd. Misschien is NMBS er ooit wel eens opgewezen dat de woordcombinatie 'world pack' wel eens als beschrijvend zou kunnen worden opgevat. Lees vonnis