DOSSIERS
Alle dossiers

Parallelimport  

IEF 16205

Uitspraak ingezonden door Matthijs Schonewille, DLA Piper.

Nieuwe opgaveplicht verhandelde Bacardi-producten door accountant gecontroleerd

Hof Den Haag 16 aug 2016, IEF 16205; ECLI:NL:GHDHA:2016:2622 (Van Caem tegen Bacardi), https://delex.nl/artikelen/nieuwe-opgaveplicht-verhandelde-bacardi-producten-door-accountant-gecontroleerd

Hof Den Haag 16 augustus 2016, IEF 16205; ECLI:NL:GHDHA:2016:2622 (Van Caem tegen Bacardi) Hoger beroep na IEF 13092. Proceskostenverhoging. Opgaveplicht. De  rechtbank concludeerde dat Van Caem inbreuk heeft gemaakt op merkrechten van Bacardi en legde Van Caem opgaveverplichtingen op. De voorzieningenrechter wees Van Caem zijn vorderingen in conventie af. Er is geen spoedeisend belang, omdat Bacardi (nog) niet gedreigd had met executiemaatregelen. In incidenteel hoger beroep worden de proceskosten verhoogd van 12.757 naar 23.000. Het principaal hoger beroep wordt verworpen. Van Caem wordt, na eisvermeerdering in reconventie, veroordeeld tot doen van opgave door een onafhankelijk forensisch accountant zo veel mogelijk gecontroleerd op juistheid en volledigheid, opgave van de voorraad en kopie van één document per transactie te bezorgen met daarin door wie inbreukmakende Bacardi-producten zijn verkocht, geleverd, gekocht of afgenomen in genoemde periode.

IEF 16203

Uitspraak ingezonden door Matthijs Schonewille, DLA Piper.

Hof vernietigt vonnis waarbij Bacardi-producten voortdurend onder een douaneschorsingsregeling waren geplaatst

Hof Den Haag 26 jul 2016, IEF 16203; (Van Caem tegen Bacardi), https://delex.nl/artikelen/hof-vernietigt-vonnis-waarbij-bacardi-producten-voortdurend-onder-een-douaneschorsingsregeling-waren

Hof Den Haag 26 juli 2016, IEF 16203 (Van Caem tegen Bacardi) Hoger beroep na IEF 14245 en IEF 10179. Merkenrecht. Parallelimport en Administratief Geleide Document (AGD). Het hof bekrachtigt grotendeels vonnis in eerste aanleg en vernietigt het vonnis tot het staken van iedere inbreuk op Bacardi-producten die door Van Caem voortdurend onder een douaneschorsingsregeling zijn geplaatst en het doen van opgave. Bacardi Producten die altijd niet-communautaire status hebben gehad vallen buiten bevolen opgave. Van Caem wordt veroordeeld tot schade, nader op te maken bij staat. Mevi-arrest van het HvJEU is volgens hof geen acte claire of éclairé. Geen winstafdracht voor inbreukmakende Bacardi producten op AGD, maar wel, voor zover het niet-uitgeputte producten die noch onder douane of accijnsschorsing zijn geplaatst: de afdracht van netto winst. . Schadevergoeding nader op te maken bij staat. De kosten voor de procedure in eerste aanleg worden verhoogt van ruim 44.000 naar ruim 79.000.

IEF 16157

Conclusie AG: Royalties en licentierechten niet opnemen in douanewaarde

HvJ EU 27 jul 2016, IEF 16157; ECLI:EU:C:2016:62 (GE Healthcare tegen Hauptzollamt Düsseldorf), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-royalties-en-licentierechten-niet-opnemen-in-douanewaarde

Conclusie AG HvJ EU 27 juli 2016, IEF 16157; LS&R 1352; IEFbe 1886; C-173/15; ECLI:EU:C:2016:621 (GE Healthcare tegen Hauptzollamt Düsseldorf)
Royalties en licentierechten moeten niet worden opgenomen in de douanewaarde als niet vaststaat dat licentierechten voor merken verschuldigd zijn. Conclusie AG:

1)      Artikel 32, lid 1, onder c) [DouaneVo], moet aldus worden uitgelegd dat het niet verlangt dat het bedrag van de royalty’s of de merklicentierechten reeds wordt bepaald op het tijdstip waarop de douaneschuld ontstaat opdat de in dit artikel voorziene aanpassing van de douanewaarde van de ingevoerde goederen waarop dit merk is aangebracht, zou kunnen worden verricht.

IEF 16115

Namaakverkoop via gebruikersnaam Victoria's Secret Lady op marktplaats verboden

Rechtbank Den Haag 29 jun 2016, IEF 16115; ECLI:NL:RBDHA:2016:7056 (Victoria's Secret tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/namaakverkoop-via-gebruikersnaam-victoria-s-secret-lady-op-marktplaats-verboden

Rechtbank Den Haag 29 juni 2016, IEF 16115; IEFbe 1872; ECLI:NL:RBDHA:2016:7056 (Victoria's Secret tegen gedaagde)
Uniemerk. Via marktplaats.nl heeft adverteerder onder de naam 'Victoria's Secret Lady' producten aangeboden. Na testaankoop is gecontroleerd op namaak; de spullen waren in nieuwstaat en het betreft dus niet gebruikte spullen. De gebruikersnaam duidt op het nastreven van een handelsactiviteit met economisch voordeel. Dat is gebruik in het economisch verkeer, met inbreuk door aanbieden namaakgoederen. Er wordt een verbod en een opgavebevel gegeven.

 

IEF 16108

Executie beslag op woning mag, nu niet aan schikking namaakkleding wordt voldaan

Rechtbank Overijssel 30 jun 2016, IEF 16108; ECLI:NL:RBOVE:2016:2679 (eiser tegen Abercrombie & Fitch), https://delex.nl/artikelen/executie-beslag-op-woning-mag-nu-niet-aan-schikking-namaakkleding-wordt-voldaan

Vzr. Rechtbank Overijssel 30 juni 2016, IEF 16108; ECLI:NL:RBOVE:2016:2679 (eiser tegen Abercrombie & Fitch)
Executiegeschil. Namaak. Eiser handelt in namaakkleding [IEF 15824]. Het verzoek om de door A&F gelegde beslagen op te heffen wordt afgewezen. Verzoeker heeft niet aangetoond dat hij heeft voldaan aan hetgeen in de schikkingsovereenkomst is bepaald: staking inbreuk en medewerking onderzoek naar netwerk handel in namaakkleding. In de schikking is duidelijk bepaald dat verweerder het vonnis zou mogen executeren indien eiser de informatieplicht onvoldoende zou nakomen. Dat executie niets zou opleveren vanwege de verhouding tussen de waarde van de woning en de hypotheek heeft verzoeker niet met stukken aangetoond. Executiegeschil is verlengstuk van merkinbreukprocedure, dus 1019h Rv van toepassing.

 

IEF 16037

Uitspraak ingezonden door Gie van den Broek, LXA The Law Firm.

Op Marktplaats verhandelde Superdry-producten zouden overjarige en B-keuze zijn

Rechtbank Den Haag 15 jun 2016, IEF 16037; ECLI:NL:RBDHA:2016:6692 (DKH Retail tegen Superdry), https://delex.nl/artikelen/op-marktplaats-verhandelde-superdry-producten-zouden-overjarige-en-b-keuze-zijn

Rechtbank Den Haag 15 juni 2016, IEF 16037; IEFbe 1835; ECLI:NL:RBDHA:2016:6692 (DKH tegen X)
Merkenrecht. Namaak. DKH is houdster van Superdry-beeldmerken. X verhandeld op marktplaats hoodies en polo's voorzien van het teken Superdry. Na aankoop door bedrijfsrecherche is er onderzoek naar de kleding gedaan. De verkoop zou originele, in opdracht van DKH geproduceerde producten zijn afkomstig uit overjarige en zogenaamde B-keuze partijen. Iedere aanwijzing daarvoor ontbreekt en de producten wijken op meerdere punten af. X wordt veroordeeld tot staking van de merken, doen van opgave en moet de producten laten vernietigen.

IEF 15930

Converse niet gehouden al haar echtheidskenmerken te openbaren, ook niet aan deskundige

Rechtbank Den Haag 6 apr 2016, IEF 15930; ECLI:NL:RBDHA:2016:4697 (Converse tegen Alpi c.s.), https://delex.nl/artikelen/converse-niet-gehouden-al-haar-echtheidskenmerken-te-openbaren-ook-niet-aan-deskundige

Rechtbank Den Haag 6 april 2016, IEF 15930; ECLI:NL:RBDHA:2016:4697 (Converse tegen Alpi c.s.)
Deskundigebenoeming. Vertrouwelijkheid. De benoemde deskundige (zie IEF 15123) heeft zich om persoonlijke redenen teruggetrokken zonder dat hij gestart was, er wordt een nieuwe deskundige benoemd. Converse is niet gehouden al haar echtheidskenmerken te openbaren, ook niet aan de deskundige. De rechtbank bepaalt dat de deskundige een conceptrapport aan Converse moet toezenden, zodat Converse opmerkingen kan maken en verzoeken te doen, waaronder mede begrepen een verzoek echtheidskenmerken te verwijderen voor zover die meer behelzen dan een summiere omschrijving.

IEF 15862

Inbreukverbod Uniemerken BACARDI voor plaatsing goederen onder de accijnsschorsingsregeling

Rechtbank Den Haag 13 apr 2016, IEF 15862; ECLI:NL:RBDHA:2016:3789 (Bacardi tegen Seva), https://delex.nl/artikelen/inbreukverbod-uniemerken-bacardi-voor-plaatsing-goederen-onder-de-accijnsschorsingsregeling

Rechtbank Den Haag 13 april 2016, IEF 15862; IEFbe 1764; ECLI:NL:RBDHA:2016:3789 (Bacardi tegen Seva)
Merkenrecht. Parallelimport. Merkenrechtelijke status van accijnsgoederen. Het HvJEU IEF 15117, IEF 14058 heeft beslist dat de merkhouder zich ertegen kan verzetten dat een derde van het merk voorziene goederen onder de accijnsschorsingsregeling laat plaatsen na ze, zonder toestemming van die houder, de EER heeft doen binnenbrengen en in het vrije verkeer heeft doen brengen. De rechtbank veroordeeld Seva om inbreuk op de Uniemerken BACARDI, DEWAR’S en BOMBAY SAPPHIRE te staken en gestaakt te houden die niet door Bacardi of met haar toestemming in de EER in de handel zijn gebracht. Er wordt een opgaveplicht opgelegd.

IEF 15367

Ontwikkelde merchandise-ontwerpen staken enerzijds en gebruik BioWorld in Europa

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 26 oktober 2015, IEF 15367 (Bio World Merchandising tegen Sunset en Bio World Europe)
Uitspraak ingezonden door Paul Josephus Jitta en Lycke Cappelle, Heussen. Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Onrechtmatige daad. Bio World Merchandising ontwerp, produceert en verkoopt merkproducten onder licenties van grote merkhouders. Gedaagde heeft gaandeweg haar activiteiten verlegd naar de handel in Merchandising-producten, een zakelijke relatie was gebaseerd op doorverkoop. Na verloop van tijd kwam er ook rechtstreekse productie en licenties op eigen naam. De voorzieningenrechter gebiedt Sunset om ieder gebruik van de door Merchandising ontwikkelde ontwerpen voor de generieke productie die zij verkoopt te staken en de indruk te wekken nog steeds deel uit te maken van de distributieorganisatie van Merchandising. In reconventie wordt Merchandising verboden om de naam 'Bioworld (Merchandising)' te gebruiken totdat in een bodemprocedure of door het OHIM is beslist wie rechthebbende is op het Gemeenschapsmerk BIOWORLD, noch om direct/indirect uitlatingen te doen jegens toeleveranciers, afnemers en licentiegevers.

Leestips: 5.10, 5.19, 5.27.
IEF 15365

Vragen aan HvJ EU: Is de (onder)verhuurder van marktkraamplaatsen een tussenpersoon?

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 25 augustus 2015, IEF 15365; C-494/15 (Tommy Hilfiger Licensing ea)
Handhaving. Verweerster Delta Center verhuurt als huurder van een marktterrein in Praag plaatsen op die markt aan onderhuurders (marktkramers). In de standaardovereenkomst is opgenomen dat de marktkramers zich moeten houden aan de geldende regelgeving, en wordt gewaarschuwd voor inbreuk op intellectuele eigendomsrechten door verkoop van nagemaakte goederen.

Verzoekers hebben een zaak tegen haar aangespannen en eisen dat zij geen overeenkomsten voor onderverhuring van marktplaatsen meer mag aangaan zonder een clausule op te nemen waarin onderhuurders verklaren zich te onthouden van schending van intellectuele eigendomsrechten, dat de verhuurder de huur kan opzeggen wanneer de rechten van verzoekers geschonden worden, dat overtreders in het vervolg van de markt worden geweerd en publicatie van het vonnis. De Rb Praag verwerpt deze eisen (28-02-2012) omdat zij buiten de corrigerende maatregelen van de nationale regelgeving vallen. Ook ziet hij geen reden de vordering toe te wijzen op grond van bescherming van de goede reputatie aangezien het voor de koper duidelijk is dat de op de markt verkochte goederen namaak zijn en geen goederen van verzoekende partijen.

Verzoekers gaan in beroep bij het Praags gerechtshof, maar daar wordt het vonnis van de eerste rechter bevestigd (05-12-2012). Het hof oordeelde dat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de inbreuken op de rechten en de aangeboden diensten (verwijzend naar de considerans en artikel 10 van RL 2004/48). Het ter beschikking stellen door een tussenpersoon van verkoopplaatsen is een normale dienst en het is niet eigen aan die dienst om inbreuk te maken op rechten van derden. Verweerster heeft door de verhuur niet de mogelijkheid geschapen voor de verkoop van nagemaakte goederen. Het door verzoekers aangehaalde arrest C-324/09 is hier niet van toepassing aangezien het daarin een elektronische marktplaats betreft. Verzoekers gaan in cassatie bij de verwijzende rechter.

Bij de verwijzende TSJ rechter (Hooggerechtshof) stellen verzoekers dat het Praagse hof het begrip ‘tussenpersoon’ ruim moet uitleggen, verwijzend naar het arrest C-324/09. Er is geen verschil meer tussen een elektronische en een werkelijke marktplaats. Daarnaast blijven zij bij aantasting van de reputatie. De verwijzende rechter stelt de volgende vragen aan het HvJEU:

1. Is de huurder van een marktplaats, die aan afzonderlijke marktkramers marktkramen verhuurt evenals plaatsen waarop marktkramen kunnen worden opgesteld, een tussenpersoon wiens diensten door derden worden gebruikt om inbreuk te maken op een intellectueel-eigendomsrecht in de zin van artikel 11 van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten?
2. Is het mogelijk om aan de huurder van een marktplaats, die aan afzonderlijke marktkramers marktkramen verhuurt evenals plaatsen waarop marktkramen kunnen worden opgesteld, maatregelen op te leggen zoals voorzien in artikel 11 van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, onder dezelfde voorwaarden als die welke door het Hof van Justitie in zijn arrest van 12 juli 2011, L’Oréal e.a., C‑324/09, EU:C:2011:474, zijn geformuleerd met betrekking tot het opleggen van maatregelen aan de uitbaters van een elektronische marktplaats?