Rechtbank Alkmaar, 17 juni 2009, HA ZA 07-260, De Meij c.s. (met dank aan Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap).
Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Geheimhoudingsbeding in arbeidsovereenkomst. Onrechtmatige concurrentie. Voormalig werknemer van gedaagde begint eigen bedrijf en vervaardigt, evenals gedaagde, technische tekeningen voor scheepsbouwkundige onderdelen, zoals hijskranen, lieren en lichtmasten. Gedaagde stelt dat voormalig werknemer gedurende zijn dienstbetrekking technische tekeningen en berekeningen van gedaagde heeft gekopieerd en deze binnen het eigen bedrijf gebruikt voor het vervaardigen van technische tekeningen van met name hijskranen. Na door gedaagde op grond van gestelde auteursrechten gelegd bewijsbeslag, vorderen eisers opheffing van het beslag. Gedaagde stelt reeks reconventionele vorderingen in op grond van auteursrecht, slaafse nabootsing, schending van geheimhoudingsbeding en onrechtmatige concurrentie.
Geen auteursrechtinbreuk: de vorm van de betreffende kranen is niet het gevolg van creatieve keuzes maar wordt bepaald wordt door ondermeer techniek, functie, internationale veiligheids- en kwaliteitseisen, productiemethode en specificaties van de klant.
2.37. De Ontwerpen en Berekeningen waarvan K&S in de onderhevige procedure de auteursrechtelijke bescherming inroept, kunnen niet als auteursrechtelijk beschermde werken worden aangemerkt. In verband hiermee dienen de vorderingei in conventie voor zover deze gestoeld zijn op het auteursrecht te worden afgewezen, behoudens ten aanzien van de proceskostenveroordeling als is vermeld in het dictum van dit vonnis. De vorderingen in reconventie voor zover deze gestoeld zijn op het auteursrecht dienen te worden afgewezen als is vermeld in dit dictum. Dat de ontwerpen en berekeningen auteursrechtelijke bescherming ontberen, brengt tevens met zich dat de aan de door K&S gelegde beslagen, voor zover deze gebaseerd zijn op. inbreuken op de auteursrechten van K&S, is komen te vervallen.
Geen slaafse nabootsing wegens ontbreken van onderscheidend vermogen. Geen strijd met geheimhoudingsbeding in arbeidsovereenkomst omdat de technische tekeningen in casu openbaar zijn.
2.45. De rechtbank is van oordeel dat dit beding bij letterlijke lezing het recht op vrije arbeidskeuze van de ex-werknemer te veel beperkt. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van schending van het geheimhoudingsbeding zal de rechtbank daarom aanhaken bij de bedoeling van een geheimhoudingsbeding, te weten het veilig stellen van bedrijfsgeheimen: gegevens, kennis en informatie waarvan de geheimhouding voor de werkgever van essentieel belang is in het kader vin de concurrentiestrijd.
2.46. K&S kan niet volhouden dat de bij K&S vervaardigde tekeningen van ontwerpen bedrijfsgeheim zijn, nu onweersproken is gelaten dat deze tekeningen per email aan de klant werden toegezonden en ter inzage bij de betreffende werf of in het betreffende schip werden gelegd.
2.47. Ten aanzien van de vraag of de berekeningen die bij de betrokken ontwerpen hoorden vallen onder het bedrijfsgeheim overweegt de rechtbank als volgt. Waar het het gebruik van berekeningen los van tekeningen met bijbehorende ontwerpen betreft, geldt dat kennis van structuur van berekeningen en de mogelijkheid om - bij wege van voorbeeld - die kennis op te roepen eerdere berekeningen te kunnen gebruiken zozeer in het domein van de functie van technisch tekenaar ligt dat dit niet met beroep op geheimhoudingsbeding kan worden verboden. (…)
(…) 2.49. Anders dan geldt voor het bestaan van een concurrentiebeding, brengt opname ven een geheimhoudingsbeding in een arbeidsovereenkomst niet mee dat ter beantwoording van de vraag of concurrentie met schending van dat beding ongeoorloofd is, striktere maatstaven moeten worden aangelegd dan wanneer dit beding niet in de overeenkomst zou zijn opgenomen. (…)
Geen onrechtmatige concurrentie nu niet is gebleken dat het gestelde gebruik door eisers van tekeningen en berekeningen van gedaagde ertoe heeft bijgedragen dat een belangrijke klant van gedaagde naar eisers is overgestapt en niet is gebleken van actief optreden van de voormalig werknemer gericht op het binnenhalen van de voormalig klant van gedaagde. Vorderingen in conventie worden toegewezen. Alle reconventionele vorderingen worden afgewezen. Proceskostenveroordeling van € 17.570,67.
Lees het vonnis hier.