Auteursrecht  

IEF 21214

Uitspraak ingezonden door Noa Naaman en Niels Mulder, DLA Piper

Enkel de springtafel geniet auteursrechtelijke bescherming

Hof Den Haag 31 jan 2023, IEF 21214; ECLI:NL:RBDHA:2021:973 (Tashian c.s. tegen JFS c.s.), https://delex.nl/artikelen/enkel-de-springtafel-geniet-auteursrechtelijke-bescherming

Gerechtshof Den Haag 31 januari 2023, IEF 21214; 200.309/01 (Tashian c.s. tegen JFS c.s.) In deze zaak hebben JFS c.s. diverse vorderingen ingesteld jegens Taishan c.s. op grond van inbreuk op auteursrecht, modellenrecht en slaafse nabootsing met betrekking tot door Taishan c.s. geproduceerde en verhandelde turntoestellen. In de hoofdzaak heeft de rechtbank de vorderingen ten aanzien van alle turntoestellen (grotendeels) toegewezen. Het hof beslist dat JF Sports de oorspronkelijke maker en rechthebbende van de springtafel is. Het hof oordeelt verder dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de auteursrechten en de beschuldiging van slaafse nabootsing door JF Sports, maar niet bevoegd is om grensoverschrijdende maatregelen te nemen. Als de turntoestellen van Taishan ongeoorloofde kopieën zijn, zou het aanbieden hiervan op Nederlandse websites een inbreuk op JF Sports distributierecht vormen. Het hof oordeelt verder dat de vormgeving van de turntoestellen van Taishan, op de drievoudig gelaagde stijlen na, niet als intellectuele schepping kan worden beschouwd. Het hof is verder van oordeel dat de springtafel van JFS een intellectuele schepping is en het auteursrecht op het ontwerp bestaat. Verder oordeelt het hof dat JFS zich alleen voor de springtafel op auteursrechtelijke bescherming kan beroepen en de vorderingen voor de overige turntoestellen niet toewijsbaar zijn. Ten slotte is het nabootsen van een product dat niet langer beschermd wordt door intellectuele eigendom in beginsel toegestaan, tenzij dit tot verwarring bij het publiek leidt.

IEF 21212

VvA Studiemiddag 17 februari 2023

PROGRAMMA STUDIEMIDDAG VAN DE VVA
VRIJDAG 17 FEBRUARI 2023 VANAF 14:00 UUR

(INSCHRIJVEN VERPLICHT)

De eerstvolgende VvA studiemiddag zal plaatsvinden op vrijdag 17 februari a.s. van 14.00-17.00 uur in de Tolhuistuin te Amsterdam. De middag zal in het teken staan van:

CELEBRITY MARKETING, LOOKALIKES EN DEEPFAKES NA VERSTAPPEN/PICNIC

IEF 21204

Inbreuk op handelsnaam, merkenrecht en auteursrechten

Rechtbank Noord-Holland 25 jan 2023, IEF 21204; ECLI:NL:RBNHO:2023:598 (Balans tegen Zuiver c.s.), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-handelsnaam-merkenrecht-en-auteursrechten

Rechtbank Noord-Holland 25 januari 2023, IEF 21204; ECLI:NL:RBNHO:2023:598 (Balans tegen Zuiver c.s.) Medio augustus 2020 is Balans erachter gekomen dat teksten van haar website grotendeels één op één waren overgenomen op de CleanPalace website. Balans houdt Zuiver c.s. hiervoor verantwoordelijk. Balans vordert, Zuiver c.s. te bevelen iedere inbreuk op haar handelsnaam, merkenrecht en auteursrechten te staken. De rechtbank oordeelt dat de aan de teksten van Balans auteursrechtelijke bescherming toekomt. Zuiver heeft in 2020, 2021 en 2022 inbreuk gemaakt op de auteursrechten van Balans op de overgenomen teksten van de website van Balans. Ook oordeelt de rechtbank dat er sprake is van inbreuk op de handelsnaam van Balans. Door het lettelijk overnemen van de namen ‘Balans Schoonmaakbedrijf’ en ‘Balans Schoonmaak’ in passages op de CleanPalace Website en op de Zuiver Websites wordt door het hoofdlettergebruik de suggestie gewekt dat sprake zou zijn van een aan Balans verbonden onderneming. Tot slot oordeelt de rechtbank dat Zuiver het merk "Balans" op haar website heeft gebruikt. Omdat hier geen toestemming voor is gegeven, is er ook sprake van een inbreuk op Balans' merkenrecht.

IEF 21202

HR: NSE als hostingplatform niet aansprakelijk

Hoge Raad 27 jan 2023, IEF 21202; ECLI:NL:HR:2023:94 (Brein tegen NSE), https://delex.nl/artikelen/hr-nse-als-hostingplatform-niet-aansprakelijk

HR 27 januari 2023, IEF 21202, IT 4211; ECLI:NL:HR:2023:94 (Brein tegen NSE) [IEF 20832], [IEF 18372] en [IEF 20039]. De Hoge Raad heeft bij tussenarrest van 5 april 2019 prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ. Per brief van 29 juni 2021 werd door de griffier van het Hof gevraagd of beantwoording van de vragen van de Hoge Raad nog nodig was met het oog op het Youtube en Cyando­-arrest. Van Peursem concludeerde in zijn conclusie tot vernietiging en verwijzing in het principale cassatieberoep wegens het slagen van een motiveringsklacht en tot verwerping van het incidentele cassatieberoep. Na 14 jaar procederen van NSE tegen Stichting Brein, is het geschil eindelijk definitief beslist. Het eindoordeel van de Hoge Raad is dat NSE geen auteursrechtinbreuk maakt en niet aansprakelijk is voor hetgeen zijn gebruikers doen. Het hof heeft namelijk terecht geoordeeld dat NSE zich kan beroepen op de vrijstellingen van respectievelijk art. 6:196c lid 1 (mere conduit) en lid 4 (hosting) BW. Verder is er geen sprake van een mededeling aan het publiek aan de kant van NSE. Zie de bijgevoegde rechtsoverwegingen voor de uitgebreide motivering van de Hoge Raad.

IEF 21191

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jacintha van Dorp, Van Kaam

Auteursrechtinbreuk door verkoop van reproducties

Rechtbank Amsterdam 18 jan 2023, IEF 21191; ecli:NL:RBAMS:2023:175 (Eiser tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-door-verkoop-van-reproducties

Rechtbank Amsterdam 18 januari 2023, IEF 21191; ECLI:NL:RBAMS:2023:175 (eiser tegen gedaagde) In deze zaak staat centraal de vraag of gedaagde inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van eiser door reproducties van zijn werken te verkopen of weg te geven. Eiser stelt dat hij nooit toestemming heeft gegeven voor het maken van reproducties en gedaagde betwist dit maar kan dit niet onderbouwen. De rechtbank verklaart dat er sprake is van een auteursrechtinbreuk en geeft eiser het bevel om gedaagde te stoppen met de auteursrechtinbreuken en Catawiki te verzoeken om de advertenties van gedaagde te verwijderen. De omvang van de auteursrechtinbreuk is onduidelijk. Eiser denkt dat gedaagde mogelijk 900 reproducties in zijn bezit heeft gehad en/of verkocht, terwijl gedaagde beweert dat hij er maximaal 25 heeft gehad. Er worden inzagevorderingen toegewezen om de omvang van de auteursrechtinbreuk te achterhalen.

IEF 21187

Openbaar maken van liederen zonder toestemming

Rechtbank Rotterdam 29 dec 2022, IEF 21187; ecli:NL:RBROT:2022:11676 (eiser tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/openbaar-maken-van-liederen-zonder-toestemming

Rechtbank Rotterdam 29 december 2022, IEF 21187; ECLI:NL:RBROT:2022:11676 (eiser tegen gedaagde) Eiser stelt zich op het standpunt dat gedaagde op 21 april 2017 het boek genaamd Liedboek heeft geüpload op de website Scribd.com en hierdoor zonder de toestemming van eiser vier liederen van eiser openbaar heeft gemaakt die in het Liedboek zijn opgenomen, wat in strijd is met de Auteurswet. De kantonrechter is van oordeel dat met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat gedaagde het Liedboek heeft geüpload op Scripd.com. Gedaagde had het Liedboek immers in 2013 digitaal in zijn bezit, het Liedboek is op 21 april 2017 geüpload op Scripd.com door gedaagde, gedaagde heeft het Liedboek op Scripd.com kunnen verwijderen via een account dat gelinkt was aan zijn e-mailadres en waarvan zijn profielfoto dezelfde is als die van zijn Gmailaccount. Dat betekent dat gedaagde zonder toestemming van eiser vier liederen van eiser openbaar heeft gemaakt, wat in strijd is met de Auteurswet. 

IEF 21181

Inbreuk op toebehorende rechten

Rechtbank Gelderland 14 dec 2022, IEF 21181; ecli:NL:RBGEL:2022:6849 (Stichting Brein tegen gedaagde partij), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-toebehorende-rechten

Rechtbank Gelderland 14 december 2022, IEF 21181; ECLI:NL:RBGEL:2022:6849 (Stichting Brein c.s. tegen gedaagde partij) De gedaagde partij vraagt de rechtbank terug te komen op hetgeen de rechtbank heeft geoordeeld in het tussenvonnis van 29 oktober 2021. Daarin heeft de rechtbank geoordeeld dat vooralsnog niet vast is komen te staan dat Brein c.s., althans de bij Stichting Brein aangesloten partijen auteursrechthebbende zijn op de werken die middels de IPTV pakketten zijn openbaar gemaakt. De rechtbank weigert dit verzoek omdat er geen belang is. De gedaagde partij heeft een verklaring afgegeven, maar deze behelst niet veel meer dan een herhaling van de bij het verweer ingenomen standpunten. Omdat de verklaring onvoldoende ondersteund wordt door andere stukken, is de verklaring onvoldoende om het vermoeden te ontzenuwen. De gedaagde partij is hierdoor niet geslaagd in het tegenbewijs. De rechtbank weigert het verzoek van Brein c.s. zich alsnog uit te laten over de vraag of op de auteursrechten van Brein c.s. inbreuk is gemaakt. De vordering tot opgave van opvolgende partijen zal ook niet worden toegewezen, omdat deze voorwaardelijk is ingesteld en geen verweer is gevoerd. De rechtbank oordeelt uiteindelijke dat de gedaagde partij inbreuk heeft gemaakt op auteursrechten door het verhandelen van IPTV-pakketten en heeft dit verklaard als onrechtmatig.

IEF 21182

Geen onvoorziene omstandigheden

Rechtbank Gelderland 21 dec 2022, IEF 21182; ecli:NL:RBGEL:2022:7179 (Arrow tegen Ront en A3 Company), https://delex.nl/artikelen/geen-onvoorziene-omstandigheden

Rechtbank Gelderland 21 december 2022, IEF 21182; ECLI:NL:RBGEL:2022:7179 (Arrow tegen Ront en A3 Company) Arrow vordert dat de rechtbank voor recht verklaart dat de samenwerkingsovereenkomsten tussen partijen zijn vernietigd of ontbonden per 1 januari 2018 en gewijzigd worden zodat Arrow aan Ront en A3 Company sinds die datum geen vergoeding verschuldigd is. Ront en A3 Company stellen dat in de acquisitieovereenkomst rekening is gehouden met de mogelijkheid van krimp van licentie-inkomsten. Omdat die omstandigheden in de overeenkomst zijn genoemd, is er geen sprake van onvoorziene omstandigheden als bedoeld in artikel 6:258 BW. Arrow heeft onvoldoende onderbouwd dat sprake is van onvoorziene omstandigheden die de instandhouding van de overeenkomst onredelijk maken. De rechtbank oordeelt dat er geen grond bestaat voor ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst tussen Ront, Arrow en A3 Company wegens onvoorziene omstandigheden. De subsidiaire vordering van Arrow om de overeenkomst te wijzigen wordt eveneens afgewezen, omdat er geen onvoorziene omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. De gevorderde verklaring voor recht is dus niet toewijsbaar.

IEF 21168

Verkregen informatie geen bedrijfsgeheim

Rechtbank Noord-Holland 12 dec 2022, IEF 21168; ECLI:NL:RBNHO:2022:10719 (Locus tegen HAI), https://delex.nl/artikelen/verkregen-informatie-geen-bedrijfsgeheim

Rechtbank Noord-Holland 12 december 2022, IEF 21168; ECLI:NL:RBNHO:2022:10719 (Locus tegen HAI) Locus beroept zich op de Wet bescherming bedrijfsgeheimen en stelt dat HAI onrechtmatig tegenover haar handelt door het verkrijgen van haar bedrijfsgeheimen en het gebruiken daarvan. HAI voert hier tegen aan dat de informatie, die zij van de ex-werknemer van Locus heeft gekregen, openbare informatie betreft die afkomstig is uit (semi-)openbare bronnen, door de werknemer zelf is verzameld en aldus niet als geheime informatie van Locus kan worden beschouwd. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Locus niet aannemelijk heeft gemaakt dat de informatie die HAI heeft verkregen van de ex-werknemer van Locus kwalificeert als bedrijfsgeheim(en) van Locus. Locus heeft onvoldoende onderbouwd dat de informatie die aan HAI is verstrekt geheim is en daarom als bedrijfsgeheim moet worden aangemerkt. Ook is de voorzieningenrechter van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat HAI zich schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke of onrechtmatige concurrentie. 

IEF 21160

Uitspraak ingezonden door Stan Elsendoorn, BG.legal.

Rechtbank: auteursrechtinbreuk door het verstrekken van thumbnails

Rechtbank Amsterdam 4 jan 2023, IEF 21160; (Eiseres tegen Cobra Art Company B.V.), https://delex.nl/artikelen/rechtbank-auteursrechtinbreuk-door-het-verstrekken-van-thumbnails

Rb. Amsterdam 4 januari 2023, IEF 21160, IT 4191; C/13/714132 / HA ZA 22-168 (Eiseres tegen Cobra Art Company B.V.) Eiseres is professioneel fotografe. Zij heeft meermaals een licentie aan Cobra Art verleend voor het commercieel exploiteren van haar foto’s. Eiseres constateert dat Cobra Art na het verstrijken van de licentieperiode nog een aantal van haar foto’s heeft verkocht en deze gebruikt voor verschillende onlineadvertenties, hetgeen volgens eiseres kan worden gezien als een inbreuk op haar auteursrechten. Eiseres meent dat dit eveneens geldt voor de thumbnails die Cobra Art aan haar wederverkopers heeft verstrekt. Cobra Art stelt echter dat dat de wederverkopers zelf verantwoordelijk zijn voor de inbreuken die zij hebben gemaakt op de auteursrechten van eiseres.