Auteursrecht  

IEF 12334

Een 'inline' link van een krantenartikel met foto

Ktr. Hilversum, Rechtbank Amsterdam 24 augustus 2011, LJN BT1960 (Flos tegen Gillissen)

Uitspraken mede ingezonden door Katelijn van Voorst, Van Voorst Advocaten.

Erfgenamen van fotograaf Oscar Flos hebben Gillissen gesommeerd om een krantenartikel met foto uit De Telegraaf te verwijderen van haar website.

De wijze waarop de foto in kwestie op de betreffende pagina van de website is opgenomen levert geen openbaarmaking in auteursrechtelijk zin op. De foto wordt namelijk openbaargemaakt door De Telegraaf. Gillissen wijst op de plaats waar de foto door de browser wordt opgehaald, een hyperlink met pdf is hiertoe aangebracht naar de foto op de webpagina van De Telegraaf. Een dergelijke `inline´ link is voor de bezoeker van haar website niet zichtbaar. Mede wordt een beroep op het citaatrecht gedaan.

Door bezoekers van haar website in staat te stellen kennis te nemen van het krantenartikel, inclusief de door Oscar Flos gemaakte foto, heeft zij en niet De Telegraaf het krantenartikel én de foto in kwestie openbaar gemaakt.

Gillissen heeft aannemelijk gemaakt dat zij toestemming had van De Telegraaf voor het gebruik van het artikel inclusief foto. Echter niet is gebleken dat de licentie die De Telegraaf heeft ook het recht omvatte derden toe te staan de foto als onderdeel van het krantenartikel openbaar te maken.

Kantonrechter:

16. In het midden kan blijven op welke wijze Gillissen bezoekers van haar website in staat gesteld heeft van het krantenartikel inclusief de door Oscar Flos gemaakte foto (...) "tussen kozijnen" kennis te nemen. Door bezoekers van haar website daartoe in staat te stellen, heeft zij en niet De Telegraaf het krantenartikel én de foto in kwestie openbaar gemaakt. Hoe in deze sprake kan zijn van een citaatrecht van Gillissen vermag de kantonrechter niet in te zien.

17. Gillissen heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij van De Telegraaf voor het gebruik van het artikel, inclusief de foto in kwestie toestemming verkregen had. Nu echter niet gesteld en ook niet anderszins gebleken is dat de licentie die De Telegraaf met betrekking tot foto in kwestie gekregen had, ook het recht omvatte derden toe te staan de foto als onderdeel van het krantenartikel openbaar te maken, moet geconcludeerd worden dat Gillissen het auteursrecht met betrekking tot die foto van de erfgenamen van Oscar Flos heeft geschonden.

IEF 12333

Internetconsultatie wetsvoorstel afschaffing geschriftenbescherming

Internetconsultatie, wetsvoorstel afschaffing geschriftenbescherming, internetconsultatie.nl 11 februari - 11 april 2012.

Uit't persbericht: De Auteurswet beschermt straks alleen nog geschriften waaraan een creatieve prestatie van de maker ten grondslag ligt. Dit blijkt uit een ontwerp-wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie dat voor internetconsultatie is openbaar gemaakt. Het voorstel is onderdeel van de modernisering van het auteursrecht die in het regeerakkoord is aangekondigd.

Uit de consultatie: De consultatie betreft de afschaffing van de geschriftenbescherming voor niet-oorspronkelijke geschriften. Het wetsvoorstel beoogt de Auteurswet te wijzigen. Het strekt ertoe te bewerkstelligen dat voortaan slechts geschriften met een oorspronkelijk karakter of persoonlijk stempel van de maker bescherming genieten op grond van de Auteurswet. De bescherming van andere geschriften op grond van de zogeheten geschriftenbescherming komt te vervallen.

Concept regeling - Wetsvoorstel afschaffing geschriftenbescherming
Ontwerp toelichting - Wetsvoorstel afschaffing geschriftenbescherming

Verwachte effecten van de regeling
Afschaffing van de geschriftenbescherming brengt meer duidelijkheid. In de rechtspraktijk kan onduidelijkheid bestaan over de reikwijdte van de regeling. Daaraan komt nu een einde. Afschaffing van de geschriftenbescherming leidt tot betere beschikbaarheid van feitelijke informatie. Zij werkt mogelijk ook concurrentiebevorderend.

Doel van de consultatie
De consultatie dient ter verkrijging van meer informatie over de belangen die door de afschaffing van de geschriftenbescherming worden geraakt en de mening van belanghebbenden over het ontwerp-wetsvoorstel.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt
Bedrijven en consumenten. Gebruikers van feitelijke informatie.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd
Gehele wetsvoorstel

Publicatie reacties
Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn. Voordat reacties gepubliceerd worden, worden deze eerst gecontroleerd op beledigende of aanstootgevende uitspraken. Deze controle kan enkele dagen duren.

IEF 12327

Prejudiciële vragen: Technische beschermingsmaatregel voor een hybride product zoals een computerspel

BGH 6 februari 2013, I ZR 124/11 (Videospiel-Konsole) - uitspraak helaas nog niet beschikbaar

Ook het Duitse Bundesgerichtshof (na Italiaans hof, IEF 11785) stelt het HvJ EU prejudiciële vragen over de bescherming van technische beschermingsmaatregelen voor videospellen.

Eiser exploiteert videospellen en consoles, waaronder de Nintendo DS en de daarvoor geschikte spellen. Ze is auteursrechthebbende op de auteursrechtelijk beschermde computerprogrammatuur en werken die zich op de geheugenkaarten rusten. Gedaagden bieden via internet een exact nagebouwde geheugenkaarten adapter aan waarop een Micro-SD-kaart kan worden aangesloten. Gebruikers kunnen hierop illegale kopieën downloaden en gebruiken op de Nintendo-console. Gedaagde ziet hierin een omzeiling van de technische maatregel als in § 95a lid 3 UrhG, de Duitse omzetting van art. 6 lid 2 Richtlijn 2001/29/EG.

Artikel 1 lid 2 sub a Richtlijn 2001/29/EG laat de bescherming van computerprogramma's echter onberoerd. De vraag is of de bescherming van technische maatregelen ook ter bescherming van zulke hybride producten als computerspellen als bovengenoemd.

Uit het persbericht 25/13:

Der Bundesgerichtshof hat das Verfahren ausgesetzt und dem Gerichtshof der Europäischen Union vorgelegt. § 95a Abs. 3 UrhG setzt Art. 6 Abs. 2 der Richtlinie 2001/29/EG nahezu wörtlich ins deutsche Recht um. Beide Bestimmungen regeln den Schutz von Maßnahmen zum Schutz urheberrechtlich geschützter Werke. Für den Schutz von Maßnahmen zum Schutz von Computerprogrammen sehen allerdings die Vorschrift des Art. 7 Abs. 1 Buchst. c der Richtlinie 2009/24/EG und die zu ihrer Umsetzung ergangene Bestimmung des § 69f Abs. 2 UrhG eine besondere - weniger weitreichende - Regelung vor. Zudem bestimmt Art. 1 Abs. 2 Buchst. a der Richtlinie 2001/29/EG, dass die Richtlinie 2001/29/EG - und damit auch deren Art. 6 Abs. 2 - die bestehenden gemeinschaftsrechtlichen Bestimmungen über den rechtlichen Schutz von Computerprogrammen unberührt lässt. Die zur Umsetzung dieser Vorschrift dienende Regelung des § 69a Abs. 5 UrhG bestimmt unter anderem, dass die Regelung des § 95a Abs. 3 UrhG nicht auf Computerprogramme anwendbar ist. Die von den Klägerinnen vertriebenen Videospiele bestehen nicht nur aus Sprach-, Musik-, Lichtbild- und Filmwerken; vielmehr liegen ihnen auch Computerprogramme zugrunde. Deshalb stellt sich die Frage, ob sich der Schutz von Maßnahmen zum Schutz solcher "hybriden Produkte" wie insbesondere Videospiele nach den speziell für Computerprogramme oder nach den allgemein für Werke geltenden Bestimmungen richtet oder ob sowohl die einen wie auch die anderen Bestimmungen anwendbar sind. Da diese Frage die Auslegung des Unionsrechts betrifft, hat der BGH sie dem EuGH zur Vorabentscheidung vorgelegt.
IEF 12324

Unieke formule en productbeschrijving van sapvasten- en bewegingsprogramma

Rechtbank Oost-Nederland, locatie Almelo 25 januari 2013, LJN BZ0972 (Apri-Ori Reizen B.V. tegen gedaagde)

green juice Geen auteursrecht op productbeschrijving. Uniek programma. Contractenrecht.

Als randvermelding. ApriOri is een reisorganisatie die onder meer onder de handelsnaam ‘Health Holidays’ gezondheidsreizen aanbiedt. Gedaagde is voor twee maanden werkzaam geweest bij AprOri en heeft daarna de eenmanszaak Restart4Weight opgericht, welke onderneming zich onder meer richt op het verzorgen van sapkuur weken. ApriOri vordert samengevat om ieder gebruik van het door ApriOri ontwikkelde unieke sapvasten- en bewegingsprogramma en de door ApriOri daarbij ontwikkelde en te hanteren productbeschrijvingen te staken alsmede de door ApriOri gebruikte productbeschrijvingen te verwijderen. ApriOri is van mening dat gedaagde zich schuldig heeft gemaakt aan het ronselen van personeel en clientèle van eiseres.

Ten aanzien van de door ApriOri gestelde unieke sapvasten- en bewegingsformule is de voorzieningenrechter van oordeel dat ApriOri niet aannemelijk heeft kunnen maken dat sprake is van een zodanig uniek programma, dat dit toewijzing van de gevorderde voorzieningen rechtvaardigt. Dat sprake is van een inbreuk op een auteursrechtelijk werk is onvoldoende gesteld door ApriOri. Niet gesteld, noch gebleken is dat sprake is van een werk dat überhaupt voor bescherming in aanmerking komt en of de eventuele auteursrechten wel bij ApriOri liggen (en niet bij de overleden grondlegger van de onderneming).

De voorzieningenrechter overweegt dat ApriOri niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is (geweest) van het ronselen van haar personeel, dan wel het benaderen van haar gasten. Tot slot staat vast dat het gedaagde vrij staat om haar eigen onderneming te starten, van enige schending van een contractuele verplichting is dus geen sprake. De voorzieningenrechter wijst de vordering af.

Geen unieke formule

4.2. Ten aanzien van de door ApriOri gestelde unieke sapvasten en bewegingsformule is de voorzieningenrechter van oordeel dat ApriOri niet aannemelijk heeft kunnen maken dat sprake is van een zodanig uniek programma, dat dit toewijzing van de gevorderde voorzieningen rechtvaardigt. [Gedaagde] heeft immers gemotiveerd gesteld dat er meer ondernemingen in de sapvasten- en bewegingsmarkt actief zijn die gebruik maken van een combinatie van sapvasten en beweging. ApriOri heeft desgevraagd verklaard dat de onderscheidende elementen van haar programma bestaan uit de specifieke combinatie van drie tot vier maal per dag sappen en beweging bestaande uit hardlopen, dan aquajogging en vervolgens bodyshape. Dit betreft geen willekeurige volgorde, maar deze specifieke combinatie is het gevolg van jarenlange doorontwikkeling. Daarbij is tevens de samenstelling van de sappen essentieel volgens ApriOri. Hoewel de overeenkomsten in programmering tussen beide onderneming wel zichtbaar zijn, zijn er wel degelijk verschillen in omschrijvingen (benamingen van sporten) en hoeveelheden (aantal sappen per dag), zodat het betoog van [gedaagde] dat zij niet exact hetzelfde concept van ApriOri heeft overgenomen slaagt.

Geen onrechtmatige verveelvoudiging
4.3. De stelling van ApriOri dat [gedaagde] de (volledige) productbeschrijving(en) heeft overgenomen en als zodanig inbreuk maakt op haar auteursrecht kan de voorzieningenrechter niet volgen. ApriOri heeft onvoldoende gesteld om te kunnen oordelen dat sprake is van inbreuk op een werk dat een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Niet gesteld, noch gebleken is dat sprake is van een werk dat überhaupt voor bescherming in aanmerking komt en of de eventuele auteursrechten wel bij ApriOri liggen (en niet bij de overleden grondlegger van de onderneming). Daarbij acht de voorzieningenrechter voorts van belang dat de strekking van de teksten in productbeschrijving(en) wel hetzelfde zijn, niet kan worden gezegd dat [gedaagde] de (volledige) productbeschrijving van ApriOri heeft overgenomen.

IEF 12319

Downloadverbod definitief en thuiskopieheffing blijft nog enkele jaren

De brief en verzamelde reacties over de Thuiskopieheffing die nog enkele jaren blijft en het downloadverbod dat definitief van de baan is.

Brief van Staatssecretaris Teeven, Uitvoering motie-Verhoeven/Oosenbrug over afzien van een downloadverbod, 4 februari 2013. - officiele bekendmaking

De Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie verzocht mij bij brief d.d. 24 januari 2013 uw Kamer te informeren over de uitvoering van de aangenomen motie Verhoeven/Oosenbrug (Kamerstukken II 2012-13, 29 838, nr. 56). Bij dezen geef ik gevolg aan dat verzoek.

De motie Verhoeven/Oosenbrug verzoekt de regering af te zien van voorstellen tot wetswijzigingen die een downloadverbod tot stand brengen of anderszins het recht op het maken van een thuiskopie beperken. Naar aanleiding van het aannemen deze motie wordt het indienen van een wetsvoorstel tot inperking van de thuiskopie-uitzondering thans niet voorzien.

In mijn brief van 19 december 2012 (Kamerstukken II 2012-13, 29 838, nr. 62) heb ik verder aangegeven dat het aannemen van de motie Verhoeven/Oosenbrug als gevolg zou hebben dat, net als voor 2013, ook voor de komende jaren een thuiskopieheffingen op voorwerpen zal moeten worden geheven. Dit betekent dat in 2013 wederom een algemene maatregel van bestuur zal worden voorbereid.

Uw Kamer zal door middel van de voorgeschreven nahangprocedure bij het proces worden betrokken.

Kabinet ziet af van downloadverbod en handhaaft thuiskopieheffing, Tweakers.

Tim Kuik van auteursrechtorganisatie Stichting Brein wijst er op dat een downloadverbod nog niet compleet van de baan is: op dit moment buigt het Europese Hof van Justitie zich over de vraag of er in Nederland een downloadverbod ingevoerd moet worden. De Hoge Raad vermoedt dat het in strijd met het Europees recht is dat downloaden uit illegale bron in Nederland is toegestaan [vermoedelijk is bedoeld IEF 12086]. Verder zegt Kuik door te gaan met het aanspreken van websites die illegaal materiaal aanbieden. "Dat deden we altijd al en daar gaan we onverminderd mee door", aldus Kuik.

Kabinet houdt thuiskopieheffing na 2013 in stand, Webwereld.

Patstelling duurt voort. Met deze status quo duurt de politieke patstelling voorlopig voort, want Teeven rept ook verder niet meer over modernisering van het auteursrecht. Teleurstellend, vindt D66-kamerlid Kees Verhoeven. "Het is jammer dat nu een downloadverbod van de baan is, de discussie over het auteursrecht lijkt te stoppen", aldus Verhoeven tegen Tweakers.

In de rechtszaal woedt de discussie echter wel volop, en mogelijk zorgt dat wel voor een doorbraak in het moeizame dossier van wel of geen downloadverbod en wel of geen thuiskopieheffing. Er woeden verschillende rechtszaken over, waaronder een bij de Hoge Raad, die vragen heeft gesteld aan het Europees Hof [vermoedelijk is bedoeld IEF 12086]. De Hoge Raad vraagt zich hardop af of downloaden uit illegale bron, die typische Nederlandse verworvenheid, niet in strijd is met het Europees recht.

Teeven ziet af van downloadverbod, SOLV

Wat we nodig hebben is een systeem dat gebruikt maakt van nieuwe technologieën en de verspreidingsmogelijkheden die daarmee gepaard gaan, in plaats van een stelsel dat hardnekkig blijft vasthouden aan rigide wetgeving van vóór het digitale tijdperk. Anders dan wel gesuggereerd wordt, hoeven internet en auteursrecht elkaar niet in de weg te staan. Het internet kan auteurs juist ook helpen, door hen snel en gemakkelijk in contact te brengen met het publiek, dat op zijn beurt eenvoudig en snel toegang heeft tot materiaal. Handhaving moet dan ook plaatsmaken voor andere betaalmodellen, en de vergroting van het legale aanbod van muziek en films op internet.

Downloadverbod 100% van de baan, PCMweb

Mening van Nederland. Toch vinden ook VVD- en PvdA-kiezers volgens het onderzoek van Nu.nl dat dit beter is dan een algeheel downloadverbod. Bij de PvdA vindt 51 procent van de achterban dat en bij de VVD 43 procent. Tevens geeft 66 procent van de mensen aan dat ze niet zullen stopen met downloaden, ondanks het verbod. Een klein aantal van 14 procent zou wel stoppen met de dan illegale praktijken. Over het algeheel genomen is 78 procent tegen het downloadverbod en 11 procent steunt het voorstel. Nog eens 11 procent weet het niet.

 

Uit het onderzoek blijkt ook dat D66-stemmers het meest downloaden, namelijk 25 procent vaak en 45 procent soms. Wanneer Fred Teeven met het voorstel voor het downloadverbod zal komen is nog niet bekend.

Fred Teeven: Thuiskopie blijft, via Alpha-Audio.nl; één van de reacties:

 

Wat hebben we nu:
- betalen voor embedden van content Buma/Stemra
- betalen voor embedden van content Sena
- Extra heffing op media, mp3 players, HD’s etc
- DVD die ik jaren geleden heb gekocht (licentiekosten) ipv voor een paar euro kan upgraden naar BR moet ik weer de volle mep betalen (ik had toch een licentie?)
- Radio stations moet voor elk liedje betalen.
- Als bedrijf/horeca gelegenheid luistert naar datzelfde radiostation moeten ze ook betalen.

(...) Extra heffing? doen!Maar dat geeft mij nu het recht om ALLES te downloaden wat ik maar wil (bij voorkeur ‘illegaal’), indirect of direct heb ik er minstens al 2 of 3 keer voor betaald/er aan bijgedragen.

Zijn er andere reacties, of wilt u een reactie inzenden: redactie@ie-forum.nl.

IEF 12317

Europese Commissie lanceert "Licences for Europe"

Neelie Kroes, Speech: Digital technology and copyright can fit together, SPEECH/13/96, 4 februari 2013.

Stakeholders dialogue on copyright "Licences for Europe".

New technologies have huge implications for the creative sector. And for the policies and regulatory structures that underpin it. As many of you will know, I have for a long time called for changes to those structures.

I was first confronted with this relationship as the Competition Commissioner at the time of the "CISAC decision". That dealt with the old-fashioned licensing practices and territorial separation of markets by collecting societies. And that case left me unsatisfied. Because the fact is, old practices need to adapt to new digital realities. That calls for real change and legal and practical solutions: competition tools are not enough for that.

(...)
And it's not just the creative sector that can benefit: scientists and researchers can too. Indeed "Licences for Europe" will deal directly with text and data-mining, automated research techniques that extract meaningful results from vast amounts of text or data.

That can boost research, and potentially save lives. But often it faces significant transaction costs. Because it requires not just a licence to access content, but the permission of each right holder just to copy and reformat each of the huge number of works.

Overall, there's a lot to do. But general trends reassure me: my calls for change, starting over 5 years ago, were not in vain. You are here, so many stakeholders – from copyright owners, users, collecting societies, publishers, universities, and more – and you have reacted so positively and agreed to make things move. For me that shows two important things: first, change is needed; second, we are ready for it.

But technology, and society, are moving forward faster than our framework and licensing practices. I hear all the time about people who want to watch their favourite soap operas across borders, but can't. About those trying to digitise our film heritage and preserve our cultural diversity - but who must deal with a pile of complex licensing requirements. About people afraid to innovate by re-using content. About researchers unable to compete, and citizens unable to benefit from their discoveries, because they can't use the opportunities of technology.

Let me also say a couple of words about the wider context.

So we are launching this initiative to show technology and copyright can go together.

I am not too keen on heavy-handed legislative measures. They aren't always needed; and sometimes, pragmatic and easy-to-implement solutions are just as valid. The goal is to adjust current practices or get rid of costly inefficiencies.

This initiative is called "Licences for Europe": and new licensing approaches for protected content will no doubt feature prominently in your discussions. We do not prejudge its outcome.

But keep your minds open: maybe in some cases licensing won't be the solution. Maybe it will be provided by technology and data, like the Global Repertoire Database or some wider initiative not yet on the table. This exercise will show us how far we can solve our issues within the current framework.
IEF 12315

Vormgevingselementen op de cover van een glossy zijn alledaags

Vzr. Rechtbank Amsterdam 4 februari 2013, zaaknr. C/13/532871 / KG ZA 12-1776 (Time Inc. tegen Audax Publishing B.V.)

Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan.

Auteursrecht en slaafse nabootsing tijdschriftcovers. Gebruik van hetzelfde fotobureau. Vordering afgewezen.

Time geeft sinds 1994 het blad InStyle uit in Amerikaanse, Duitse, Engelse en Spaanse uitvoering. Audax geeft sinds 1999 de Nederlandse uitgave van het blad Glossy uit. Beide bladen richten zich op lifestyle, fashion, beauty en celebrities. Enige jaren geleden heeft Glossy haar coveropmaak aangepast, door InStyle gebruikte elementen kunnen hierin ook worden herkend. Tussen februari 2010 en oktober 2012 is vijfmaal gebruik gemaakt van een coverfoto die eerder door InStyle was gebruikt (zie hiernaast).

Auteursrecht: InStyle heeft geen auteursrecht op de foto's die zijn afgedrukt, beide partijen kopen fotomateriaal in bij een gespecialiseerd bureau. Audax heeft toegezegd de diensten van dit bureau niet meer te gebruiken en evenmin wit als achtergrondkleur te gebruiken. De vordering richt zich op de toekomst en daarom wordt het element achtergrondkleur bij de beoordeling buiten beschouwing gelaten. De voorzieningenrechter oordeelt dat de combinatie van vormgevingselementen zodanig alledaags is dat deze geen auteursrechtelijk bescherming toekomt. Zelfs indien de combinatie bescherming oplever, kan, gelet op de veelheid aan min of meer gelijkende covers van andere bladen (...) slechts in minimale mate een eigen en oorspronkelijk karakter worden toegekend.

Slaafse nabootsing: Nu Audax heeft toegezegd niet langer de diensten van het fotobureau te gebruiken, is de kans op herhaling niet aanwezig. Bovendien blijkt dat er minimaal drie tot maximaal 22 maanden is verstreken tussen het gebruik van eenzelfde foto. Er is vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van verwarringsgevaar. De totaalindrukken zijn te verschillend, waarbij vooral de verschillende titel en het taalverschil in uitgaven.

De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorziening en veroordeelt Time in de proceskosten ad €15.575,00.

4.6. Voor het vaststellen van de vraag of er sprake is van auteursrechtelijk beschermd werk zijn derhalve slechts de combinatie van de gekleurde balk, de daarin met strakke, witte letters afgedrukte titel en het gedeeltelijk over de balk en de titel heen afdrukken van de foto van belang. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is de combinatie van vormgevingselementen zodanig alledaags dat deze geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Maar zelfs indien er veronderstellenderwijs van zou worden uitgegaan dat deze combinatie als een werk kan worden beschouwd en dat Time de auteursrechthebbende hierop is, kan aan dit werk, gelet op de veelheid aan min of meer gelijkende covers van andere bladen die ten tijde van het tot stand komen ervan reeds werden gebruik (...) slechts in minimale mate een eigen oorspronkelijk karakter worden toegekend. In een geval waarin de oorspronkelijkheid minimaal is, zal de mate van gelijkenis maximaal moeten zijn, wil sprake zijn van een inbreuk. Door Audax is onder meer aangevoerd dat de Glossy in de gekleurde balk sterretjes plaatst, een ander lettertype gebruik, de bovenkant van de coverfoto gewoonlijk halverwege de gekleurde balk plaatst, terwijl InStyle deze gewoonlijk aan de bovenrand van de pagina plaatst, en de Glossy in tegenstelling tot de InStyle de uit de balk lopende letters van de titel voorziet van een schaduwrand. Dit nog afgezien van het feit dat de titel van beiden bladen weliswaar in witte letters in de gekleurde band staat afgedrukt, maar dat deze titels visueel en auditief geheel verschillend zijn. De voorzieningenrechter acht de omvang van deze verschillen zodanig dat daarom in dit geval, ook als aangenomen wordt dat sprake is van een auteursrechtelijke combinatie als voornoemd, niet kan worden geoordeeld dat er sprake is van een inbreuk daarop.

 

Slaafse nabootsing
4.7. (...) Nu Audax heeft toegezegd dat niet langer gebruik zal worden gemaakt van hetzelfde fotobureau als Time, is de kans op herhaling van een dergelijke situatie niet aanwezig. Bovendien blijkt uit de onder 2.5 genoemde covers dat er steeds minimaal drie maanden tot maximaal 22 maanden is verstreken tussen het gebruik van een bepaalde foto door Instyle en het gebruik van diezelfde foto door Glossy, zodat zich nimmer de situatie heeft voorgedaan dat nummers van Instyle en Glossy tegelijk verkocht werden. Los van het gebruik van dezelfde coverfoto acht de voorzieningenrechter vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van verwarringsgevaar. de totaalindrukken van beide producten is daarvoor te verschillend, waarbij vooral de verschillende titel en het feit dat de Glossy Nederlandstalig is en de InStyle in het Engels, Spaans en Duits verschijnt van belang zijn. Dat er mogelijk sprake is van indirecte verwarring, in de zin dat het publiek denkt dat beide bladen dezelfde herkomst hebben, acht de voorzieningenrechter te weinig onderbouwd om daar in dit kort geding vanuit te gaan.

Op andere blogs:
MediaReport (InStyle (Time Inc.) verliest kort geding tegen Glossy (Audax) over tijdschrift covers)

IEF 12307

De beperkte kring van personen in social media

G.J.M.Buijnsters, De beperkte kring van personen in social media, IE-Forum.nl IEF 12307.

The Goodbye to Andi PhotoshootEen bijdrage van Mark Buijnsters, BRight Advocaten.

Even de nieuwste muziekvideo van Mumford & Sons, een scène uit Skyfall of een paar gelekte foto’s uit de Playboy delen met een paar vrienden op Facebook of YouTube, kan dat zomaar? Of resulteert deze bedoeling om meer ‘likes’ te krijgen in auteursrechtinbreuk? En hoe zit het als ik op mijn Facebookpagina alleen maar doorverwijs?

In de media en rechtspraak ligt de focus bij het delen van auteursrechtelijk beschermd materiaal met name op torrentbestanden en (alsmaar wisselende) filesharing websites, die steevast met wapperende ex parte bevelen achterna worden gezeten door stichting BREIN. Het (embedded) delen van materiaal kan echter net zo goed via social media plaatsvinden.

Het is allereerst belangrijk om te weten waar het hier om kan gaan. Op Facebook bestaat ten eerste de mogelijkheid (geheime) groepen aan te maken, waarbinnen slechts genodigden de daarin geplaatste berichten en dus het mogelijk inbreukmakend materiaal kunnen zien. YouTube heeft ook een dergelijke optie, waarbij video’s enkel zichtbaar zijn voor een geselecteerde groep personen. De genodigden krijgen niet per definitie de beschikking over het materiaal (YouTube biedt ook geen downloadoptie). In dit artikel ga ik niet in op het delen van materiaal in het openbaar of zichtbaar voor alle vrienden, maar in dergelijke besloten pagina’s met beperkte doelgroepen. Met andere woorden: is het auteursrechtinbreuk als ik het maar met een paar vrienden deel?

[dit artikel is ingekort, wilt u de gehele bijdrage lezen, klik op de de citeerwijze]

4. Alleen doorverwijzen dan maar?
Omdat sec de openbaarmaking in bovenstaand scenario geen auteursrechtinbreuk lijkt te maken ligt het pijnpunt voor de hierboven enthousiast gemaakte sharer dus bij het uploaden. Een eenvoudige exercitie waarbij de bovenstaande conclusies worden behouden, leidt dan ook tot de volgende gedachtegang: wordt er alleen doorverwezen naar auteursrechtelijk beschermd materiaal binnen een besloten social media groep en niet geüpload, dan kan dus worden betoogd dat sowieso geen sprake is van auteursrechtinbreuk. Er wordt immers geen materiaal openbaar gemaakt, maar nu ook niet verveelvoudigd. Hoewel het nu dan wel gaat om een doorverwijzende URL die mogelijk gemakkelijker kan worden gedeeld ook met mensen van buiten de besloten groep, ligt deze conclusie voor de hand omdat het niettemin gaat om het aanbieden van een eenvoudige hyperlink zonder verder bijzondere technische faciliteiten. Of een en ander ook zo geldt bij het meteen delen van de URL met pakweg 500 Facebookvrienden of 5.000 Twitter-followers is discutabel (dat lijkt mij immers geen besloten vriendenkring of kleine private groep), maar omdat de doorverwijzing in dat geval ook helemaal niet verder gaat dan het enkele aanbieden van een hyperlink is het aannemelijk dat er ook dan geen sprake is van openbaarmaking of mededeling aan het publiek.

Mark Buijnsters

IEF 12298

Kabinet wil hergebruik eenvoudiger maken

Een redactionele bijdrage van VOI©E.

Het kabinet wil hergebruik van beschermde werken eenvoudiger maken zonder afbreuk te doen aan de bescherming van creatieve prestaties van rechthebbenden. Bij voorkeur zou dit moeten leiden tot een aanpassing van de lijst met uitzonderingen in de Europese richtlijn.

Mededeling “Licensing Europe” (hier)
Aan de Tweede Kamer is de mededeling van de Europese Commissie inzake content in de digitale interne markt (“Licensing Europe”) aangeboden. De mededeling beschrijft het project “Licensing Europe” en is gericht op het tot stand brengen van een digitale interne markt op het terrein van het auteursrecht door middel van het bevorderen van online licenties. De Commissie zet in op twee parallelle werkterreinen. De inspanningen om het Europese wetgevingskader inzake het auteursrecht te herzien en te moderniseren worden voortgezet en afgerond. In 2014 zal besloten worden of het Europees regelgevend kader aangepast moet worden.

Daarnaast worden er voor 2013 vier terreinen aangemerkt waarop snelle en praktische oplossingen noodzakelijk zijn:

  • Ten eerste wil de Commissie voor consumenten de grensoverschrijdende toegang tot online aanbod verbeteren.

  • Ten tweede wil de Commissie verzekeren dat het voor eindgebruikers duidelijk is welk gebruik is toegestaan en welk gebruik niet. Ook wil de Commissie bekijken of 'user generated content' kan worden bevorderd met 'one click' licenties en wil zij de mogelijkheid onderzoeken van gratis licenties voor eindgebruikers.

  • Ten derde wil de Commissie de online beschikbaarheid van films in de EU voor commerciële en niet-commerciële (educatieve en culturele) doeleinden bevorderen. De Commissie constateert met name problemen bij het regelen van rechten voor films die niet meer in de handel zijn.

  • Ten vierde wil de Commissie werken aan een Europese oplossing voor tekst- en datamining (d.w.z. het elektronisch doorzoeken van grote hoeveelheden informatie) bij wetenschappelijk onderzoek. Voor tekst- en datamining moeten in de huidige situatie overeenkomsten met rechthebbenden worden gesloten, bijvoorbeeld voor het kopiëren van artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften.

Thuiskopieheffingen
In de mededeling wordt ook melding gemaakt van het rapport met de uitkomst van de lopende bemiddelingsprocedure over thuiskopieheffingen onder leiding van de heer Vitorino, zie verder dit bericht.

Daarnaast lopen er bij het Hof van Justitie van de EU een aantal prejudiciële zaken over het thuiskopiestelsel. Daarin spelen onder andere vragen over de relatie tussen heffingen en beschikbare technische voorzieningen die rechthebbenden kunnen toepassen om het kopiëren zelf te regelen en de vraag of kopiëren uit onrechtmatige bron onder de thuiskopie-uitzondering mag vallen. De uitkomst van het bemiddelingstraject en de lopende prejudiciële procedures zijn van belang voor de verdere gedachtevorming over het thuiskopiestelsel.

Nederlandse positie over de mededeling
In het ‘fiche’ over deze mededeling staat ook de primaire reactie van het kabinet.

Het kabinet is verheugd over deze initiatieven, mits deze binnen afzienbare tijd leiden tot concrete resultaten.

Met betrekking tot de gewenste verbetering van het legale aanbod van films op internet zou de Commissie volgens het kabinet ook voldoende aandacht moeten besteden aan mogelijkheden om de ontwikkeling van het legale aanbod van commerciële films te bevorderen.

Nederland heeft agendering van de problemen rond user generated content de laatste jaren actief bepleit. Het kabinet verwelkomt daarom de beslissing van de Europese Commissie om hier de komende tijd prioriteit aan te geven. Hetzelfde geldt voor de plannen inzake tekst- en datamining. In het onderzoek Flexible Copyright is bevestigd dat het huidige auteursrecht onvoldoende rekening houdt met user generated content, datamining, cloud computing, gebruik van werken binnen het onderwijs en creatief hergebruik door bijvoorbeeld documentairemakers.

Voor het kabinet staat voorop dat hergebruik van beschermde werken eenvoudiger moet worden zonder afbreuk te doen aan de bescherming van creatieve prestaties van rechthebbenden. Ook bij tekst- en datamining moet dit de doelstelling zijn. Bij voorkeur zou dit moeten leiden tot een aanpassing – in de vorm van flexibilisering – van de lijst met uitzonderingen op het auteursrecht in de richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij.

IEF 12297

Aanbevelingen uit een Europees rapport over thuiskopieheffingen

António Vitorino, Recommendations resulting from the mediation on private copying and reprography levies, Brussel 31 januari 2013, ec.europa.eu.

Uit ´t persbericht: The first part of Mr Vitorino’s recommendations relates to new business models and refers to the need to clarify that copies that are made by end-users for private purposes in the context of a service that has been licensed do not cause any harm that would require additional remuneration in the form of levies.

The second part of the Recommendations focuses on how to improve the functioning of levy systems in order to reconcile them with the free movement of goods and services in the Single Market. Mr Vitorino recommends to:

  • Collect levies in cross-border transactions in the Member State in which the final customer resides;
  • Shift the liability to pay levies from manufacturers and importers to retailers provided that the tariff systems are simplified and that manufacturers and importers are obliged to inform collecting societies about their transactions concerning goods subject to a levy; or, alternatively, establish clear and predictable ex ante exemption schemes for those operators that should in principle not bear liability ;
  • Place more emphasis, in the field of reprography, on operator levies than on hardware-based levies;
    Make levies visible for the final consumer;
  • Ensure greater consistency with regard to the process of setting levies, notably by defining "harm" (i.e. caused to right holders by acts of copying made by virtue of the private copying and reprography exceptions) uniformly across the EU and by simplifying the procedural framework in which levies are set, guaranteeing its objectiveness and ensuring the observance of strict time-limits.

Inhoudsopgave:
Introduction
Executive summary
I. New business models, licensed services and
The private copying exception
New business models in the digital environment
Copies made in the context of licensed services
II. Levy systems in the internal market
The general "leviability" of products
The country of destination principle in cross-border transactions
Double payments in cross-border sales and the liability to pay levies
Non-application of private copying levies to professional users
Specificities with regard to the reprography exception
Ex ante exemptions as a possible alternative to shifting the liability to pay
Levies to the final point of sale
The visibility of levies
Methodology
- the notion of harm
- establishment of the level of tariffs

Pagina 8, bevat een uitnodiging aan het adres van het Hof om uitleg te geven over zaken in de lopende VG Wort-zaken, IEF 12269:

My conclusions appear to be in line with the current legal framework (in particular Recitals 35 and 45 of Directive 2001/29/EC), as the latter allows for, and potentially favours, contractual relations that are designed to ensure the payment of rightholders. I also believe that my conclusion is supported by the decisions of the CJEU in Cases C-467/08 (Padawan vs SGAE) and C-462/09 (Stichting de Thuiskopie vs Opus). In these judgments the Court stressed that fair compensation must make good the harm rightholders suffer because of the unauthorised reproduction of their works. This could be seen as an indication that authorised – i.e. licensed - reproductions do not cause any 'harm' that would require fair compensation. The Court will have the opportunity to clarify this matter further in pending Cases C-457/11 – C-460/11 (VG Wort vs Kyocera Mita et al.).

Op andere blogs:
KluwerCopyrightBlog (EU: Private Copying Recommendations fall in January)