Auteursrecht  

IEF 11152

Concept versie 4 van de Creative Commons licenties is nu beschikbaar

Een bijdrage van Raymond Snijders, senior informatiebemiddelaar Hogeschool Windesheim.

In december 2011 was de discussie al gestart over hoe de vierde versie van de Creative Commons licenties er uit moesten gaan zien. Deze discussies werden en worden centraal gevoerd op een (heerlijk ouderwetse) mailinglijst, cc-licenses, en hebben geleid tot een eerste conceptversie van de Creative Commons versie 4 licenties. Gisteren is deze draft versie van (alleen) de BY-NC-SA licentie vrijgegeven en kan commentaar zowel via de cc-licences lijst als rechtstreeks in de wiki gegeven worden.

Ik ga die conceptversie zeker nog wel doorlezen maar laat de inhoudelijke discussie over aan juristen die meer kaas gegeten hebben van hoe je nou het beste dat soort formuleringen doet. Op de wiki is de conceptversie van de BY-NC-SA te vinden in meerdere formaten alsmede een vergelijkende tabel met de versie 3 van die licentie en de begeleidende blogpost meldt ook handig wat tot nu toe de grootste verschillen en vernieuwingen zijn:

  • Databankrechten worden onder dezelfde voorwaarden in licentie gegeven als de auteursrechten en naburige rechten, daar waar ook toestemming nodig is voor databankrechten;
  • Van bijkomende rechten (in het concept worden ze ancillary rights genoemd) die verwant zijn aan auteursrechten wordt eveneens afstand gedaan als je deze licentie gebruikt. Hier zal nog wel wat discussie over plaats vinden vermoed ik;
  • In tegenstelling tot versie 3 wordt in versie 4 van de CC licentie afstand gedaan van persoonlijkheidsrechten, behalve als er geen afstand gedaan kan worden. De Auteurswet voorziet in enkele niet overdraagbare persoonlijkheidsrechten maar in versie 4 geeft de eigenaar met een CC licentie feitelijk aan daar geen gebruik van te zullen maken. Ook hier verwacht ik nog wel enkele discussies.

Diverse punten, definities enz staan tussen vierkante haken in de conceptversie en zijn daarmee ook nog onderwerp van gesprek en discussie. Iedereen kan zoals gezegd feedback leveren via de mailinglijst of de wiki waarbij de termijn eind mei sluit voor de eerste conceptversie. Half juni zou dan de tweede conceptversie beschikbaar moeten komen.

Met alle aandacht die er (terecht) is voor auteursrechten en (her)gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken kan het belang van de Creative Commons licenties mijns inziens niet genoeg benadrukt worden. Het is erg goed dat alle geïnteresseerden mee kunnen praten om zo samen tot een betere set aan licenties te komen. Daar winnen we allemaal bij.

IEF 11149

Kroniek Mediarecht

A.W. Hins, Kroniek Mediarecht, KwartaalSignaal Ars Aequi 122, maart 2012, p. 6873-6874, IVir-site 29 maart 2012.

Over de discussie van een downloadverbod en vrij en open internet / rechtspraak Scarlet tegen Sabam en Brein tegen Ziggo/XS4All:

(...) Een tweede voorbeeld is de discussie over de wenselijkheid van een downloadverbod en het afsluiten van websites ter bestrijding van inbreuken op het auteursrecht. Op 30 november en 7 december 2011 overlegden enkele commissies van de Tweede Kamer met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over zijn beleid ter zake, waarna een plenair debat en stemmingen volgden op 20 en 22 december 2011. Op de laatstgenoemde datum zijn twee interessante moties aangenomen: een moties-Bontes c.s., die de regering verzoekt af te zien van een downloadverbod en een motie Verhoeven, die zich keert tegen het blokkeren van websites. De moties verwijzen naar het belang van een vrij en open internet, respectievelijk de vrijheid van meningsuiting en het grondrecht op privacy. Weliswaar stemden de regeringspartijen VVD en CDA tegen, maar dankzij de steun van de PVV haalden de moties toch een meerderheid (Kamerstuk­ken II, 29 838, nr. 41, 44, 45 en 46 en Handelingen II, 20 en 22 december 2011).

Rechtspraak
Het Hof van Justitie van de Europese Unie boog zich over de vraag of van een internetprovider mag worden geëist dat hij op eigen kosten een algemeen filtersysteem invoert om inbreuken op het auteursrecht te voorkomen. Volgens het Hof dient een afweging te worden gemaakt tussen enerzijds het intellectuele eigendomsrecht en anderzijds de vrijheid van ondernemerschap, de vrijheid van meningsuiting en het recht op bescherming van persoonsgegevens. In de omstandigheden die de Belgische rechter in zijn prejudiciële vragen had geschetst, was het antwoord ontkennend (HvJ EU 24 november 2011, C-70/10, Scarlet vs. Sabam). Enkele weken later moest de rechtbank te ‘s-Gravenhage ook een afweging maken tussen deze grondrechten. Van de internetprovider werd nu echter niet geëist om een algemeen filtersysteem in te voeren, maar slechts om de toegang tot één website te blokkeren. Volgens de rechtbank waren de verschillen met de Scarlet-zaak groot genoeg om de vordering toe wijzen (Rb. ‘s-Gravenhage 11 januari 2012, Brein vs Ziggo en XS4ALL, LJN: BV0549).

IEF 11148

Mediation thuiskopie en reprovergoeding van start

Statement by Mr. António Vitorino on the mediation process concerning private copying and reprography levies, Speech 2 april 2012.

Het proces van mediation is gestart en António Vitorino nodigt stakeholders en organisaties uit om middels de op pagina 3 vermelde vragenlijst schriftelijk bij te dragen aan werkbare oplossingen voor de onderstaande problemen. Insturen kan tot 31 mei 2012.

My objective is twofold. Firstly I aim to identify possible ways to tackle the issue of disparate levy systems negatively affecting the functioning of the Single Market. At the same time I aim to assess the functioning and the scope of the private copying and the reprography exceptions in today's fast evolving digital environment. Both aspects may lead me to formulate recommendations for legislative action, as appropriate. As of this month, I will begin my talks with those whom I have identified as key stakeholders. My intention is to start, in the first instance, by holding these discussions on an individual basis as, in my view, this is a more effective and efficient way to achieve progress.

So far, I have identified the following core issues that will form the basis for my engagement
with stakeholders:
1. Methodology for setting levy tariffs
2. Cross-border sales
3. Determination of the person or entity liable to pay the levy
4. Visibility of the levy
5. Private copying and reprography in the context of new digital forms of distribution of
copyright- protected content and the implications for levy systems.

Contributions should be based on the questionnaire in Annex and sent to markt-levies-mediation-2012@ec.europa.eu by 31 May 2012. I expect to finalise my consultations in the course of the summer and to present my conclusions and recommendations to Commissioner Barnier during autumn 2012.

Op andere blogs:
1709blog (Private copying and reprography: a new era or a new ear?)

IEF 11146

Programmagegevens tegen marktconforme vergoeding

Wijziging van onder meer de Mediawet 2008 in verband met aanpassing van de rijksmediabijdrage, beëindiging van de wettelijke taken van de Stichting Radio Nederland Wereldomroep en aanpassingen van meer technische aard, Kamerstukken II, 33 019, nr. 9.

Artikel 2.139 komt te luiden:

1. De landelijke publieke media-instellingen stellen de volgende gegevens van hun programma-aanbod ter beschikking van de NPO: per programma de titel, een korte omschrijving, de naam van de landelijke publieke mediainstelling die het programma verzorgt, het programmakanaal waarop het programma wordt verspreid, de datum en het tijdstip van verspreiding, en de classificatie, bedoeld in artikel 4.2.
2. De landelijke publieke media-instellingen aanvaarden dat de NPO de gegevens voor vermenigvuldiging en openbaarmaking aan het publiek via gedrukte of elektronische programmagidsen ter beschikking stelt aan de omroepverenigingen en tegen een marktconforme vergoeding aan andere afnemers die daarom verzoeken.

Toelichting:
In het regeerakkoord is afgesproken dat de beschikbaarheid van de programmagegevensvan de publieke omroep zal worden verruimd. Hiervoor is een wijziging van de Mediawet 2008 noodzakelijk. De in artikel 2.139 geregelde verplichting om programmagegevens beschikbaar te stellen wordt verruimd. Doel van het amendement is de programmagegevens van de publieke omroep versneld vrij te geven tegen een realistische marktconforme vergoeding. Uitgangspunt is het advies dat het Commissariaat voor de Media hierover gegeven heeft in het op verzoek van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgestelde rapport “Is er nog iets op TV?”. Een realistische prijs ligt volgens het Commissariaat tussen de 0,5 en 3,4 cent voor gebruik in papieren gidsen. Het Commissariaat vindt het niet verstandig om bij de start uit te gaan van de hoogste of laagste prijs. Geadviseerd wordt te starten met de gemiddelde waarde van 1,95 cent en deze periodiek her te berekenen aan de hand van de marktontwikkelingen. Het model dat uitgaat van de gemiddelde waarde biedt marktpartijen mogelijkheden om snel en tegen redelijke exploitatievoorwaarden aan de slag te gaan. Voor elektronische en online-programmagidsen zullen, gelet op hun aard, lagere tarieven moeten gelden. Het amendement regelt dat de programmagegevens van de publieke omroep beschikbaar komen tegen door het Commissariaat vast te stellen prijzen. De startprijzen worden in het amendement vast gelegd. Het Commissariaat zal deze prijzen elke twee jaar herberekenen.

Naast het bepalen van de marktconforme prijs zijn de leveringsvoorwaarden, het veilig stellen van de betrouwbaarheid van de gegevens en de verrijking van de gegevens van belang. In het amendement worden de leveringsvoorwaarden die de NPO aan de beschikbaarstelling mag verbinden limitatief beperkt tot hetgeen nodig is om de betrouwbaarheid van de gegevens voor de consument te garanderen. De beschikbaargestelde gegevens mogen door gebruikers niet gewijzigd worden. Zij mogen wel verrijkt worden met aanvullende informatie.

IEF 11143

Reflecties

Erwin Angad-Gaur, 'Reflecties' in Sena Performers Magazine, 2012, p.16-17 (met toestemming).

Een bijdrage van Erwin Angad-Gaur, Platform Makers, secretaris/directeur van de Ntb.

In ons land, maar ook internationaal, is er veel discussie over auteursrechten op het internet [zoekopdracht Amsterdam Balie Bulletin]. Zijn die wel te handhaven? En moet het auteursrecht niet drastisch worden aangepast voor het internet? Weinig mensen weten dat de wetgever juist voor de digitale wereld van het internet andere regels heeft gesteld dan gelden in de aloude wereld van baksteen en cement. Terwijl die oude, beproefde regels over het algemeen goed te handhaven zijn en prima werken.

Laat ik als voorbeeld in grote lijnen het kader schetsen van de traditionele auteursrechtelijke praktijk rond muziekgebruik. Dat is geen willekeurig voorbeeld: muziek was immers de eerste cultuuruiting die nadrukkelijk en grootschalig met verspreiding via het internet te maken kreeg – en dus ook met piraterij. Van de ervaring daarmee valt veel te leren voor nieuwsmedia, maar ook voor uitgevers van boeken en films.

Offline praktijk

Hoe is buiten het internet de vergoeding voor muziekgebruik geregeld? Voor het persen en verkopen van cd’s en muziek-dvd’s worden auteursrechten betaald aan Stemra of aan de individuele auteur, als die niet bij Stemra aangesloten is. Voor het persen is tevens toestemming vereist van de producent, de eigenaar van de opname, en van de uitvoerende kunstenaars. In de praktijk komt dat doorgaans neer op de producent, die al bij voorbaat de toestemming van de artiest heeft verkregen door het platencontract. Het is van belang te beseffen dat naast het auteursrecht, dat onder meer tekstschrijvers en componisten beschermt, ook het naburig recht van toepassing is. Dit naburig recht geeft uitvoerende kunstenaars en de producenten die eigenaren zijn van de opnamen, eveneens recht op een vergoeding voor het gebruik van een opname. Bij het openbaar ten gehore brengen van muziek mag dit recht niet individueel worden uitgeoefend. Wettelijk bestaat er alleen recht op een collectief te incasseren vergoeding. Bij wet is hiervoor aangewezen de stichting Sena, die voor het naburig recht eenzelfde rol vervult als Buma voor de uitvoering van muziek.

Als een café, een omroep of een sportvereniging muziek ten gehore brengt, dienen daarvoor dus twee verschillende vergoedingen te worden betaald: voor het auteursrecht moet worden afgedragen aan Buma; voor het naburig recht aan Sena. Hoewel hierover vaak geklaagd wordt, zijn deze tarieven heel redelijk. Een gemiddelde bruine kroeg betaalt bijvoorbeeld een bedrag van €1,19 per dag voor zijn totale muziekgebruik: minder dan de prijs van een biertje. Al met al is dit zonder meer een overzichtelijk en billijk systeem. Daarnaast bestaat er in Nederland een vergoedingsrecht voor ‘thuiskopiëren’ van beeld en geluid. Omdat het door de wetgever nutteloos, onuitvoerbaar en onwenselijk wordt geacht om bij mensen thuis te gaan controleren of ze misschien een cd’tje kopiëren voor in de auto, is er daarvoor een uitzondering gemaakt op de exclusieve rechten van artiesten en producenten in het auteursrecht en het naburige recht. Zo heeft iedereen in Nederland, net als in vrijwel alle andere Europese landen, dus het volste recht om van muziek op geluidsdragers voor eigen gebruik een kopie te maken. Hiervoor is dan alleen wel een vergoeding verschuldigd. Die vergoeding wordt geïncasseerd door een heffing op de hardware waarop de kopieën worden gemaakt, zoals onbespeelde cd’s, dvd’s, cassette- en videobanden. De opbrengsten komen voor een derde ten goede aan de auteurs van de muziek, voor een derde aan de uitvoerenden en voor een derde aan de producenten.

Hoewel ook over de rechtvaardigheid van dit stelsel graag en veel geklaagd wordt, bestaat er in feite geen alternatief voor. Want dan zouden platenmaatschappijen bijvoorbeeld bij mensen thuis moeten gaan uitzoeken of er misschien kopietjes zijn gemaakt van een bij de bibliotheek geleend cd’tje. Een soortgelijk systeem als voor de thuiskopie bestaat al langer voor alle uitleningen van bibliotheken: boeken, periodieken, maar ook cd’s en dvd’s mogen door de bibliotheek worden uitgeleend, maar hiervoor is wel een vergoeding verschuldigd. Die wordt geïncasseerd door de Stichting Leenrecht, die het geld weer verdeelt onder de rechthebbenden.

In hoeverre gaan deze regels voor auteursrecht en naburig recht ook op voor het internet? Voor downloads geldt min of meer hetzelfde systeem als voor het persen en verkopen van cd’s: hier geldt in beginsel een individueel stelsel van toestemming, al hebben de meeste muziekauteurs zich verenigd in Buma/Stemra om ook voor dit gebruik collectief af te kunnen rekenen.

Het zou voor de hand liggen om de openbaarmakingsrechten bij het zogeheten streaming net zo te regelen als dat offline bij de omroep en in de kroeg in zijn werk gaat. Bij het uitsluitend ten gehore brengen van muziek op het internet, waar streaming op neerkomt, zou het internetplatform verantwoordelijk moeten zijn voor het betalen van een vergoeding. Dus niet de consument, niet de muziekliefhebber die een filmpje op YouTube zet en ook niet de internetprovider. Wettelijk is echter vastgelegd dat er voor het naburige recht, als het gaat om on demand-diensten, uitgegaan moet worden van individuele exploitatie. Daarom kan Sena alleen al op zuiver juridische gronden hier geen rol spelen. Hier loopt de regelgeving in feite spaak.

Waar betaling en toestemming voor een jukebox in een café eenvoudig te regelen is, is een jukebox op het internet een nachtmerrie. De wet dwingt ertoe dat voor elk liedje individueel toestemming moet worden verkregen van de betreffende platenmaatschappij of exploitant. Die weigert bovendien deze toestemming vaak – om niet altijd even heldere redenen. Dat verklaart waarom YouTube weliswaar een overeenkomst kon sluiten met Buma, maar daarmee is het nog steeds niet mogelijk een filmpje op YouTube te zetten van een meisje dat danst op de nieuwe single van Lady Gaga. Hiervoor is per geval toestemming van de platenmaatschappij noodzakelijk: een ingewikkeld en in feite ondoenlijk proces.

Als alle vormen van streaming op internetplatforms als You- Tube, MySpace en Hyves zouden worden behandeld zoals in de wereld offline met radiostations en kroegen gebeurt, zou een zeer groot deel van het muziekgebruik op het internet relatief eenvoudig geregeld kunnen worden.

Peer-to-peer

Dan resteert nog het probleem van het zogenaamde peerto- peer of p2p-gebruik: het niet-commercieel uitwisselen van bestanden door individuele consumenten. Dit gebruik is in hoge mate vergelijkbaar met het aloude thuiskopiëren. Ook hier geldt: het is ondoenlijk, onwenselijk en uiteindelijk onuitvoerbaar om bij iedereen thuis te controleren wat er op de computer wordt uitgespookt. Er valt daarom veel voor te zeggen om naar het voorbeeld van de thuiskopieregeling ook het niet-commercieel up- en downloaden van beschermde werken door privépersonen (dus buiten internetplatforms als YouTube) toe te staan, als de vergoedingsaanspraak wordt erkend en op een zo praktisch mogelijke manier kan worden afgehandeld. Bijvoorbeeld door een vergoeding die tegelijk betaald wordt met het internetabonnement.

Tegenover deze voor de hand liggende oplossingen, die offline in feite hun elegantie en effectiviteit al jarenlang bewezen hebben, staan vooral Europese Richtlijnen. Het gaat dan met name om de Auteursrechtrichtlijn, die voorschrijft dat het bij digitale on demand-diensten om individuele exploitatie gaat. Daarnaast zit ook de E-commercerichtlijn in de weg, die internetproviders en internetplatforms grotendeels vrijwaart voor auteursrechtelijke claims.

Precies zoals bij radiostations, bibliotheken en het thuiskopiëren, is het voor een individuele auteur, muzikant of fotograaf vrijwel ondoenlijk het gebruik van zijn werk op het internet zelf te controleren en over een vergoeding te onderhandelen. Net zo min als het voor verreweg de meeste individuele gebruikers van werken op het internet doenlijk is om alle individuele rechthebbenden van werken daarover te benaderen.

Hiervoor werd in Nederland jaren geleden al de oplossing van het collectief beheer bedacht: Lira voor schrijvers, Buma voor muziekauteurs en Sena en Norma voor uitvoerende kunstenaars. Het ligt voor de hand ook op het internet voor dit soort collectieve oplossingen te kiezen. Temeer omdat de ontwikkeling van de techniek het goed mogelijk maakt om vrij exact het werkelijke gebruik met individuele auteurs en artiesten af te rekenen. Let wel: het gaat hierbij om auteurs en artiesten die nu vaak geen enkele vergoeding voor het (illegale) gebruik van hun werk ontvangen. De vergoedingen voor het primaire gebruik – de opdracht, de verkoop van fysieke geluidsdragers en downloads – kan onderwerp van individuele onderhandeling blijven. De vergoedingen voor kopiëren, openbaarmakingen en privégebruik zouden vervolgens het beste via het loket van collectieve rechtenorganisaties kunnen verlopen.

Individueel of collectief

Waarom moeilijk doen als de praktijk heeft bewezen dat het makkelijk kan? Veel uitgevers, filmproducenten en platenmaatschappijen zijn tegenstanders van een dergelijke aanpak, omdat zij menen dat zij uiteindelijk aan individuele exploitatie meer kunnen verdienen dan aan collectieve incasso. Met een individueel exploitatiecontract hoeven zij ook minder af te staan aan de auteur of de artiest. En door individuele toestemming voor gebruik hopen zij hogere bedragen als vergoeding te kunnen incasseren, door de toegang tot het aanbod te beperken. Maar zou wat offline de gewoonste zaak van de wereld is, niet beter ook online de norm kunnen worden? Zeker als wij er gezamenlijk veel beter van zouden worden. Moet een redelijke, werkzame relatie tussen consumenten en makers niet centraal worden gesteld in het denken over het auteursrecht? Of moeten wij aanvaarden dat de exploitant voor eens en voor altijd de toonaangevende tussenpersoon blijft?

Erwin Angad-Gaur

IEF 11142

Laatste stoelen: Kunst & IE-Recht

Laatste stoelen beschikbaar! Helaas alle stoelen zijn vergeven, meer evenement hier
Van Abbemuseum Eindhoven, 5 april 2012 van 14.00 tot 17.15 uur, volledige uitnodiging.

Op donderdag 5 april 2012 organiseert deLex, uitgever van onder meer IE-Forum.nl, een interessante themamiddag op de scheidslijn van Intellectuele Eigendomsrechten en de wereld van de Kunst. Tijdens deze bijeenkomst brengen juridisch adviseur en raadsheer-plv. mr. René Klomp en advocaat mr. Marianne Korpershoek u op de hoogte van actuele ontwikkelingen in o.a. het intellectuele eigendomsrecht, valse kunst, volgrecht.

Het evenement zal geheel in stijl plaatsvinden in het Van Abbemuseum te Eindhoven. Aansluitend heeft u de gelegenheid na te borrelen en het museum te bezoeken tijdens de avondopenstelling.

Aanmelden hier

IEF 11141

Het idee van de nieuwe combinatie

Vzr. rechtbank Alkmaar 29 maart 2012, KG ZA 12-64 (De Raaf Veilingen tegen Total Systems)

De Raaf had een idee voor de ontwikkeling van een nieuw type machine voor de bloembollensector, een onbalans rollenzeefshaver (YouTube). De auteursrechten van de shaver en de (te ontwikkelen) aansturingssoftware berusten bij De Raaf. De nieuwe machine is in feite een combinatie van twee bestaande machines. Een rollensorteerder, voor de sortering van de bollen én een shaver voor de verwijdering van restanten van wortels.

Echter er wordt auteursrechtelijk bescherming geclaimd op de combinatie van twee rollenprogramma's die reeds bestaan. Het is onder het auteursrecht evenwel niet mogelijk bescherming te krijgen op een idee, namelijk de nieuwe combinatie van twee bestaande rollendraaischema's. Een octrooi is niet aangevraagd en aldus worden de vorderingen afgewezen.

4.4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de stelling van De Raaf niet slaagt. Op grond van de inhoud van de stukken en van hetgeen ter zitting naar voren is gebracht wordt geoordeeld dat men zich feitelijk beroept op auteursrechtelijke bescherming met betrekking tot een idee, namelijk de nieuwe combinatie van twee bestaande rollendraaischema's, waarbij de rollen afwisselend naar binnen/naar elkaar toe (om te "shaven") en naar buiten / van elkaar af (om de bollen te spreiden over de rollen) draaien.

4.5. Het is onder het auteursrecht evenwel niet mogelijk bescherming te krijgen op een idee. Voor zover het idee een zekere nieuwheidswaarde heeft, kan wel een octrooi worden aangevraagd, maar niet is gesteld of anderszins gebleken dat De Raad en /of Van Hienen een octrooi voor hun idee hebben aangevraagd of verkregen. Op grond van een gepretendeerd auteursrecht kan De Raaf dus niet tegengaan dat de rollen van de machines van Total Systems ook afwisselend naar elkaar toe en van elkaar af draaien.

Hoe het werkt?

IEF 11140

Ook SENA past beleid wachtkamermuziek niet aan

Na de eerdere reactie (hier, hier) van het Belgische SABAM en BUMA/Stemra op "het Turijnse tandartsarrest" [IEF 11045], reageert ook SENA op de op 15 maart 2012 gewezen uitspraak: Sena past haar beleid ten aanzien van wachtkamermuziek bij tandartsen niet aan (hier).

Op 15 maart 2012 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een uitspraak gedaan in een zaak over het openbaar maken van muziek in de wachtkamer van een tandarts in Turijn. Het Hof is van oordeel dat vanwege een combinatie van een aantal specifieke omstandigheden in dat geval geen vergoeding verschuldigd is voor het openbaar maken van die muziek. Het zou gaan om een zeer klein publiek van mensen die alleen op afspraak komen, op een niet-openbaar toegankelijke plaats. Daarnaast is het Hof van oordeel dat de betreffende tandarts geen winstoogmerk had bij het openbaar maken van de muziek.

Vooral dit laatste onderdeel, het feitelijke oordeel van het Hof dat een tandarts geen winstoogmerk heeft bij het optimaliseren van de omstandigheden in zijn wachtkamer, heeft Sena verbaasd. Sena is van mening dat een tandarts wel degelijk een winstoogmerk heeft bij dat muziekgebruik en dat het gerechtvaardigd is dat hij een vergoeding betaalt voor het openbaar maken van muziek.

De Nederlandse rechter zal in concrete gevallen vast moeten stellen of de combinatie van specifieke omstandigheden die het Hof heeft genoemd zich in Nederland voortdoet. Sena ziet op dit moment geen aanleiding haar beleid aan te passen.

Het is algemeen bekend en door onderzoek onderbouwd dat muziek sfeerverhogend werkt, het verblijf van mensen op plaatsen aangenamer maakt en dat ondernemers daar hun voordeel mee doen. Sena staat ervoor om in dergelijke gevallen een billijke vergoeding voor muziekgebruik beschikbaar te maken voor haar rechthebbenden, uitvoerende kunstenaars en producenten van muziek.

BRON: Sena-website

IEF 11139

Verwijdering steenstrip en belettering

Gem. Hof van Aruba e.a. 21 februari 2012, LJN BW0535 (AOB tegen vereniging SHAAREI TZEDEK)

Auteursrecht. Arbitragerecht in intellectuele eigendomskwestie. Tussen partijen zijn de Algemene regelen voor de honorering van de architect en de verdere rechtsverhouding tussen de opdrachtgever en architect van toepassing, waarin de UNCITRAL Model Law on International Commercial Abritration-clausule is opgenomen.

In geschil is inbreuk op het auteursrecht van architectenbureau AOB. Shaareit Tzedek weigert vrijwillig te voldoen aan het verwijderen van steenstriprand en belettering van de gebogen muur waartoe zij bij arbitraal vonnis is veroordeeld.

In geschil is het aanbrengen van letters op het gebouw dat ontworpen is door AOB. Betreft het vervolg op LJN BT6499 [IEF 10279]. Het verweer faalt dat AOB misbruik maakt van haar bevoegdheid door het arbitrale vonnis te willen executeren. De stelling dat het arbitragegerecht niet bevoegd is faalt. De vereniging is verschenen op het arbitraal geding en diende dit verweer voor alle andere weren te doen.

Dictum: Het hof veroordeelt Shaarei Tzedek de steenstriprand en de belettering van de gebogen muur te verwijderen, conform de in het arbitraal vonnis van 1 december 2009 gegeven veroordeling, zulks binnen twee maanden na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van NAF. 5.000,= per week of gedeelte van een week dat Shaarei Tzedek in gebreke blijft hieraan te voldoen, met een maximum van NAF. 100.000,= aan verbeurde dwangsommen;

2.8. Het verweer van Shaarei Tzedek dat AOB misbruik van bevoegdheid maakt door het arbitrale vonnis te willen executeren, is onvoldoende gemotiveerd. In elk geval is niet aannemelijk dat, uitgaande van de onaantastbaarheid van het arbitraal vonnis, van misbruik van bevoegdheid sprake is. AOB is een in Curaçao gevestigd architectenbureau dat in dit arbitraal vonnis (productie 3 bij inleidend verzoekschrift) in het gelijk gesteld is wat betreft zijn stelling dat sprake is van een wezenlijke aantasting van het ontwerp. Niet aannemelijk is dat het nastreven van ongedaanmaking van een wezenlijke aantasting misbruik van bevoegdheid oplevert.

IEF 11136

Blokkade voor de 'gemiddelde internetter' een utopie

In reactie op de discussie rondom het interview in het Amsterdams Balie Bulletin, een bijdrage van Janneke Slöetjes, Bits of Freedom.

Bits of Freedom pleit voor een realistische en eerlijke benadering van de auteursrechtproblematiek op internet. Kunstenaars hebben recht op een eerlijke vergoeding voor het werk dat ze maken. Daar is iedereen het over eens. En de meeste mensen zijn het er ook over eens dat auteursrecht op internet op grote schaal wordt geschonden. Maar de vraag is nog niet gesteld waarom het auteursrecht online massaal geschonden wordt.

Natuurlijk spelen technische mogelijkheden daarbij een rol. Napster is verboden en Kazaa wordt al verspreid. En net zo lijkt het blokkeren van grote filesharing platforms op korte termijn wel succesvol, maar uiteindelijk zal het alleen de ontwikkeling van geavanceerdere filesharing technologieen stimuleren. Daarom ook is een blokkade voor de 'gemiddelde internetter' een utopie. De gemiddelde internetter die geconfronteerd wordt met een blokkade van the Pirate Bay zal snel genoeg overstappen op een alternatieve aanbieder of dienst.

De onderliggende oorzaak is dan ook niet alleen technologisch, maar grotendeels maatschappelijk. Er is een gebrek aan draagvlak voor de handhaving van het auteursrecht. Een hele generatie van internetters is opgegroeid met de vrije beschikbaarheid van muziek en films, en is niet vertrouwd met het idee dat daar voor betaald kan, of hoeft te worden. En dat komt weer doordat de afgelopen jaren het vrijwel onmogelijk bleek om te betalen voor materiaal. Dat is nu mondjesmaat aan het veranderen, maar de contentindustrie mist nog steeds een gevoel van urgentie.

Deze onderliggende oorzaak kan niet worden aangepakt door sterkere handhaving. En het ontbreken van draagvlak is precies de reden waarom de handhaving door Stichting Brein een eindeloos kat-en-muisspel is – waar kunstenaars geen cent beter van worden. Gelukkig is het ook onnodig en kunnen we beter energie steken in een discussie over alternatieve vergoedingsstructuren. Wij deden eind 2011 al een voorzet [zie hier]. We hopen dat het parlement de discussie voortzet.

Bovenstaande is een reactie de op IE-Forum gevoerde discussie Kuik, Hugenholtz, Kuik, De Vries en Angad-Gaur.