Auteursrecht  

IEF 1645

Verzoek tot vervolgrecht (2)

Hoor en wederhoor. Een korte opmerking van Tim Erpenbeek de Wolff, directeur Beeldrecht, naar aanleiding van het het bericht “verzoek tot vervolgrecht” (zie eerder vandaag). 

De Eerste Kamer heeft vorige week definitief de invoering van het volgrecht voor kunstenaars goedgekeurd. In NRC Handelsblad van 9 en 10 februari jongstleden wordt daar uitgebreid aandacht  aan besteed. Het is jammer dat de lezer daarbij onjuist geïnformeerd wordt.

Het volgrecht kent voor- en tegenstanders. Feit is dat ook Nederland er, krachtens Europese wetgeving, “aan” moet.
Het droit de suite (en niet “suivre’)  geldt in Nederland in tegenstelling tot wat meermalen gemeld wordt, (nog) niet voor erfgenamen van kunstenaars. Slechts levende kunstenaars van wie werk wordt doorverkocht boven de 3000 euro, hebben recht op een vergoeding. In Frankrijk is dat drempelbedrag, zoals in alle ons omringende landen, veel lager waardoor de rechtvaardiging van dat volgrecht zoveel acceptabeler wordt: ook kunstenaars die nog niet arrivé zijn, krijgen een vergoeding bij doorverkoop van hun werk. Ook bekende Nederlandse kunstenaars (waaronder Karel Appel) ontvangen sinds jaar en dag volgrechtvergoedingen uit bijvoorbeeld Frankrijk en Denemarken`.

In Engeland is het volgrecht enkele dagen geleden van kracht geworden. Het drempelbedrag aldaar is 1000 euro.
In Nederland zal de administratieve rompslomp voor de kunsthandel en veilingwezen vooralsnog meevallen dankzij de hoge drempel en het feit dat er vooral van reeds overleden kunstenaars een groot aantal werken wordt verkocht. Beeldrecht pleitte tevergeefs lange tijd voor collectieve afspraken tussen kunstenaars en marktpartijen en zal ook nu, bij het ontbreken daarvan,  het voor alle partijen zo efficiënt mogelijk willen inrichten.

(De implementatiewetgeving is overigens vandaag gepubliceerd in Staatsblad 2006,60, ziewww.volgrecht.nl)

IEF 1644

Schrikkelbericht

Onder de titel "Oranjefeest cafés mogelijk verstoord" bericht zibb.nl dat "Horecaondernemers die een graantje willen meepikken van de oranjekoorts rond het WK Voetbal komende zomer, rekening moetenhouden met een factuur van Videma. De auteursrechtenorganisatie start een grootscheepse campagne om ‘vertoning van tv-beelden in cafés legaal te maken’." Lees hier meer. Persbericht Videma hier.

IEF 1643

Verzoek om vervolgrecht

De NRC is tegen het volgrecht. In het hoofdartikel van 10 februari jl. schrijft de krant o.a: "De hele Europese Unie is gedegradeerd als vestigingsplaats voor kunsthandelaren en daarmee ook voor kunstenaars. Om die reden hebben vooraanstaande kunstenaars als Karel Appel, Georg Baselitz en Arnulf Rainer partij voor de galerieën gekozen en tegen het volgrecht geprotesteerd. Amerika en Zwitserland worden aantrekkelijker vestigingsplaatsen omdat daar het volgrecht niet bestaat. Het aandeel van Europa op de internationale kunstmarkt is al snel aan het dalen, ten gunste van Amerika en New York, waar de grote transacties heen verhuizen.

De Britse regering, die heeft laten berekenen dat de invoering van het volgrecht daar wel 1 miljard euro per jaar kost aan omzetderving van de kunsthandel, heeft in Brussel uitstel van de maatregel tot 2012 bedongen.

De Eerste Kamer heeft aan minister Donner gevraagd de maatregel in 2008 te evalueren. Dat zal dan toch eerst in Brussel moeten gebeuren, waar de Nederlandse regering een coalitie zou moeten vormen om de volgrecht-richtlijn weer in te trekken. Europa moet de creatieve bedrijvigheid maximale ruimte geven." Lees het gehele artikel hier.

IEF 1642

Toelaatbare reproductie

‘Lucratief archiveren’, column van Caspar Wenckebach in het FD van gisteren over het cachen van websites door zoekmachines. Columns scheren meestal helaas slechts over de oppervlakte, en ook Wenckebach ziet geen gelegenheid om de juridische diepte in te gaan. Jammer, maar wellicht komt dat nog.

“Maar het is altijd een beetje blijven rommelen rond de juridische toelaatbaarheid van Google Cache. Vorige maand deed een Amerikaanse rechter uitspraak in een door een advocaat aangespannen zaak tegen Google. De advocaat was het oneens met het door Google zonder toestemming archiveren van op zijn website gepubliceerde artikelen. De rechter was echter van mening dat Google zich niet aan auteursrechtinbreuk schuldig had gemaakt. Volgens de rechter was daarbij van belang dat het alleen maar ging om het maken van een tijdelijke technische kopie. Bovendien werd de advocaat verweten dat hij eenvoudig aan Google had kunnen aangeven dat zijn webpagina's niet door Google gearchiveerd mogen worden. Uit het vonnis klinkt door dat de rechter het eigenlijk maar een onzinclaim vindt, maar ik denk dat het laatste woord er nog niet over gesproken is. Er is hier natuurlijk niet alleen maar sprake van het maken van een tijdelijke technische kopie, maar van een geheel zelfstandige commerciële dienst, waarmee Google geld verdient. “

In het Rapport van de Studiecommissie Informatiemaatschappij van de Vereniging voor Auteursrecht, 10 oktober 2002 wordt nog getwijfeld aan de toelaatbaarheid van zoekmachine-caching onder het Europese / Nederlands auteursrecht, maar verder is er, zo te zien, nog maar weinig over gepubliceerd.

“Zo geeft de MvT (pagina 38) bijvoorbeeld wel aan dat de voorgestelde bepaling beoogt “(bepaalde vormen van) ‘cachen’” mogelijk te maken, maar wordt verder niet aangegeven voor welke vormen dit wel en niet zou gelden. Hierdoor is bijvoorbeeld niet duidelijk wat naar toekomstig auteursrecht zou gelden voor de zogenaamde Google-cache (regelmatig op-gevraagde pagina’s die de zoekmachine Google voor haar klanten in cache houdt). Google zou kunnen betogen dat deze vorm van cachen economisch essentieel is, in ieder geval voor Google zelf, maar anderzijds is ook verdedigbaar  dat de Google-cache zelfstandige economische betekenis heeft, aangezien lang niet iedere zoekmachine een dergelijke service voor versneld opvragen van webpagina’s aanbiedt. In dat geval wordt niet voldaan aan de eisen van een toelaatbare reproductie.

Door te volstaan met het in vrijwel gelijke bewoordingen overnemen van artikel 5 lid 1 Richt-lijn. en ook in de MvT nogal op de vlakte te blijven, zal de reikwijdte van de beperking in belangrijke mate een kwestie van rechtersrecht worden. De Studiecommissie vindt het op zichzelf ongelukkig dat de wetgever de gelegenheid voorbij laat gaan om op onderdelen meer verduidelijking te bieden c.q. grenzen aan te geven. Anderzijds biedt de voorgestelde bepaling de nodige flexibiliteit bij het beantwoorden van vragen waartoe de Richtlijn en de aangepaste Auteurswet in de praktijk aanleiding zullen geven.”

Nadere beschouwingen en doorwrochte meningen over het onderwerp zijn altijd welkom. Schroom niet en mail.

Lees column Caspar Wenckebach hier, rapport studiecommisie hier.

IEF 1641

Niet mokken

Rechtbank ’s-Gravenhage, 15 februari 2006, HA ZA 04-2892. Home Products Benelux B.V. / Atag Etna Pelgrim Home Products B.V. Tegen Boretti B.V.

Nog geen auteursrechtelijke bescherming voor recepten, maar wel alvast voor kookplaten. Atag vordert Boretti te verbieden om inbreuk te maken op haar auteursrechten terzake de gaskookplaat, alsmede terzake de wokdrager en/of pandrager. Alleen de gehele gaskookplaat wordt beschouwd als een ongeoorloofde verveelvoudiging in gewijzigde vorm.

De rechtbank behandelt allereerst de beweerdelijke inbreuk van de losse pan- en wokdragers. "De rechtbank kan er daarbij veronderstellenderwijs van uitgaan dat deze individuele pan- en wokdragers een auteursrechtelijk te beschermen werk opleveren, nu zij van oordeel is dat voor geen van beide dragers van inbreuk sprake is." Ten aanzien van de pan- en wokdragers stelt de rechtbank dat de totaalindrukken onvoldoende overeenstemmen en dat, gezien de relatief eenvoudige ontwerpen, Boretti voldoende afstand heeft gehouden.

Voor de kookplaat als geheel ligt dat anders. Bij dupliek heeft Boretti nog wel genoemd dat de kookplaat van Atag niet in aanmerking komt voor auteursrechtelijk bescherming, maar heeft die stelling niet nader onderbouwd. Integendeel, desgevraagd heeft Boretti zelfs geen concreet voorbeeld kunnen geven van haar stelling dat Atag met haar kookplaat de trend “bestaande uit een strakke vormgeving van zwarte glazen rechthoekige bodemplaten met zwarte branders en knoppen” zouden hebben nagevolgd.

Mede in aanmerking genomen dat aan Atag voor het ontwerp de 'Goed Industrieel ontwerp prijs 1998' heeft gekregen en Boretti onvoldoende heeft weersproken dat tot aan het op de markt komen van de gaskookplaten van Atag niet zozeer individuele pandragers maar roosters werden ingezet, gaat de rechtbank ervan uit dat de kookplaat is te beschouwen als een werk in de zin van de auteurswet.

De totaalindrukken van beide kookplaten vertonen een dusdanige gelijkenis, dat de gaskookplaten van Boretti niet als zelfstandige werken zijn aan te merken. "Bij dit een en ander is verder van doorslaggevend belang dat ook al zouden sommige van eerder genoemde keuzes ieder voor zich een uiting van een stijl/trend (“terughoudend” design) zijn of in zekere mate technisch bepaald (er zouden voor de branderconfiguratie maar drie mogelijkheden zijn: wokbrander links, rechts of in het midden), zoals door Boretti betoogd, door toepassing van juist deze combinatie van voornoemde keuzes, Boretti onvoldoende afstand heeft gehouden." Het grootste verschil tussen de twee kookplaten, te weten de stand van de branders (+-vorm en x-vorm) creëert geen wezenlijk andere totaalindruk. Gelet op de overeenstemming is het vermoeden gerechtvaardigd dat Boretti haar ontwerp aan Atag heeft ontleend.

Lees hier het vonnis.

IEF 1638

Inhaber (2)

In aansluiting op de conclusie van AG HvJ D. Ruiz-Jarabo Colomerin de zaak Uradex, zie hieronder, en ook aardig als bijbericht in de Nederlandse Thuiskopie-affaire: De Belgische rechtenorganisatie Uradex mag dan van de AG geen toestemming nodig te hebben om rechthebbenden te vertegenwoordigen, in de praktijk blijkt dat ze het ook niet nodig vindt om rechthebbenden te betalen:

"Uradex, de vereniging die de naburige rechten van uitvoerende kunstenaars int en verdeelt, vraagt minister van Economische Zaken Marc Verwilghen haar vergunning niet in te trekken.
 
Uradex kreeg kritiek omdat ze al jaren rechten int, zonder dat er uitbetalingen aan artiesten plaatsvonden. Sinds kort loopt de uitbetaling vlotter. "Too little, too late", vond Verwilghen. Hij besliste de vergunning van de vereniging in te trekken.”

Lees hier en hier meer. Eerder bericht over Nederlandse Thuiskopie-affaire hier.

IEF 1637

Inhaber

Conclusie AG D. Ruiz-Jarabo Colomer, 14 februari 2006, zaak C-169/05. Uradex SCRL tegen Union Professionnelle de la Radio et de la Télédistribution / Société Intercommunale pour la Diffusion de la Télévision (Brutele).

Voorstel voor antwoord op Belgische prejudicieële vragen. Rechtenorganisatie hebben voor vertegenwoordiging geen toestemming nodig van rechthebbenden. Conclusie is nog niet beschikbaar in het Nederlands.

Vraag: Ist Artikel 9 Absatz 2 der Richtlinie 93/83/EWG des Rates vom 27. September 1993 zur Koordinierung bestimmter urheber- und leistungsschutzrechtlicher Vorschriften betreffend Satellitenrundfunk und Kabelweiterverbreitung dahin auszulegen, dass eine Verwertungsgesellschaft, die als bevollmächtigt gilt, die Rechte eines Urheberrechtsinhabers oder Inhabers verwandter Rechte, der die Wahrnehmung seiner Rechte keiner Verwertungsgesellschaft übertragen hat, wahrzunehmen, nicht das Recht dieses Inhabers, einem Kabelunternehmen die Erlaubnis zur Kabelweiterverbreitung einer Sendung zu erteilen oder zu verweigern, ausüben kann, da sie nur mit der Wahrnehmung der Rechte des Inhabers in finanzieller Hinsicht beauftragt ist?

Antwoord:  Wenn sich schließlich Inhaber, die keine besondere Gesellschaft bevollmächtigt haben, separat einem über Kabel verbreiteten Fernsehprogramm widersetzen könnten, indem sie andere Gründe vorbringen als die, die in der kollektiven Vereinbarung berücksichtigt worden sind, oder ihre Zustimmung ungeachtet der gemeinsam vereinbarten Bedingungen geben könnten, würde die Rechtsunsicherheit auf dem Sektor fortbestehen, und der Gemeinschaftsnorm wäre jede praktische Wirksamkeit genommen.

Artikel 9 Absatz 2 der Richtlinie erlaubt der Gesellschaft, die als bevollmächtigt gilt, die Rechte der Inhaber zu verwalten, die keine bestimmte Organisation ausdrücklich beauftragt haben, die Zustimmung zur Verwertung der Werke und Leistungen dieser Inhaber zu erteilen. Lees de conclusie hier.

IEF 1627

Predikbeurten

Kamerstuk 29680, nr. 8, 2e Kamer. Voorstel van wet van de leden Örgü en Bakker tot wijziging van de Mediawet (regeling verstrekking programmagegevens). Verslag  van de vaste commissie voor OC&W. Sommige leden zijn voor, andere tegen.

“Ook willen de leden weten wat de exacte definitie is van het begrip ‘programmagegevens’. Raakt dit alleen de omroepen of zijn programmagegevens in juridische zin wellicht ook het geestelijk eigendom van programmamakers, zo vragen zij. Uiteraard kan het geestelijk eigendom door programmamakers worden overgedragen aan een omroeporganisatie, maar, zo willen de leden weten, kan door middel van de voorgestelde wetswijziging dit ook eenzijdig worden ‘onteigend’? Hoe denken de auteursrechtelijke organisaties over dit vraagstuk en wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden die de Europese wetgever in dit opzicht biedt?”

“Verder zijn de leden benieuwd in hoeverre sprake is van auteursrecht op de inhoud van bepaalde programma’s en de daaraan gekoppelde programmagegevens. Hoe oordelen de indieners van de wetswijziging over deze vraag?”

“Is het overigens wel mogelijk om het auteursrecht op dit punt voor te behouden gelet op de meest recente Europese richtlijn waarin een limitatieve opsomming is opgenomen van mogelijkheden om het auteursrecht te beperken?” Lees het volledige verslag hier.

IEF 1626

Moeder aller nieuwssites (3)

In aansluiting op dit eerdere bericht meldt Planet.nl dat De Nederlandse Dagbladpers (NDP) Google Benelux uitnodigt om te praten over 'zakelijke afspraken'. Volgens de NDP worden rechten van uitgevers geschonden en zijn hierover 'zakelijke afspraken' noodzakelijk.

Marc Duijndam, algemeen directeur van Google Benelux in Amsterdam, zegt in het artikel over de uitnodiging: "Natuurlijk nemen wij die aan. We gaan praten en uitleggen hoe het werkt. Want volgens mij komt de onrust voort uit angst omdat ze niet helemaal weten hoe het in de praktijk werkt." Lees hier meer. persberichtje NUV hier.

IEF 1625

IE-directeur

Vandaag in de innovatiebijlage van het FD: ‘Ideeën vragen management’ een artikel van twee pagina’s Robert Pitkethly. Artikel gaat in op de noodzaak van gespecialiseerd IE management bij bedrijven, of zelfs van de aanstelling van een IE-directeur. In het artikel wordt voor IE-rechten de afkorting IER’s gebruikt als vertaling voor de Engelse standdaardafkorting IPR. Een korte samenvatting in citaten:

“Intellectuele eigendom, zoals octrooien en auteursrechten, is een van de sleutelactiva van elke innovatieve organisatie en verdient dan ook de bijzondere aandacht van de bedrijfstop. In sommige gevallen kan dat zelfs leiden tot de aanstelling van een IE-directeur om de rechten zowel intern als extern te managen.”

“Een vergissing die echter voorkomen moet worden, is IE-management te beschouwen als een zuiver juridische kwestie. Zowel juridische expertise als integratie in het algemeen beheer van de onderneming is vereist om het arsenaal aan interne en externe IE-managementkwesties te managen die binnen en tussen bedrijven ontstaan.”

“Als IE een van de essentiële bedrijfsmiddelen van de onderneming is, dan verdient hij evenveel aandacht van het topmanagement als andere sleutelelementen van het bedrijf. De toestand verschilt wellicht niet veel met die waarin IT zich enkele jaren geleden bevond en we zullen in de toekomst dan ook meer IE-managers zien opduiken in raden van bestuur.”

“Een laatste punt over IE-management binnen ondernemingen is dat het voltallige personeel zich ervan bewust moet zijn dat er zoiets bestaat als intellectuele eigendom, wie er de verantwoordelijkheid over draagt en hoe een verkeerde aanpak vermeden kan worden.”

“Gespecialiseerd juridisch advies is nodig, maar tegelijkertijd is IE niet alleen maar een juridische kwestie. Hij moet beschouwd worden als een strategisch bedrijfsmiddel dat pas goed beheerd wordt als het geïntegreerd wordt in het algemeen management en niet in afzondering gehouden wordt.” Lees het artikel hier. Meer over Robert Pitkethly hier.