DOSSIERS
Alle dossiers

Woord- en of beeldmerk  

IEF 21666

"Put Putin In" kan niet als Uniemerk worden geregistreerd

EUIPO - OHIM 28 aug 2023, IEF 21666; (Christer Hedlund tegen EUIPO), https://delex.nl/artikelen/put-putin-in-kan-niet-als-uniemerk-worden-geregistreerd

EUIPO 23 augustus 2023, IEF 21666; 018843822 (Christer Hedlund/EUIPO) Het EUIPO heeft een aanvraag voor inschrijving van het Uniewoordmerk 'Put Putin In' voor kleding en hoofddeksels afgewezen. Deze afwijzing baseert het EUIPO op artikel 7.1 onder f van de EU Trademark Regulation. Volgens deze bepaling kunnen woordmerken die in strijd zijn met de openbare orde of aanvaardbare morele beginselen worden afgewezen. Het EUIPO oordeelt dat het merk 'Put Putin In' het publieke moraal schendt, gezien rol van Poetin in de oorlog in Oekraïne. Hiermee maakt de aanvrager misbruik van een tragedie voor commerciële doeleinden. Een afwijzing gebaseerd op deze grond komt zelden voor.

IEF 21595

Merkengevecht om letter "M"

EUIPO - OHIM 27 jul 2023, IEF 21595; Oppositie Nо. B3131432 (Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft tegen Monster Energy Company ), https://delex.nl/artikelen/merkengevecht-om-letter-m

European Intellectual Property Office 27 juli 2023, oppositienr. B 3 131 432, IEF 21595 (BMW tegen Monster Energy Company) Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft (hierna: BMW) heeft oppositie ingediend tegen de inschrijving van het logo van Monster Energy in klasse 12 (voertuigen). De reden hiertoe is dat beide beeldmerken een M bevatten en dit tot verwarring kon leiden indien beide beeldmerken voor voertuigen gebruikt worden, aldus BMW. 

Het EUIPO oordeelt dat het relevante publiek - consumenten - extra goed opletten bij aanschaf van een voertuig. Daar komt bij dat de tekens visueel gezien niet op elkaar lijken. Het concept van een gestileerde letter is grootste overeenkomst tussen de merken. Het enkele overeenkomen van een letter in een beeldmerk is echter op zichzelf niet voldoende om oppositie toe te wijzen: er dienen ook andere aspecten in acht te worden genomen. Het teken van Monster Energy zal slechts door een deel van de consumenten worden opgevat als een stylishe letter "M", maar de rest als puur figuratief zal worden gezien, en dus niet als een letter maar als een klauw-achtig figuur.

Met het bovenstaande in acht genomen oordeelt het EUIPO dat het publiek deze tekens door haar grote oplettendheid en de visuele verschillen tussen de tekens niet met elkaar zal verwarren. De oppositie wordt daarom afgewezen.

IEF 21221

Ongerechtvaardigd voordeel Marlboro's 'red rooftop'

Gerecht EU (voorheen GvEA) 21 dec 2022, IEF 21221; EU:T:2022:843 (MARLBORO tegen International Masis Tabak), https://delex.nl/artikelen/ongerechtvaardigd-voordeel-marlboro-s-red-rooftop

Gerecht EU 21 december 2022; IEF 21221, IEFbe 3617; T‑44/22, ECLI:EU:T:2022:843 (MARLBORO tegen International Masis Tabak)  Deze zaak betreft de welbekende ‘red rooftop’ die op de sigarettenpakjes van het merk Marlboro prijkt. Het bestreden teken is afkomstig van een Armeense tabaksfabrikant, International Masis Tabak. Het Gerecht EU (eerste kamer) bevestigt dat het bestreden teken, die bescherming zoekt voor tabak en sigaretten (klasse 34), oneerlijk voordeel geniet van de reputatie van het eerdere merk. Het Gerecht merkt in dat verband op dat het teken van Masis puur figuratief is, gegeven het feit dat het verbale element onleesbaar is. Het Gerecht oordeelt daarnaast dat de twee tekens een dominant element gemeen hebben, te weten, een gekleurde veelhoek in het bovenste deel van het teken. Ondanks hun verschil (in kleur), hebben zij een zelfde impressie, namelijk dat van een witte driehoek. Masis Tabak is het niet eens met deze conclusie, gezien zij in hun verzoek van inschrijving hebben toeglicht dat de lijnen in vorm van een driehoek juist lijken op de toppen van een berg.  Het Gerecht oordeelt echter dat dit de perceptie van Masis betreft en niet die van het relevante publiek.

IEF 18633

Spoedeisend belang bij vordering nu faillissement dreigt

Rechtbank Den Haag 19 jul 2019, IEF 18633; Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBDHA:2019:7376 (Nirea tegen Z&P Expat), https://delex.nl/artikelen/spoedeisend-belang-bij-vordering-nu-faillissement-dreigt

Rechtbank Den Haag 19 juli 2019, IEF 18633; ECLI:NL:RBDHA:2019:7376 (Nirea tegen Z&P Expat) Handelsnaam. Merkenrecht. Boete. Spoedeisend belang. Nirea exploiteert een onderneming onder de handelsnaam Expatise. Nirea houdt in deze hoedanigheid enige merken. Z&P is ook een onderneming gaan drijven onder deze naam. Nirea heeft bij brief gesommeerd gebruik van deze merknaam te staken. Z&P heeft een onthoudingsverklaring ondertekend, maar gebruikt de term toch nog. Nirea vordert voor de rechter te gebieden gebruik van de handelsnaam te staken en verbeurde boetes te betalen. Dit eerste wordt afgewezen nu Nirea haar activiteiten heeft verhangen naar een andere vennootschap met dezelfde bestuurders, namelijk Z&P Advies. Wel is aannemelijk dat er spoedeisend belang is bij betaling van de boetes nu een faillissement dreigt voor Z&P.

IEF 18496

Reclames huidcrème Lidl zijn misleidend én maken inbreuk op merkrechten La Prairie

Rechtbanken 31 mei 2019, IEF 18496; ECLI:NL:RBAMS:2019:3868 (La Prairie tegen Lidl), https://delex.nl/artikelen/reclames-huidcr-me-lidl-zijn-misleidend-n-maken-inbreuk-op-merkrechten-la-prairie

Vzr. Rechtbank Amsterdam 31 mei 2019, IEF 18496; RB 3317, ECLI:RBAMS:2019:3868 (La Prairie tegen Lidl) Reclamerecht. Merkenrecht. Vergelijkende reclame. La Prairie biedt huidverzorgingsproducten aan, en is in deze hoedanigheid houdster van het internationale woordmerk ‘La Prairie’. Lidl is een levensmiddelenbedrijf, en heeft gestunt met soortgelijke huidverzorgingsproducten, waarbij La Prairie herhaaldelijk werd aangehaald. La Prairie vordert nu elk gebruik van het merk door Lidl te verbieden, en elke vergelijking in de reclames te verbieden. Lidl slaagt er niet in aan te tonen dat de gegevens in haar reclame juist zijn, nu slechts deels dezelfde ingrediënten worden gebruikt, en de resultaten van het gebruik ook zullen verschillen, terwijl in de reclame de indruk wordt gewekt dat deze gelijk zullen zijn. Daarnaast heeft Lidl een sub c inbreuk gemaakt op de merkrechten van La Prairie, nu Lidl heeft geprofiteerd van de reputatie van dit merk. Lidl wordt veroordeeld gebruik van de term La Prairie te staken en eerder gebruik te rectificeren.

IEF 18433

Uitspraak ingezonden door Michiel Ellens, Ellens

Vonnis producten met dierenfamilie niet voldoende nagekomen

Rechtbanken 25 apr 2019, IEF 18433; (Pet Bedding tegen Joris No Smell), https://delex.nl/artikelen/vonnis-producten-met-dierenfamilie-niet-voldoende-nagekomen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 25 april 2019, IEF 18433 (Pet Bedding tegen Joris No Smell) Merkenrecht. Partijen hebben samengewerkt op het gebied van zogenoemde 'bodembedekkers' voor (knaag)dierverblijven. Bij vonnis in kort geding (zie IEF 18094) heeft de voorzieningenrechter een aantal veroordelingen uitgesproken jegens eiser. Eiser eist nu het staken en gestaakt houden van tenuitvoerlegging van het eerdergenoemde vonnis in kort geding. In reconventie eist gedaagde het staken van het verhandelen van producten voorzien van het merkteken, en deze af te geven aan gedaagde. Daarnaast eist gedaagde in reconventie dat eiser rectificaties doet uitgaan, en een overzicht overlegt van geproduceerde en verkochte producten. Tot slot vordert gedaagde dat eiser geen uitlatingen meer zal doen waarin de merknaam ‘Joris No Smell’ gebruikt wordt. Het vonnis is niet correct nageleefd, waardoor dwangsommen zijn verbeurd. De vorderingen omtrent het gebruik van de afbeelding van de dierenfamilie worden toegewezen nu het verweer dat er sprake is geweest van voorgebruik niet kan slagen omdat de eerder gebruikte afbeeldingen qua vormgeving afwijkend zijn. De vordering tot afstaan van de producten wordt afgewezen, nu het niet om de producten maar enkel de verpakking gaat en ompakking mogelijk is. Er is onvoldoende grond de overige vorderingen toe te wijzen.

IEF 18421

Advies AG: sta-zakje Capri Sun zodanig technisch bepaald dat inschrijving nietig is

Hoge Raad 25 apr 2019, IEF 18421; ECLI:NL:PHR:2019:433 (Capri sun tegen Riha Wesergold), https://delex.nl/artikelen/advies-ag-sta-zakje-capri-sun-zodanig-technisch-bepaald-dat-inschrijving-nietig-is

AG bij de Hoge Raad 29 maart 2019, IEF 18421; ECLI:NL:PHR:2019:433 (Capri Sun tegen Riha Wesergold) Merkenrecht. Techniekuitzondering art. 2.1 lid 2 BVIE (oud). Capri Sun brengt stazakjes (kinder)vruchtensap op de markt en is houdster van het Benelux driedimensionaal vormmerk. Het hof oordeelde [IEF 17379] met de rechtbank Amsterdam [IEF 14511] dat het vormmerk nietig is. Zijn de wezenlijke kenmerken van een vormmerk, dat betrekking heeft op een sta-zakje voor vruchtensap, zodanig technisch bepaald dat de inschrijving nietig is? De AG concludeert tot afwijzing van het cassatieberoep. Uitleg rechtsregels uit HvJ EG 18 juni 2002, ECLI:EU:C:2002:377, NJ 2003/481 (Philips/Remington) [IEF2853].

IEF 18390

HvJ EU: Inbreuk op testlabel-merk als derde ongerechtvaardigd voordeel trekt

HvJ EU 11 apr 2019, IEF 18390; ECLI:EU:C:2019:317 (OKO-Test Verlag tegen Dr. Rudolf Liebe Nachf), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-inbreuk-op-testlabel-merk-als-derde-ongerechtvaardigd-voordeel-trekt

HvJ EU 11 april 2019, IEF 18390, IEFbe 2863; ECLI:EU:C:2019:317 (ÖKO-Test Verlag tegen Dr. Rudolf Liebe Nachf) Merkenrecht.

1) Artikel 9, lid 1, onder a) en b), [UniemerkenVo] en artikel 5, lid 1, onder a) en b) [Merkenrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat de houder van een individueel merk bestaande uit een testlabel zich op grond van die bepalingen niet ertegen kan verzetten dat een derde een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met dit merk aanbrengt op waren die noch dezelfde zijn als noch soortgelijk zijn aan de waren of diensten waarvoor dat merk is ingeschreven.

2) Artikel 9, lid 1, onder c), van verordening nr. 207/2009 en artikel 5, lid 2, van richtlijn 2008/95 moeten aldus worden uitgelegd dat de houder van een bekend individueel merk bestaande uit een testlabel zich op grond van die bepalingen ertegen kan verzetten dat een derde een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met dit merk aanbrengt op waren die noch dezelfde zijn als noch soortgelijk zijn aan die waarvoor dat merk is ingeschreven, indien is aangetoond dat deze derde daardoor ongerechtvaardigd voordeel trekt uit of afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van dat merk en de derde in dit geval niet heeft aangetoond dat er een „geldige reden” in de zin van die bepalingen is voor het aanbrengen van dat teken.

 
IEF 18392

Uitspraak ingezonden door Moïra Truijens en Mathijs Peijnenburg, Hoogenraad & Haak.

Geen verwarringsgevaar ondanks identieke namen Sea You restaurant en hotel

Rechtbanken 10 apr 2019, IEF 18392; (Sea You tegen Hotel de Ossewa), https://delex.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-ondanks-identieke-namen-sea-you-restaurant-en-hotel

Vrz. Rechtbank Den Haag 10 april 2019, IEF 18392 (Sea You tegen Hotel de Ossewa) Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Eiseres, Sea You, is op 1 januari 2015 opgericht en runt een restaurant aan de kust in Velsen-Noord. Voor 1 januari 2015 was de exploitatie van dit restaurant ondergebracht in Sea You B.V. In de exploitatie van het restaurant Sea You komt deze term herhaaldelijk voor. Tot 21 september was de voorganger van eiser houder van het woordmerk Sea You. De registratie is vervallen omdat deze niet tijdig is verlengd. Gedaagden zijn eigenaar van een hotel aan de kust in Noordwijk. Dit hotel is sinds het in eigendom overgaan op gedaagden in april 2015 de handelsnaam ‘Sea You Hotel Noordwijk’ gaan voeren. Eiseres vordert stelt dat dit een inbreuk is op haar merkrecht. De handelsnaam is niet beschrijvend van aard. De handelsnaam heeft dus onderscheidend vermogen. Er is geen verwarringsgevaar nu de ondernemingen op verschillende locaties verschillende diensten aanbieden. Er is geen sprake van een merkdepot te kwader trouw, nu enkel het weten van het bestaan van een eerder merk hier onvoldoende grond voor is. Verder is er ook geen sprake van onrechtmatig handelen. Eiseres moet als in het ongelijk gestelde partij de proceskosten vergoeden, haar vorderingen worden afgewezen.

IEF 18351

HvJ EU: Door aanvrager gegeven kwalificatie als kleur- of beeldmerk vormt relevant element voor beoordeling

HvJ EU 27 mrt 2019, IEF 18351; ECLI:EU:C:2019:261 (Hartwall), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-door-aanvrager-gegeven-kwalificatie-als-kleur-of-beeldmerk-vormt-relevant-element-voor-beoord

HvJ EU 27 maart 2019, IEF 18351; IEFbe 2859; C‑578/17; ECLI:EU:C:2019:261 (Hartwall) Kleurmerk of beeldmerk – Grafische voorstelling van een merk in de vorm van een afbeelding. Naar aanleiding van een tussenbeslissing van het nationale bureau voor de intellectuele eigendom heeft Hartwall toegelicht dat zij verzocht om inschrijving van het litigieuze merk als „kleurmerk” en niet als beeldmerk. HvJ EU:

1)      Artikel 2 en artikel 3, lid 1, onder b), [Merkenrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat de door de aanvrager bij inschrijving aan een teken gegeven kwalificatie als „kleurmerk” of „beeldmerk” een van de relevante elementen vormt voor de beoordeling of dit teken een merk kan vormen in de zin van artikel 2 van deze richtlijn en of, in voorkomend geval, dit teken onderscheidend vermogen heeft in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van deze richtlijn, maar dat deze kwalificatie de bevoegde merkenrechtelijke autoriteit niet ontheft van haar verplichting om over te gaan tot een concrete en globale analyse van het onderscheidend vermogen van het betrokken merk, hetgeen betekent dat die autoriteit de inschrijving van een teken als merk niet kan weigeren op de loutere grond dat dit teken geen onderscheidend vermogen heeft verkregen door het gebruik dat ervan is gemaakt voor de geclaimde waren of diensten.