De rechtbank van koophandel oordeelt allereerst dat VEBIC niet ontvankelijk is in haar vordering; zij is geen merkhouder, maakt geen deel uit van het bedrijfsleven en kan als zijnde een VZW (vereniging zonder winstgevend doel) niet in rechte optreden voor het algemeen belang van haar leden. Ten aanzien van de VZW VLAM oordeelt de rechtbank dat zij een eigen, rechtstreeks belang heeft als merkhouder en dus wel ontvankelijk is.
De rechtbank volgt het standpunt van NV Ceres dat de vorderingen van eiseres tegenstrijdig voorkomen: “Overwegende dat alhier enkel kan vastgesteld worden dat eiseressen, zelf een weinig consequente houding aannemen, nu zij zowel een nietigheidsvordering instellen wegens een zogezegd niet onderscheidend en/of louter beschrijvend karakter van het samengesteld merk van verweerster, als een inbreukvordering op grond van artikel 13 A 1 b en c BMW (art. 2.20 1 b en c BVIE), en/of aldus wegens een (inbreukmakend) merkgericht gebruik, hetzij een gebruik ter onderscheiding van waren of diensten, van een naar hun oordeel overeenstemmend teken. (…) Dat inderdaad niet in te zien valt hoe er van een teken dat louter beschrijvend zou zijn en/of aldus ieder onderscheidend vermogen zou missen, en derhalve in dusdanig geval de wezenlijke functie van het merk niet zou kunnen vervullen, een merkgericht gebruik zou kunnen gemaakt worden.”
Volgens de rechtbank heeft het samengestelde merk van NV Ceres (de combinatie van woord en beeld) wel onderscheidend vermogen. De inbreukvordering van VLAM is ongegrond omdat de totaalindruk van beide merken visueel en auditief verschillen. Verwarringsgevaar is niet aannemelijk.
NV Ceres heeft met succes een tegenvordering ingesteld, ertoe strekkende dat het depot van VLAM vervallen wordt verklaard voor de waren uit klasse 30 (brood, banketbakkers- en suikerbakkerswaren). VLAM heeft immers normaal gebruik gemaakt van het merk ten aanzien van deze waren. VLAM produceert zelf geen broodwaren en zij heeft ook niet aangetoond dat zij het gebruik van haar merk ter onderscheiding van brood en banketbakkerswaren in licentie heeft gegeven.
Lees het vonnis hier.