Merkenrecht  

IEF 18532

Inbreuk Unierechten door verhandelen nep-artikelen

Rechtbank Den Haag 12 jun 2019, IEF 18532; ECLI:NL:RBDHA:2019:5988 (Popsockets tegen VOF), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-unierechten-door-verhandelen-nep-artikelen

Rechtbank Den Haag 12 juni 2019, IEF 18532, RB 3324; ECLI:NL:RBDHA:2019:5988 (PopSockets tegen VOF) Merkenrecht. Modellenrecht. Inbreuk. PopSockets verkoopt een button en houder in een combi-pack dat achterop een mobiele telefoon of een ander elektronisch apparaat kan worden aangebracht en is houder van de merken en het model. De VOF exploiteert een groot- en detailhandel in partijgoederen en verkoopt deze goederen via internet en op markten. De VOF plaatst op Facebook en Marktplaats advertenties waarin zij namaak Popsockets te koop aanbiedt. VOF heeft inbreuk heeft gemaakt op de Uniemerken.

IEF 18527

Het Zorg Domein maakt inbreuk op handelsnaam ZorgDomein

Rechtbank Midden-Nederland 12 jun 2019, IEF 18527; ECLI:NL:RBMNE:2019:2684 (ZorgDomein tegen Het Zorg Domein), https://delex.nl/artikelen/het-zorg-domein-maakt-inbreuk-op-handelsnaam-zorgdomein

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 12 juni 2019, IEF 18527; ECLI:NL:RBMNE:2019:2684 (ZorgDomein tegen Het Zorg Domein) Inbreuk. Merkenrecht. Domeinnaam. Handelsnaamrecht. ZorgDomein biedt een online platform aan in de zorg, waarmee zorgverleners patiënten kunnen verwijzen naar andere zorgverleners en gebruikt ZorgDomein als handelsnaam. Het Zorg Domein adviseert organisaties in de ouderen- en gehandicaptenzorg over organisatieveranderingen en gebruikt als handelsnaam Het Zorg Domein. Het is waarschijnlijk dat een bodemrechter het merk van ZorgDomein nietig zal verklaren op grond van art. 2.2bis lid 1 sub c BVIE, omdat het merk uitsluitend bestaat uit benamingen die de kenmerken van de diensten van ZorgDomein kunnen aanduiden. De vorderingen van ZorgDomein worden wel toegewezen voor zover deze zijn gebaseerd op art. 5 Hnw, omdat Het Zorg Domein inbreuk maakt op de handelsnaam van ZorgDomein. Omdat de domeinnaam hetzorgdomein.nl de handelsnaam van Het Zorg Domein bevat, mag zij deze domeinnaam ook niet meer gebruiken. Het Zorg Domein is geen houder van deze domeinnaam maar wordt veroordeeld om het bedrijf The Media House op te dragen deze domeinnaam door te halen of over te dragen aan ZorgDomein.

IEF 18518

Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof, Shaharzaad Said en Gerard van der Wal, Windt Le Grand Leeuwenburgh

Vordering tot vrijwaring toegestaan in langlopende Bacardi-zaak

Rechtbanken 12 jun 2019, IEF 18518; (Bacardi tegen Loendersloot), https://delex.nl/artikelen/vordering-tot-vrijwaring-toegestaan-in-langlopende-bacardi-zaak

Rechtbank Den Haag 12 juni 2019, IEF 18518 (Bacardi tegen Loendersloot) Merkenrecht. Inbreuk. Vrijwaringsincident. Aanhoudingsincident. Bacardi is (licentie)houdster en distributeur in de Benelux van de Bacardi-merken. Bacardi stelt dat gedaagden zich bezighouden met in -en uitvoer van grote partijen Bacardi-producten die niet door of met toestemming van Bacardi in de handel zijn gebracht, dat zij betrokken zijn bij het decoderen van Bacardi-producten en op commerciële schaal diensten verlenen die door derden worden gebruikt om inbreuk te maken op de Bacardi-merken.

IEF 18516

Arubaans merkenrecht betreft uitsluitend beschrijvende tekens, soortaanduiding is geen merk

Antilliaanse Gerechten 16 apr 2019, IEF 18516; Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:OGHACMB:2019:82 (Amalo tegen Galeras), https://delex.nl/artikelen/arubaans-merkenrecht-betreft-uitsluitend-beschrijvende-tekens-soortaanduiding-is-geen-merk

Gemeenschappelijk Hof van Justitie Aruba e.a. 16 april 2019, IEF 18516; ECLI:NL:OGHACMB:2019:82 (Amalo tegen Galeras) Arubaans merkenrecht. Hoger Beroep. Galeras verkoopt mopa mopa-kunstvoorwerpen. Amalo verkoopt deze en andere kunstwerken. Galeras heeft op grond van artikel 5 van de Merkenverordening van Aruba bij het Bureau Intellectueel Eigendom inschrijving verzocht mopa mopa als woordmerk te registreren. Amalo stelt dat mopa mopa geen merk kan zijn omdat het uitsluitend beschrijvend is of een soortaanduiding. De vraag naar het onderscheidend vermogen staat naast de vraag of sprake is van een uitsluitend beschrijvend teken of soortaanduiding. Mopa mopa is een soortaanduiding. Het hoger beroep van Amalo slaagt. Arubaans merkenrecht betreft uitsluitend beschrijvende tekens, soortaanduiding is geen merk.

IEF 18513

Uitspraak is ingezonden door Arnoud Martens, Ploum.

Geen opheffing conservatoir beslag vanwege mogelijke merkinbreuk Durex

Rechtbank Den Haag 7 jun 2019, IEF 18513; (Ocean Company tegen LRC), https://delex.nl/artikelen/geen-opheffing-conservatoir-beslag-vanwege-mogelijke-merkinbreuk-durex

Vzr. Rechtbank Den Haag 7 juni 2019, IEF 18513; ECLI:NL:RBDHA:2019:5905 (Ocean Company tegen LRC)  Kort geding. Ocean Company is groothandelaar in 'fast moving consumer goods' van A-merken. LRC is houdster van diverse Uniewoord- en beeldmerken met het teken Durex. Ocean Company vordert het opheffen van conservatoir beslag door de douane. Het beslag is gelegd op grond van ongeoorloofde parallelhandel. Het financieel belang van Ocean Company bij opheffing van het beslag omdat het een deel van haar handelsvoorraad betreft, is onvoldoende ten opzichte van het belang van LRC om op te kunnen treden tegen mogelijke grootschalige merkinbreuk. De vorderingen van Ocean Company worden afgewezen.

IEF 18502

Bevoegd tot kennisname vorderingen Netmedia en Sparta Solutions

Rechtbank Den Haag 29 mei 2019, IEF 18502; ECLI:NL:RBDHA:2019:5482 (Online Publisher tegen Netmedia), https://delex.nl/artikelen/bevoegd-tot-kennisname-vorderingen-netmedia-en-sparta-solutions

Rechtbank Den Haag, 29 mei 2019, IEF 18502, IEFbe 2892; ECLI:NL:RBDHA:2019:5482 (Online Publisher tegen Netmedia) Merkenrecht. Auteursrecht. Bevoegdheidsincident. België. Online Publisher is houdster van de Benelux-merken ‘het publ.sh-merk en de BX-merken’ en voert ‘Wepublish’ als één van haar handelsnamen. Online Publisher had een samenwerking met Netmedia. Netmedia maakt gebruik van tekens die overeenstemmen met BX-merken. Online Publisher stelt dat Netmedia inbreuk maakt op haar auteursrechten en handelsnaamrechten. Netmedia heeft Online Publisher gedagvaard voor de Belgische rechter en vordert onder meer onbevoegheid van de rechtbank. Online Publisher voert onder meer aan dat Netmedia niet bij alle facturen (dezelfde) voorwaarden heeft gevoegd en dat er geen sprake zou zijn van stilzwijgende aanvaarding van de algemene voorwaarden. Netmedia slaagt er niet in toe te lichten dat de voorwaarden ook zien op de samenwerking als zodanig, op de afwikkeling daarvan of op onrechtmatig handelen na afloop van die samenwerking. Beslissing in hoofdzaak wordt verwezen naar de rol.

3.2.1. Netmedia hanteert algemene voorwaarden, die zij bij de door haar aan Online Publisher verzonden facturen heeft gevoegd. Online Publisher heeft de algemene voorwaarden naar Belgische recht (stilzwijgend) aanvaard door de aan haar gezonden facturen zonder voorbehoud te betalen.

3.2.2. De aldus toepasselijke algemene voorwaarden bevatten een forumkeuzebeding:
"Onderhavige transactie wordt beheerst door Belgisch recht. In geval van betwisting zullen de rechtbank van Hasselt (België) exclusief bevoegd zijn (…)."
Dit beding brengt mee dat de Belgische rechter exclusief bevoegd is om van alle vorderingen tussen partijen kennis te nemen. Dit geldt ook voor geschillen die direct of indirect voortvloeien uit de samenwerking tussen partijen.

3.3.3. Bevoegdheid ten aanzien van alle gedaagden is gegeven omdat het onrechtmatig handelen onder ander bestaat uit uitingen op websites die zich mede op Nederland waaronder begrepen het arrondissement Den Haag. Ten aanzien van de merkinbreuk is de rechtbank bevoegd op grond van art. 4.6 BVIE.

4.3. In de zaak tussen Netmedia en Online Publisher kan in het midden blijven of de bedoelde algemene voorwaarden met forumkeuzebeding van toepassing zijn geworden, omdat het subsidiaire verweer van Online Publisher doel treft: de algemene voorwaarden – die uitsluitend zijn toegezonden op de achterkant van door Netmedia een Online Publisher toegezonden facturen – kunnen, zo al overeengekomen, naar het oordeel van de rechtbank uitsluitend betrekking hebben op de betaling van de facturen en in dat verband gerezen geschillen, en niet op de geschillen die in deze zaak aan de orde zijn. Het door Netmedia c.s. ingeroepen beding ziet immers uitsluitend op “Onderhavige transactie” (zie 3.2.2). Dit moet aldus worden begrepen dat de voorwaarden uitsluitend zijn bedoeld te gelden met betrekking tot (de afwikkeling van de betaling van) de factuur waarbij de voorwaarden gevoegd zijn. De stelling dat de voorwaarden ook zien op de samenwerking als zodanig dan wel op de afwikkeling daarvan dan wel op onrechtmatig handelen na afloop van die samenwerking, heeft Netmedia c.s. op geen enkele wijze toegelicht. Ook de stukken bieden daartoe geen aanknopingspunt. Integendeel: voor de samenwerking zijn, naar Online Publisher aanvoert en Netmedia c.s. niet heeft betwist, aparte ‘spelregels’ overeengekomen in oktober 2014. Niet valt in te zien hoe de later toegezonden verschillende sets algemene voorwaarden daar onderdeel van zijn gaan uitmaken.

4.4. Gelet op het voorgaande is geen sprake van een uitdrukkelijk afwijkende overeenkomst in de zin van art. 4.6 BVIE met betrekking de bevoegdheid ten aanzien van de gestelde inbreuk op de BX-merken. Ook heeft Netmedia c.s. onvoldoende gesteld om te kunnen aannemen dat partijen een gerecht van een lidstaat exclusief hebben aangewezen (als bedoeld in art. 25 Brussel I bis-Vo) voor de kennisneming van de vorderingen die hier voorliggen, die alle verband houden met de afwikkeling van de samenwerking waarvoor de spelregels overeengekomen zijn. Ook anderszins is niet gebleken dat het forumkeuzebeding voor die rechtsbetrekking geldt.

IEF 18503

Uitspraak ingezonden door Shaharzaad Said en Timme Geerlof, Windt Le Grand Leeuwenburgh, Allard Rignalda, KLOS cs, en Theo-Willem van Leeuwen, Merkenbureau Abcor.

Doorhalingsbeslissing merk 'Ik wil van mijn auto af'

BBIE 3 jun 2019, IEF 18503; (WijKopenAutos tegen Dealerdirect ), https://delex.nl/artikelen/doorhalingsbeslissing-merk-ik-wil-van-mijn-auto-af

BBIE 3 juni 2019, IEF 18503, IEFbe 2893 (WijKopenAutos tegen Dealerdirect) Merkenrecht. Onderscheidend vermogen. Doorhalingsbeslissing. Vervolg op kort geding [IEF 17914]. Verzoeker tot doorhaling WijKopenAutos stelt dat de bekendheid van 'ik wil van mijn auto af' in het Nederlandstalige gebied te laag is om toekenning van een exclusief merkrecht te rechtvaardigen. DealerDirect BV, verweerder, is van mening dat het merk 'ik wil van mijn auto af' door inburgering over voldoende onderscheidend vermogen beschikt en dat de beslissing van het Bureau om het voor inschrijving toe te laten juist is geweest. Hij verzoekt het nietigheidsverzoek ongegrond te verklaren en de inschrijving te handhaven. Het bestreden merk is ab initio beschrijvend en mist ieder onderscheidend vermogen. De bezwaren worden niet weggenomen door het gebruik dat er van het merk is gemaakt. Inburgering is niet aangetoond. Het verzoek tot doorhaling wordt toegekend.

IEF 18496

Reclames huidcrème Lidl zijn misleidend én maken inbreuk op merkrechten La Prairie

Rechtbanken 31 mei 2019, IEF 18496; ECLI:NL:RBAMS:2019:3868 (La Prairie tegen Lidl), https://delex.nl/artikelen/reclames-huidcr-me-lidl-zijn-misleidend-n-maken-inbreuk-op-merkrechten-la-prairie

Vzr. Rechtbank Amsterdam 31 mei 2019, IEF 18496; RB 3317, ECLI:RBAMS:2019:3868 (La Prairie tegen Lidl) Reclamerecht. Merkenrecht. Vergelijkende reclame. La Prairie biedt huidverzorgingsproducten aan, en is in deze hoedanigheid houdster van het internationale woordmerk ‘La Prairie’. Lidl is een levensmiddelenbedrijf, en heeft gestunt met soortgelijke huidverzorgingsproducten, waarbij La Prairie herhaaldelijk werd aangehaald. La Prairie vordert nu elk gebruik van het merk door Lidl te verbieden, en elke vergelijking in de reclames te verbieden. Lidl slaagt er niet in aan te tonen dat de gegevens in haar reclame juist zijn, nu slechts deels dezelfde ingrediënten worden gebruikt, en de resultaten van het gebruik ook zullen verschillen, terwijl in de reclame de indruk wordt gewekt dat deze gelijk zullen zijn. Daarnaast heeft Lidl een sub c inbreuk gemaakt op de merkrechten van La Prairie, nu Lidl heeft geprofiteerd van de reputatie van dit merk. Lidl wordt veroordeeld gebruik van de term La Prairie te staken en eerder gebruik te rectificeren.

IEF 18495

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS.

Persoonlijk stempel op logo en woord Mayvinci niet gemotiveerd betwist

Rechtbank Gelderland 28 mei 2019, IEF 18495; ECLI:NL:RBGEL:2019:3092 (Bigfoot tegen Ayanmo), https://delex.nl/artikelen/persoonlijk-stempel-op-logo-en-woord-mayvinci-niet-gemotiveerd-betwist

Vzr. Rechtbank Gelderland 28 mei 2019, IEF 18495; ECLI:NL:RBGEL:2019:3092 (Bigfoot tegen Ayanmo) Kort geding. Bigfoot is een Qatarese onderneming in coatingtechnologie onder de merknaam 'Mayvinci´ voor (exclusieve) auto's, luxe motorjachten en privéjets. Het bedrijf Van Leeuwen SCC houdt zich onder meer bezig met de reparatie en het slepen van auto´s. Bigfoot en Van Leeuwen SCC hebben een exclusieve distributieovereenkomst gesloten. Gedaagde Ayanmo houdt zich bezig met de in- en verkoop van auto's, en is houdster van het Benelux woordmerk Mayvinci. Het auteursrecht op het logo en het woord Mayvinci komen op grond van artikel 8 Aw toe aan Bigfoot. Ayanmo heeft niet gemotiveerd betwist dat het logo en het woord Mayvinci werken zijn die een eigen oorspronkelijk karakter bezitten en het persoonlijk stempel van de maker dragen. Bovendien heeft Ayanmo op geen enkele wijze gesteld, dat iemand anders dan Bigfoot het logo en het woord Mayvinci heeft ontworpen/bedacht.

IEF 18494

EN-S Sports hoeft Van Caem Sports niet te vrijwaren nu er gebrek is aan overtuigend bewijs

Rechtbanken 20 mrt 2019, IEF 18494; ECLI:NL:RBDHA:2019:2683 (Van Caem Sports tegen EN-S Sports), https://delex.nl/artikelen/en-s-sports-hoeft-van-caem-sports-niet-te-vrijwaren-nu-er-gebrek-is-aan-overtuigend-bewijs

Rechtbank Den Haag 20 maart 2019, IEF 18494; ECLI:NL:RBDHA:2019:2683 (Van Caem Sports tegen EN-S Sports) Vrijwaringszaak. Hier spelen twee zaken. In beide zaken ligt de vraag voor of EN-S Sports is gehouden Van Caem Sports te vrijwaren omdat zij schoenen heeft geleverd aan Van Caem onder een garantie-verplichting. Van Caem is er niet in geslaagd te bewijzen dat EN-S Sports gehouden is haar te vrijwaren, omdat zij onvoldoende (overtuigend) bewijs heeft aangeboden. De rechtbank wijst de vorderingen van Van Caem daarom af.