AG verwerpt klachten Simiramida (ontbreken van) causaal verband, omvang schade, passeren bewijsaanbod en proceskosten
Conclusie AG HR 1 maart 2019, IEF 18387; ECLI:NL:PHR:2019:335 (Simiramida tegen Diageo) Vervolg op HR 20 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2062, HvJ EU 16 juli 2015, ECLI:EU:C:2015:471 en HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1431. Diageo heeft in 2007 als merkrechthebbende in Bulgarije beslag laten leggen op een in opdracht van Simiramida aldaar aangekomen partij Johnnie Walker whisky. In een Bulgaarse procedure bij de rechtbank Sofia is uiteindelijk geoordeeld dat dit beslag ten onrechte is gelegd, omdat Simiramida naar Bulgaars recht geen merkinbreuk pleegde. In deze Nederlandse procedure, waar in een eerdere cassatie tegen een tussenarrest van het Amsterdamse hof [IEF 17491] al twee keer is geconcludeerd door A-G Vlas voor en na prejudiciële verwijzing door Uw Raad, vordert Simiramida vergoeding van de door haar als gevolg van het beslag geleden schade. Daarbij staat inmiddels na een ronde Luxemburg vast dat bedoeld vonnis van de rechtbank Sofia, ondanks de omstandigheid dat dit vonnis in strijd is met het Unierechtelijke merkenrecht, in Nederland moet worden erkend. Het geschil heeft zich vervolgens toegespitst op de door Simiramida gevorderde schade. Het hof heeft ten aanzien van één schadepost een deel van de gevorderde schade toegewezen en de overige schadeposten afgewezen. In cassatie richten de klachten zich tegen het oordeel over het (ontbreken van) causaal verband, de omvang van de schade, het passeren van het bewijsaanbod en de proceskosten. De AG is van mening dat geen van deze klachten slaagt.