Merkenrecht  

IEF 18694

Conclusie AG over exclusieve bevoegdheid rechtbanken voor Gemeenschapsmodel

HvJ EU 18 sep 2019, IEF 18694; ECLI:EU:C:2019:760 (Spin Master tegen High5), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-over-exclusieve-bevoegdheid-rechtbanken-voor-gemeenschapsmodel

Conclusie AG HvJ EU 18 september 2019, IEF 18694; IEFbe 2946; ECLI:EU:C:2019:760 (Spin Master tegen High5) Spin Master is een Canadese onderneming in speelgoedproducten. Onder het merk 'Bunchems' verhandelt zij gekleurde speelballetjes (klittenballetjes) die aan elkaar klitten, waardoor allerlei vormen en figuren kunnen worden gemaakt. Op 16 januari 2015 is op haar naam een Gemeenschapsmodel voor deze speelballetjes geregistreerd. High5 verhandelt onder de naam 'Linkeez' eveneens gekleurde klittenballetjes. Spin Master heeft bij de voorzieningenrechter van rechtbank Amsterdam [IEF 16516] een vordering ingesteld tot vaststelling van voorlopige en beschermende maatregelen wegens inbreuk op haar geregistreerde Gemeenschapsmodel. Zij verzocht om High5 te verbieden de producten in Nederland te koop aan te bieden. High5 voerde aan dat alleen de rechtbank Den Haag bevoegd was om van het geschil kennis te nemen en dat de rechtbank Amsterdam dus niet bevoegd was. De prejudiciële vraag [IEF 18077] luidt of de exclusieve bevoegdheid van de (gespecialiseerde) rechtbanken voor het Gemeenschapsmodel om kennis te nemen van bepaalde vorderingen ter zake van inbreuken en geldigheid, zoals bedoeld in de artikelen 80 en 81 van verordening nr. 6/2002, zich al dan niet uitstrekt tot de in artikel 90 van die verordening bedoelde voorlopige en beschermende maatregelen?

IEF 18688

Merkinbreuk door verkoop van namaak

Rechtbank Den Haag 3 apr 2019, IEF 18688; ECLI:RBDHA:2019:9555 (Luxottica tegen Alex), https://delex.nl/artikelen/merkinbreuk-door-verkoop-van-namaak

Rechtbank Den Haag 3 april 2019, IEF 18688; ECLI:RBDHA:2019:9555 (Luxottica tegen Alex) Luxottica is houdster van onder andere het beeldmerk en woordmerk van Ray-Ban. Gedaagde heeft onder de naam “Alex“ advertenties voor zonnebrillen op Marktplaats geplaatst. Tot deze advertenties hoort ook een advertentie waarin gedaagde een zonnebril van het merk Ray-Ban te koop aanbiedt. Uit het onderzoek van een testaankoop door ACP in het belang van Luxottica blijkt dat de kenmerken en kwaliteit van de door gedaagde te koop aangeboden bril niet overeenstemt met de brillen van het merk Ray-Ban. De rechtbank oordeelt dat Luxottica recht heeft om staking van iedere inbreuk op de merken te eisen en wijst de vordering toe.

IEF 18689

HvJ EU: onderscheidend vermogen teken hangt af van alle feiten en omstandigheden

HvJ EU 12 sep 2019, IEF 18689; ECLI:EU:C:2019:725 (AS tegen Deutsches Patent- und Markenamt), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-onderscheidend-vermogen-teken-hangt-af-van-alle-feiten-en-omstandigheden

HvJ EU 12 september 2019, IEF 18689, IEFbe 2944; ECLI:EU:C:2019:725 (AS tegen Deutsches Patent- und Markenamt) AS verzocht het DPMA om inschrijving van het “#darferdas?“ als merk voor waren, waaronder kledingstukken, schoeisel en hoofddeksels. Het DPMA stelde dat het teken in kwestie onderscheidend vermogen zou missen. De verwijzende rechter overweegt dat de eis van het onderscheidend vermogen niet inhoudt dat het teken in elk denkbaar gebruik als merk te beschouwen is, maar dat er significante en evidente mogelijkheden bestaan om dat teken zo te gebruiken dat het door het publiek zonder moeite als merk kan worden opgevat. Aangezien twijfels bestaan, vroeg de verwijzende rechter om toetsing van de juistheid van deze overwegingen. Slechts als er geen andere aanwijzingen zijn, moet de vraag of er sprake is van onderscheidend vermogen van een teken, worden beantwoord in het licht van de gebruiksvormen die gelet op de gewoonten van de betrokken economische sector, in de praktijk significant kunnen zijn. In eerste plaats moet echter worden gekeken naar alle relevante feiten en omstandigheden, waaronder ook alle waarschijnlijke gebruiksvormen van het teken begrepen.

IEF 18682

Merkinbreuk worst met salam-logo onvoldoende aannemelijk

Rechtbank Den Haag 30 aug 2019, IEF 18682; ECLI:NL:RBDHA:2019:9072 (Salam-logo), https://delex.nl/artikelen/merkinbreuk-worst-met-salam-logo-onvoldoende-aannemelijk

Vzr. Rechtbank Den Haag 30 augustus 2019, IEF 18682; ECLI:NL:RBDHA:2019:9072 (Salam-logo) Uniemerkenrecht en auteursrecht. Eiser ontdekte in de zomer van 2018 dat in winkels in Catalonië worst met het SALAM-logo werd verkocht, terwijl hij met die winkels geen connectie had. Naast het SALAM-logo was er op de worst een sticker geplakt met een andere naam. Gedaagde maakt voldoende aannemelijk dat eiser wel al op de hoogte was van de verkoop. Spoedeisend belang kan niet worden aangenomen. Merkinbreuk wordt niet voldoende geconcretiseerd. Er wordt niet toegelicht waarom het merk en de door gedaagde gebruikte tekens overeenstemmen. De vorderingen worden afgewezen.

IEF 18667

Aanvraag tot inschrijving Benelux-merk Beauty Award te kwader trouw

Rechtbank Den Haag 24 jul 2019, IEF 18667; (Riberg tegen BTP), https://delex.nl/artikelen/aanvraag-tot-inschrijving-benelux-merk-beauty-award-te-kwader-trouw

Rechtbank Den Haag 24 juli 2019, IEF 18667 ECLI:NL:RBDHA:2019:7524 (Riberg tegen BTP) Intellectueel Eigendom. Riberg staat aan het hoofd van een groep vennootschappen die vakbladen uitgeven. BTP is een belangenvereniging gericht op de schoonheidsbranche. Het geschil betreft Benelux-merk Beauty Award, een logo, een handelsnaam en een domeinnaam na het faillissement van één van twee partijen die het logo, de handelsnaam en de domeinnaam samen gebruikten. Logo en domeinnaam zijn geen vermogensbestanddelen die in de faillissementsboedel vallen. Het aandeel van failliet in de handelsnaam valt wel in de faillissementsboedel. Bij gebreke van de in dit geval contractueel vereiste toestemming van de gewezen samenwerkingspartner voor verkoop ervan, ontbrak een geldige titel voor overdracht ervan in het kader van de doorstart van de failliet. Aanvraag tot inschrijving van het Benelux-merk Beauty Award door niet-failliete samenwerkingspartner na het faillissement is te kwader trouw gedaan, omdat het de aanvrager op grond van de nog geldende contractuele bepalingen met de failliet niet vrijstond die aanvraag eigenmachtig in eigen naam te doen.

IEF 18663

Uitspraak ingezonden door Lars Bakers en Marissa Brinks, BINGH Advocaten.

Inbreuk merkenrecht door nieuw te introduceren bed op vakbeurs

Rechtbank Midden-Nederland 27 aug 2019, IEF 18663; (Timeless Reborn), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-merkenrecht-door-nieuw-te-introduceren-bed-op-vakbeurs

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 27 augustus 2019, IEF 18663 (Timeless Reborn) Beschikking. Bevel op grond van artikel 1019e Rv tot het staken en gestaakt houden van een (dreigende) inbreuk op de merkenrechten van verzoekers, het introduceren van de TIMELESS Reborn op de vakbeurs te Baarn. Recor en A. maken inbreuk op de excusieve merkrechten van B. met betrekking tot het merk TIMELESS voor boxsprings en matrassen en het merk COMBISPRING voor matrassen, door zonder toestemming gebruik te maken van de aanduidingen TIMELESS en COMBISPRING voor een nieuw te introduceren bed van Recor.

IEF 18660

VZW Max maakt inbreuk op merk Omroep MAX

Belgische gerechten 20 dec 2018, IEF 18660; (Omroep MAX tegen VZW MAX), https://delex.nl/artikelen/vzw-max-maakt-inbreuk-op-merk-omroep-max

Voorzitter van de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 20 december 2018, IEF18660, IEFbe 2935 (Omroepvereniging MAX/ VZW MAX) Merkenrecht. Omroepvereniging Max is een Nederlandse publieke omroep op het gebied van radio en televisie. De uitzendingen van Omroep Max worden ook in België uitgezonden. Omroep Max opereert onder de naam “Omroep MAX”, dan wel gewoon “MAX”. Ook de programma’s verwijzen naar de naam. VZW Max is een radiostation die onder de naam Max radio-uitzendingen aanbood. Omroep Max vordert staking van het gebruik door VZW Max met betrekking tot radio-uitzendingen van het teken “MAX”, waardoor sprake is van schending van de merkenrechten in de zin van art. 2.20.1.a BVIE. De vordering wordt toegewezen. Er is sprake van schending van de merkenrechten.

IEF 18651

Geen inbreuk Hyde Park, te weinig gelijkenis

Rechtbank Noord-Holland 23 jul 2019, IEF 18651; ECLI:NL:RBNHO:2019:6769 (Hyde Park tegen HPH), https://delex.nl/artikelen/geen-inbreuk-hyde-park-te-weinig-gelijkenis

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 23 juli 2019, IEF 18651, ECLI:NL:RBNHO:2019:6769 (Hyde Park tegen HPH) Merkenrecht. Hyde Park houdt zich bezig met de herontwikkeling van een kantorenlocatie in Hoofddorp, deze wijk heeft zij ook Hyde Park genoemd. Zij houdt enige merkregistraties, en gebruikt voornamelijk (variaties op) de naam Hyde Park. HPH houdt zich bezig met de verhuur van onroerend goed. Zij is gevestigd in het gebied waar Hyde Park actief is met de herontwikkeling en gebruikt ook veelvuldig het teken ‘Hyde Park’. Hyde Park heeft gesommeerd elke inbreuk op haar merk- en handelsnaamrechten te staken, waarop HPH te kennen heeft gegeven dat zij geen inbreuk maakt. In aansluiting bij het Parfums-winkel-arrest kan het Artiestenverloning-arrest ook worden toegepast op de handelsnaam. Deze is beschrijvend, nu de naam ook de naam van de wijk is. Vast staat dat de merkenrechten van Hyde Park zijn ingeschreven en geldig zijn. Het is dus de vraag of HPH hierop een inbreuk maakt. Dat is niet het geval, de tekens vertonen veel verschillen. Hierdoor komen zij zowel visueel als auditief als begripsmatig niet overeen. Het beperkte onderscheidend vermogen van het merk wordt ook meegewogen. Er wordt dus geen inbreuk vastgesteld, Hyde Park wordt veroordeelt in de proceskosten.

IEF 18648

Uitspraak ingezonden door Hein-Piet van Boxel, Novagraaf en Willem Leppink, Ploum.

Merkinbreuk en schending overeenkomst Koas

Rechtbank Den Haag 31 jul 2019, IEF 18648; (V&R tegen Koas), https://delex.nl/artikelen/merkinbreuk-en-schending-overeenkomst-koas

Rechtbank Den Haag 31 juli 2019, IEF 18648 (V&R tegen Koas) Merkenrecht. Koopovereenkomst. Koas heeft een groothandel in tropische producten en koopt producten in het buitenland in en verkoopt ze in ieder geval aan de Nederlandse detailhandel onder de merknamen Villageoise, Rens, Santigron en OHR. Bij overeenkomst heeft de merkhouder van producten, die handelt middels zijn vennootschap Raviangelo Holding B.V aan Koas exclusieve verkooprechten verstrekt ten aanzien van producten met genoemde merknamen. V&R houdt zich bezig met de distributie van onder andere door X geïmporteerde producten. Volgens Koas heeft V&R producten met de genoemde merknamen in het assortiment die zouden zijn verkocht aan andere partijen, waardoor het exclusieve verkooprecht van Koas zou zijn geschonden. Eerder, in kort geding, heeft de voorzieningenrechter de vordering tot staken van o.a. gebruik van de merknamen door V&R van Koas afgewezen. In dit vonnis vordert V&R staking van gebruikmaking van aan Koas gelieerde merknamen en op de hoogte stelling van alle afnemers aan wie Koas de inbreukmakende producten heeft geleverd dat de bij hun bestelde producten inbreuk maken op de intellectuele eigendomsrechten van V&R. De rechtbank wijst de vorderingen toe.

IEF 18636

Top Logistics heeft in hoger beroep bewijsaanbod onvoldoende gespecificeerd

Hof Den Haag 16 jul 2019, IEF 18636; ECLI:NL:GHDHA:2019:1899 (Top Logistics tegen MHCS), https://delex.nl/artikelen/top-logistics-heeft-in-hoger-beroep-bewijsaanbod-onvoldoende-gespecificeerd

Hof Den Haag 16 juli 2019, IEF 18636, ECLI:NL:GHDHA:2019:1899 (Top Logistics tegen MHCS) Merkenrecht. MHCS verhandelt luxe producten waaronder alcoholhoudende dranken. In deze hoedanigheid is zij houdster van verschillende merken waaronder het Hennessy-merk. Top Logistics verricht logistieke diensten. Zij maakt volgens MHCS inbreuk op haar merkrechten, doordat zij producten zou decoderen. In dit hoger beroep verzet Top Logistics zich tegen de in eerste instantie toegewezen exhibitievordering van MHCS. Deze vordering is echter terecht toegewezen. Ook het bevel tot staking van het faciliteren van de inbreuk is terecht toegewezen, nu het bewijsaanbod van Top Logistics onvoldoende gespecificeerd is.