Uitspraak ingezonden door Ruud van der Velden en Rik Zagers, Hogan Lovells International LLP.
Gerechtshof oordeelt dat de voorzieningenrechter de uitspraak G2/21 verkeerd heeft uitgelegd
Gerechtshof Den Haag 15 augustus 2023, IEF 21629; zaaknrs. 200/327.532/01 en 200.328.173/01 (BMS/Sandoz c.s.) In dit beroep tegen een uitspraak in kort geding vordert Brystol-Meyer Squibb (hierna: BMS) een verbod voor Sandoz, Centrafarm en Teva (hierna: Sandoz c.s.) om een generiek Apixaban op de markt te brengen. Daarbij wordt beoordeeld of het octrooi van BMS inventief kan worden geacht in het licht van de uitspraak G2/21 van het European Patent Office. BMS brengt het geneesmiddel Eliquis op de markt, met de actieve stof Apixaban, die als bloedverdunner wordt gebruikt. Voor dit octrooi is een aanvullend beschermingscertificaat aangevraagd en verleend. In eerste aanleg oordeelde de voorzieningenrechter dat er een gerede kans was dat het octrooi een nietigheidsprocedure niet zou overleven en werd de vordering tot het inbreukverbod afgewezen, omdat BMS het technisch effect van haar octrooi niet plausibel kon maken en het octrooi daardoor in een bodemprocedure niet-inventief zou worden geacht. Eerder zijn er in andere landen al uitspraken gedaan over het octrooi, waarin het wel inventief werd geacht. In hoger beroep stelt BMS dat de voorzieningenrechter de uitspraak G2/21 verkeerd heeft uitgelegd.