Octrooirecht  

IEF 3731

Wettelijk vastleggen

pls.gifMinister van Onderwijs Ronald Plasterk wil wettelijk vastleggen dat onderzoekers een vast percentage van de opbrengsten van hun ontdekkingen krijgen. Wetenschappers, is het idee, zullen eerder nadenken over hoe hun ontdekkingen geld op kunnen leveren, als ze weten dat ze er zelf miljonair mee kunnen worden.

Door zijn (voormalige) werk als hoogleraar in de moleculaire biologie kent hij de problematiek van dichtbij. Plasterk is als uitvinder betrokken bij een kleine twintig octrooien, maar heeft voor zijn werk als minister afstand gedaan van de rechten op die vindingen.

Uitgebreid artikel hier (NRC Next).

IEF 3702

Antilliaanse octrooien

Het Nederlandsch Octrooibureau bericht: “Het wordt gemakkelijker octrooirechten te vestigen in de Nederlandse Antillen. Europese octrooien die na 1 april as. worden verleend, en die voor Nederland geldig worden gemaakt, zijn dan ook van kracht in de Nederlandse Antillen.

De verruiming is het gevolg van het op 1 april 2007 in werking treden van een wetswijziging, die de beperking van de voor het Koninkrijk der Nederlanden verleende Europese octrooien tot Nederland goeddeels opheft.

Deze wijziging van de octrooiregeling voor de Nederlandse Antillen staat los van de voor eind 2008 voorgenomen verandering van de status van de Nederlandse Antillen: ook nadat dat staatsverband is opgeheven, zal octrooibescherming op de vijf eilanden (Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Saba en Sint Eustatius) via de Europese of Nederlandse weg openblijven.

Omdat Aruba staatkundig niet tot de Nederlandse Antillen behoort, verandert er voor dat eiland niets. Voor octrooibescherming aldaar is dus nog steeds een afzonderlijke Arubaanse octrooiaanvrage nodig.”

Lees hier meer.

IEF 3693

A few words (3)

mccr.bmpCharlie McCreevy, European Commissioner for Internal Market and Services, speaks to the European Parliament JURI Committee, 20 maart 2007:

"Does Europe have the best patent system in the world? I doubt it. The single market for patents is far from complete. Fragmentation has serious consequences for the competitiveness of Europe in relation to the challenges of the US, Japan and emerging economic powers such as China and India.

And there is more: a fragmented litigation system leads to a lack of certainty for users of the patent system. For one and the same invention, the tribunals of several Member States might come to different conclusions.

And yet, our patent policy has been held back by protracted debate and argument. We have failed to deliver the results that Europe's innovators and inventors need. They are left out in the cold. This cannot go on. We can not sustain such a competitive disadvantage.

We have to show that Europe is prepared to respond to the challenge of globalisation. If we want to be at the forefront of innovation, a sound patent strategy is indispensable. Concrete progress is needed.

This requires creativity. And it requires compromise. We need a realistic approach that takes the best elements from the different proposals that have been made. Without readiness of all parties to really try and resolve this issue in the interest of our companies and inventors, we simply will not make progress.

With my services, we have prepared a Patent Strategy that addresses the open issues on both to the Community Patent and the creation of a European patent Litigation System. It also sets out "flanking measures", such as support for SMEs, technology transfer, and enforcement issues including alternative dispute resolution, patent litigation insurance, and international aspects of enforcement. This is currently being discussed in the Commission.

But let us be clear about one thing: No progress will be made without a constructive attitude by all players. Agreement is not a foregone conclusion.  Yet patent policy alone cannot be enough.

Lees de volledige speech EU Commissaris Charlie McCreevy hier. Eerder bericht zie: IEF 2969 (24 november 2006).

IEF 3692

A few words (3)

Charlie McCreevy, European Commissioner for Internal Market and Services, speaks to the European Parliament JURI Committee: (20 maart 2007)

"Does Europe have the best patent system in the world? I doubt it. The single market for patents is far from complete. Fragmentation has serious consequences for the competitiveness of Europe in relation to the challenges of the US, Japan and emerging economic powers such as China and India.

And there is more: a fragmented litigation system leads to a lack of certainty for users of the patent system. For one and the same invention, the tribunals of several Member States might come to different conclusions.

And yet, our patent policy has been held back by protracted debate and argument. We have failed to deliver the results that Europe's innovators and inventors need. They are left out in the cold. This cannot go on. We can not sustain such a competitive disadvantage.

We have to show that Europe is prepared to respond to the challenge of globalisation. If we want to be at the forefront of innovation, a sound patent strategy is indispensable. Concrete progress is needed.

This requires creativity. And it requires compromise. We need a realistic approach that takes the best elements from the different proposals that have been made. Without readiness of all parties to really try and resolve this issue in the interest of our companies and inventors, we simply will not make progress.

With my services, we have prepared a Patent Strategy that addresses the open issues on both to the Community Patent and the creation of a European patent Litigation System. It also sets out "flanking measures", such as support for SMEs, technology transfer, and enforcement issues including alternative dispute resolution, patent litigation insurance, and international aspects of enforcement. This is currently being discussed in the Commission.

But let us be clear about one thing: No progress will be made without a constructive attitude by all players. Agreement is not a foregone conclusion.  Yet patent policy alone cannot be enough.

Lees de volledige speech EU Commissaris Charlie McCreevy hier en eerder bericht  IEF 2969

 

 

 

IEF 3690

Elke aanwijzing ontbreekt

stent2.gif

Gerechtshof ’s-Gravenhage 15 maart 2007, Cordis Europa N.V. tegen Schneider (Europe) GmbH, rolnr. 05/867 (met dank aan Simon Dack, De Brauw Blackstone Westbroek).

 

Hoger beroep van het vonnis van de Rechtbank Den Haag d.d 8 juni 2005 inzake de geldigheid van, en de inbreuk door Cordis op, het zgn. “Kastenhofer”-octrooi van Schneider. Dit octrooi heeft betrekking op een bepaald type “interventional catheter”. In het vonnis van 8 juni 2005 is Cordis veroordeeld tot een inbreukverbod.

Het hof bepaalt eerst de beschermingsomvang van het octrooi, aangezien de uitleg van enkele begrippen in de octrooiconclusies, in het bijzonder “a polyamide” en “a  polyethylene”, voor zowel de geldigheid als de inbreuk van belang is. Omdat in het octrooi “elke aanwijzing ontbreekt dat deze begrippen in de context van het octrooi een bepaalde betekenis hebben”, gaat het hof ervan uit dat de Schneider de gebruikelijke betekenis op het oog heeft gehad, zoals die in handboeken op het onderhavige vakgebied is te vinden.

Ten aanzien van de nawerkbaarheid heeft Cordis naar voren gebracht dat aanvullende maatregelen nodig zijn om een “in de praktijk bruikbare hechting tussen de PE-binnen- en PA-buitenlaag van de binnenbuis” van de katheter te verkrijgen. Derhalve zou het octrooi niet nawerkbaar zijn. Het hof gaat hier niet in mee, omdat het hierbij volgens het hof gaat om technieken die op zichzelf voor hechting van, van elkaar verschillende materialen reeds lang bekend zijn.

Het meest interessante uit de niet altijd even goed te volgen redenering van het hof ter zake van de inventiviteit is, dat het “op basis van de materiaaleigenschappen in de binnenbuis van een catheter van het “over-the-wire” type” toepassen van “a polyethylene” als materiaal voor de binnenlaag en “a polyamide” als materiaal voor de buitenlaag” weliswaar vanzelfsprekend was in het licht van de stand van de techniek (en dus niet inventief), maar dat de verdienste van Kastenhofer/Schneider is geweest om een in de vakwereld heersend vooroordeel te overwinnen door “een katheter voorzien van een tweelagige binnenbuis, welke zodanig is vervaardigd, bij voorkeur door coëxtrusie”, dat de uit “een polyamide” bestaande buitenlaag en de uit “een polyethyleen” bestaande binnenlaag aan elkaar zijn gehecht (…) door fysische en mechanische bindingen.” Dit is volgens het hof de essentie van de geoctrooieerde uitvinding en hetgeen Schneider aan de stand van de techniek heeft toegevoegd.

Omdat hiermee de grieven van Cordis ten aanzien van de (on)geldigheid zijn verworpen, komt het hof toe aan de inbreukvraag. Er is geen sprake van letterlijke inbreuk omdat, bij de door Cordis op de markt gebrachte katheters, het voor de binnenlaag van de binnenbuis gebruikte materiaal niet valt onder het gebruikelijke begrip van “a polyethylene”. In de katheters van Cordis is, door deze andere materiaalkeuze van de binnenlaag, sprake van een oplossing die niet ondergeschikt, maar nevengeschikt is aan de oplossing volgens het “Kastenhofer”-octrooi.  Derhalve is volgens het hof evenmin sprake van equivalente inbreuk, zowel onder de “function/way/result”-test als onder de “insubstantial differences”-test.

Het vonnis in eerste aanleg wordt vernietigd. Schneider had het vonnis in eerste aanleg al betekend en wordt nu veroordeeld de als gevolg van de tenuitvoerlegging van het vonnis geleden schade te vergoeden.

Lees het arrest hier. Lees het vonnis van de rechtbank hier. Uitstapje naar Assen: IEF 1084 (13 oktober 2005)

IEF 3654

Eerst even voor jezelf lezen

 - Rechtbank Utrecht, 16 maart 2007, gevoegde zaken KG ZA 07-125 en KG ZA 07-124. Goossens tegen Technip Benelux B.V. B.V. /  Johnson tegen Technip  Benelux B.V. (met dank aan Olaf Trojan en Edward de Lange, Simmons & Simmons)

Opheffingskortgeding auteursrechtelijk beslag op computers en andere gegevensdragers. In november 2006 heeft Technip beslag gelegd op de computers en gegevensdragers van eisers. Eisers vorderen opheffing beslag nu dit onrechtmatig zou zijn. De Voorzieningenrechter loop het hele "beslagspoorboekje" af en komt tot afwijzing van de eis om opheffing" en veroordeelt eisers conform Handhavingsrichtlijn.

Lees het vonnis hier.

- Gerechtshof ’s-Gravenhage, 15 maart 2007, 05/867. Cordis Europa B.V. tegen Schneider (Europe) GmbH (met dank aan Simon Dack, De Brauw Blackstone Westbroek). 

Bodemprocedure in de catheterzaak tussen twee dochterondernemingen van Johnson & Johnson en Boston Scientific.

De zaak gaat uiteindelijk over de betekenis van het woord "a" ("a polyethlyene"). Het hof volgt het argument van Cordis dat een vakman het woord "a" zou begrijpen als een verwijzing naar de vele verschillende homopolymeren van PE-materialen, met allerlei verschillende dichtheden, en niet naar alle mogelijke co-polymeren van PE. De catheters van Cordis vallen niet letterlijk binnen de conclusies van het octrooi van Schneider en vallen  ook niet onder de equivalentietheorie binnen de beschermingsomvang van het octrooi. Het vonnis in eerste aanleg wordt vernietigd. Het octrooi is geldig, maar Cordis pleegt geen inbreuk.

Schneider had het vonnis in eerste aanleg al betekend en wordt nu veroordeeld de als gevolg van de tenuitvoerlegging van het vonnis geleden schade te vergoeden.

Lees het arrest hier.

- Rechtbank Amsterdam, 14 maart 2007, HA ZA 06-2540, Out of the Blue KG tegen Invotis B.V., Berck en Leusink. (met dank aan Willem Hoorneman, CMS Derks Star Busmann)

Belangrijke uitspraak over het onrechtmatig versturen van een sommatiebrief. Het betreft een  verklaring voor recht procedure inzake auteursrechten en slaafse nabootsing. De rechtbank is van oordeel dat de door Berck en Leusink ontworpen fotostrip geen werk is in de zin van de Auteurswet en dat er geen sprake is van gevaar voor herkomstverwarring. De rechtbank laat Out of Blue toe de schade te bewijzen die zij heeft geleden vanwege het versturen van de sommatiebrief.

Lees het vonnis hier

- HvJ EG, 15 maart 2007, zaak C-171/06, OHIM tegen T.I.M.E. ART Uluslararasi Saat Ticaretive dis Ticaret AS (verzoekster in eerste aanleg Devinlec Développement Innovation Leclerc SA (Nederlandse versie nog niet beschikbaar)

Procesrechtelijk aspecten in een merkenzaak. Aanvrager van gemeenschapsmerk komt in hoger beroep tevergeefs op tegen de beslissing tot verwerping van de oppositie door het OHIM. Het Hof oordeelt dat het GvEA de juiste criteria heeft toegepast voor de vergelijking van de merkaanvrage QUANTUM en het ouder nationaal merk Quantième en de vaststelling van het verwarringsgevaar.

Lees het arrest hier.

- Rechtbank 's-Gravenhage, 15 maart 2007, HA ZA 07-238, Kabushiki Kaisha Sony Computer Entertainment etc. tegen PSXSHOP SHOP B.V.

Merkenzaak over parallelimport. De voorzieningenrechter komt tot het voorlopige oordeel dat PsxShop geen toestemming had tot import van buiten de EER van het PS3 materiaal met Sonymerken en wijst het gevorderde verbod toe.

Lees het vonnis hier.

IEF 3646

Over de allesbehalve heldere biotechnologie richtlijn

aku.gifAanwezigen en podcast-luisteraars wisten het al, maar gisteren is in Zeist de VIE-prijs 2007 toegekend aan András Kupecz voor zijn artikel “Toepassingsgebonden bescherming van DNA-sequenties in het licht van de biotechnologie richtlijn” (BIE 2006, nr. 3).

Kupecz heeft een artikel geschreven dat een voor niet specialisten moeilijk toegankelijke materie goed te begrijpen maakt. Na een heldere inleiding over wat DNA-sequenties zijn en wat het belang van DNA-sequenties is, bespreekt Kupeez de biotechnologie richtlijn en met name de bepaling dat de industriële toepasbaarheid van een sequentie in de aanvrage dient te worden vermeld en de overweging (23) dat een louter DNA-fragment dat geen aanwijzing voor een functie bevat, geen technische informatie bevat en dus geen octrooieerbare uitvinding vormt.

De jury meent dat de prijs aan Kupecz toekomt. Het artikel onderscheidt zich van de andere inzendingen onder meer door het gekozen gecompliceerde en controversiële onderwerp, de helderheid van de beschouwingen en de conclusie.

Lees het volledige juryrapport hier.

IEF 3629

Grenzüberschreitend

mpg.gifNuttig rapport Max Planck Gesellschaf over (voornamelijk) Gat/LuK en Roche/Primus: Exclusive jurisdiction and cross border IP (patent) infringement. Suggestions for amendment of the Brussels I Regulation.

“In consequence of ECJ judgments C-4/03 – GAT v. LuK and C-539/03 – Roche Nederland v. Primus, handed down on 13 July 2005, it appears no longer feasible for a national court to allow for consolidation of claims against a person infringing parallel intellectual property rights registered in different Member States, and/or to accept a joinder of claims against multiple defendants engaged in concerted actions. It is feared that this will entail considerable impediments for an efficient enforcement of intellectual property rights, in particular of patents.”

The purpose of this document is to provide input for the report to be prepared by the Commission on the functioning in practice of the Brussels Regulation on Jurisdiction and Enforcement of Foreign Judgments in Civil and Commercial Matters (the Regulation), and to submit proposals for amendment (see Art. 73 of the Regulation).  

Lees het rapport hier.

IEF 3627

Handelsbank De Wit

sdw.gifGroot stuk met grote foto in het FD: “Advocaat richt zich op de handel in octrooien. Severin de Wit, voormalig partner bij advocatenkantoor Simmons & Simmons en daar nu consultant, heeft een 'IP merchant banking-groep' opgericht, die zich richt op het aan- en verkopen van octrooiportefeuilles in opdracht van farma- en technologiebedrijven. Ipeg, zoals het bedrijf heet, is volgens De Wit de eerste in zijn soort in Europa.

De Wit stelt dat er in Europa en Azië veel behoefte is aan dit type advies. Zijn initiatief wordt ondersteund door Simmons & Simmons, dat blijft samenwerken met De Wit. DSM en ASML hebben De Wit genomineerd voor de FT Innovative Lawyers Award, een prijs georganiseerd door de Financial Times. (…) In tegenstelling tot advocaten, ontvangt De Wit geen uurloon, maar een percentage van de transactieopbrengst, net zoals traditionele zakenbanken.”

Lees het artikel hier of hier (IPEG-blog over EU octrooien en innovatie, met link naar de IPEG-merchant banking group).

IEF 3599

Sleuven in Vloeren

vlr.gifRechtbank Den Haag, 7 maart 2007, Janssen & Krop B.V. en JK Beheer B.V. tegen Rimatherm V.O.F., R.B. Zuur en G.M. Titaley.

Procedure over octrooi-inbreuk, onrechtmatige concurrentie, auteursrechtinbreuk en  misleidende reclame met tot slot een citaat van Goethe.

JK Beheer is de houder van een Nederlands octrooi op een sleuvenslijpmachine. Janssen & Krop is haar licentienemer. Titaley is een voormalige werknemer van Janssen & Krop. Samen met Zuur heeft hij de v.o.f. Rimatherm opgericht. Vanuit Rimatherm brengen zij een met Janssen & Krop concurrerende sleuvenslijpmachine op de markt.

Volgens Janssen & Krop maakt Rimatherm daarmee inbreuk op haar Nederlandse octrooi en heeft Titaley, door schending van een geheimhoudingsbeding en overtreding van een concurrentiebeding, onrechtmatig gehandeld, terwijl Rimatherm en Zuur onrechtmatig van deze wanprestatie hebben geprofiteerd. Janssen & Krop beschuldigt Rimatherm daarnaast van auteursrechtinbreuk op brochures en installatievoorwaarden en van misleidende reclame.”

In een tussenvonnis van 28 september 2005 zijn de vorderingen op grond van onrechtmatige concurrentie verwezen naar de Rechtbank Arnhem, sector Kanton.

Octrooirecht

Volgens de rechtbank is wezenlijk voor de uitvinding dat de machine compact en wendbaar is. Aan de wendbaarheid en daardoor aan de compactheid wordt bijgedragen door de afzuiginrichting voor het gruis samen te bouwen met het slijpgedeelte tot één unit. Aangezien de machine van Rimatherm de wezenlijke kenmerken van het octrooi niet in zich draagt (er is onder meer geen sprake van een afzuiginrichting die is samengebouwd met het slijpgedeelte) is geen sprake van letterlijke inbreuk. Van equivalente inbreuk is evenmin sprake, omdat de machine van Rimatherm, in tegenstelling tot de geoctrooieerde machine, niet de gehele behoefte uit de praktijk kan dekken. De machine van Rimatherm is namelijk in staat tot een bocht met een minimale radius van 14 à 15 cm, terwijl de geoctrooieerde machine een minimale radius van 9 cm heeft.De geldigheid van het octrooi is niet bestreden.

Auteursrecht

Volgens de rechtbank maakt Rimatherm geen inbreuk op het auteursrecht van Janssen & Krop terzake van haar brochure, omdat Rimatherm voldoende afstand heeft genomen van de tekst van die brochure. Rimatherm maakt wel inbreuk op het auteursrecht van Janssen & Krop terzake van de installatievoorwaarden.

Misleidende reclame

De aanprijzing “Rimatherm heeft een nieuwe methode ontwikkeld.”is volgens de rechtbank niet als misleidend aan te merken. Het begrip nieuw in een reclame–uiting moet niet worden opgevat als het strikte begrip nieuwheid zoals gehanteerd in het octrooirecht. De rechtbank neemt in aanmerking dat Rimatherm als verweer avant la lettre in haar folder Goethe heeft geciteerd: “Aan alles is al eens gedacht, het is de kunst er opnieuw aan te denken.”

Lees het vonnis hier.