Eisenkolb Confectiemachines (hierna: Eisenkolb) en Inprotec zijn zustervennootschappen. Inprotec is houdster van Europees octrooi EP 0 725 587 (hierna: Het Microflex II octrooi) voor een curtain hook, verleend op 27 mei 1998 op een aanvrage van 27 oktober 1994 onder het inroepen van prioriteit vanaf 29 oktober 1993.
Op 28 juli 1993 was door Inprotec al een voorafgaande andere aanvrage gedaan in Nederland met betrekking tot een gordijnhaak. Deze terinzagelegging 93012321 (hierna: de Microflex I aanvrage) zag eveneens op een machine-innaaibare verstelbare kunststof gordijnhaak. Het Microflex II octrooi behelst een verdere ontwikkeling van de Microflex I aanvrage. In het Microflex II octrooi wordt niet de prioriteit ingeroepen van de Microflex I aanvrage en deze laatste aanvrage is ten opzichte van de Microflex II octrooi niet tijdig ingetrokken, maar juist openbaar gemaakt. Op 30 juli 1993 heeft Eisenkolb Confectiemachines een modeldepot verricht voor een adjustable curtain hook, waarin dezelfde figuren als die uit de Microflex I aanvrage worden weergegeven. Het model is op 30 september 1993 gepubliceerd - dus voorafgaand aan de prioriteitsdatum van het Microflex II octrooi.
Bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 28 april 2004 (BIE 2005/40) gewezen tussen Eisenkolb en haar octrooigemachtigde is overwogen dat uit een brief van de octrooigemachtigde van Eisenkolb volgt dat door deze octrooigemachtigde ondubbelzinnig en onvoorwaardelijk is erkend dat het genoemde modeldepot de gehele uitvinding van de Microflex II octrooi openbaart, hetgeen betekent dat tussen die partijen als vaststaand moest worden aangenomen dat die tekeningen uit het modeldepot nieuwheidsschadelijk is voor het gehele octrooi.
Wijbenga had de intentie om op de markt te komen met de Flexhook, ook een gordijnhaak. Na een sommatie van Eisenkolb heeft Wijbenga echter besloten een ander type gordijnhaak op de markt te brengen, genaamd de Conflex. De Flexhook is nooit op de markt geweest, er bestaat aleen een prototype van. Eisenkolb sommeert Wijbenga in december 2004 om de verhandling van de Conflex gordijnhaak te staken i.v.m. inbreuk op het octrooi en de modeldepot van Eisenkolb.
Wijbenga vordert in dit geding vernietiging van het octrooi en subsidiair een verklaring voor recht van niet-inbreuk met betrekking tot de Conflexhaak. Daarnaast vordert Wijbenga een verklaring voor recht van onrechtmatig handelen van Eisenkolb, bestaande uit het aanvragen van het octrooi en het model en het inroepen en handhaven daarvan jegens Wijbenga.
De rechtbank oordeelt dat het Microflex II octrooi inderdaad nietig is wegens niet nieuwheid omdat de uitvindingsgedachte letterlijk in dezelfde bewoordingen terugkomt in de beschrijvingen van de Microflex I aanvrage. De niet ingetrokken Microflex I aanvrage moet bij de beoordeling van de nieuwheid van het Microflex II octrooi tot de fictieve stand van de techniek in de zin van artikel 4 lid 3 ROW 1995 worden gerekend. De microflex I aanvrage is nieuwheidsschadelijk voor het Microflex II octrooi. De nieuwheidsschadelijkheid is ook te halen uit de tekeningen van het modeldepot van Eisenkolb en uit de ondubbelzinnige en onvoorwaardelijk aangemerkte erkenning door de octrooigemachtigde dat de gordijnhaak uit het modeldepot nieuwheidsschadelijk is voor het Microflex II octrooi.
De Haagse rechtbank:
"Dat laatste moet ook in de onderhavige procedure worden aangenomen. Weliswaar betwist Eisenkolb thans (ten pleidooie) dat de octrooigemachtigde in bedoelde procedure de ongeldigheid van EP '587 (het Microflex II octrooi, red., IEForum) zou hebben erkend, maar dat wordt gepasseerd. Nog daargelaten dat blijkens bedoeld vonnis tussen die partijen - waaronder Eisenkolb Confectiemachines en Inprotec - als vaststaand is aangenomen dat de tekeningen uit het modeldepot nieuwheidsschadelijk zijn voor het hele octrooi, een positie die zich moeilijk verdraagt met het thans in deze procedure ingenomen standpunt, is het geheel aan Eisenkolb zelf te wijten dat daar eveneens in de onderhavige procedure van moet worden uitgegaan. Dat is alleen al zo, omdat zij heeft geweigerd aan een rechterlijk bevel tot overlegging van de processtukken uit die procedure tegen de octrooigemachtigde geviolg te geven (sic) (zie vonnis hier). De rechtbank trekt daar onder meer de gevolgtrekking uit dat de octrooigemachtigde van Eisenkolb wel degelijk conform het vonnis in die procedure een ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke erkenning heeft gedaan als in dat vonnis geformuleerd."
Het model van Eisenkolb wordt echter wel geldig geacht door de rechtbank. De Microflex I aanvrage is niet nieuwheidsschadelijk voor het model omdat de terinzagelegging daarvan dateert van na het modeldepot. De beschermingsomvang van het model wordt echter niet groot geoordeeld omdat een groot deel van de gordijnhaak technisch bepaald is. De Conflexhaak van Wijbenga maakt geen inbreuk op het model van Eisenkolb. Verklaring voor recht van non-inbreuk op het modelrecht van Eisenkolb wordt toegewezen.
De rechtbank acht het jegens Wijbenga inroepen van het Microflex II octrooi onrechtmatig, en vindt Eisenkolb daarvoor schadeplichtig, onder andere omdat Eisenkolb reeds voor aanvang van de sommatiecorrespondentie met Wijbenga in de procedure tegen haar octrooigemachte als vaststaand had aangenomen dat de tekeningen bij het modeldepot nieuwheidsschadelijk zijn voor het betreffende octrooi. Het vonnis in deze procedure tegen de octrooigemachtigde was reeds zeven maanden voor aanvang van de sommaties aan het adres Wijbenga gewezen door de rechtbank Den Haag.
Zie het vonnis hier.