DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IEF 18670

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jurian van Groenendaal, Van Kaam, IP, Media & Privacy.

Financiële wijziging Column leidt tot uitgeklede film

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 aug 2019, IEF 18670; ECLI:NL:GHARL:2019:6748 (Source Investments tegen Column Projects), https://delex.nl/artikelen/financi-le-wijziging-column-leidt-tot-uitgeklede-film

Hof Arnhem-Leeuwarden 20 augustus 2019, IEF 18670; ECLI:NL:GHARL:2019:6748 (Source Investments tegen Column Projects) Overeenkomst. Film. Media. Vernietiging van vonnis in eerste aanleg. Partijen zijn in geschil over de ontbinding van een distributieovereenkomst voor de film Jacky en Oopjen. Distributeur Source kan gerechtvaardigd buitengerechtelijk ontbinden op grond van gebreken in de financiering. Column Projects vorderde in eerste aanleg met succes de betaling van de eerste termijn van de door de distributeur te betalen minimum guarantee. De voorzieningenrechter oordeelde dat de ontbinding door Source niet rechtsgeldig was, omdat sprake zou zijn geweest van schuldeiserverzuim. Het gerechtshof oordeelt dat ontbinding juist in de rede lag, omdat de financiering niet tijdig was gerealiseerd en dit een reden vormt voor ontbinding. Er is geen sprake van schuldeisersverzuim door niet in overleg te gaan over een door Column Projects gewijzigde financiering. Column Projects heeft ook verzuimd om een dergelijk overleg te initiëren. De zonder toestemming door Column gewijzigde financiering zou leiden tot een uitgeklede film op het vlak van figuratie, speciale effecten en de hoofdrolspelers. Source heeft deze voor haar onacceptabele wijzigingen ten grondslag gelegd aan de ontbinding. Dat dit gebeurde na het uitspreken van de buitenrechtelijke ontbinding is niet relevant gezien de rechtspraak (HR 29 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8350). Column Projects wordt veroordeeld de reeds ontvangen minimum guarantee terug te betalen.

IEF 18648

Uitspraak ingezonden door Hein-Piet van Boxel, Novagraaf en Willem Leppink, Ploum.

Merkinbreuk en schending overeenkomst Koas

Rechtbank Den Haag 31 jul 2019, IEF 18648; (V&R tegen Koas), https://delex.nl/artikelen/merkinbreuk-en-schending-overeenkomst-koas

Rechtbank Den Haag 31 juli 2019, IEF 18648 (V&R tegen Koas) Merkenrecht. Koopovereenkomst. Koas heeft een groothandel in tropische producten en koopt producten in het buitenland in en verkoopt ze in ieder geval aan de Nederlandse detailhandel onder de merknamen Villageoise, Rens, Santigron en OHR. Bij overeenkomst heeft de merkhouder van producten, die handelt middels zijn vennootschap Raviangelo Holding B.V aan Koas exclusieve verkooprechten verstrekt ten aanzien van producten met genoemde merknamen. V&R houdt zich bezig met de distributie van onder andere door X geïmporteerde producten. Volgens Koas heeft V&R producten met de genoemde merknamen in het assortiment die zouden zijn verkocht aan andere partijen, waardoor het exclusieve verkooprecht van Koas zou zijn geschonden. Eerder, in kort geding, heeft de voorzieningenrechter de vordering tot staken van o.a. gebruik van de merknamen door V&R van Koas afgewezen. In dit vonnis vordert V&R staking van gebruikmaking van aan Koas gelieerde merknamen en op de hoogte stelling van alle afnemers aan wie Koas de inbreukmakende producten heeft geleverd dat de bij hun bestelde producten inbreuk maken op de intellectuele eigendomsrechten van V&R. De rechtbank wijst de vorderingen toe.

IEF 18640

Antwoord prejudiciële vragen beroep op informatievereisten

HvJ EU 23 jan 2019, IEF 18640; (Walbusch tegen Zentrale zur Bekämpfung), https://delex.nl/artikelen/antwoord-prejudici-le-vragen-beroep-op-informatievereisten

HvJ EU 23 januari 2019, IEF 18640, IEFbe 2927, IT 2842; C‑430/17 (Walbusch tegen Zentrale zur Bekämpfung) Consumentenbescherming. Vervolg op prejudicieel gestelde vragen [IEFbe 2331 en IT 2343]. Hier is van belang of verweerder zich met succes kan beroepen op de minder strenge informatievereisten bij beperkte weergavemogelijkheid overeenkomstig de BGB (Duits Burgerlijk Wetboek), EGBGB (Duitse wet tot invoering van het Burgerlijk Wetboek) en richtlijn 2011/83. Het antwoord op de vraag of de minder strenge informatievereisten hier gelden, hangt af van de uitlegging van artikel 8 lid 4 eerste zin, en artikel 6 lid 1 (h) van richtlijn 2011/83/EU. De vraag rijst evenwel of een zo uitgebreide informatieplicht over het herroepingsrecht verenigbaar is met de doelen van richtlijn 2011/83/EU. Het zou een onevenredige beperking van de vrije reclamevoering kunnen zijn de handelaar, ongeacht beperkingen in ruimte en tijd van het door hem voor de reclame gebruikte middel voor communicatie op afstand, te verplichten de omvangrijke instructies voor herroeping meteen en rechtstreeks in dit middel voor communicatie op afstand mee te delen en het modelformulier voor herroeping daarbij te voegen. Er zijn prejudiciële vragen gesteld aan het Hof met betrekking tot het beroep op de minder strenge informatievereisten met het oog op de consumentenbescherming.

IEF 18618

Dexia verplicht persoonsgegevens te verstrekken

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 jul 2019, IEF 18618; ECLI:NL:GHARL:2019:6142 (Dexia tegen verweerder), https://delex.nl/artikelen/dexia-verplicht-persoonsgegevens-te-verstrekken-1

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 juli 2019, IEF 18618, IT&R 2824; ECLI:NL:GHARL:2019:6142 (Dexia tegen verweerder) Persoonsgegevens. Verweerder heeft met de rechtsvoorganger van Dexia een effectenleaseovereenkomst gesloten. Verweerder heeft Leaseproces gemachtigd om namens hem in het geschil met Dexia op te treden. Leaseproces heeft namens verweerder verzocht om een volledig overzicht te ontvangen van alle verwerkte persoonsgegevens op basis van artikel 35 Wbp. Dexia voert aan dat zij niet gehouden is deze gegevens te verstrekken op basis van art. 35 Wbp. Verweerder heeft in eerste aanleg verzocht Dexia te veroordelen tot verstrekking van de gegevens. De rechtbank oordeelde dat geen sprake was van misbruik van bevoegdheid, de gegevens moesten worden verstrekt. In hoger beroep stelt Dexia de omvang van het art. 35 Wbp ter discussie en dat de rechtbank ten onrechte geen misbruik van bevoegdheid heeft aangenomen. Dexia is terecht opgedragen alsnog een volledig overzicht te verstrekken van de verwerkte persoonsgegevens.

IEF 18563

Misgelopen marktaandeel Tele2 door KPN

Hof Den Haag 2 jul 2019, IEF 18563; ECLI:NL:GHDHA:2019:1682 (KPN tegen Tele2), https://delex.nl/artikelen/misgelopen-marktaandeel-tele2-door-kpn

Hof Den Haag 2 juli 2019, IEF 18563, IT&R 2815; ECLI:NL:GHDHA:2019:1682 (KPN tegen Tele2) Telecommunicatiewet. Internet. Tele2 verwijt aan KPN dat zij in de jaren 2000-2003 geen gedeelde toegang tot het aansluitnetwerk heeft versterkt, waardoor Tele2 geen internet via ADSL kon aanbieden en marktaandeel zou hebben misgelopen. Tele2 heeft de normschending in drie periodes onderverdeeld. Slechts over de periode 1 juli 2000 tot 1 september 2000 heeft KPN onrechtmatig gehandeld, de rest is verjaard. Het hof verwijst de zaak naar de rol van 10 september 2019.

IEF 18530

Berisping vanwege gegevensuitwisseling Bemoeizorg

Overig 13 jun 2019, IEF 18530; ECLI:NL:TGZREIN:2019:36 (Klaagster tegen verpleegkundige Bemoeizorg), https://delex.nl/artikelen/berisping-vanwege-gegevensuitwisseling-bemoeizorg

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 13 juni 2019, IEF 18530, IT&R 2801, LS&R 1716; ECLI:NL:TGZREIN:2019:36 (Klaagster tegen verpleegkundige Bemoeizorg) Tuchtrecht. Gegevensuitwisseling. Privacy. Berisping. Klaagster is door de woningbouwvereniging aangemeld bij Bemoeizorg wegens vreemd gedrag. Verpleegkundige heeft klaagster toegewezen gekregen als cliënte. Tussen klaagster, de verpleegkundige en derden hebben gesprekken plaatsgevonden en op basis daarvan is een aanmeldingsformulier gemaakt. In dit formulier staan gegevens van klaagster, waaronder een diagnose, die zijn uitgewisseld met de gemeente. Klaagster stelt dat de verpleegkundige zich niet aan zijn geheimhoudingsverplichting heeft gehouden en haar privacy heeft geschonden. De verpleegkundige stelt dat er geen vertrouwelijke gegevens zijn uitgewisseld. De klacht wordt gedeeltelijk gegrond verkaard. Bemoeizorg krijgt maatregel van berisping opgelegd.

IEF 18521

Uitspraak ingezonden door Sabina Kloppers, Van Benthem & Keulen en Wouter Dammers, LAWFOX.

Bijzondere zorgplicht voor ICT-dienstverlener Stepco

Rechtbank Midden-Nederland 23 mei 2019, IEF 18521; (ANVA tegen Stepco), https://delex.nl/artikelen/bijzondere-zorgplicht-voor-ict-dienstverlener-stepco

Vzr. Rechtbank Utrecht 23 mei 2019, IEF 18521, IT 2798 (ANVA tegen Stepco) Verbintenissen. Zorgplicht. Stepco is ICT-dienstverlener, gespecialiseerd in cloud-beheer en security, en leverancier van een ICT-platform. ANVA is reseller van software en diensten en maakt daarbij gebruik van hostingdiensten van Stepco. Stepco en ANVA hebben drie overeenkomsten gesloten met betrekking tot drie verschillende diensten. De partnerovereenkomst is door partijen beëindigd. Stepco heeft vervolgens ook de overige overeenkomsten opgezegd met een opzegtermijn van één maand. ANVA is voor de uitvoering van haar dienstverlening aan haar klanten afhankelijk van Stepco en is van mening dat Stepco conform de partnerovereenkomst mee moet werken aan een soepele exit, conform de geldende tarieven. ANVA is van mening dat Stepco geen redelijke opzegtermijn in acht heeft genomen met betrekking tot de overige overeenkomsten. ANVA vordert nakoming van de op Stepco rustende verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten. Het lukt Stepco niet om de vermeende wanprestatie aan de kant van ANVA aan te tonen. Stepco moet de op haar rustende verplichtingen nakomen. Er rust daarbij een bijzondere zorgplicht op Stepco.

IEF 18406

Overdracht IE-Rechten bij aanbesteding over informatieverwerking van radarsatelliet niet disproportioneel

Rechtbank Den Haag 15 apr 2019, IEF 18406; ECLI:NL:RBDHA:2019:3623 (SkyGeo tegen Staat der Nederlanden), https://delex.nl/artikelen/overdracht-ie-rechten-bij-aanbesteding-over-informatieverwerking-van-radarsatelliet-niet-disproporti

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 april 2019, IEF 18406; IT 2752; ECLI:NL:RBDHA:2019:3623 (SkyGeo tegen Staat der Nederlanden) Aanbesteding over het verwerken van informatie van radarsatellieten om beweging van de bodem en deformatie van infrastructuur statistisch te schatten. Voorwaarde van overdracht intellectuele eigendomsrechten op dataset niet disproportioneel. Ook andere bezwaren van gegadigde slagen niet. Rijkswaterstaat heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd met als onderwerp “InSAR based deformation service for the Dutch built environment. In het Beschrijvend Document staat de toepassing van de ARVODI-voorwaarden. SkyGeo betoogt dat de voorwaarde disproportioneel is omdat de aanbestedende dienst met die voorwaarde wenst te bewerkstelligen in de toekomst de mogelijkheid te hebben om de verkregen informatie vrij aan derden ter beschikking te stellen. SkyGeo miskent dat de IE-rechten vanaf het moment van het sluiten van een overeenkomst met de aanbestedende dienst uitsluitend bij de aanbestedende dienst berusten.

 

IEF 18352

Uitspraak ingezonden door Erik Jonkman en Simon Sanders, CMS.

Opzegregeling overeenkomst bouwsoftware is niet van toepassing op onderliggende licenties

Rechtbank Midden-Nederland 29 mrt 2019, IEF 18352; (Kraan tegen BAM), https://delex.nl/artikelen/opzegregeling-overeenkomst-bouwsoftware-is-niet-van-toepassing-op-onderliggende-licenties

Rechtbank Midden-Nederland 29 maart 2019 (Kraan tegen BAM). Eiser is Kraan Bouwcomputing, een bedrijf gespecialiseerd in bouwsoftware. Verweerder is BAM, een bouwbedrijf. Partijen hebben een raamovereenkomst gesloten genaamd Total Service Overeenkomst (TSO), op grond waarvan aan BAM het gebruiksrecht is verleend op door Kraan ontwikkelde software, inclusief onderhoud en ondersteuning. In de bijlage bij de TSO zijn de diverse softwaremodules en het aantal licenties geregeld. Er ontstaat een geschil over de uitleg van een licentieovereenkomst, waarbij Kraan stelt dat de opzegregeling uit de TSO ook van toepassing is bij het opzeggen van een aantal licenties. De opzegregeling van de TSO is niet eveneens van toepassing is op het op- en afschalen van de diverse, onderliggende licentieovereenkomsten. De vorderingen worden afgewezen.

IEF 18189

Geen onvoorwaardelijke afgifte deliverables afgesproken, vorderingen afgewezen

Rechtbanken 5 dec 2018, IEF 18189; ECLI:NL:RBOVE:2018:4833 (Vita Motion tegen Sintecs), https://delex.nl/artikelen/geen-onvoorwaardelijke-afgifte-deliverables-afgesproken-vorderingen-afgewezen

Vzr. Rechtbank Overijssel 5 december 2018, IEF 18189; IT 2701; ECLI:NL:RBOVE:2018:4833 (Vita Motion tegen Sintecs) Contractrecht. Vita Motion heeft een zorgrobot ontwikkeld. Een deel van de software heeft Sintecs in opdracht van Vita Motion verder ontwikkeld. Na beëindiging van hun samenwerking is tussen partijen discussie ontstaan over de afgifte van intellectuele eigendomsrechten (deliverables). Vita vordert nakoming van de verplichting tot afgifte van de deliverables omdat volgens haar uitdrukkelijk is overeengekomen dat Sintex de deliverables gedurende het project oplevert. Echter blijkt uit de overeenkomst dat de deliverables eerst door Sintecs moeten worden afgegeven wanneer overeenstemming bestaat over de gewerkte en gefactureerde uren. Onvoorwaardelijke afgifte zijn partijen naar oordeel van de voorzieningenrechter niet overeengekomen. Vita heeft voor de afgifte geen zelfstandig belang aangevoerd. De huidige situatie brengt de voortgang van de ontwikkeling van de zorgrobot niet onmiddelijk in gevaar, zodanig dat de verlangde afgifte van de deliverables onmiddellijk is vereist. Vorderingen afgewezen.