Overige  

IEF 2204

Liefde in Lelystad

O.a. Boekblad bericht dat Een pleegzoon van Nel Benschop een kort geding aangespannen tegen uitgever Willem Hooijer, die van plan is een bundeling liefdesgedichten van de vorig jaar overleden dichteres uit te brengen. De rechtszaak dient donderdag 15 juni om 09.15 uur in Lelystad "

“Volgens de advocaat van Hooijer, Lars Bakers, zou Hooijer voldoende bewijs hebben dat Benschop toestemming heeft verleend voor publicatie van de gedichten. De pleegzoon is een andere mening toegedaan. Als erfgenaam van Nel Benschop liggen de auteursrechten bij hem, zo heeft zijn advocaat Arjen Maes laten weten.

De advocaat van Hooijer, Mr. Bakers, zet vraagtekens bij de motivatie van de pleegzoon van Benschop. Hij liet weten niet uit te sluiten dat de uitgeverij van Benschop, Kok in Kampen, op de achtergrond betrokken is bij de rechtszaak, zodat die op termijn de gedichten zelf kan uitgeven. Directeur Bert Endedijk van Kok bevestigt dat de uitgeverij op de achtergrond betrokken is bij de rechtszaak.

Lees hier of hier iets meer.

IEF 2190

Niet als een zo’n ernstige aantasting

Kamerstukken 30587, nr. 1 t/m 4 + C, 1e/2e Kamer. Subsidiariteitstoets op richtlijnvoorstel COM(2006) 168 fin. betreffende strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten.

Richtlijnvoorstel, brief van de Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets, brief van de vaste commissie voor Justitie van de Tweede Kamer, brief van de Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets, brief van de commissie Europese Samenwerkingsorganisaties van de Eerste Kamer.

“De vaste commissie voor Justitie komt tot het oordeel dat de subsidiariteitstoets bij de beantwoording van de twee voorvragen strandt. Zij kan niet zonder meer onderstrepen dat er voor de na te streven doelstelling van het voorgenomen optreden een bevoegdheidstoekenning in het EG-Verdrag bestaat. Integendeel. Zij neigt er naar de schendingen van IE-recht niet als een zo’n ernstige aantasting van het te beschermen beleidsterrein te zien dat een geharmoniseerde strafrechtelijke inzet onontbeerlijk  is in de strijd tegen die schendingen.

Evenmin behoort het voorgenomen optreden tot de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap.”

IEF 2171

Nadere afstemming noodzakelijk

Kamervragen met antwoord, nr. 1569, 2e Kamer. Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Europese Zaken) over de Europese verplichting om strafrechtelijke sancties te harmoniseren om misbruik van intellectueel eigendom te bestrijden. (Ingezonden 1 mei 2006); Mededeling

“ Mededeling van staatssecretaris Nicolaï (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken. (Ontvangen 31 mei 2006). Naar aanleiding van de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel, wil ik u meedelen, mede namens de minister van Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken, dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat nadere interdepartementale afstemming noodzakelijk is.”

IEF 2159

Landmark

Persbericht EC: "Anti-Contraband and Anti-Counterfeit Agreement between PMI and the European Community and Member States: twenty-four Member States are now Parties.

Since July 2004 fourteen Member States have joined the Community and the initial ten Member States in their fight against cigarette smuggling and have signed the Anti-Contraband and Anti-Counterfeit Agreement with Philip Morris International, Inc, bringing the total number to twenty-four. This landmark agreement, which calls for substantially enhanced cooperation on many fronts in the fight against the shared problem of illegal trade in cigarettes, has proved to be highly effective in practice."

Lees hier meer.

IEF 2157

IPR

Persbericht EC: “The information and communication technology (ICT) sector is a key contributor to growth in the EU. Meeting for the first time today, the new Task Force – launched by the European Commission – will tackle barriers to competition and the competitiveness of the ICT sector.

(…) The ICT Task Force will address the following topics: (…) IPR for competitiveness and innovation: This working group will assess the contributions that Intellectual Property makes to Europe’s economies; to study the link between IP, R&D and innovation; to explore the scope, causes and impact of piracy; the importance of standards and ICT interoperability.”

Lees hier meer.

IEF 2110

Pornozoekenden

Rechtbank 's-Gravenhage 24 mei 2006, HA ZA 04-2493. Van der Zwan tegen De Vries & Leidseplein Beheer B.V.

Interessant vonnis over de verhouding WIPO-arbitratie versus nationale rechtspraak, de geldige reden en de reputatie van bepaalde waren en diensten. Conclusie is dat de domeinnamen van De Vries geen inbreuk maken op de rechten van De Vries (en dat lijkt alleen maar een open deur). 

De Vries is houder van het merk The Bulldog, bekend van onder meer de coffeeshop op het Leidseplein. "Z" heeft na een domeinnaamprocedure bij het WIPO de domeinnamen bulldog.com en buldog.com moeten afstaan aan De Vries (beslissing hier). Na deze procedure heeft "Z" het teken Buldog doen registreren als Benelux-(woord)merk.

"Z" vordert en krijgt i.c. een verklaring voor recht dat de .com domeinnamen geen inbreuk maken op enige merk- en/of handesnaam- en/of enige andere rechten van De Vries. De Vries vordert in reconventie onder meer "Z" te gebieden inbreuk op de merkrechten van De Vries te staken, waaronder het gebruik van de .com domeinnamen.

De Vries stelt in conventie dat "Z" geen belang heeft bij de door hem gevorderde verklaring, nu hij heeft nagelaten tevens de vernietiging van het arbitraal vonnis ex artikel 1064 en 1065 te vragen. "Deze stelling is kennelijk gebaseerd op de opvatting dat de beslissing van het WIPO Arbitration and Mediation Center van 7 juni 2004 is aan te merken als een arbitraal vonnis.

Deze zienswijze is evenwel onjuist. (...) Het bestaan en het gebruik van deze adminstratieve procedure depriveren domeinnaamhouder en derde evenwel niet van het recht zich tot de gewone rechter te wenden ter beoordeling van hun geschil in volle omvang. (...) De eerdere beoordeling door het Panel bindt de rechtbank dan ook niet, als feitelijk omstandigheid kan zij evenwel van belang zijn."

Dan de beoordeling van de vorderingen in conventie en reconventie (deze worden gezamenlijk besproken). "Z" heeft aangevoerd dat het teken The Bulldog beschrijvend is en niet onderscheidend kan zijn. De rechtbank ontkracht dit. Ten tweede voert "Z" aan dat het teken niet overeenkomt, omdat het zonder het lidwoord 'the'  wordt gebruikt en slechts met één 'l' wordt geschreven. Dit verweer slaagt ook niet.

De rechtbank stelt vast dat de tekens voor waren of diensten worden gebruikt die niet soortgelijk zijn (doorverwijzen naar porno versus horecadiensten, fietsverhuur en energiedrankjes). De bezwaren zijn dus gegrond voorzover zij steunen op artikel 13-A1 sub c of sub d. De rechtbank gaat er veronderstellenderwijs van uit van de bekendheid van de merken van De Vries. Zeer groot is deze volgens de rechtbank echter niet.

Blijft over de vraag of Van "Z" een geldige reden had voor het gebruik. Dit dient primair te worden beoordeeld naar het moment van de eerste registratie van de domeinnaam. "Z" stelt dat hij de aanduiding bulldog heeft gekozen omdat het een normaal zelfstandig naamwoord is, dat gemakkelijk te onthouden is en dat ook niet direct verwijst naar adult-websites. Bij de registratie van de domeinnaam in 1997 was hij niet bekend met de bulldog-merken van De Vries. In beginsel is het door "Z" aangevoerde motief voldoende om een geldige reden op te leveren voor zijn keuze het teken bulldog te gebruiken als kenmerkende deel van zijn domeinnaam."

"Of "Z" bekend was met het merk van De Vries is in beginsel niet relevant. Uitgangspunt is dat men het merk van een ander, als daar een geldige reden toe is, mag gebruiken als kenmerkend onderdeel van een domeinnaam. Enkel bij een zeer bekend merk is hierop een uitzondering denkbaar.  Het is ook niet zo dat een merkrecht zonder meer een soort voorrang op de overeenkomende domeinnaam met zich meebrengt. Die vooronderstelling zou immers afbreuk doen aan het in domeinland geldende beginsel “wie het eerst komt, het eerst maalt”.

In beginsel zou "Z" – binnen de grenzen van artikel 14B sub 1 juncto artikel 3 lid 2 sub c BMW – het teken bulldog zelfs als merk mogen gebruiken. Hierboven is immers reeds overwogen dat "Z" zijn (overeenstemmende) teken voor waren of diensten gebruikte die niet soortgelijk zijn aan de door De Vries aangeboden waren of diensten." Nu De Vries pas voor het eerst in 2003 actie ondernam tegen de domeinnaam van De Vries, heeft De Vries in feite zes jaar lang de geldige reden van "Z" gerespecteerd.

De rechtbank is dan ook van oordeel dat "Z" met geldige reden het teken bulldog in zijn .com domeinnamen is gaan gebruiken en is blijven gebruiken. Dat hij met de exploitatie van zijn websites onder die namen voordelen heeft behaald is dan ook niet ongerechtvaardigd. “

Dat door het gebruik afbreuk is gedaan aan het onderscheidend vermogen van het merk The Bulldog voor de onder dat merk aangeboden diensten en waren heeft De Vries geheel niet aannemelijk gemaakt en is volgens de rechtbank eigenlijk sowieso niet aannemelijk.

“Dat het gebruik van het teken voor pornosites afbreuk doet aan een merk dat is opgebouwd vanuit en rond een coffeeshop is niet aannemelijk. De Vries miskent dat zijn onderneming zijn fundament vindt in uitsluitend hier te lande gedoogde handel, terwijl de handel van "Z" hier te lande maar ook elders is aan te merken als geoorloofde handel. Dat een der genoemde omstandigheden zich zou voordoen en dat daardoor schade zou zijn ervaren is overigens ook niet te rijmen met het stilzitten van De Vries gedurende circa zes jaar.

De vordering van De Vries wordt afgewezen. "Z" heeft een geldige reden voor het gebruik van zijn merk waar thans nog bij komt dat hij een merk heeft gedeponeerd dat overeenkomt met het kenmerkende deel van de domeinnaam waarmee hij zich een marktpositie heeft verworven.

De slotsom is enigzins curieus. De rechtbank verklaart dat de domeinnamen die inmiddels, na de WIPO-procedure, in bezit zijn van De Vries "geen inbreuk maken op enig recht van De Vries, met betrekking tot het teken 'The Bulldog.'"

Lees het vonnis hier.

IEF 2099

The world and its dog

O.a. The Register bericht dat sinds gisteren "Trademark holders from within the mobile industry have the chance to register their trademarks as .mobi domains. From 12 June to 22 August, all trademark holders will be given the opportunity to get their hands on a .mobi domain before the whole thing is thrown open to the world and its dog on 28 August." Lees hier meer.

IEF 2088

Kill en attack

Rechtbank Amsterdam, 17 mei 2006, LJN AX2452. Lako Kennels tegen TROS en TROS tegen Dierenbescherming.

Na een uitvoerig feitencomplex met vele rapporten, lijstjes, brieven en uitspraken, wordt door Lako Kennels gevorderd Tros aansprakelijk te stellen voor de door Lako geleden schade ten gevolge van een televisie-uitzending van Tros Radar, waarin gesteld werd dat Lako Kennels op de tweede plaats in "De Top 5 malafide hondenhandelaren" stond, de publicatie op internet en de weigering tot rectificatie.

Lako Kennels stelt onder meer dat Tros onrechtmatig heeft gehandeld door Lako Kennels te kwalificeren als één van de meest beruchte en malafide hondenhandelaren in Nederland. Dit terwijl aan die kwalificatie geen gedegen onderzoek van Tros ten grondslag ligt en geen hoor en wederhoor is toegepast.

De rechtbank maant Radar tot een grote mate van zorgvuldigheid "[...] waarbij dient te worden gewaakt tegen nodeloos grievende uitlatingen, verdraaiing van de feiten, ongefundeerde verdachtmakingen of een schending van het recht op wederhoor." De rechtbank acht verder dat Tros zich niet kan verschuilen achter de bron van de Top 5, de Dierenbescherming: "De Dierenbescherming heeft weliswaar de Top 5 samengesteld, maar heeft daarbij onbetwist vermeld dat het ging om een top 5 van handelaren waarover de meeste klachten waren binnengekomen. Tros c.s. hebben vervolgens in de gewraakte uitzending zelf aan die top 5 de kwalificatie van “De Top 5 malafide hondenhandelaren” meegegeven. Deze kwalificatie kan niet aan de Dierenbescherming worden toegerekend. [...] Daarbij komt dat het onderzoek van de Dierenbescherming is gelanceerd door een oproep in de uitzending van Radar van 10 februari 2003. Derhalve hebben Tros c.s. niet alleen als een doorgeefluik van informatie van de Dierenbescherming gefunctioneerd, maar zijn zij bij het onderzoek van de Dierenbescherming betrokken geraakt en hebben daar een eigen draai aan gegeven."

Nu er geen gedegen onderzoek aan de kwalificatie als 'malafide hondenhandelaar', 'slechtste fokker' of 'meest beruchte hondenhandelaar' ligt, heeft Tros onrechtmatig gehandeld. In een schadestaatprocedure dient het causaal verband tussen de onrechtmatige gedraging en de schade, de toerekenbaarheid en het bewijs van de gestelde schade aan de orde te komen.

In de vrijwaringszaak vordert Tros de Dierenbescherming datgene te betalen waartoe Tros in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld, aangezien zij de Top 5 niet hebben gepresenteerd als hun eigen Top 5, maar als die van de Dierenbescherming. Zij achten zich niet verantwoordelijk voor de inhoud van het onderzoek dan wel de Top 5 van de Dierenbescherming. De rechtbank wijst het gevorderde af met een beroep op de hoofdzaak.

Lees het vonnis hier.

IEF 2086

Dealer-jurisprudentie

Rechtbank Haarlem, 17 mei 2006, rolnr. 109285 / HA ZA 05-90, Saab Aktiebolag c.s. tegen Saboservice Molenaar B.V. (Met dank aan Marc de Kemp, Houthoff Buruma)

Een handelsnaam en domeinnaamgeschil tussen Saab en een garagebedrijf die Saab auto's onderhoudt en repareert.

Saab sommeert Saabservice Molenaar om het het voeren van deze inbreukmakende handelsnaam te staken. Saabservice Molenaar geeft gehoor aan deze sommatie van Saab en stelt Saab schriftelijk op de hoogte van haar bereidheid tot wijziging van haar handelsnaam. Saabservice Molenaar wijzigt vervolgens ook daadwerkelijk haar handelsnaam. Deze is nu Saboservice Molenaar (hierna: Sabo). Sabo gebruikte echter ook nog de domeinnamen 'saabservice.nl' en 'saabservicemolenaar.nl'. De sommatie van Saab zag niet op de domeinnamen en Sabo wil niet van het gebruik van deze domeinnamen afzien, mede omdat Sabo deze domeinnamen al sinds 1993 gebruikt.

In deze procedure (onder aanvoering van een nieuwe advocaat) komt Sabo opeens tot de conclusie dat zij ook geen afstand doet van haar (oude) handelsnaam. De rechtbank is echter zeer recht door zee en leidt uit de schriftelijke verklaring van Sabo af dat Sabo heeft toegezegd haar handelsnaam te zullen wijzigen. Sabo moet deze toezegging nu gestand doen.

Met betrekking tot de domeinnamen wordt de hele dealerjurisprudentie erbij gehaald om tot de slotsom te komen dat het gebruik van deze domeinnamen door Sabo inbreuk maken op de merkrechten van Saab.

"Daaraan doet niet af dat op de website van Saboservice Molenaar staat vermeld dat van een band met Saab Aktiebolag c.s. geen sprake is. Van belang is immers of de indruk van een commerciële band wordt gewekt door het gebruik van het merk en niet of deze indruk nadien op enige wijze wordt weggenom. Op dat moment heeft Saboservice Molenaar immers al ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk Saab en is de waarde van het merk al aangetast. Het gebruik door Saboserice Molenaar van de woorden 'saabservice'of 'saabservicemolenaar' in haar handels- en/of domeinnamen is derhalve een ontoelaatbare inbreuk op de merkrechten van Saab Aktiebolag."

Als schrale troost is het verbod om de domeinnamen nog te gebruiken niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard zodat een eventueel hoger beroep afgewacht kan worden door Sabo.

Lees het vonnis hier.

IEF 2080

Verhoging

Persbericht Stichting Brein: "De boetes die de Nederlandse strafrechter kan opleggen zijn onlangs verhoogd. Dat geldt dus ook voor de boetes die bij strafrechtelijke vervolging van piraterij kunnen worden opgelegd. De wet biedt zowel strafrechtelijke autoriteiten als civiele partijen zoals BREIN tal van middelen om piraterij aan te pakken.

Zo bevatten zowel de Auteurswet 1912 als de Wet op de Naburige Rechten straf- en civielrechtelijke sancties. De maximumstraf is 4 jaar gevangenis en de maximumboete is verhoogd van € 45.000,- naar € 67.000,-. Voor rechtspersonen kan zelfs een boete van € 670.000,- (voorheen €450.000,-) gelden. Inbreukmakende goederen en productie- of distributiemiddelen mogen in beslag genomen worden. Ook door civiele partijen kunnen inbreukmakende goederen en productiemiddelen worden opgeëist. Daarnaast kan BREIN naast een verbod onder andere winstafdracht en schadevergoeding vorderen.

Ook het Wetboek van Strafrecht biedt middelen ter vervolging van piraterij. Sinds 1993 kent het strafrecht uitgebreide ontnemingmogelijkheden. Zowel de strafrechtelijke autoriteiten als BREIN hebben de mogelijkheid om opbrengsten die piraten uit hun illegale praktijken hebben verkregen, te ontnemen cq te vorderen. Tot slot heeft ook de douane de mogelijkheid de doorvoer van inbreukmakende goederen aan te pakken. De maximum straf die daarbij geldt is 1 jaar gevangenis en een boete van € 67.000,-- "

Lees hier meer.