IEF 22390
25 november 2024
Artikel

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

 
IEF 22393
25 november 2024
Uitspraak

Aanvraag uniebeeldmerk 'Russian Warship, Go F**k Yourself' terecht afgewezen

 
IEF 22392
25 november 2024
Artikel

Union-IP Round Table in Paris over fast fashion

 
IEF 21341

Schending artikel 10 EVRM door Litouwen

EHRM 23 jan 2023, IEF 21341; (Macatė tegen Lithuania), https://delex.nl/artikelen/schending-artikel-10-evrm-door-litouwen

EHRM 23 januari 2023, IEF 21341; 61435/19 (Macaté tegen Litouwen) Een publieke universiteit in Litouwen heeft de distributie van een kinderboek gedurende een jaar stilgelegd omdat in twee van de sprookjesverhalen een relatie tussen mensen van hetzelfde geslacht voorkomt. Daarna is het boek voorzien van een waarschuwing voor lezers tot veertien jaar. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt dat het beperken van toegang tot informatie over homoseksuele relaties bijdraagt aan het voortduren van stigmatisering. Dergelijke beperkingen op de vrijheid van meningsuiting, hoe gering ook, zijn daarom onverenigbaar met de noties van gelijkheid, pluriformiteit en tolerantie. Naar het oordeel van het Hof is sprake van een schending van artikel 10 EVRM.

Is er sprake van inbreuk op de CHALLENGE woordmerken van F. Smit Holding?

Rechtbank Den Haag 29 mrt 2023, IEF 21340; (Playseat en F. Smit Holding tegen NLR), https://delex.nl/artikelen/is-er-sprake-van-inbreuk-op-de-challenge-woordmerken-van-f-smit-holding

Rechtbank Den Haag 29 maart 2023, IEF 21340; ECLI:NL:RBDHA:2023:4029 (Playseat en F. Smit Holding tegen NLR) Het geschil tussen NLR en F. Smit Holding gaat over het gebruik van de naam CHALLENGER door NLR voor een gamestoel voor race- en vliegsimulaties. F. Smit Holding beweert dat NLR met het gebruik van de naam inbreuk maakt op hun CHALLENGE woordmerken en eist schadevergoeding en het gebod tot doorhaling van de Benelux-merkinschrijving. De rechtbank heeft geoordeeld dat de CHALLENGE woordmerken van F. Smit Holding elk onderscheidend vermogen hebben en dat er sprake kan zijn van merkinbreuk door NLR. Playseat c.s. kan zich nu ten aanzien van haar inbreukvorderingen beroepen op het CHALLENGE woordmerk en stelt dat NLR inbreuk maakt op het merk omdat NLR de naam CHALLENGER gebruikt voor het aanbieden/verkopen van een gamestoel voor race- en vliegsimulaties. De rechtbank heeft geoordeeld dat de CHALLENGER-tekens naar het oordeel van de rechtbank zodanig overeenstemmen met het CHALLENGE Uniemerk dat hierdoor bij het in aanmerking komende (consumenten)publiek verwarring kan ontstaan in de zin van artikel 9 lid 2 aanhef sub b UMVo. Playseat c.s. kan zich dus verzetten tegen het gebruik van de CHALLENGER-tekens voor een gamestoel voor race- en vliegsimulatie en daarbij behorende accessoires in de gehele Europese Unie. Dit gebruik vormt een inbreuk op het CHALLENGE-merk. De rechtbank komt niet meer toe aan een aparte beoordeling van de vorderingen die zijn gegrond op het Beneluxmerk en het BVIE, omdat de geografische reikwijdte van het gevorderde verbod en de overige vorderingen op grond van artikel 9 lid 2 aanhef sub b UMVo de gehele Europese Unie betreft en de Benelux hiervan een onderdeel is.

IEF 21337

JAMES BOND vs MY NAME IS BOMB JAMES BOMB

BBIE 31 jan 2023, IEF 21337; (JAMES BOND tegen MY NAME IS BOMB JAMES BOMB), https://delex.nl/artikelen/james-bond-vs-my-name-is-bomb-james-bomb

BBIE 31 januari 2023, IEF 21334; Beslissing oppositie 2010059 (James Bond vs MY DRINK IS BOMB JAMES BOMB) De eigenaar van de distributierechten van de James Bond-franchise heeft oppositie ingesteld tegen het gebruik van de merknaam JAMES BOMB. Hij beweert dat de merknaam JAMES BOND bekend is en geassocieerd wordt met verschillende producten, waaronder dranken en kleding. Hij beschuldigt de verweerder ervan te kwader trouw te handelen en vraagt het Bureau de oppositie te aanvaarden en de verweerder te veroordelen in de kosten. De beoordeling of er sprake is van verwarringsgevaar moet worden gedaan met het oog op de gemiddelde consument van de betreffende producten of diensten. Hierbij moet rekening worden gehouden met het niveau van aandacht van de gemiddelde consument en het onderscheidend vermogen van de merken. Als de merken visueel overeenkomen en er sprake is van vergelijkbare producten en diensten, kan er verwarringsgevaar ontstaan. Het Bureau oordeelt dat een risico op verwarring bestaat als het publiek denkt dat de producten of diensten die door de merken worden aangeduid, afkomstig zijn van dezelfde onderneming of van economisch verbonden ondernemingen. Het Bureau oordeelt dat er in dit geval een risico op verwarring bestaat en wijst de vordering toe.

IEF 21339

Uitspraak ingezonden door Lotte van Schuylenburch, Boekx Advocaten

Inbreukmaker veroordeeld tot vergoeding kosten onderzoek en reputatieschade

Rechtbank Amsterdam 23 mrt 2023, IEF 21339; (Volendam Events tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/inbreukmaker-veroordeeld-tot-vergoeding-kosten-onderzoek-en-reputatieschade

Rechtbank Amsterdam 23 maart 2023, IEF 21339; 10078116 CV EXPL 22-11253 (Volendam Events tegen gedaagde) Eiser, Volendam Events, is een evenementenbureau in Volendam. Gedaagde heeft een SEO-bedrijf en biedt linkbuildingsdiensten aan. Gedaagde is houder van meerdere domeinnamen die worden gebruikt voor linkbuilding. Gedaagde heeft daarvoor auteursrechtelijk beschermde teksten van eiser overgenomen. Volgens eiser is dit een inbreuk op zijn auteursrecht en is sprake van onrechtmatig handelen. Gedaagde betwist dit en voert aan dat hij niet heeft gewerkt voor de site waarop deze teksten te vinden zijn. Daarnaast stelt gedaagde dat juist eiser inbreuk maakt op de auteursrechten van de concurrent. De rechter oordeelt in het voordeel van eiser. Er is sprake van een inbreuk op het auteursrecht van eiser omdat de websites waarop de gekopieerde teksten te vinden zijn op naam staan van gedaagde. Gedaagde heeft onrechtmatig gehandeld door de teksten van eiser over te nemen en moet de schade vergoeden. Opvallend is dat gedaagde wordt veroordeeld in de kosten die eiser heeft moet maken voor onderzoek naar de herkomst en omvang van de inbreuk. Deze vordering wordt in zijn geheel toegewezen. Ook de gevorderde € 1.000,- wegens reputatieschade wordt geheel toegewezen en worden de volledige proceskosten vergoed.

IEF 21338

Uitnodiging afscheidsrede prof. mr. Willem Hoyng

De Rector Magnificus van Tilburg University nodigt u uit tot het bijwonen van de academische zitting waarin Prof. mr. Willem Hoyng hoogleraar Intellectueel eigendomsrecht, een openbare afscheidsrede houdt, getiteld:

1 juni 2023: Het Eengemaakt Octrooigerecht opent zijn deuren! Enkele opmerkingen

op vrijdag 21 april 2023, om 16.15 uur precies, in de Aula van Tilburg University, Warandelaan 2, 5037 AB Tilburg.   

De rede zal worden uitgesproken in het Engels. Hoogleraren zijn van harte welkom om (bij voorkeur in eigen toga) in het cortège mee te lopen. Zij worden om
uiterlijk 16.00 uur verwacht in toga in de Portrettenzaal.

U wordt vriendelijk verzocht om via onderstaande link u aan te melden voor de rede. 

REGISTREREN (vóór 14 april 2023)  

Ik zie ernaar uit om na afloop van de rede samen het glas te heffen en Willem te danken voor alles wat hij voor de universiteit heeft betekend!

IEF 21336

Hof wijst vordering eigenaar tegelbedrijf af wegens gebrek bewijs nabootsing

Hof 's-Hertogenbosch 24 jan 2023, IEF 21336; ECLI:NL:GHSHE:2023:179 (Appelanten tegen geïntimeerden ), https://delex.nl/artikelen/hof-wijst-vordering-eigenaar-tegelbedrijf-af-wegens-gebrek-bewijs-nabootsing

Hof 's-Hertogenbosch 24 januari 2023, IEF 21334; ECLI:NL:GHSHE:2023:179 (Appellanten tegen geïntimeerden) Verbintenissenrecht. Appellant is eigenaar van een eenmanszaak die zich onder andere toelegt op de productie en verhandeling van handgemaakte tegels, genaamd 'Stones'. Deze tegels betreffen reproducties van kerk- en kasteelstenen. Geïntimeerde werkte tot eind 2013 als exclusief distributeur van appellant, maar produceert en handelt sinds 2018 in stenen die ook de naam Stones dragen. Partijen hebben in tijden van samenwerking een overeenkomst gesloten waarin wordt afgesproken dat geïntimeerde geen bedrijfsgeheimen mag gebruiken zonder toestemming van appellant. Appellanten stellen dat het productieprocedé van Stones een bedrijfsgeheim is. Appellanten stellen ook dat geïntimeerde schuldig is aan slaafse nabootsing nu geïntimeerden gebruikmaken van hetzelfde productieprocedé. Het hof heeft echter geoordeeld dat het productieproces van appellanten niet uniek is en daarom geen handelswaarde heeft. Ten aanzien van de stelling van slaafse nabootsing oordeelt het hof dat appellanten onvoldoende hebben onderbouwd dat er sprake is van oneerlijke concurrentie en slaafse nabootsing door geïntimeerden. Appellanten hebben niet concreet aangetoond dat er sprake is van verwarring bij het publiek tussen de Stones van appellanten en Stones van geïntimeerden. Het hof concludeert daarom dat er niet is voldaan aan de voorwaarden voor een geslaagd beroep op slaafse nabootsing. Het hof veroordeelt appellanten in de proceskosten van het hoger beroep en wijst het gevorderde af. 

 

IEF 21335

SIKN is niet gehouden de broncode voor appellant veilig te stellen

Hof Arnhem-Leeuwarden 28 feb 2023, IEF 21335; ECLI:NL:GHARL:2023:1772 (appellant tegen SIKN), https://delex.nl/artikelen/sikn-is-niet-gehouden-de-broncode-voor-appellant-veilig-te-stellen

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 februari 2023, IT 4244, IEF 21335; ECLI:NL:GHARL:2023:1772 (appellant tegen SIKN) De appellant heeft als vrijwilliger software ontwikkeld voor SIKN, maar de samenwerking is beëindigd. SIKN heeft de computer waarop de server draaide laten formatteren en verkocht, waardoor de appellant geen toegang meer heeft tot de broncode van zijn ontwikkelde software. De appellant eist dat SIKN aan hem de broncode afgeeft of schadevergoeding betaalt en verklaart dat de handelingen van SIKN onrechtmatig zijn. Het Hof oordeelt echter dat SIKN niet verplicht was om de broncode veilig te stellen, omdat de appellant slechts het programmeerwerk heeft gedaan en niet het functionele ontwerp heeft gemaakt. De broncode heeft auteursrechtelijke bescherming en de appellant heeft het auteursrecht daarop niet aan SIKN overgedragen. SIKN had toestemming om de broncodes te gebruiken, maar de licentieovereenkomst is inmiddels beëindigd. Het Hof oordeelt dat SIKN geen verplichting had om de broncode voor de appellant veilig te stellen, en dus is de vordering van de appellant om de broncode terug te geven niet toewijsbaar en slaagt het hoger beroep niet.

IEF 21334

Billie vs B Biller

BBIE 30 mrt 2023, IEF 21334; (Billie tegen B Biller), https://delex.nl/artikelen/billie-vs-b-biller

BBIE 30 maart 2023, IEF 21334; Beslissing oppositie 2018070 (Billie tegen B Biller) De opposant heeft oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het woord-/beeldmerk 'B Biller'. De oppositie is gebaseerd op Uniemerkinschrijving van het woordmerk 'Billie'. Het Bureau heeft geoordeeld dat er sprake is van verwarringsgevaar tussen het oudere merk 'Billie' en het betwiste teken vanwege de visuele en auditieve overeenstemming, deels identieke, deels overeenstemmende en deels in zekere mate overeenstemmende waren en diensten, en het verhoogde aandachtsniveau van het relevante publiek. Zelfs als de 'IT-diensten' in klasse 42 van het ingeroepen merk buiten beschouwing worden gelaten, blijft het oordeel hetzelfde.

IEF 21332

Geniet een Amerikaanse designstoel auteursrechtelijke bescherming in Nederland en België?

Hoge Raad 31 mrt 2023, IEF 21332; ECLI:NL:HR:2023:508 (Kwantum c.s. tegen Vitra), https://delex.nl/artikelen/geniet-een-amerikaanse-designstoel-auteursrechtelijke-bescherming-in-nederland-en-belgie

Hoge Raad 31 maart 2023, IEF 21332; ECLI:NL:HR:2023:508 (Kwantum c.s. tegen Vitra) De zaak gaat over de vraag of een Amerikaanse designstoel auteursrechtelijke bescherming geniet in Nederland en België als 'werk van toegepaste kunst'. De Hoge Raad heeft vijf vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de beperking van het auteursrecht op een werk van toegepaste kunst. De vragen hebben betrekking op de toepassing van de materiële-reciprociteitstoets van artikel 2 lid 7 van de Berner Conventie, en op de vraag of deze in Nederland en België mag worden toegepast op een werk van toegepaste kunst uit een derde land waarvan de auteur geen onderdaan is van een EU-lidstaat. De Hoge Raad wil weten of de situatie binnen de werkingssfeer van het Unierecht valt en wie de beperking van het auteursrecht mag vastleggen. De zaak is geschorst totdat het Hof van Justitie hierover uitspraak heeft gedaan.

IEF 21331

Hanwha tegen LONGi NL: inbreuk op het octrooi?

Rechtbank Rotterdam 28 mrt 2023, IEF 21331; ECLI:NL:RBROT:2023:2715 (Hanwha tegen LONGi NL), https://delex.nl/artikelen/hanwha-tegen-longi-nl-inbreuk-op-het-octrooi

Rechtbank Rotterdam 28 maart 2023, IEF 21331; ECLI:NL:RBROT:2023:2715 (Hanwha tegen LONGi NL) Hanwha stelt dat LONGi NL inbreuk heeft gemaakt op hun octrooi en daarom onrechtmatig heeft gehandeld. Hanwha baseert dit onder andere op facturen en processen-verbaal van bewijsbeslag. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat enkel op basis van de facturen niet kan worden aangenomen dat LONGi NL inbreuk heeft gemaakt op het octrooi. Uit de processen-verbaal lijkt wel te kunnen worden afgeleid dat LONGi NL de rechterlijke verboden heeft overtreden en daarom het octrooi heeft geschonden. Maar omdat Hanwha te weinig concreet heeft gemaakt welke stukken zij wil inzien en er getwijfeld wordt aan de spoedeisendheid, wordt de inzagevordering afgewezen. De voorzieningenrechter overweegt dat, op grond van de in conventie besproken processen-verbaal van de deurwaarder, summierlijk aannemelijk is dat LONGi NL inbreuk op het octrooi heeft gemaakt en dwangsommen heeft verbeurd.