Waddenacademie versus Wadden Academy: kantonrechter wijst verzoek om naamswijziging af
Rechtbank Noord-Nederland 22 maart 2023, IEF 21330; ECLI:NL:RBNNE:2023:1139 (Waddenacademie tegen Wadden Academy) De Waddenacademie heeft de kantonrechter verzocht om Wadden Academy te veroordelen de handelsnaam Wadden Academy zodanig te wijzigen en gewijzigd te houden. De kantonrechter oordeelt dat de Waddenacademie kan worden beschouwd als een onderneming en dat zij bescherming heeft op grond van de Handelsnaamwet. De kantonrechter stelt echter ook dat de verschillen tussen de handelsnamen van beide organisaties groot genoeg zijn en dat er geen sprake is van verwarring bij het publiek. Het verzoek van de Waddenacademie om de naam van de Wadden Academy te veranderen is daarom afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Gert Jan van den Bergh en Auke van Hoek, Bergh Stoop & Sanders, en Berber Brouwer, Walden Grene
Gerecht EU: alle modelregistraties Tinnus voor waterballonvuller terecht nietig verklaard
Gerecht EU 29 maart 2023, IEF 21329; ECLI:EU:T:2023:178 (Tinnus Enterprises/EUIPO - Mystic Products en Koopman International) Het Gerecht van de Europese Unie heeft bevestigd dat de Board of Appeal van het EUIPO [IEF 20136] terecht de ongeldigheid heeft uitgesproken van negen modelregistraties van Tinnus voor een waterballonvuller (fluid distribution equipment), omdat alle kenmerken van het model uitsluitend door de technische functie zijn bepaald. Eerder werd de nietigheid van Tinnus’ vrijwel identieke modelregistratie voor Gemeenschapsmodel 001431829-0001 tot aan het Gerecht EU bevestigd [IEF 19589]. In een daarop volgende appel bij het Hof van Justitie van de Europese Unie van 5 mei 2021, werd Tinnus niet-ontvankelijk verklaard [IEF 19961].
Uitspraak ingezonden door Jarieke Timmerman en Jaap Bremer, BarentsKrans
Maakt een toegangsnaald zelfstandig onderdeel uit van de naaldgeleider?
Gerechtshof Den Haag 28 maart 2023, IEF 21328; C/09/619229 / KG ZA 21-974 (Corbin tegen Pelvitec c.s.) De zaak betreft de handhaving door Corbin van EP 3 125 811, dat een naaldgeleider onder bescherming stelt die in combinatie met een handheld ultrasone sonde gebruikt wordt bij de uitvoering van transperineale prostaatbiopsies. In een bijzonder goed en gedetailleerd gemotiveerd arrest legt het Hof de octrooiconclusies zo uit, dat de toegangsnaald, anders dan Corbin had gesteld, geen onderdeel – geen structureel kenmerk - vormt van het geclaimde apparaat, de naaldgeleider. Dat betekende dat de geclaimde naaldgeleider volledig geanticipeerd werd door een in de stand van de techniek reeds langere tijd bekende naaldgeleider, de UA1232. Het Hof acht het octrooi dan ook voorshands niet nieuw en dus nietig en bekrachtigt het vonnis van de Voorzieningenrechter.
Uitspraak ingezonden door Nienke de Visser en Reindert van der Zaal, Kennedy Van der Laan
ProDemos tegen Stichting Eerlijk Stemadvies
Rechtbank Den Haag 10 maart 2023, IEF 21326; C/09/644062 / KG ZA 23-185 (ProDemos tegen Stichting Eerlijke Stemadvies) Het gaat hier om een rechtszaak tussen ProDemos en Stichting Eerlijk Stemadvies (hierna: de Stichting), waarbij ProDemos aanvankelijk eiste dat de Stichting stopt met het gebruik van het merkteken 'stemwijzer' en de domeinnaam waarop dit merkteken gebruikt werd, op straffe van een dwangsom. De Stichting heeft kort voor de mondelinge behandeling een onthoudingsverklaring getekend en de gestelde merkinbreuken beëindigd, waardoor ProDemos haar eerdere eis heeft ingetrokken en alleen nog de proceskosten vordert op grond van artikel 1019h Rv. ProDemos vindt dat de stichting de door haar gemaakte kosten moet vergoeden, omdat zij als in het ongelijk gestelde partij is veroordeeld en pas daags voor de zitting heeft gereageerd op de sommaties van ProDemos en geen verweer heeft gevoerd tegen haar stellingen. De rechter heeft geoordeeld dat de Stichting inderdaad als in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld en de kosten van de procedure moet vergoeden.
Geen geldige reden om merk IMPOSSIBLE niet te gebruiken
Kamer van Beroep EUIPO 17 maart 2023, IEF 21325; R 665/2022-5 (Impossible Foods tegen Nestlé) Merkenzaak, zie eerder IEF 20590. Impossible Foods heeft in 2014 het Uniemerk IMPOSSIBLE geregistreerd. Tot op heden is nog geen sprake van gebruik in de Europese Unie. Impossible Foods voert aan dat een markttoelatingsprocedure in de weg staat aan normaal gebruik en er dus een geldige reden is in de zin van artikel 18(1) Vo. 2017/1001. De Kamer van Beroep verwerpt dit argument. Impossible Foods heeft er zelf voor gekozen om zich eerst te richten op markttoelating in haar thuismarkt en later pas inspanningen te verrichten om in de EU markttoelating te verkrijgen. Bovendien is Impossible Foods niet voortvarend geweest in haar aanvraag, onder meer omdat zij heeft verzuimd de juiste veiligheidsstudies te verrichten. Tot slot heeft Impossible Foods het merk wel gebruikt voor een vervangend product in het Verenigd Koninkrijk, hetgeen zij ook in de EU had kunnen doen.
BREIN vordert overdracht van de drie domeinnamen
Rechtbank Midden-Nederland 28 maart 2022, IEF 21324; ECLI:NL:RBMNE:2022:5565 (Brein tegen gedaagde) BREIN is een stichting die zich richt op het bestrijden van auteursrechtinbreuken, met name voor de bij haar aangesloten rechthebbenden. In deze zaak gaat het over drie websites waarop IPTV-pakketten werden verkocht. Deze pakketten boden via hyperlinks toegang tot illegaal aanbod van beschermde films, series en (premium) televisiekanalen. Volgens BREIN is gedaagde niet degene die de IPTV-pakketten heeft verkocht, maar wel de eigenaar van de drie domeinnamen die naar de websites leiden. BREIN beweert dat gedaagde de domeinnamen niet te goeder trouw heeft geregistreerd omdat er opzettelijk een onjuist adres in Nederland is opgegeven bij het EURid (domeinnamenregister). In feite zou gedaagde slechts de katvanger zijn van de persoon die de IPTV-pakketten via de websites heeft verkocht. BREIN is van mening dat gedaagde onrechtmatig handelt en eist daarom dat hij de drie domeinnamen aan haar overdraagt. De rechtbank heeft geoordeeld dat BREIN ontvankelijk is in haar collectieve vordering en wijst BREIN aan als exclusieve belangenbehartiger voor alle rechthebbenden op entertainmentcontent van IPTV-pakketten die via de domeinnamen beschikbaar zijn gemaakt.
Eiser gebonden aan overeenkomst met gedaagde voor kunstfilm
Rechtbank Amsterdam 28 maart 2023, IEF 21323; ECLI:NL:RBAMS:2023:1744 (eiser tegen gedaagde) Eiser is een Franse schrijver die regelmatig in de publieke aandacht heeft gestaan met controversiële uitlatingen. Gedaagde is een Nederlandse filmmaker en kunstenaar. Hij maakt onder andere films die vaak controversieel zijn. Partijen hebben een overeenkomst gesloten waarin wordt afgesproken dat gedaagde een erotische film opneemt waar eiser in speelt. Eiser was in de veronderstelling dat het een kunstzinnige film zou worden die pornografische passages zou kunnen bevatten, waarin zou worden gespeeld met waarheid en fictie. Volgens eiser heeft gedaagde hem afgeschilderd als pornoster. In de trailer van de film is gezegd dat eiser in Marokko prostituees zou willen bezoeken. Hij zou in zijn persoonlijkheidsrechten als uitvoerend kunstenaar zijn geschonden en hij zou de overeenkomst hebben vernietigd. Eiser vordert gedaagde te gebieden de trailer van de film verwijderd te houden. In reconventie vordert gedaagde eiser te verbieden publiekelijk mee te delen dat de overeenkomst is vernietigd en hem te veroordelen die overeenkomst na te komen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het niet te begrijpen waarom eiser wel heeft meegedaan aan de opnames als hij de overeenkomst echt problematisch vond. Hij had genoeg tijd om terug te komen op de inhoud van de overeenkomst. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser nog steeds is gebonden aan de overeenkomst.
Elektrode is afzonderlijk voortbrengsel
Gerecht EU 22 maart 2023; IEF 21320, IEFbe 3630; T‑617/21, ECLI:EU:T:2023:152 (B&Bartoni tegen EUIPO) In het onderhavige geschil draait het om het begrip "onderdeel van een samengesteld voortbrengsel” in de zin van artikel 4 lid 2 Gemeenschapsmodellenverordening. Volgens B&Bartoni heeft de kamer van beroep blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de betrokken elektrode geen onderdeel van een samengesteld voortbrengsel was. Het Gerecht oordeelt dat dit niet zo is. De snijmachine en de toorts kunnen bij vervanging van de elektrode niet uit elkaar worden gehaald en weer in elkaar worden gezet. Verder is het samengestelde voortbrengsel, te weten een toorts of een plasmasnijmachine, zonder elektrode een volledig voortbrengsel. Tot slot kan de betrokken elektrode worden vervangen door een andere elektrode en kunnen toortsen van verschillende typen de betrokken elektrode gebruiken. Op basis van deze reeks relevante aanwijzingen, heeft de kamer van beroep tot de slotsom kunnen komen dat de betrokken elektrode een afzonderlijk voortbrengsel is en geen onderdeel vormt van een samengesteld voortbrengsel in de zin van artikel 4 lid 2 van de Gemeenschapsmodellenverordening.
Het Nationaal IE-Studentencongres
Op 11 mei 2023 vindt de 4e editie van het Nationaal IE-Studentencongres plaats!
Wil jij kennismaken met de advocaten van de top IE-kantoren van Nederland, maar op een andere manier dan een standaard kantoorbezoek of kennismakingskoffietje? Schrijf je dan in voor het Nationaal IE-Studentencongres 2023.
Tijdens dit event kun je deelnemen aan verschillende workshops over merkenrecht, mediarecht, octrooirecht en bescherming van bedrijfsgeheimen, verzorgd door advocaten van Bird & Bird, De Brauw Blackstone Westbroek, Brinkhof, Freshfields Bruckhaus Deringer, Hogan Lovells, Hoyng Rokh Monegier, Simmons & Simmons en Taylor & Wessing. Met als hoogtepunt een pleitwedstrijd tussen verschillende IE-studieverenigingen, waarna de dag wordt afgesloten met een borrel. Deze dag is de ideale manier om meer te weten te komen over de verschillende advocatenkantoren en het Intellectueel Eigendomsrecht!
Wil jij hierbij zijn? Schrijf je snel in via www.joinsimmons.com
Aanmelden kan tot en met maandag 24 april via joinsimmons.com. Wees er snel bij, want vol is vol.
Duurzaamheidsclaims: EC doet voorstel voor richtlijn
Op 24 maart 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een nieuwe richtlijn gedaan. Dit voorstel bevat criteria die greenwashing en misleidende milieuclaims tegen dient te gaan. Met het voorstel krijgen consumenten meer duidelijkheid wanneer iets als ‘groen’ wordt verkocht, of het ook echt groen is, en krijgen zij betere informatie om milieuvriendelijke producten en diensten te kiezen. Ook bedrijven zullen hiervan profiteren, aangezien bedrijven die zich daadwerkelijk inspannen om de milieuduurzaamheid van hun producten te verbeteren, gemakkelijker door de consument zullen worden herkend en beloond, hetgeen hun verkoop zal stimuleren - in plaats van te worden geconfronteerd met oneerlijke concurrentie. Op die manier zal het voorstel bijdragen tot gelijke concurrentievoorwaarden wanneer het gaat om informatie over de milieuprestaties van producten.