Uitspraak ingezonden door Nils Winthagen, Winthagen Mensink advocaten.
Vakantie Makelaar in strikte zin geen louter beschrijvende handelsnaam in relatie tot de aangeboden diensten
Vzr. Rechtbank Noord-Holland 8 maart 2018, IEF 17550 (Vakantie Makelaar) Handelsnaamrecht. Vakantie Makelaar drijft sinds 2007 onder die naam een onderneming die zich bezig houdt met makelaarsactiviteiten met een specifieke focus op vakantie en recreatie onroerend goed. A heeft in 2017 de domeinnaam www.de-vakantiemakelaar.nl geregistreerd, die hij gebruikt ten behoeve van de verkoop van vakantiewoningen. Vakantie Makelaar vordert A te bevelen inbreuk op haar handelsnaamrechten te staken. A voert aan dat er sprake is van een louter beschrijvende handelsnaam, die niet mag worden gemonopoliseerd. De voorzieningenrechter oordeelt dat er in strikte zin, gelet op de combinatie van de woorden 'Vakantie' en 'Makelaar' in relatie tot de aangeboden diensten geen sprake is van een louter beschrijvende handelsnaam. Omdat er gevaar voor verwarring bestaat, is er sprake van een inbreuk op de handelsnaamrechten van Vakantie Makelaar. De vordering wordt toegewezen.
Retro Opera maakt door visuele gelijkenis in combinatie met de term ‘opera’ voor dance-muziek inbreuk op Dance Opera
Rechtbank van Koophandel Antwerpen 3 februari 2016, IEFbe 2499; IEF17548 (Star tegen Fandango) en Hof van beroep Antwerpen 21 november 2016, IEFbe 2499; IEF 17548 (Fandango tegen Star) Merkenrecht. Star is houder van het Benelux-beeldmerk "Dance Opera Trip". Fandango organiseert een evenement aanvankelijk onder de naam "Dance Event" en later onder de naam "Retropera". Star is van oordeel dat de benamingen en gebruikte logo's haar merkenrechten schenden. De rechtbank oordeelt dat Fandango een inbreuk maakt op de eerlijke marktpraktijken alsook op het Benelux-beeldmerk en het beveelt staking. De tekens vertonen visuele gelijkenis en de term 'opera' in de specifieke context van dance-muziek wordt alleen door Star gehanteerd. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis. De inbreuk op het merk van Star en de eerlijke marktpraktijken blijft weerhouden en het bevel tot staking wordt bevestigd. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.
Pre-annual Meeting Reception INTA 2018
This year Simmons & Simmons will again host the Dutch INTA Pre-Annual Meeting Reception on April 5, 2018 from 17:00 until 19:30 in its Amsterdam office. This Pre‒Annual Meeting Reception is planned exclusively for you and your colleagues to learn more about INTA’s 2018 Annual Meeting in Seattle, Washington. Why you should attend:
Nog geen overeenkomst voor licentie op fotobehang Nelson Mandela
Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 21 februari 2018, IEF ; ECLI:NL:RBMNE:2018:719 (Nelson Mandela-foto) Totstandkoming overeenkomst. Eiseres exploiteert een online databank met meer dan 30 miljoen beelden. Eiseres stelt dat zij op verzoek van gedaagde een licentie heeft bedongen bij de rechthebbende op een foto van Nelson Mandela en deze foto inclusief licentie aan gedaagde heeft geleverd. Gedaagde heeft interesse getoond, daarbij heeft ze kenbaar gemaakt de foto te gebruiken voor fotobehang voor een wand, ze vraagt hoe eiseres het beeld aanlevert en geeft de aanleverspecificaties voor de fotowand. Deze vraag staat nog open op het moment dat het bestand wordt toegestuurd. Ook staat de vraag nog open naar de prijs. Partijen hadden weliswaar overeenstemming bereikt over een (maximale) prijs van € 1.250,00 en gedaagde had aan eiseres al haar gegevens gestuurd ten behoeve van de facturatie, maar daaruit kan op zichzelf geen wil tot aanvaarding van het aanbod worden afgeleid.
Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Gravendeel advocaten.
VESTIVAL vanwege de afwijkende spelling niet zonder meer beschrijvend voor festivals
Vzr. Rechtbank Den Haag 7 maart 2018, IEF 17545; IT 2506; ECLI:NL:RBDHA:2018:2643 (Eiser tegen Havensluis) Merkenrecht. Eiser heeft in 2013 en 2014 twee Benelux-beeldmerken ingeschreven waarin het woord VESTIVAL te lezen is. Havensluis heeft in 2016 en 2017 twee Benelux-beeldmerken ingeschreven waarin het woord VESTIVAL te lezen is. Voor de organisatie van festivals maakte de heer A, voormalig zwager van eiser, gebruik van de domeinnaam vestival.eu en accounts op Facebook, Instagram en Twitter. Nadat de vennootschappen van A failliet worden verklaard, is Havensluis administrator van het Facebookaccount geworden en is 020 Vision, dat Havensluis als statutair bestuurder heeft, geregistreerd als domeinnaamhouder van vestival.eu. In 2018 heeft Havensluis de naam van het Facebookaccount gewijzigd in Oh My! Music Festival. Het merk is niet zonder meer beschrijvend voor festivals, omdat het met een 'V' wordt gespeld. Eiser vordert met succes dat Havensluis ieder gebruik van de benaming VESTIVAL te staken. De verschillen tussen teken en merk wegen minder zwaar dan de (opvallendere) overeenkomst in het gebruik van de V als beginletter. De sociale-media-accounts hoeven niet overgedragen te worden, daar niet in valt te zien dat het gebruik van deze accounts na naamswijziging nog inbreukmakend is op de merkenrechten van eiser.
HvJ EU: Bij beoordeling of uiterlijke kenmerken uitsluitend door technische functie worden bepaald moet worden nagegaan of die functie de enige bepalende factor is
HvJ EU 8 maart 2018, IEF 17542; IEFbe 2492; C-395/16 (Doceram tegen CeramTec) Modellenrecht. Uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die uitsluitend door de technische functie van dat voortbrengsel worden bepaald – Beoordelingscriteria – Bestaan van alternatieve modellen – Inaanmerkingneming van het standpunt van een ,objectieve waarnemer’”
1) Artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen moet aldus worden uitgelegd dat voor de beoordeling of uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel uitsluitend door de technische functie van dat voortbrengsel worden bepaald, nagegaan moet worden of die functie de enige factor is die bepalend was voor die kenmerken, en dat in dit verband niet doorslaggevend is of er alternatieve modellen zijn.
Bestuurder HE Licenties niet hoofdelijk aansprakelijk voor proceskostenvordering VG Colours
Rechtbank Den Haag 6 september 2017, IEF 17544; ECLI:NL:RBDHA:2017:10792 (VG Colours tegen B.V. I) Bestuurdersaansprakelijkheid. VG Colours vordert een verklaring voor recht dat B.V. I in zijn hoedanigheid van bestuurder c.q. feitelijk leidinggever hoofdelijk aansprakelijk is voor de vordering wegens proceskosten die VG Colours heeft op HE Licenties uit hoofde van een kort geding vonnis [IEF 15239]. VG Colours stelt dat de bestuurder wist dat zij in de kort geding procedure in het ongelijk zou worden gesteld, voor een aanzienlijk bedrag in de proceskosten zou worden veroordeeld en dat HE Licenties voor die vordering van VG Colours onvoldoende verhaal zou bieden. VG Colours heeft geen concrete feiten of omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat de vorderingen van HE Licenties op voorhand geheel kansloos waren. De beslissing van HE Licenties om VG Colours in kort geding te betrekken kan daarom niet als onrechtmatig handelen worden bestempeld. De vordering wordt afgewezen.
Bijdrage ingezonden door Charles Gielen, Nauta Dutilh.
Charles Gielen - Noot onder HvJ EU Gözze/VBB
C. Gielen, Noot onder HvJ EU 8 juni 2017 (Gözze/VBB); IEF 17543; eerder gepubliceerd in IER 2018/5 1. Deze zaak gaat over de relatie tussen het individuele en het collectieve merk en wel onder de werking van de Verordening 207/2009 inzake het Gemeenschapsmerk. Wij leven al lang niet meer onder het regime van die verordening, omdat inmiddels Verordening 2017/1001 inzake het Uniemerk van kracht is geworden (via de tussenstap van Verordening (EU) 2015/2424). Maar geen nood, de bepalingen uit de eerste (art. 66 e.v.) zijn materieel gezien hetzelfde als die uit de laatste (art. 74 e.v.) met één belangrijk verschil. In Verordening 2017/1001 inzake het Uniemerk wordt tevens voorzien in bescherming van zgn. Uniecertificeringsmerken (art. 83 e.v.).
Videma maakt misbruik van machtspositie door niet billijke tarieven vertoning en doorgifte Nederlandse tv-programma's in ziekenhuizen
Rechtbank Rotterdam 21 februari 2018, IEF 17540; ECLI:NL:RBROT:2018:1037 (NVZ ziekenhuizen tegen Videma) Auteursrecht. NVZ vordert een verklaring voor recht dat de hoogte en de toepassing van de door Videma gehanteerde tarieven voor vertoning en doorgifte van Nederlandse tv-programma’s in ziekenhuizen niet billijk zijn. In een tussenvonnis is de Geschillencommissie Auteursrechten als deskundige benoemd. Uit het deskundigenbericht blijkt dat de tarieven niet billijk zijn. De rechtbank oordeelt dat de hoogte en toepassing van de tarieven niet billijk zijn en dat Videma derhalve misbruik maakte van een machtspositie. NVZ-leden hebben aanspraak op een schadevergoeding van Videma.
Karakteristieke uiterlijke kenmerken van de lampen komen één op één terug
Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 1 maart 2018, IEF 17539; ECLI:NL:RBOBR:2018:1000 (Ontwerper tegen Bellino) Auteursrecht. Eiser stelt een aantal lampen te hebben ontworpen die door Bellino worden verkocht. Wat betreft Habitam lampen is van inbreuk geen sprake, daar onvoldoende aannemelijk is dat Bellino is overgegaan tot productie van de lampen. Met productie van de Rainbow lampen maakt Bellino wel inbreuk op het auteursrecht van de ontwerper. De karakteristieke uiterlijke kenmerken van deze lampen komen één of één terug in de door eiser ontworpen lampen. De vorderingen die zien op de auteursrechtinbreuk van de Rainbow lampen worden voor Nederland toegewezen.