DOSSIERS
Alle dossiers

Foto / beeld  

IEF 11481

Een nieuwsfeit met een "historisch sausje"

Kantonrechter Nijmegen locatie Nijmegen 15 juni 2012, CV EXPL 11-8791 \ 426 \ 225 (Guus de Jong Photography tegen B)

gelinkt van totalfootballnl.com

Uitspraak ingezonden door Kitty van Boven, I-ee. advocaten.

Auteursrecht op (historische) foto's. (Geen) citaatrecht of artikel over actuele/toekomstige gebeurtenis waarbij foto uit 1962 wordt geplaatst.

De Jong heeft een schadevergoeding gevorderd ad €255 vanwege gederfde licentie-inkomsten en vordert daarnaast overige (immateriële) schadevergoeding voor het niet kunnen stellen van voorwaarden met betrekking tot het gebruik en verlies van exclusiviteitswaarde van de foto, eveneens €255. B. stelt dat hij geen bewijs heeft ontvangen dat de advocaat van De Jong is gemachtigd door De Jong. Artikel 80 lid 3 Rv vereist dat ook niet, de kantonrechter passeert deze stelling.

B. voert aan dat het niet zeker is dat De Jong de maker is en overlegt een fotokopie van de foto en op internet er niets dat wijst op de eigendom van De Jong. De kantonrechter verwerpt dit verweer onder vermelding van artikel 4 jo. 1 Aw, nu B er in het vervolg van zijn verweer ook van lijkt uit te gaan dat De Jong de maker en rechthebbende is van de foto. In dit geval wordt De Jong als maker gezien, omdat hij degene is die het werk openbaarmaakt. De plaatsing van de foto zonder voorafgaande toestemming op totalfootballnl.com is een auteursrechtinbreuk.

De ingeroepen excepties (citaatrecht en actuele reportage) treffen geen doel.

Er is niet voldaan aan het vereiste dat bij het citaat de bron op duidelijke wijze wordt vermeld, waaronder de naam van de maker (15a lid 1 onder 4 Aw). De naam van De Jong wordt vermeld, maar niet wat de bron is. Aangezien de foto van De Jong is gemaakt tijdens de finale in het Olympisch Stadion in 1962, is er geen sprake van een actuele gebeurtenis, het betreft ook geen foto van de actuele gebeurtenis van de toekenning van de finale 2012 aan de Amsterdam ArenA waarover het artikel van B gaat.

De gevorderde schadevergoeding ad €510 wordt toegewezen en gedaagde B wordt veroordeeld in de proceskosten ad 2.468,61.

4.5. De kantonrechter verwerpt dit verweer, nog daargelaten dat B. er geen duidelijke juridische consequenties aan heeft verbonden en hij er in het vervolg van zijn verweer ook van lijkt uit te gaan dat De Jong de maker en rechthebbende is van de foto. Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende. (...)

4.14. B. voert in dit kader aan dat zijn artikel gaat over de omstandigheden rond de finale in het Olympisch Stadion in 1962, die is gewonnen door Benfica. Volgens B. is het dan logisch om beeld van Benfica te gebruiken, waarbij duidelijk het stadion is te zien. B. voert aan dat zijn website vaak een actuele gebeurtenis oftewel een nieuwsfeit gebruikt met een "historisch sausje".

4.15. Ook dit verweer faalt. Artikel 16a Aw heeft alleen betrekking op het opnemen van werken die zelf de actuele gebeurtenis vormen en niet op, bijvoorbeeld, foto's van dergelijke werken. Artikel 16a Aw houdt dus geen beperking in van het auteursrecht op de foto van de actuele gebeurtenis. Het beroep van B. op de uitzondering van artikel 16a Aw gaat daarom al niet op. Daar komt nog bij dat de foto van De Jong is gemaakt tijdens de meergenoemde finale in 1962 en dus geen foto is van de actuele gebeurtenis van de toekenning van de finale van 2013 aan de Amsterdam Arena, waarover het artikel van B. gaat.

IEF 11459

Tweede extra IP-adres The Pirate Bay blokkeren

Ex parte beschikking Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage 18 juni 2012, KG RK 12-1321 (Stichting Brein tegen UPC, KPN, Tele2 en T-Mobile)

In navolging van IEF 11364 (aanvullend IP-adres The Pirate Bay blokkeren).

Uit't persbericht. BREIN kreeg gisteren opnieuw een ex-parte beschikking van de Haagse voorzieningenrechter tegen UPC, KPN, Tele2 en T-Mobile om het inmiddels tweede extra IP-adres te blokkeren dat de illegale website The Pirate Bay in gebruik heeft genomen. De ISP's hadden wederom geweigerd dit adres op aanvullende melding van BREIN vrijwillig te blokkeren terwijl Ziggo en Xs4all dat onder het bodemvonnis wel moeten doen. De mogelijkheid aanvullingen te doen indien The Pirate Bay adreswijzigingen invoert, is wegens gebrek aan spoedeisend belang niet toegekend in het kort geding vonnis tegen de andere ISP's. De handelswijze van de illegale site sinds dat vonnis geeft alsnog aan dat dit belang wel aanwezig is.

IEF 11403

Naamsvermelding op logo niet praktisch

Vzr. Rechtbank Amsterdam 5 juni 2012, KG ZA 12-445 HJ/MB (Han Lans Amsterdam B.V. tegen Monta Street GmbH c.s.)

Uitspraak ingezonden door Bjorn Schipper, Bousie Advocaten. In navolging van IEF 9828 (Rb Haarlem) Lans tegen Monta en gelijktijdig behandeld met  IEF 11402 (Wasi Malik tegen Monta Street)

Auteursrecht op foto die is verwerkt tot logo. Toestemming door betaling. Naamsvermelding op logo niet praktisch.

Wasi is een straatvoetballer die zich beroepsmatig met deze sport bezighoudt. Monta heeft met een Wasi een promotieovereenkomst gesloten. In dit kader heeft fotograaf Han Lans een fotoshoot gedaan. Er wordt  staking van gebruik van de auteursrechtelijk beschermde foto als silhouet in een logo gevorderd.

Het is zonder meer aannemelijk dat Lans aan toestemming voor het gebruik van zijn foto voor het vervaardigen van het logo de voorwaarden zou hebben verbonden dat daarvoor een vergoeding zou zijn betaald. Hetgeen Monta c.s. hebben aangevoerd is onvoldoende om tot een tegengestelde conclusie te komen. Dit betekent dat voorshands kan worden aangenomen dat het inbreukmakend, onrechtmatige karakter aan het gebruik zou komen te ontvallen, als aan Lans c.s. een passende vergoeding zou worden betaald.

Persoonlijkheidsrechten zijn niet geschonden, in citaat:

4.10. Dat de persoonlijkheidsrechten van Lans door de bewerking van de foto zijn geschonden is niet aannemelijk geworden. Lans c.s. heeft niet nader toegelicht en/of gemotiveerd dat het logo een verminking of andere aantasting van zijn werk betreft. Dat zou mogelijk anders kunnen zijn als de foto waarvan het silhouet is overgetrokken  bij het publiek bekend was. Dat is echter voorshands niet komen vast te staan. Monta heeft immers verklaard zich niet te herinneren dat zij deze specifieke foto eerder op de website heeft gepubliceerd, en Lans heeft het tegendeel niet aannemelijk gemaakt. Aannemelijk is dat de foto de laatste jaren niet op enige website van Monta c.s. te zien is geweest. Ook de omstandigheid dat de naam van Lans niet bij het logo is vermeld, kan Lans c.s. Monta c.s. niet tegenwerpen. Zoals in het vonnis van 25 mei 2011 is overwogen is gesteld noch gebleken dat Lans c.s.in een eerde stadium (voor het uitbrengen van de dagvaarding) aanspraak op vermelding van zijn nam heeft gemaakt bij de publicaties van foto's uit de fotoshoot op de website van Monta. Daar komt nog bij dat de naamsvermelding in het logo praktisch gezin niet haalbaar zou zijn, zoals  Monta c.s. terecht heeft aangevoerd, aangezien het logo op kleding is aangebracht en het daarbij in een aantal gevallen, met name als het logo gestikt is, gaat om een klein logo (van enkele centimeters), waarbij het silhouet grofmazig is aangebracht.

Op andere blogs:
Intellectueeleigendomsrecht.nl
(Verveelvoudiging door een nieuw oorspronkelijk werk)
MediaReport (Van foto naar logo: Hoe zit het met portret- en auteursrecht)

IEF 11393

De uitvoering van de ontvlechting

Vzr. Rechtbank Almelo 30 mei 2012, LJN BW7412 (Cinc solutions tegen gedaagde)

Uitspraak mede ingezonden door Laurens Bezoen, Daniels Huisman.

Auteursrecht. Wanprestatie. Schending geheimhoudingsovereenkomst na ontvlechting van de samenwerking.

Cinc ontwikkelt en produceert machines, waaronder vloeistofseparatoren met als typeaanduiding CS250, en CS250 PUR. Gedaagde vervaardigt machines en onderdelen daarvan. In januari 2006 hebben partijen een samenwerkingsovereenkomst gesloten betreffende de exclusieve productie van vloeistofseparatoren door gedaagde voor Cinc. Partijen hebben in dat kader een geheimhoudingsverklaring gesloten. Daarin zijn partijen onder meer overeengekomen dat het gedaagde niet is toegestaan vertrouwelijke informatie van Cinc aan derden te openbaren. De uitvoering van de ontvlechting geschiedde niet naar tevredenheid van Cinc.

Rechtspraak.nl: De vraag wie van partijen (auteursrechtelijk gezien) rechthebbende is van de in het geding zijnde tekeningen met betrekking tot de vloeistofseparatoren kan in het bestek van het kort geding niet worden beantwoord. De uiteenlopende stellingen van partijen hieromtrent zullen nader onderzocht dienen te worden in een bodemprocedure. Een kort gedingprocedure leent zich daar niet voor. Eiseres heeft voorts onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van wanprestatie. De vorderingen worden derhalve afgewezen.

4.2.    De vraag die in dit geding dient te worden beantwoord is, of er sprake is van wanprestatie aan de zijde van [gedaagde], meer in het bijzonder of [gedaagde] de geheimhoudingsovereenkomst, dan wel de nadien gemaakte ontvlechtingafspraken, heeft geschonden. Cinc stelt daartoe dat [gedaagde] zonder toestemmingvan Cinc vertrouwelijke informatie en eigendommen van Cinc aan derden heeft verstrekt. Voorts weigert [gedaagde] alle eigendommen, bestaande uit tekeningen en projectmappen, over te dragen aan Cinc, aldus Cinc. [Gedaagde] betwist dat er sprake is van de door Cinc vermeende schending: zij heeft geen separatoren geproduceerd zonder toestemming van Cinc. Voorts betwist zij dat zij geen medewerking heeft verleend aan het overdragen van alle tekeningen en eigendommen van Cinc. [Gedaagde] stelt voorts dat zij Cinc tevergeefs expliciet heeft gevraagd om opgave te doen van de tekeningen en eigendommen die Cinc mist.


4.3.    De voorzieningrechter stelt voorop dat de vraag wie van partijen (auteursrechtelijk gezien) rechthebbende is van de in het geding zijnde tekeningen met betrekking tot de Cinc vloeistofseparatoren in het bestek van dit kort geding niet worden beantwoord. Partijen verschillen wezenlijk van mening wie van beiden rechthebbende is op deze tekeningen. [Gedaagde] heeft betwist dat Cinc rechthebbende is.Het staat onvoldoende vast (en kan in kort geding ook onvoldoende komen vast te staan) welke tekeningen auteursrechtelijk gezien toebehoren aan Cinc. De uiteenlopende stellingen van partijen hieromtrent zullen nader onderzocht dienen te worden in een bodemprocedure. Een kort gedingprocedure leent zich daar niet voor. Dat betekent dat in dit kort geding ook niet kan worden geconstateerd of er sprake is van een inbreuk op die intellectuele eigendomsrechten door het kopiëren van de tekeningen dan wel produceren van separatoren/rotors . De gevorderde staking van de gestelde inbreuk dient dan ook reeds om die reden te worden afgewezen.


4.4.    De voorzieningenrechter overweegt over de gestelde wanprestatie het volgende.

De stellingen van Cinc komen neer op de vrees aan de zijde van Cinc voor het achterhouden van informatie door [gedaagde] met de kennelijke bedoeling zelf separatoren te gaan produceren. Volgens Cinc heeft [gedaagde]vertrouwelijke informatie aan derden verstrekt, heeft [gedaagde] zonder toestemming van Cinc separatoren geproduceerd en heeft zij, in het verlengde daarvan, niet alle tekeningen en (overige) eigendommen aan Cinc overgedragen. Cinc heeft ter zitting toegelicht dat de vrees voornamelijk is ingegeven door het aantreffen door haar directeur van een rotor van een CS250 separator bij [X]. Het vermoeden is gerezen dat dit nog slechts‘het topje van de ijsberg’ is.

Cinc heeft nagelaten te stellen welke vertrouwelijke informatie en voorts aan wie [gedaagde] deze zou hebben verstrekt. Het lag op de weg van Cinc om voldoende feiten en omstandigheden te stellen die aannemelijk maken dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van verplichtingen aan de zijde van [gedaagde]. Nu Cinc haar stellingen niet nader heeft onderbouwd - ook niet nadat daarnaar ter zitting expliciet is gevraagd - dan dat zij de tekeningen met betrekking tot CS250 PUR mist en de daarbij behorende matrijstekening, heeft Cinc haar vordering op dit punt onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Daar komt bijdat partijen twisten over wie (auteursrechtelijk gezien) rechthebbende is van de zojuist bedoelde tekeningen, waarop - zoals hiervoor onder 4.3. reeds overwogen -, in dit kort geding geen antwoord kan worden gegeven. [Gedaagde] heeft tot slot ter zitting verklaard dat (financiële) afspraken kunnen worden gemaakt over overdracht van de (in opdracht van Cinc vervaardigde) rotor.

IEF 11185

Ondanks deze onevenwichtigheid

Kantonrechter Rechtbank Utrecht 11 april 2012, UC EXPLO 11-16505 (Dijkstra tegen Coconut Capital B.V.)

Foto ter illustratie NO-Brabant.hcc

Uitspraak ingezonden door Kitty van Boven, I-ee advocaten.

Auteursrecht. Proceskosten volledig vergoed ondanks dat deze niet in goede verhouding tot het toegewezen schadebedrag staan. Dijkstra is fotograaf en heeft een foto gemaakt van een parkeerplaats bij een bouwmarkt met een aantal pratende mensen, nagenoeg zonder auto's en op het toegangshek een papier met daarop de tekst ´wegens omstandigheden gesloten´. Deze foto is geplaatst bij een artikel/interview in de Telegraaf. Na publicatie is het door de geïnterviewde bestuurder van Coconut op haar website geplaatst.

3.2. (...) "Het feit dat Dijkstra van de Telegraaf een vergoeding heeft ontvangen voor de publicatie van zijn foto in die krant maakt niet dat Coconut Capital zonder toestemming van Dijkstra de foto heeft mogen (her)gebruiken"

Coconut Capital wordt veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding ad (2x €255 =) €510 voor het gebruik van een foto van cliënt zonder toestemming. En eveneens tot het betalen van de volledige proceskosten (€76,31 dagvaardingskosten, €202,00 aan griffierechten en €2.661,62 salaris gemachtigde).

3.8 "Met Coconut Capital is de kantonrechter van oordeel dat deze gemaakte kosten niet in een goede verhouding staan tot het gevorderde (en toegewezen) schadebedrag van €510,00. Ondanks deze onevenwichtigheid, is er geen aanleiding om de proceskosten voor een lager bedrag toe te wijzen. Daarvoor is redengevens dat Coconut Capital er (mede) zelf de oorzaak van is dat de proceskosten zo hoog zijn opgelopen. In eerste instantie heeft zij namelijk niet op brieven/e-mails van de raadsvrouwe van Dijkstra gereageerd (zie 2.2.). Hierdoor zijn de kosten opgelopen. De kosten zijn vervolgens verder gestegen doordat Cocanut Capital bij de Kamer van Koophandel op een verkeerd adres stond ingeschreven waardoor de dagvaarding niet kon worden betekend. Daarna heeft Coconut Capital een schikkingsaanbod gedaan van €300,00. Mede met het oog op de door hem geleden schade en de inmiddels opgelopen kosten was dit aanbod niet zodanig dat Dijkstra dat in redelijkheid had moeten accepteren.

IEF 11180

De context van de fotoverzameling

Kantonrechter Amsterdam 6 april 2012, CV EXPL 11-13354 (Guus de Jong Photography tegen B. h.o.d.n. Emporio Bianchi) 

Uitspraak ingezonden door Kitty van Boven,I-ee advocaten.

Auteursrechten. Beroepsfotograaf. Schadevergoeding, maar geen proceskostenvergoeding. De Jong is beroeps(sport)fotograaf en heeft een foto van voetballer Nico Jansen gemaakt. B. heeft ten behoeve van een reünie van FC Amsterdam een website gemaakt waarop hij deze foto (via zijn Flickr-account) heeft geplaatst. B. heeft de foto in de Flickr Photostream van Emprio Bianchi geplaatst zonder toestemming van eiser. Partijen zijn het erover eens dat de Foto bedoeld was om te gebruiken in het kader van de reünie van FC Amsterdam. Het staat vast dat de foto in elk geval in 2010 via Flickr benaderbaar is geweest.

Bij de Foto op Flickr is sprake van een naamsvermelding van De Jong (zie hiervoor onder 1.5). Weliswaar staat op die pagina ook dat er sprake is van eigendomsrechten van Emporio Bianchi, maar uit de context blijkt dat dit betrekking heeft op de fotoverzameling (photostream). Dit is wellicht een wat ongelukkige aanduiding, maar leidt niet tot het oordeel dat sprake is van inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van De Jong.

Omdat er geen inbreukverbod werd gevorderd, betrof de procedure dan ook uitsluitend een vergoeding van schade. Nu de helft van het gevorderde bedrag wordt toegewezen (€255), compenseert de kantonrechter de proceskosten. 

5. (...) Dat hetgeen Crouwel en De Jong hebben besproken geleid heeft tot onduidelijkheid kan zo zijn, maar betekent niet dat daarmee door B. voldoende onderbouwd is dat een regeling getroffen is. De reactie van De Jong naar aanleiding van de e-mail van B. van 18 februari 2011 (zie hiervoor onder 1.10 en 1.11) is helder en naar het oordeel van de kantonrechter niet voor meerdere uitleg vatbaar. Dit betekent dat niet is komen vast te staan dat een regeling tot stand is gekomen en het De Jong vrijstond, toen bleek dat B. niet bereid was de kosten voor juridische bijstand te voldoen, een procedure te starten.

6. De volgende vraag die voorligt is of er sprake is van inbreuk door plaatsing van de Foto op de website Flickr door B.. Partijen zijn het erover eens dat de Foto bedoeld was om te gebruiken in het kader van de reünie van FC Amsterdam. B. heeft in dat kader aangevoerd dat hij de Foto op Flickr heeft geladen met het doel om op een betrekkelijk eenvoudige en goedkope wijze de Foto te gebruiken voor activiteiten in het kader van de reünie. Hieruit kan worden afgeleid dat - ook al is dat niet expliciet tussen partijen overeengekomen - het duidelijk was dat het doel van de terbeschikkingstelling was activiteiten in het kader van de reünie. Uit de mededeling van B. dat hij dacht dat hij alle foto’s, waaronder de Foto, nadien verwijderd had van Flickr kan ook worden opgemaakt dat B. wist wat het doel van de terbeschikkingstelling van de Foto was. Althans dat het niet de bedoeling was de Foto in het publieke domein te brengen. Vaststaat dat de Foto in elk geval in 20 10 via Flickr benaderbaar is geweest. Dit betekent dat er sprake is van inbreuk op de auteursrechten van De Jong. Dat B. niet bewust inbreuk heeft gemaakt is niet relevant voor de vraag of inbreuk is gemaakt. De Jong stelt dat naast inbreuk op zijn auteursrechten ook inbreuk is gemaakt op zijn persoonlijkheidsrechten. Bij de Foto op Flickr is sprake van een naamsvermelding van De long (zie hiervoor onder 1.5). Weliswaar staat op die pagina ook dat er sprake is van eigendomsrechten van Emporio Bianchi, maar uit de context blijkt dat dit betrekking heeft op de fotoverzameling (photostream). Dit is wellicht een wat ongelukkige aanduiding, maar leidt niet tot het oordeel dat sprake is van inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van De Jong.

IEF 11153

Publicatieverbod komt slechts toe aan geportretteerde

Kantonrechter Rechtbank Alkmaar 21 december 2011, rolnr. CV Explo 11-2224 JJ (L tegen Party Bookers)

Uitspraak ingezonden door Kitty van Boven, I-ee.

Auteursrecht op foto en persoonlijkheidsrechten. Reconventionele vordering inzake portretrecht.

Een professioneel fotograaf (natuurlijk persoon) heeft het boekingsbureau voor artiesten, Party Bookers, aansprakelijk gesteld vanwege de inbreuk op zijn auteurs- en persoonlijkheidsrechten door het gebruik van een aantal foto’s van Thomas Berge zonder zijn toestemming en zonder naamsvermelding. L. stelt dat normaliter voor een licentie €240 per foto wordt gevraagd. Daarbovenop vordert L. schadevergoeding voor het ontbreken van toestemming (x2) en immateriële vergoeding vanwege ontbreken naamsvermelding (x1). In totaal komt dit neer op €1.440 en wordt PB veroordeeld in de proceskosten ad €837,62.

4.6. Volgens PB heeft de geportretteerde, Thomas Berge, geen toestemming verleend aan L om de foto's te publiceren. Een vordering tot publicatie, indien al mogelijk, komt echter slechts toe aan de geportretteerde zelf, dus niet aan PB.

IEF 11117

Geen auteursrechtverbod naast ex parte modelrechtinbreuk

Beschikking Vzr. Rechtbank 's-Gravenhage 2 maart 2012, KG RK ongenummerd (T tegen S)

Beschikking ingezonden door Laurens Kamp en András Kupecz, Simmons & Simmons.

Ex parte beschikking met betrekking tot een Gemeenschapsmodellenrecht op een vuurkorf. Verzoek tot verbod op auteursrechtinbreuk wordt geweigerd naast het bovenvermelde verbod. Staken van auteursrechtinbreuk op website wordt binnen 24 uur bevolen.

In citaten:

2.2. Voorshands uitgaande van de geldigheid van Gemeenschapsmodel heeft verzoeker voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een inbreuk. De onder randnr. 1.7 van het verzoekschrift afgebeelde vuurkorf van gerekwestreerde wekt naar voorlopig oordeel geen andere algemene indruk dan het Gemeenschapsmodel. Met betrekking tot het auteursrecht is voorshands voldoende aannemelijk dat de door gerekwestreerde gebruikte afbeeldingen verveelvoudigingen zijn van werken waarvan het auteursrechte bij verzoeker berust. De voorzieningenrechter ziet derhalve voldoende aanleiding voor toewijzing van het verzoek voor zover het beslag en bewaring van de inbreukmakende vuurkorven betreft, alsmede voor een verbod op modelrechtinbreuk en een verbod op auteursrechtinbreuk op de afbeelding. Niet valt in te zien welke belang verzoeker heeft bij een verbod op auteursrechtinbreuk met betrekking tot de vuurkorven, naast het toe te wijzen verbod op modelrechtinbreuk. Dat deel van het verzoek zal daarom worden geweigerd.

2.4. Aan het bevel tot staken van de auteursrechtinbreuk op de website van gerekwestreerde zal omwille van de praktische uitvoerbaarheid een termijn van 24 uur worden verbonden. Daarnaast ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de dwangsommen te matigen en te maximeren als in het dictem te melden.

IEF 11095

Verbodsvordering: zaken met een onbepaalde waarde

Rechtbank Alkmaar 21 maart 2012, HA ZA 11-667 (Lauer beheer tegen Uitgeverij De M)

Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis, Boekx advocaten. Tussenvonnis. Bevoegdheidsincident. Over het gebruik van foto's op weblocaties en printpublicaties (boeken). Incident: Uitgeverij De M. stelt dat niet de sector civiel, maar de sector kanton bevoegd is omdat het belang van de vordering nimmer €25.000 zal overstijgen. Echter zaken (verbodsvordering) met een onbepaalde waarde, zoals genoemd in 93 aanhef en onder b Rv, kunnen voor de rechtbank sector civiel gebracht worden. De beslissing omtrent de verklaring voor recht, verbod en afleggen van rekening en verantwoording, schadevergoeding wordt uitgesteld. Lauer weet niet wat de omvang van de schade is, omdat niet bekend is om hoeveel drukken het exact gaat.

2.3. (…) Lauer heeft in de dagvaarding gesteld dat zij niet weet wat de omvang van de inbruk is. Zo is niet bekend om hoeveel drukken het exact gaat. Daarom is er rekening en verantwoordin gevorderd, gekoppeld aan schadevergoeding op te maken bij staat. Een verbodsvordering is van onbepaalde waarde. Dergelijke vorderingen worden in beginsel behandeld en beslist door de sector civiel van de rechtbank. Zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde worden alleen door de kantonrechter behandeld indien er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigd dan € 25.000,00. Dergelijke aanwijzingen ontbreken. Aangezien Lauer geen inzage heeft in de omvang van de inbreuk en Uitgeverij De M. betwist dat er auteursrechtinbreuk is gepleegd is het belang veel groter dan genoemd bedrag. Het gaat immers niet alleen om de huidige inbreuken, maar ook om toekomstige inbreuken. Niet de kantonrechter maar de rechtbank, sector civiel is dus bevoegd om de zaak te behandelen en te beslissen.

IEF 10983

Aansluiten bij gestelde licentievergoeding

Ktr. Rechtbank Arnhem 29 februari 2012, LJN BV7587 (eiser tegen ATC Beveiligingstechniek B.V.)

Auteursrecht. Naamsvermelding. Gewone licentievergoeding. Een artikel van de Telegraaf inclusief foto daarbij is door ATC overgenomen op eigen site. Dit is gebeurd zonder de naamsvermelding over te nemen. De [eisende partij] vordert uiteindelijk op dit punt 150 % van de gederfde licentievergoeding, begroot op een bedrag van € 395,00. De kantonrechter overweegt dat de algemene voorwaarden van de NL Fotografenfederatie nimmer overeengekomen is, maar omdat er wel schade is deze op grond van 6:97 BW te begroten. Daarom ziet de kantonrechter aanleiding aan te sluiten bij de gestelde licentievergoeding ad €225. Voor het ontbreken van een naamsvermelding zal de kantonrechter eenzelfde bedrag toekennen.

De overige verweren van ATC (foto had geen toegevoegde waarde, de bron ‘Telegraaf’ is vermeld, de foto is na het eerste verzoek van [eisende partij] direct verwijderd en de website is maar een paar keer bezocht) leiden niet tot een ander oordeel (zie r.o. 4.8).

In citaten:

4.4.  Voor wat betreft de gevorderde schadevergoeding voor het onrechtmatig publiceren van de foto overweegt de kantonrechter als volgt.

Naar het oordeel van de kantonrechter staat als niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken vast dat [eisende partij] enige schade heeft geleden doordat ATC De Foto zonder zijn toestemming en naamsvermelding heeft gepubliceerd. ATC heeft de hoogte van de gevorderde schade betwist. Zij heeft onder meer gesteld dat de algemene voorwaarden van de Nederlandse Fotografenfederatie waar [eisende partij] zich op beroept nimmer zijn overeengekomen. De kantonrechter is het met ATC eens dat de door [eisende partij] gestelde algemene voorwaarden inderdaad niet gelden op grond van een tussen partijen gesloten overeenkomst. Omdat wel vast staat dat enige schade is geleden ziet de kantonrechter aanleiding om de schade te begroten op grond van artikel 6:97 BW.

Daarbij ziet de kantonrechter, ondanks het gegeven dat de algemene voorwaarden van [eisende partij] niet rechtstreeks van toepassing zijn, aanleiding om aan te sluiten bij de door [eisende partij] gestelde licentievergoeding van € 255,00 voor publicatie van De Foto. Weliswaar heeft ATC de hoogte van dit bedrag betwist, maar, zonder toelichting die ontbreekt, acht de kantonrechter deze enkele betwisting onvoldoende om tot de conclusie te komen dat dit bedrag onredelijk hoog is. Het verweer van ATC dat het gebruik van een foto in de praktijk € 6,00 kost (hetgeen [eisende partij] heeft betwist), maakt voorgaand oordeel niet anders, omdat zonder nadere toelichting niet valt in te zien dat het door ATC aangehaalde voorbeeld gelijk gesteld kan worden met onderhavige publicatie.

Lees het vonnis hier (LJN, schone pdf).