Auteursrecht  

IEF 16340

Uitspraak ingezonden door Lars Bakers en Josine Smits, BINGH Advocaten

Werkgever aansprakelijk voor schade door illegale download van werknemer

Rechtbank Overijssel 26 okt 2016, IEF 16340; ECLI:NL:RBOVE:2016:4111 (Siemens tegen X), https://delex.nl/artikelen/werkgever-aansprakelijk-voor-schade-door-illegale-download-van-werknemer

Rechtbank Overijssel 26 oktober 2016, IEF 16340; IT 2160; ECLI:NL:RBOVE:2016:4111 (Siemens tegen X) Auteursrechtinbreuk software. Werkgeversaansprakelijkheid voor het downloaden van (illegale) software in privétijd. Werknemer van X gebruikt privélaptop (ook) voor zijn werk. Hij heeft een nieuwere versie van de software van Siemens gedownload en geïnstalleerd op zijn privélaptop; een auteursrechtinbreuk. Voor het aannemen van een 'functioneel verband' staat een fout buiten werktijd, of het op een andere plaats dan waar de ondergeschikte normaal werkzaam is, niet in de weg. Evenmin is het doorslaggevend of een fout is gemaakt met gebruikmaking middelen door de werkgever ter beschikking gesteld. Binnen X wordt (een oudere versie van) de software gebruikt voor de taken van de werknemer, wat de kans vergroot dat de werknemer een illegale versie nodig heeft. Het schriftelijk verbieden om software en apps te downloaden, leidt er niet toe dat X niet aansprakelijk is. Er kan een functioneel verband worden aangenomen, omdat binnen X (oudere) software wordt gebruikt voor de taken die werknemer heeft. Op grond van artikel 6:170 BW is X aansprakelijk voor alle schade die Siemens als gevolg van het onrechtmatig handelen van werknemer heeft geleden. Siemens zal akte nemen over de wijze van schadebegroting ex a-grond uit artikel 13 Handhavingsrichtlijn. De rechtbank staat tussentijds beroep toe.

IEF 16336

ASB America heeft niet op onrechtmatige wijze getracht Boekscout auteurs ertoe te bewegen hun contract te beëindigen

Rechtbank Den Haag 19 okt 2016, IEF 16336; ECLI:NL:RBDHA:2016:12770 (BOEKSCOUT tegen AMERICA STAR BOOKS EUROPE), https://delex.nl/artikelen/asb-america-heeft-niet-op-onrechtmatige-wijze-getracht-boekscout-auteurs-ertoe-te-bewegen-hun-contra

Rechtbank Den Haag 19 oktober 2016, IEF 16336; ECLI:NL:RBDHA:2016:12770 (BOEKSCOUT tegen AMERICA STAR BOOKS EUROPE) Boekscout stelt dat in het standaardcontract staat dat auteurs de auteursrechtelijke exploitatierechten van hun boek exclusief overdragen aan Boekscout, waaronder het recht op (het uitgeven van een) vertaling. ASB America heeft auteurs die het standaardcontract hebben afgesloten actief overgehaald hun boek door ASB America in het Engels te laten vertalen en te laten uitgeven in de VS. Auteurs die onder contract staan bij Boekscout en het recht op (het uitbrengen van) een vertaling overdragen aan ASB America handelen in strijd met hun afspraken met Boekscout (wanprestatie). Onterecht stelt Boekscout dat ASB America onrechtmatig handelt, omdat zij auteurs overhaalt om wanprestatie te plegen. Verder stellen zij dat ASB America onrechtmatig handelt jegens door auteurs die onder contract staan over te halen dat contract te beëindigen en hun boek(en) voortaan door Free Musketeers te laten uitgeven. De rechtbank stelt echter dat ASB America niet op onrechtmatige wijze heeft getracht Boekscout auteurs ertoe te bewegen hun contract met Boekscout te beëindigen.

IEF 16334

Conclusie AG HvJ EU: 'hotel room tv' is geen mededeling aan het publiek op een plaats waarvoor toegangsprijs betaald wordt

HvJ EU 25 okt 2016, IEF 16334; ECLI:EU:C:2016:795 (Verwertungsgesellschaft Rundfunk tegen Hettegger Hotel Edelweiss), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-hvj-eu-hotel-room-tv-is-geen-mededeling-aan-het-publiek-op-een-plaats-waarvoor-toegangs

Conclusie AG HvJ EU 25 oktober 2016, IEF 16334; IEFbe 1983; C-641/15; ECLI:EU:C:2016:795 (Verwertungsgesellschaft Rundfunk tegen Hettegger Hotel Edelweiss) Auteursrecht. Uitsluitend recht van omroeporganisaties – Mededeling aan het publiek. In deze zaak werd de vraag gesteld aan HvJ EU over 'betaling van toegangsprijs' via 'hotel room tv.’ Verwertungsgesellschaft Rundfunk, een Oostenrijkse collectieve beheersorganisatie, in een zaak tegen een hotelketen voor de vergoeding voor de uitzending van televisie content op tv's in de hotelkamers. Conclusie AG:

Artikel 8, lid 3 [verhuur/uitleenrichtlijn 2006/115/EG] dient aldus te worden uitgelegd dat het doorgeven van een televisie- of radiosignaal door middel van in hotelkamers geïnstalleerde toestellen geen mededeling van uitzendingen van omroeporganisaties aan het publiek vormt op een plaats die tegen betaling van een toegangsprijs voor het publiek toegankelijk is in de zin van die bepaling.

IEF 16327

HvJ EU: Beschermingstermijnen Richtlijn niet van toepassing op auteursrechten die aanvankelijk nationaal werden beschermd, maar vóór 1 juli 1995 zijn vervallen

HvJ EU 20 okt 2016, IEF 16327; ECLI:EU:C:2016:790 (Montis tegen Goossens), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-beschermingstermijnen-richtlijn-niet-van-toepassing-op-auteursrechten-die-aanvankelijk-nation

HvJ EU 20 oktober 2016, IEF 16327; IEFbe 1976; C-169/15; ECLI:EU:C:2016:790 (Montis tegen Goossens) Auteursrecht en naburige rechten – Beschermingstermijn – Verval en herleving van het auteursrecht Zie eerder: IEF 14819 en vgl. IEF 14714; Conclusie AG: IEF 15985. Ter beantwoording van de door de Hoge Raad gestelde vragen (ECLI:NL:HR:2013:1881), heeft het Benelux-Gerechtshof zelf vragen aan het HvJ EU gesteld nu zij van mening was dat de beslechting van het geding afhangt van de uitlegging van richtlijn 93/98/EEG aangaande de beschermingstermijn van het auteursrecht en bepaalde naburige rechten. HvJ EU:

Artikel 10, lid 2, van [Harmonisatierichtlijn 93/98/EEG] gelezen in samenhang met artikel 13, lid 1 moet aldus worden uitgelegd dat de bij deze richtlijn vastgestelde beschermingstermijnen niet van toepassing zijn op auteursrechten die aanvankelijk door een nationale wetgeving werden beschermd, maar vóór 1 juli 1995 zijn vervallen.

IEF 16326

Bijdrage ingezonden door professor Bernt Hugenholtz, Instituut voor Informatierecht te Amsterdam.

Noot Hugenholtz onder Reprobel

HvJ EU Reprobel, NJ 2016/370, p. 4962-4964,m.nt. Hugenholtz. In dit arrest beantwoordt het Hof van Justitie [IEF 15411] vragen van uitleg over het ‘reprorecht’, de auteursrechtelijke beperking en vergoeding voor het fotokopiëren (‘reprograferen’) van werken. In Nederland is het reprorecht geregeld in de art. 16h-16m van de Auteurswet. Op grond van deze bepalingen is de ‘reprografische verveelvoudiging’ van artikelen of kleine gedeelten van boeken (of van gehele boeken indien deze niet meer in de handel zijn) toegestaan, ‘mits voor deze verveelvoudiging een vergoeding wordt betaald’ ( art. 16h lid 1 Aw). Anders dan de thuiskopieregeling is deze wettelijke beperking van het auteursrecht niet beperkt tot het kopiëren voor privégebruik [zie daarover: noot Hugenholtz onder HR 7 maart 2014 (Staat/NORMA), HvJ EU 10 april 2014 (ACI Adam) en HvJ EU 5 maart 2015 (Copydan Båndkopi), NJ 2016/184-86 ]. In Nederland kan iedere onderneming en overheidsinstelling van deze kopi- eervrijheid gebruik maken, mits aan rechthebben- den een vergoeding wordt betaald. (...)

IEF 16322

Uitspraak ingezonden door Lars Bakers, Bingh Advocaten

By-Boo maakt auteursrechtelijke inbreuk door het openbaar maken of verveelvoudigen van vloerkleden

Rechtbank Den Haag 19 okt 2016, IEF 16322; ECLI:NL:RBDHA:2016:12637 (De Poortere Deco tegen By Boo), https://delex.nl/artikelen/by-boo-maakt-auteursrechtelijke-inbreuk-door-het-openbaar-maken-of-verveelvoudigen-van-vloerkleden

Rechtbank Den Haag 19 oktober 2016, IEF 16322 ECLI:NL:RBDHA:2016:12637 (De Poortere Deco / By-Boo) Poortere en By-Boo brengen allebei vloerkleden op de markt. Poortere stelt dat de vloerkleden van By-Boo te veel op die van hen lijken en eist de door By-Boo gemaakte inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechte te staken. By-Boo blijft volgens Poortere inbreuk maken. In dit geschil eist Poortere staking van het maken van inbreuk op de auteursrechten en strekt zich uit tot inbreuk op niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrecht. De rechtbank beveelt met betrekking tot bepaalde vloerkleden dat By-Boo iedere inbreuk op de auteursrechten van De Poortere met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden.

IEF 16317

Lira kan geen rechten ontlenen aan de overdracht van primaire openbaarmakingsrechten

Hof Amsterdam 18 okt 2016, IEF 16317; (Ziggo / Stg. Lira), https://delex.nl/artikelen/lira-kan-geen-rechten-ontlenen-aan-de-overdracht-van-primaire-openbaarmakingsrechten

Hof Amsterdam 18 oktober 2016, IEF 16317 (UPC, nu Ziggo en RODAP tegen Stichting LIRA) Auteursrecht. Contractuele overdracht. Uitvoerbaar bij voorraad. LIRA en UPC hebben in het verleden Kabelovereenkomsten met elkaar gesloten, welke ten einde zijn of niet vernieuwd. De rechtbank [IEF 14143]: Er wordt geen inbreuk gemaakt op artikel  26a Aw, omdat er geen sprake is van een heruitzending, hetgeen een eerdere openbaarmakingshandeling veronderstelt, maar van een kabeldoorgifte (zie Norma/NLKabel, IEF 13696). Het Hof neemt een tussenarrest: Bij openbaarmaking via de kabel door middel van de Mediagateway is sprake van slechts één openbaarmakingshandeling (vgl. HvJ EU SABAM, IEF 15437). De Hoge Raad heeft daaraan de consequentie verbonden dat in die situatie geen sprake is van heruitzending. Lira kan dus geen grondslag voor haar vordering kan ontlenen aan artikel 26a Aw. Dat er ook sprake is van heruitzending als het gaat om gelijktijdige primaire openbaarmaking en daarover prejudiciële vragen te stellen, acht het Hof te voorbarig. Voor doorgifte via Mediagateway is noodzakelijk, maar ook voldoende dat de kabelexploitant van de producent auteursrechten verwerft voor kabeluitzending. (3.8)

Waar art. 45d Aw een materiële rechtsregel inhoudt, berusten de exploitatierechten van rechtswege bij de producent. Uitsluitend een schriftelijk overeengekomen, afwijkend beding tussen auteur en producent, betekent dat producenten niet het auteursrecht hebben. Die interpretatie past beter in het Unierecht ontwikkelde stelsel van regels en doet recht aan internationale verdragen (vgl. lex specialis van 14bis BC). Rodap voegt toe dat concentratie van rechten bij producent wenselijk is om financieren van films aanmerkelijk eenvoudiger. Aan haar aansluitcontracten kan LIRA geen recht ontlenen. (3.10)

In beginsel is een regeling die leidt tot geen billijke vergoeding voor vergoeding voor de exploitatie van arbeid an regisseurs/auteurs in strijd met het Unierecht. (3.11) Comparitie is gelast, mede ook voor de kwantitatieve betekenis van doorgifte van omroepen die niet via de Mediagateway, maar nog "ouderwets" via de (digitale) ether en/of satelliet worden uitgezonden.

IEF 16312

Heeft kunstenaar niet beoogd auteursrechten in te brengen in vennootschap?

Hof Amsterdam 30 aug 2016, IEF 16312; ECLI:NL:GHAMS:2016:3574 (auteursrechten kunstenaar), https://delex.nl/artikelen/heeft-kunstenaar-niet-beoogd-auteursrechten-in-te-brengen-in-vennootschap

Hof Amsterdam 30 augustus 2016, IEF 16312; ECLI:NL:GHAMS:2016:3574 (auteursrechten kunstenaar) Auteursrechten. Akte. Aan de orde is aan wie de auteursrechten op de werken van de kunstenaar toebehoren. Appellanten hebben ter onderbouwing van hun standpunt aangevoerd dat dat de auteursrechten op de door [kunstenaar] vervaardigde kunstwerken ten tijde van zijn overlijden bij kunstenaar berustten en dat deze bij zijn overlijden (blijkens de in eerste aanleg overgelegde testamenten) krachtens erfopvolging zijn overgegaan op appellant. Geïntimeerden betwisten dat kunstenaar ten tijde van zijn overlijden auteursrechthebbende was. Zij stellen dat de auteursrechten op de werken van kunstenaar ter gelegenheid van de oprichting daarvan in 1989 zijn ingebracht in de vennootschap en verwijzen in dit verband onder meer naar de oprichtingsakte en de akte van inbreng. Het is hier nog maar de vraag of de kunstenaar niet heeft beoogd auteursrechten in te brengen in de vennootschap. Het hof ziet aanleiding om nader bewijs toe te laten, dat betrekking moet hebben op feiten en omstandigheden waaruit valt op te maken dat de kunstenaar niet beoogd heeft om de aan hem toebehorende auteursrechten in de vennootschap in te brengen. 

IEF 16310

HvJ EU: Verkrijger van kopie computerprogramma mag kopie tweedehands doorverkopen aan nieuwe verkrijger

HvJ EU 12 okt 2016, IEF 16310; C‑166/15 (Aleksandrs Ranks - Jurijs Vasiļevičs), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-verkrijger-van-kopie-computerprogramma-mag-kopie-tweedehands-doorverkopen-aan-nieuwe-verkrijg

HvJ EU 12 oktober 2016, IEF 16310; IEFBE 1959; Zaak C‑166/15 (Aleksandrs Ranks - Jurijs Vasiļevičs) Gebruikslicentie. Kopie computerprogramma. De eerste verkrijger van een kopie van een computerprogramma met een onbeperkte gebruikslicentie mag die kopie en de bijbehorende licentie tweedehands doorverkopen aan een nieuwe verkrijger. Als de originele fysieke drager van de oorspronkelijk geleverde kopie echter beschadigd raakt, wordt vernietigd of verloren gaat, mag die verkrijger zijn reservekopie van het programma niet aan de nieuwe verkrijger verschaffen zonder toestemming van de auteursrechthebbende. HvJ EU: In zijn arrest van heden oordeelt het Hof dat uit de regel inzake uitputting van het distributierecht volgt dat degene die het auteursrecht op een computerprogramma heeft (in dit geval Microsoft) en in de Unie een kopie van dat programma op een fysieke drager (zoals een cd-rom of dvd-rom) met een onbeperkte gebruikslicentie heeft verkocht, zich niet meer tegen de latere wederverkoop van die kopie door de eerste verkrijger of latere verkrijgers kan verzetten, ongeacht of contractuele bedingen latere overdracht verbieden. 

IEF 16293

Geschillencommissie Auteurscontractenrecht van start

Uit het persbericht: Auteurs, uitvoerend kunstenaars, uitgevers en producenten kunnen vanaf 1 oktober voor geschillen terecht bij de Geschillencommissie Auteurscontractenrecht. In de op 1 juli 2015 in werking getreden wet auteurscontractenrecht is voorzien in een onafhankelijke geschillencommissie voor een efficiënte en laagdrempelige procedure om problemen tussen makers en exploitanten op te lossen zonder dat er een rechter aan te pas hoeft te komen. Het gaat dan om problemen over de toepassing van de nieuwe wet en de uitleg van de overeenkomst die partijen gesloten hebben om het werk van de maker te exploiteren. Die meningsverschillen kunnen gaan over de billijkheid van het honorarium, gewenste beëindiging vanwege onvoldoende exploitatieresultaten of aanpassing van voor de maker onredelijk bezwarende bepalingen in de exploitatieovereenkomst.