Auteursrecht  

IEF 11762

Kim Holland 123video

Rechtbank Amsterdam 5 augustus 2009, zaaknr. 417312 / HA ZA 09-185 (Kim Holland tegen 123Video B.V.)

Auteursrecht. Videoplatform 123Video biedt gebruikers de mogelijkheid om films te uploaden. Zonder toestemming worden er films van Kim Holland geüpload. 123Video maakt de werken openbaar, zij converteert deze naar een flashvideo-bestand, controleert de categorie-indeling en verplaatst waar dit nodig is. Ook houdt zij een teller bij, plaatst de meest bekeken films apart, biedt gelegenheid voor commentaar en maakt van iedere film een still.

Hierdoor is van louter faciliteren door 123Video is geen sprake meer en geldt zij als openbaarmaker. 123Video heeft controle over de informatie van haar gebruikers, aldus handelen zij onder toezicht van 123video. Het beroep van 123Video op artikel 6:196c lid 4 BW (safe harbour provisions) slaagt niet.

IEF 11297

Bij verstekvonnis The Pirate Bay ontoegankelijk maken

Vzr. Rechtbank Amsterdam 30 juli 2009, LJN BJ4466 (Stichting BREIN tegen GLOBAL GAMING FACTORY X AB)

The Pirate Bay wordt bij verstekvonnis van de voorzieningenrechter geboden haar websites ontoegankelijk te maken voor internetgebruikers in Nederland omdat door The Pirate Bay inbreuk wordt gepleegd op de auteursrechten van bij Stichting Brein aangesloten organisaties van auteursrechthebbenden. De Global Gaming Factory X AB krijgt hetzelfde gebod, vanaf het moment dat zij eigenaar wordt van The Pirate Bay.

De voorzieningenrechter

5.1. Gebiedt GGF vanaf het moment dat zij The Pirate Bay heeft overgenomen de inbreuken in Nederland op de auteurs- en naburige rechten van de aangeslotenen van Stichting Brein te staken en gestaakt te houden, daaronder begrepen het aanbieden van hun diensten als tussenpersonen als bedoeld in artikel 26d Auteurswet en artikel 15e Wet op de naburige rechten, op straffe van een dwangsom voor iedere dag dat zij hiermee in strijd handelt van EUR 30.000,00, met een maximum van EUR 3.000.000,00.

5.2. Gebiedt GGF vanaf het moment dat zij The Pirate Bay heeft overgenomen uitvoering te geven aan het gebod onder 5.1 door de websites thepiratebay.org, piratebay.org, piratebay.net, piratebay.se, thepiratebay.com, thepiratebay.net, thepiratebay.nu en thepiratebay.se, of andere variaties daarop, alsook de bij die websites behorende (tracker)servers en databases, ontoegankelijk te maken voor internetgebruikers in Nederland, op straffe van een dwangsom voor iedere dag dat zij hiermee in strijd handelt van EUR 30.000,00, met een maximum van EUR 3.000.000,00

4.1. De door Stichting Brein gestelde inbreuken op de auteurs- en naburige rechten vinden, voor zover hier van belang, plaats in Nederland, zodat deze rechtbank, en daarmee de voorzieningenrechter, bevoegd is kennis te nemen van het onderhavige geschil, dat alleen ziet op Nederland.

4.2. GGF heeft aangevoerd dat Stichting Brein geen belang heeft bij haar vorderingen jegens GGF, omdat zij thans nog geen eigenaar is van de website The Pirate Bay, en na de overname daarvan de website op legale wijze wil gebruiken. Die overname van The Pirate Bay is onder een daartoe strekkende opschortende voorwaarde overeengekomen, aldus GGF. De stelling van Stichting Brein daartegen luidt dat de kans aanwezig is dat de inbreuk op de auteursrechten van bij haar aangesloten rechthebbenden zal worden voortgezet door GGF. Stichting Brein heeft daartoe onweersproken betoogd dat GGF tot op heden nog niet met haar in overleg is getreden over de benodigde stappen om The Pirate Bay op korte termijn te legaliseren. De overname door GGF van The Pirate Bay staat gepland in augustus 2009. Als die overname plaatsvindt zonder nader voorzieningen in de huidige werkwijze van The Pirate Bay, dreigt GGF inbreuk te maken op de auteursrechten van de bij Stichting Brein aangesloten organisaties. Door die dreigende inbreuk heeft Stichting Brein een belang bij haar vorderingen jegens GGF. Bij een (beweerde) inbreuk op een auteursrecht is de vereiste spoedeisendheid van de gevraagde voorzieningen in die zin gegeven, dat iedere dag dat de inbreuk voortduurt tot (meer) schade aan de zijde van de rechthebbenden kan leiden.

4.3. GGF heeft niet betwist dat The Pirate Bay thans inbreuk maakt op de auteursrechten van de bij Stichting Brein aangesloten organisaties, zodat daar vanuit wordt gegaan.

4.4. De verder niet weersproken vorderingen van Stichting Brein jegens GGF zijn daarmee in kort geding toewijsbaar. GGF heeft nog aangevoerd dat zij thans The Pirate Bay niet in eigendom heeft, zodat zij niet kan voldoen aan het gevorderde. Dit verweer leidt niet tot afwijzing van het gevorderde, maar wordt wel gehonoreerd in de zin dat de vorderingen jegens GGF zullen worden toegewezen vanaf het moment dat zij The Pirate Bay heeft overgenomen.

IEF 8097

Twitter en Facebook

Rechtbank Amsterdam 30 juli 2009, KG ZA 09-1092 WT/RV. Stichting BREIN tegen Neij c.s. (Met dank aan Stichting Brein, Douwe Groenevelt en Joris van Manen, De Brauw Blackstone Westbroek)

Auteursrecht. Gelijktijdig behandeld met IEF 8096. Verstek, mede dankzij gebruik van Twitter en Facebook.

"Omdat gedaagden niet op de daartoe voorgeschreven wijze in het geding zijn verschenen, kan op de door hen in voornoemde brief, ontvangen op 27 juli 2009, opgeworpen inhoudelijke verweren geen acht worden geslagen. Nu gedaagden uitdrukkelijk hebben bericht dat zij niet voornemens zijn te verschijnen (in persoon of vertegenwoordigd door een advocaat) kan de brief evenmin worden opgevat als de zuivering van een eventueel tegen gedaagde te verlenen verstek."

"De voorzieningenrechter kan in spoedeisende gevallen in kort geding toch verstek verlenen tegen een in het buitenland woonachtige gedaagde wanneer niet is voldaan aan de betekeningsvoorschriften, indien zoveel mogelijk is gewaarborgd dat de dagvaarding degene voor wie die is bestemd daadwerkelijk heeft bereikt en wel zo tijdig dat hij nog de mogelijkheid heeft verweer te voeren."

"Daarnaast heeft eiseres gebruik gemaakt van internetcommunicatie zoals Twitter en Facebook en, zoals hiervoor vermeld, e-mail. Bij elk van die berichten in de Engelse taal op de voor ieder van gedaagden bekende (internet)adressen heeft eiseres een link meegestuurd naar een speciaal gemaakte webpagina, slechts te openen door die link aan te klikken, waarop een volledige dagvaarding in de Zweedse taal is geplaatst. Deze webpagina is kort na het verzenden van de berichten op Twitter en Facebook en de e-mails bezocht door een gebruiker met een IP-adres dat wordt gehost door de organisatie piratebyran te Zweden, volgens eiseres de oprichter van The Pirate Bay"

"Geoordeeld wordt dat - tegen de achtergrond van het spoedeisende karakter van de vorderingen - voldoende is gewaarborgd dat gedaagden tijdig op de hoogte waren van deze procedure en kennis hebben kunnen nemen van de inhoud van de dagvaarding."

Het gevorderde komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt toegewezen. De proceskosten worden gesteld op EUR 40.000.

Lees het vonnis hier.

IEF 8096

Na overname

Rechtbank Amsterdam 30 juli 2009, KG ZA 09/1411, Stichting BREIN tegen Global Gaming Factory X AB (Met dank aan Ricardo Dijkstra en Pieter van den Brink, Van Doorne)

Auteursrecht. GGF dient, vanaf het moment dat zij The Pirate Bay heeft overgenomen, inbreuken in Nederland op de auteurs- en naburige rechten van de aangeslotenen van Stichting Brein te staken. Proceskosten worden gecompenseerd.

"GGF heeft aangevoerd dat Stichting Brein geen belang heeft bij haar vorderingen jegens GGF, omdat zij thans nog geen eigenaar is van de website The Pirate Bay, en na de overname daarvan de website op legale wijze wil gebruiken. Die overname van The Pirate Bay is onder een daartoe strekkende opschortende voorwaarde overeengekomen, aldus GGF."

"De overname door GGF van The Pirate Bay staat gepland in augustus 2009. Als die overname plaatsvindt zonder nader voorzieningen in de huidige werkwijze van The Pirate Bay, dreigt GGF inbreuk te maken op de auteursrechten van de bij Stichting Brein een belang bij haar vorderingen jegens GGF. Bij een (beweerde) inbreuk op een auteursrecht is de vereiste spoedeisendheid van de gevraagde voorzieningen in die zin gegeven, dat iedere dag dat de inbreuk voortduurt tot (meer) schade aan de zijde van de rechthebbenden kan leiden. GGF heeft niet betwist dat The Pirate Bay thans inbreuk maakt op de auteursrechten van de bij Stichting Brein aangesloten organisaties, zodat daar vanuit wordt gegaan."

"GGF heeft nog aangevoerd dat zij thans The Pirate Bay niet in eigendom heeft, zodat zij niet kan voldoen aan het gevorderde. Dit verweer leidt niet tot afwijzing van het gevorderde, maar wordt wel gehonoreerd in de zin dat de vorderingen jegens GGF zullen worden toegewezen vanaf het moment dat zij The Pirate Bay heeft overgenomen."

Lees het vonnis hier.

IEF 8095

Naar de toestand van heden

Rechtbank Rotterdam 28 juli 2009, KG ZA 09-463. Eiser tegen OKRA Landschapsarchitecten en Gemeente Rotterdam (Met dank aan Gert Jan van de Kamp, Park Legal en Renée Hanegraaf, Kneppelhout & Korthals)

Auteursrecht op aardrijkskundig kaartje. Geen spoedeisend belang meer nu kaartje reeds is verwijderd. Proceskosten worden gecompenseerd, nu inbreuk duidelijk is gebleken, maar eiser onvoldoende geprobeerd heeft het geschil in der minne op te lossen.

Eiser heeft een kaartje getekend getiteld "Rotterdam anno 2006". De gemeente heeft Okra de opdracht te geven tot het opstellen van een (concept)nota 'Groene Rotte, Programma van Eisen'. In deze nota heeft Okra een door eiser vervaardigd kaartje opgenomen dat identiek is aan het kaartje Rotterdam anno 2006. Eiser brengt Okra een bedrag van EUR 600,- in rekening. Okra verwijst eiser door naar de Gemeente.

Eiser vordert in kort geding onder meer een verbod op inbreuk op het auteursrecht en  tot betaling door beide van EUR 10.000,- als voorschot op de schadevergoeding.

Eiser heeft ter zitting erkend dat het kaartje nu niet meer op de website van de gemeente en niet meer in de nota's te zien is. Bovendien heeft Okra reeds verklaard zich te zullen onthouden van iedere verveelvoudiging en/of openbaarmaking van het kaartje. In dat licht acht de rechtbank het onvoldoende aannemelijk dat (verdere) inbreuk op het auteursrecht van eiser op het kaartje dreigt, zodat eiser vooralsnog geen belang heeft bij het treffen van een onverwijlde voorziening. De omstandigheid dat ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding en de aanvankelijk bepaalde mondelinge behandeling van dit kort geding het kaartje nog wel op internet te vinden was, doet daaraan niet af. De vraag of eiser in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening dient immers te worden beoordeeld naar de toestand van de uitspraak (NJ 2003, 78), dus naar de toestand van heden.

Eiser heeft verder niet gesteld dat hij (specifiek) spoedeisend belang heeft bij toewijzing van de nevenvorderingen.

Hoewel de vorderingen van eiser worden afgewezen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten te compenseren. Aan de ene kant is tussen partijen niet in geschil dat Okra en de gemeente inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van eiser op het kaartje. Daar komt bij dat eerst na dagvaarding en na de aanvankelijke bepaalde mondelinge behandeling van dit kort geding voor eiser voldoende duidelijk is geworden dat de inbreuk is gestaakt door aanpassing van de website door de gemeente en door het ondertekenen van de onthoudingsverklaring door Okra. Aan de andere kant heeft eiser naar voorlopig oordeel onvoldoende geprobeerd het onderhavige geschil in der minne op te lossen. In plaats van, zoals door de gemeente verzocht, een factuur naar de gemeente te sturen, heeft eiser zich gewend tot zijn advocaat, als gevolg waarvan de proceskosten voor alle partijen uiteindelijk fors zijn opgelopen.

Lees het vonnis hier.

IEF 8091

De nadelige gevolgen van een ongunstige afloop

Rechtbank 's-Gravenhage 22 juli 2009, HA ZA 09-1300. Carodel N.V. tegen Zeeman Textielsupers B.V.

Vrijwaringsincident. Auteursrecht kledingstukken.

"Een vordering tot oproeping van een derde in vrijwaring is in beginsel toewijsbaar, indien voldoende gemotiveerd en concreet wordt gesteld dat men krachtens een rechtsverhouding met die derde recht en belang heeft om de nadelige gevolgen van een ongunstige afloop van de hoofdzaak geheel of gedeeltelijk op deze derde te verhalen. Gelet op het feit dat Zeeman zich beroept op haar rechtsverhouding met Shapes International en het feit dat het bestaan van die rechtsverhouding door Carodel niet wordt betwist, valt niet uit te sluiten dat Zeeman, indien de beslissing in de hoofdzaak voor haar nadelig zal uitvallen, verhaal heeft op Shapes International. De stellingen van Carodel doen hieraan niet af. De rechtbank zal de incidentele vordering Shapes International in vrijwaring te mogen oproepen derhalve toewijzen. Gelet op de in de hoofdzaak gevorderde proceskostenveroordeling overeenkomstig artikel 1019h Rv zal de rechtbank de beslissing omtrent de kosten in het incident aanhouden."

Lees het vonnis hier.

IEF 8087

Gefeliciteerd

Rechtbank Amsterdam 8 juli 2009, HA ZA 07-3241. Stichting Stemra en Intersong-Basart Publishing Group B.V. tegen Fan Interactive Media B.V. en Tonny Keijzers Auto's B.V. (Met dank aan Marcel Bunders, Hellingman Bunders Advocaten)

Auteursrecht. Onenigheid na het verzoek om een voor televisie en internet geschikte reclamefilm te maken. In geschil is de vraag of het in de commercial gebruikte muziekstuk inbreuk maakt op de rechten van Stemra ten aanzien van het Muziekwerk 'Congratulations', bekend in de vertolking van Cliff Richard.

"4.4 Alvorens de vraag beoordeeld wordt of met het gebruik van het lied in de commercial van Tonny Keijzers inbreuk wordt gepleegd op de auteursrechten op het Muziekwerk, is aan de orde het verweer van Tonny Keijzers dat zij niet aansprakelijk gehouden kan worden voor de inhoud van de commercial en het, voor dit geding van belang zijnde, in die commercial gebruikte lied, omdat niet zij, maar Fan opdracht zou hebben gegeven om dit lied te componeren en onder de commercial te monteren. Dit verweer faalt. De actie tot handhaving van het auteursrecht kan zich richten tegen degene die in strijd met het auteursrecht openbaar maakt of verveelvoudigt, waarbij de toerekenbaarheid niet van belang is. Nu vaststaat dat de commercial waarin het lied gebruikt wordt een commercial is voor de onderneming van Tonny Keijzers en Tonny Keijzers derhalve ook opdracht heeft gegeven voor het maken van deze commercial en voor het uitzenden ervan, kan jegens Tonny Keijzers een vordering op grond van het auteursrecht worden ingesteld. Dat Tonny Keijzers voor het maken van de commercial een derde, in casu Fan, heeft ingeschakeld die onder omstandigheden ook aansprakelijk zou kunnen zijn voor mogelijke inbreuken op het auteursrecht, doet aan haar eigen aansprakelijkheid niet af. De vraag of Tonny Keijzers zich al dan niet bewust was van een mogelijke inbreuk op het auteursrecht is daarbij evenmin van belang."

"Voor de beantwoording van de vraag of de in de commercial gebruikte muziek inbreuk maakt op het Muziekwerk is doorslaggevend of sprake is van overname van beschermde elementen van het Muziekwerk, waarbij gelet moet worden op de totaalindruk van het Muziekwerk en de door Tonny Keijzers gebruikte muziek. De rechtbank is na het beluisteren van het overgelegde geluidsmateriaal van oordeel dat het in de commercial van Tonny Keijzers gebruikte lied een in overwegende mate op het Muziekwerk gelijkend muziekstuk is en dat in dit muziekstuk zoveel beschermde elementen uit het Muziekwerk zijn gebruikt, dat sprake is van nabootsing in gewijzigde vorm van het Muziekwerk die niet als nieuw oorspronkelijk werk kan worden aangemerkt."

De aan Stemra toekomende schadevergoeding wordt vastgesteld op EUR 25.000,-. De proceskosten worden begroot op EUR 7.855,53.

Lees het vonnis hier.

IEF 8079

Exit Decaux/Mediamax?

Joost BeckerJoost Becker, Dirkzwager Advocaten: Exit Decaux/Mediamax? Noot bij Gerechtshof ’s-Gravenhage, 30 juni 2009, IEF 8029, Stokke / Fikszo.

“In de uitspraak Stokke/Fikszo van het Hof ’s-Gravenhage staat een aantal interessante rechtsoverwegingen over het auteursrechtelijke totaalindrukken-criterium. Het hof neemt m.i. afscheid van het Decaux/Mediamax-arrest en sluit aan bij de ontwikkeling van het totaalindrukken-criterium in de jurisprudentie van de Hoge Raad, met name bij het Una Voce Particolare-arrest.

(…) Het lijkt erop alsof het hof in de eerste zin van r.o. 16 met de zinsnede ‘[h]et door de Hoge Raad aanvaarde ‘totaalindrukken’-criterium’ (dat naar wordt aangenomen alleen geldt voor voorwerpen van toegepaste kunst) louter refereert aan het totaalindrukken-criterium uit het Decaux/Mediamax-arrest. Dat zou echter niet te rijmen zijn met r.o. 4, inhoudende dat moet worden beoordeeld of het beweerdelijk inbreukmakende werk de auteursrechtelijk beschermde trekken van het eerdere werk vertoont, zodanig dat de totaalindrukken overeenkomen. In het vervolg van r.o. 16 maakt het hof echter duidelijk dat zij een nieuwe weg inslaat en het ‘oude’ totaalindrukken-criterium voor toegepaste kunst achter zich laat.

(…) Ik meen dat het hof hier - terecht - afscheid neemt van het totaalindrukken-criterium uit het Decaux/Mediamax-arrest; ook bij werken van toegepaste kunst gaat het er immers om in hoeverre auteursrechtelijk beschermde trekken zijn overgenomen. Enkele hantering van het totaalindrukken-criterium uit het Decaux/Mediamax-arrest brengt namelijk het gevaar met zich mee dat in een geval waarin auteursrechtelijk beschermde trekken zijn overgenomen, (te snel) geoordeeld zal worden dat er toch géén sprake is van een verveelvoudiging omdat de beweerdelijke inbreukmaker zelf (auteursrechtelijke beschermde) elementen heeft toegevoegd, waardoor de totaalindruk (alsnog) verschilt. (…) Het gaat in auteursrechtinbreuk-zaken immers om wat er is overgenomen en niet zozeer om wat is toegevoegd (…).

Doet het hof hiermee een baanbrekende uitspraak? Volgens mij niet. Het hof volgt een eerder in 2002 door de Hoge Raad uitgestippelde route. De kernvraag waar het volgens de Hoge Raad om gaat in auteursrechtinbreuk-zaken staat m.i. in rechtsoverweging 3.3 van het Una Voce Particolare-arrest, die het hof in Stokke/Fikszo niet aanhaalt, maar impliciet wel toepast. (…) Een overname van te veel - in kwalitatieve en kwantitatieve zin - aan auteursrechtelijk beschermde trekken in de zin van dit arrest levert een vermoeden van ontlening op.

(…) De toepassing van voornoemd totaalindrukken-criterium uit het Una Voce Particolare-arrest geldt volgens het hof in Stokke/Fikszo óók voor werken van toegepaste kunst. Daarmee lijkt het totaalindrukken-criterium uit het Decaux/Mediamax-arrest exit. Het gaat er bij de auteursrechtinbreuk-zaken m.i. telkens om of de overeenstemming in beschermde trekken tussen beide voortbrengsels van een zodanige aard en omvang is, dat (behoudens tegenbewijs) inbreuk moet worden aangenomen.”

Lees de gehele noot hier.

IEF 8078

Waarom Creative Commons niet kan werken

Kamiel Koelman, Van Diepen Van der Kroef: Waarom Creative Commons niet kan werken. Verschenen in Computerrecht 2009, p. 112.

“CreativeCommons (CC) is het ‘bottom-up’ antwoord op de voortdurende expansie van de intellectuele eigendomsrechten. Het belangrijkste doel van het CC-project is het hergebruik van auteursrechtelijk beschermde werken te bevorderen – Lessig, de goeroe van de beweging, spreekt graag van het ‘remixen’ van werken. Dit doel, waarvoor men alleen maar sympathie kan hebben, kan echter onmogelijk worden bereikt. De reden daarvoor is dat CC-licenties de obstakels die aan hergebruik van een willekeurig ergens op internet gevonden werk in de weg staan, niet wegnemen. De risico’s die een hergebruiker loopt als hij een zomaar ergens op internet aangeboden werk gebruikt waaraan géén CC-licentie is verbonden, zijn even groot als wanneer hij ervoor kiest een werk te ‘remixen’ dat wél onder een CC-licentie wordt aangeboden.

In ‘gewone’ licenties wordt het gevaar dat de gebruiker loopt als hij een werk van een ander gebruikt, weggenomen doordat de licentiegever de licentienemer vrijwaart voor alle schade die de laatste zou lijden, als er een derde opduikt die beweert rechthebbende te zijn. Zo kan de licentienemer, hoewel hij vaak niet kan weten of de licentiegever inderdaad bevoegd is de rechten te verlenen, tamelijk zorgeloos het werk gebruiken. De eerste versie van de CC-licentie bevatte nog een garantie. De licentiegever garandeerde dat ‘to the best of his knowledge after reasonable inquiry’ geen inbreuk werd gemaakt op rechten van derden. In 2003 is de bepaling echter geschrapt, omdat onbillijk werd geacht dat een persoon die zijn werk gratis weggeeft, jegens iedereen die dat werk gebruikt aansprakelijk kan zijn. Er kwam een ‘disclaimer’ van alle aansprakelijkheid wegens inbreuk, voor in de plaats.

Opmerkelijk genoeg is de CC-beweging zich volledig bewust van de nadelen van de disclaimer. Ze stelt dat de hergebruiker zich ervan moet vergewissen dat de licentiegever daadwerkelijk de rechten bezit, omdat hij anders weleens aansprakelijk kan zijn voor auteursrechtinbreuk.

Lees hier verder.

IEF 8077

Elf woorden kunnen genoeg zijn

Lex Bruinhof, Wieringa Advocaten: Elf woorden kunnen genoeg zijn voor een verveelvoudiging. Kort commentaar bij HvJ EG, 16 juli 2009, zaak C-5/08, IEF 8070, Infopaq /Danske Dagblades Forening

"Is er dan geen serieus juridisch nieuws meer te melden? Jawel, wel degelijk. (…) Het Hof houdt het dus voor mogelijk dat een fragment van elf woorden een verveelvoudiging in auteursrechtelijke zin oplevert van een tekst. Dat zal het geval zijn als dat fragment of die fragmenten "een bestanddeel van het werk omvat[ten] dat als dusdanig (sic) uitdrukking geeft aan de eigen intellectuele schepping van de auteur.” Of dat één op één te vertalen is naar ons Nederlandse criterium dat dit bestanddeel "een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt" staat nog niet vast, maar het lijkt er wel op. En of dan in een gegeven geval daadwerkelijk aan dat criterium is voldaan staat ter beoordeling van de rechter die over de feiten oordeelt.

Is het nieuw dat wordt geoordeeld dat een fragment van 11 woorden oorspronkelijk genoeg kan zijn? Naar Nederlands recht niet. De jurisprudentie kent vele voorbeelden van slagzinnen en titels die zelfstandig auteursrechtelijk beschermd zijn geacht. Ik noem als bekendste voorbeeld de songtitel: “Hoe sterk is de eenzame fietser?” (Rb. Amsterdam, 1979). En ik kan mij zo voorstellen dat ook elfwoords-fragmenten uit poëzie al snel oorspronkelijk kunnen zijn.

(…) Ik kom dat in mijn Google resultaten in ieder geval doorgaans niet tegen (maar ik zoek dan ook zelden naar poëzie). Er kan niettemin een keer een "toevalstreffer" bij zitten. En wat dan? Welnu: dan hoeft er nóg geen sprake te zijn van auteursrechtinbreuk. Zoals vaste lezers weten staat de Auteurswet (en ook de Richtlijn) vol met beperkingen op het auteursrecht. Die zijn opgenomen om de scherpe kantjes van het auteursrecht af te slijpen en dit in wezen monopolistische systeem hanteerbaar te houden in de samenleving. De praktijk van de rechterlijke uitspraken in Nederland lijkt met name het citaatrecht met enig buigen en teleologisch interpreteren wel geschikt te kunnen maken voor het “redden” van de zoekmachine. Het Arnhemse Hof bleek in de zaak Zoek Alle Huizen in ieder geval al aardig op weg. En terecht. Zonder zoekmachines zouden we het internet immers wel kunnen opdoeken…"

Lees het volledige commentaar hier.