Uitspraak mede ingezonden door Joep Meddens, Höcker advocaten.
Architect kan zich niet verzetten op basis van raampatroon als een kenmerkend stijlelement
Hof Amsterdam 21 maart 2017, IEF 16665; ECLI:NL:GHAMS:2017:927 (X tegen CRI residence Amstelveen) Persoonlijkheidsrechten. Kantorenpark De Bovenlanden in Amstelveen. Het casco van het gebouwencomplex is bepaald en X heeft passend in de stijl van de zogenoemde organische architectuur een ontwerp voor de buitenkant van het complex verder uitgewerkt. Eigenaar CRI is voornemens het complex een woonbestemming te geven en heeft zonder voorafgaand overleg een ingrijpende transformatie gepland. Kenmerkende organische stijlelementen worden verwijderd en thans geschakelde bouwblokken losgekoppeld. In kort geding worden de vorderingen tot verbod om uitvoering te geven aan de transformatie afgewezen [IEF 15797]: “Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van totale vernietiging is het uitgangspunt niet of het casco blijft staan, maar of kenmerkende elementen van het oude ontwerp zichtbaar blijven in het nieuwe ontwerp.” Het Hof bekrachtigt het vonnis. Indien het raampatroon als een kenmerkend stijlelement moet worden beschouwd, betekent dit niet dat het als zelfstandig werk voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Dat een vijfde deel (de ATOS-vleugel) niet zal worden gesloopt of gerestyled is niet aangetoond. Aannemelijk is dat de vleugel dusdanig wordt gewijzigd dat de totaalindruk een geheel andere is. Er is dus sprake van volledige vernietiging en niet van wijziging of aantasting ex 25 Aw Vorderingen afgewezen.