Merkenrecht  

IEF 16391

HvJ EU Levensmiddel dat voor 2015 als geneesmiddel werd verkocht, voorzien van (handels)merk, mag als levensmiddel worden blijven verkocht

HvJ EU 23 nov 2016, IEF 16391; ECLI:EU:C:2016:888 (Bachbloesemproducten), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-levensmiddel-dat-voor-2015-als-geneesmiddel-werd-verkocht-voorzien-van-handels-merk-mag-als-l

HvJ EU 23 november 2016, IEF 16391; IEFbe 2000, RB 2796; LS&R 1394; ECLI:EU:C:2016:888; C-177/15(Bachbloesemproducten) Consumentenvoorlichting- en bescherming. Voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Producten voorzien van handelsmerken of merknamen die bestonden vóór 1 januari 2005. Bachbloesempreparaten. Uniemerk RESCUE. Producten die vóór 1 januari 2005 als geneesmiddelen werden verkocht en die sindsdien als levensmiddelen worden verkocht. HvJ EU:

Artikel 28, lid 2, eerste zinsdeel* [red. artikel 27] claimsVo moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling van toepassing is wanneer een van een handelsmerk of merknaam voorzien levensmiddel vóór 1 januari 2005 als geneesmiddel werd verkocht en sindsdien als levensmiddel wordt verkocht.

IEF 16389

BenGH: Als rechtsmiddelen nog openstaan, kan houder van vervallenverklaard merk, nog merkrechten uitoefenen

BenGH 4 nov 2016, IEF 16389; (Upper At Home tegen The Works), https://delex.nl/artikelen/bengh-als-rechtsmiddelen-nog-openstaan-kan-houder-van-vervallenverklaard-merk-nog-merkrechten-uitoef

BenGH 4 november 2016, IEF 16389; IEFbe 1999; A 2015/1/6 (Upper At Home tegen The Works) Merkenrecht. Upper At Home commercialiseert erotische homeparty's onder de naam Upper(date/athome). In een ander geding is op tegenvordering het merk UPPER volledig en UPPERDARE gedeeltelijk vervallenverklaard. Art. 4.5 lid 3 BVIE bepaalt dat de rechter ambtshalve de doorhaling uit van nietig of vervallen verklaarde inschrijvingen en dat heeft werking tegenover eenieder (ex BenGH Philips/BAT A 87/2). Benelux Gerechtshof:

13. De houder van een merk dat door de rechter vervallen werd verklaard, kan nog wel rechten die uit dat merk voortvloeien inroepen ten aanzien van andere personen dan haar wederpartij in de zaak die aanleiding heeft gegeven tot de vervallenverklaring, in de periode waarin tegen de vervallenverklaring nog rechtsmiddelen mogelijk of aanhangig zijn, maar de merkhouder kan deze rechten ook niet meer inroepen ten aanzien van de voornoemde personen zodra de vervallenverklaring onherroepelijk is geworden, doordat er geen rechtsmiddelen meer tegen openstaan, ook al is het verval nog niet opgenomen in het Merkenregister.

IEF 16387

HR: 'Freihaltebedürfnis' van aardrijkskundige aanduiding L'ARGENTINA, intrinsieke kenmerken doen er niet toe

Hoge Raad 11 nov 2016, IEF 16387; ECLI:NL:HR:2016:2573 (Foralways tegen Quilate), https://delex.nl/artikelen/hr-freihaltebed-rfnis-van-aardrijkskundige-aanduiding-l-argentina-intrinsieke-kenmerken-doen-er-niet

HR 11 november 2016, IEF 16387; ECLI:NL:HR:2016:2573 (Foralways tegen Quilate) Art. 81 lid 1 RO. Merkenrecht. Vordering tot nietigverklaring van inschrijving woordmerk L'ARGENTINA, omdat hier sprake zou zijn van een merk met een beschrijvende geografische aanduiding, het relevante publiek verwacht een verband van de aanduiding met de geografisch  benaming en mist dus onderscheidend vermogen [vgl. Chiemsee, IEF 2814]. De HR volgt de conclusie AG [IEF 16284] en doet de zaak af ex artikel 81 lid 1 RO.

IEF 16381

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever.

Bas Kist - Adidas strijdt over strepen met FC Barcelona

Adidas staat op zijn strepen. Het sportmerk heeft in de Verenigde Staten de strijd aangebonden met voetbalclub Barcelona. Op 31 oktober diende adidas oppositie in tegen een aanvraag tot merkregistratie van FC Barcelona voor het design van het bekende blauw-rood gestreepte Barca-shirtje. 22 merkregistraties Volgens adidas komt dit strepenmotief veel te dicht in de buurt bij zijn eigen bekende drie-strepenmerk en pleegt Barcelona hiermee merkinbreuk. In de procedure doet het bedrijf beroep op maar liefst 22 Amerikaanse merkregistraties: de strepen op de mouw van een trainingspak, op een schoen, drie strepen op een petje, op een slipper en ga zo maar door.

IEF 16380

Zelfs na geslaagde oppositie heeft Eazie te lang gewacht met sommatie

Rechtbank Den Haag 15 nov 2016, IEF 16380; ECLI:NL:RBDHA:2016:13741 (Eazie tegen Easy Wok), https://delex.nl/artikelen/zelfs-na-geslaagde-oppositie-heeft-eazie-te-lang-gewacht-met-sommatie

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 november 2016, IEF 17380; ECLI:NL:RBDHA:2016:13741 (Eazie tegen Easy Wok) Handelsnaam. Merkenrecht. Spoedeisend belang. Eazie is een franchiseketen van Aziatische fast food. Het Eazie logo is ook als merk geregistreerd. Easy Wok exploiteert een Aziatisch fast food restaurant in Groningen en hanteert een logo met een vergelijkbaar gestileerde 'e'. Er is onvoldoende spoedeisend belang, gelet op de lange periode dat Eazie heeft afgezien van optreden. Sinds 2010 handelt ze met dit logo en heeft bekendheid opgebouwd, zelfs na de geslaagde oppositieprocedure rondom het EASY-beeldmerk, is er niet opgetreden. Pas 30 augustus 2016 heeft zij Easy Wok gesommeerd het beeldmerk, de handelsnaam en het 'e'-logo te staken. Eazie moet naar franchisenemers handhavend optreden, en was voorheen nog niet actief in Groningen, maar dit rechtvaardigt eerder stilzitten niet.

IEF 16379

Van oude potjes penisvergrotende middelen is geen uitputting bewezen

Rechtbank Oost-Brabant 9 nov 2016, IEF 16379; ECLI:NL:RBOBR:2016:6200 (Klemans tegen Kythera), https://delex.nl/artikelen/van-oude-potjes-penisvergrotende-middelen-is-geen-uitputting-bewezen

Rechtbank Oost-Brabant 9 november 2016, IEF 16379; IEFbe 1996; ECLI:NL:RBOBR:2016:6200 (Klemans tegen Kythera) Merkinbreuk. Klemans is merkhouder van "Libido7" voor prestatieverhogende pillen die vallen in de categorie penisvergrotende middelen. Via klachten van afnemers via bol.com komt Kythera als aanbieder uit de bus. Kythera stelt dat er sprake is van uitputting, dat zij potjes met pillen met het oude etiket hebben verkocht. Uit de overlegde factuur blijkt niet dat de verhandelde potjes door Klemans zelf in het verkeer waren gebracht en de doorverkoop met verlies roept ook twijfels op. Merkinbreukstaking en opgave wordt bevolen, maar de accountantscontrole van opgave wordt afgewezen, omdat een accountant geen conclusies mag trekken.

IEF 16376

HvJ EU: Merkhouder kan zich verzetten tegen verhandeling van geneesmiddel in nieuwe buitenverpakking

HvJ EU 10 nov 2016, IEF 16376; ECLI:EU:C:2016:857 (Ferring Lægemidler A/S tegen Orifarm A/S), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-merkhouder-kan-zich-verzetten-tegen-verhandeling-van-geneesmiddel-in-nieuwe-buitenverpakking

HvJ EU 10 november 2016, IEF 16376; LS&R 1393; ECLI:EU:C:2016:857 (Ferring Lægemidler A/S tegen Orifarm A/S) Farmaceutische producten. Merkenrecht. Het gaat hier om de beantwoording van de volgende vraag: Kan de merkhouder in rechte optreden tegen een parallel importeur die medisch product ompakt en merk opnieuw aanbrengt op verpakkingen die de merkhouder in datzelfde volume aanbiedt?
HvJ EU: De houder van een merk zich kan verzetten tegen de verdere verhandeling van een geneesmiddel door een parallelimporteur die dit geneesmiddel in een nieuwe buitenverpakking heeft omgepakt en daarop het merk opnieuw heeft aangebracht, wanneer het betrokken geneesmiddel in het EER-land van invoer kan worden verhandeld in dezelfde verpakking als die waarin dat product wordt verhandeld in het EER-land van uitvoer en de importeur niet heeft aangetoond dat het ingevoerde product slechts op een beperkt deel van de markt van het invoerland kan worden verhandeld. Het staat aan de verwijzende rechter om dit na te gaan.

IEF 16360

HvJ EU: Vernietiging van de beoordeling van het Gerecht over 'Simba toys'

HvJ EU 10 nov 2016, IEF 16360; C-30/15 P (Simba Toys), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-vernietiging-van-de-beoordeling-van-het-gerecht-over-simba-toys

HvJ EU 10 november 2016, IEF 16360; zaak C-30/15 P (Simba Toys tegen EUIPO) Gemeenschapsmerk. Octrooi. Op verzoek van Seven Towns, een Britse vennootschap die met name de intellectuele- eigendomsrechten beheert die verbonden zijn aan de „Rubik’s cube”, heeft het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) in 1999 de vorm van deze kubus als driedimensionaal gemeenschapsmerk ingeschreven voor „driedimensionale puzzels”. In 2006 heeft Simba Toys, een Duitse speelgoedproducent, het EUIPO verzocht om nietigverklaring van het driedimensionale merk, met name op grond dat dit merk een technische oplossing bestaande in het draaivermogen ervan bevatte en een dergelijke oplossing enkel als octrooi en niet als merk kon worden beschermd. Aangezien het EUIPO deze vordering heeft afgewezen, heeft Simba Toys bij het Gerecht beroep tot vernietiging van de beslissing van het EUIPO ingesteld. Bij arrest heeft het Gerecht het beroep van Simba Toys verworpen. Het Gerecht heeft in het bijzonder geoordeeld dat de grafische voorstelling van de vorm van de Rubik’s cube geen technische oplossing bevatte die in de weg stond aan de bescherming ervan als merk, en dat deze dus kon worden ingeschreven als Uniemerk. Tegen dit arrest heeft Simba Toys hogere voorziening ingesteld bij het Hof van Justitie. 

HvJ EU oordeelt tot de afwijzing van de vordering tot nietigverklaring van het Gerecht. Volgens het HvJ interpreteerde het Gerecht de criteria voor de beoordeling van artikel 7 (1) (e) (ii) 40/94 te eng. Anders dan het Gerecht heeft verklaard, wijst het Hof erop dat in het kader van dit onderzoek de wezenlijke kenmerken van de kubusvorm moeten worden beoordeeld op basis van de technische functie van de door deze vorm weergegeven waar.

IEF 16367

Uitspraak ingezonden door: Benjamin van Kessel en Alexander Odle, Nineyards Law

 

Inbreuk op het ‘OVIS’ merk van DeclaCare

Rechtbank Amsterdam 9 nov 2016, IEF 16367; (Declacare B.V. tegen NControl B.V.), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-het-ovis-merk-van-declacare

Rechtbank Amsterdam 9 november 2016, IEF 16367 (Declacare B.V. tegen NControl B.V.) Merkinbreuk. Het betreft de inbreuk op het OVIS merk van Declacare. DeclaCare houdt zich bezig met de levering van compressie-, litteken- en wondproducten. Zij heeft een dienst waarin bestelling geautomatiseerd worden: OVIS. OVIS wordt als product op de website van NControl opgenomen. DeclaCare heeft NControl verzocht het gebruik van het merk OVIS te staken, omdat NControl zonder toestemming een identieke naam voor een product/dienst zou gebruiken waarvoor DeclaCare een merkinschrijving heeft verkregen. NControl voert verweer dat het merk van DeclaCare nietis is, nu dit te kwader trouw gedeponeerd zou zijn. Volgens de voorzieningenrechter zijn er geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat DeclaCare het oogmerk had NControl te beletten een product te verkopen o.i.d. Ook zijn er geen feiten die ondersteunen dat DeclaCare kwaad in de zin heeft gehad bij de merkaanvraag. NControl heeft bovendien niet afdoende weersproken dat DeclaCare een legitiem doel nastreefde met de keuze voor OVIS en de registratie van haar merk, zoals door DeclaCare is bepleit. De voorzieningenrechter verbiedt NControl de naam OVIS te gebruiken voor diensten op het gebied van gezondheidszorg en informatie met betrekking tot gezondheidszorg.

IEF 16354

Reliëfmotief van Birkenstock heeft geen commerciële herkomst

Gerecht EU (voorheen GvEA) 9 nov 2016, IEF 16354; Zaak T-579/14 (Birkenstock tegen BHIM), https://delex.nl/artikelen/reli-fmotief-van-birkenstock-heeft-geen-commerci-le-herkomst

Gerecht EU 9 november 2016, IEF 16354; IEFbe 1991; Zaak T-579/14 (Birkenstock tegen BHIM) Uniemerk. Afbeelding van een reliëfmotief. Het betreft een beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het EUIPO van 15 mei 2014 inzake de internationale inschrijving van het beeldmerk dat een patroon van elkaar kruisende golvende lijnen weergeeft. Verzoekster voert met name aan dat de kamer van beroep zich niet heeft gebaseerd op het internationale merk in zijn ingeschreven vorm, te weten een afbeelding waarvan het oppervlak duidelijk is afgebakend en die niet samenvalt met de vorm van de waren, maar dat zij het merk op ongerechtvaardigde wijze heeft uitgebreid door te stellen dat dit merk kon worden herhaald en voortgezet. Het EUIPO is van mening dat de kamer van beroep op goede gronden heeft geoordeeld dat het betrokken teken een oppervlakpatroon weergaf en elk onderscheidend vermogen miste voor de betrokken waren. In casu dient te worden geoordeeld dat, gelet op de banale aard van het betrokken teken en het oneindig aantal verschillende dessins die als oppervlakpatroon worden gebruikt, de kamer van beroep op goede gronden heeft vastgesteld dat het betrokken teken niet op significante wijze afweek van de norm of van wat in de betrokken sectoren gangbaar was. Zij heeft derhalve terecht vastgesteld dat het relevante publiek het teken zou opvatten als een eenvoudig oppervlakpatroon, dat wordt toegepast voor decoratieve of technische doeleinden, en niet als de aanduiding van een bepaalde commerciële herkomst.