Merkenrecht  

IEF 16275

Gerecht EU: Klankteken dat lijkt op een belsignaal kan geen identificatiefunctie vervullen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 13 sep 2016, IEF 16275; ECLI:EU:T:2016:468 (Globo beltoon), https://delex.nl/artikelen/gerecht-eu-klankteken-dat-lijkt-op-een-belsignaal-kan-geen-identificatiefunctie-vervullen

Gerecht EU 13 september 2016, IEF 16275; IEFbe 1939; ECLI:EU:T:2016:468; T-408/15 (Globo tegen EUIPO) Aanvraag voor klankmerk. Absolute weigeringsgrond: geen onderscheidend vermogen. Motiveringsplicht. Klanken kunnen een merk vormen, op voorwaarde dat zij bovendien vatbaar zijn voor grafische voorstelling. De banaliteit van het teken voor waren en diensten die al dan niet kunnen worden geassocieerd met beltonen van telefoons of geluidssignalen van wekkers en het feit dat het gebruik van een klankmerk voor stille waren moeilijk voorstelbaar is.

Een klankteken dat buitengewoon eenvoudig is en zich beperkt tot louter de herhaling van twee identieke noten, op zich geen boodschap kan doorgeven die de consumenten zich kunnen herinneren, zodat deze het niet zullen beschouwen als een merk, tenzij het door gebruik onderscheidend vermogen heeft verkregen. Een merk dat bestaat uit klanken die lijken op een belsignaal kan geen identificatiefunctie vervullen, tenzij het elementen bevat die het kunnen individualiseren ten opzichte van andere klankmerken, waarbij evenwel zij aangetekend dat het niet om een origineel of fantasiemerk moet gaan. Beroep wordt verworpen.

IEF 16270

Overeenkomst over voorafgaande toestemming gebruik van merknaam FC Barcelona en Fanbox DVD's

Rechtbank Midden-Nederland 17 aug 2016, IEF 16270; ECLI:NL:RBMNE:2016:4565 (Viceverca B.V. tegen Dong Dao Group B.V.), https://delex.nl/artikelen/overeenkomst-over-voorafgaande-toestemming-gebruik-van-merknaam-fc-barcelona-en-fanbox-dvd-s

Rechtbank Midden-Nederland 17 augustus 2016, IEF 16270; ECLI:NL:RBMNE:2016:4565 (ViceVerca tegen Dong Dao Group) Het gaat in deze zaak om de overeenkomst tot koop en distributie van een fanbox (dvd's) van voetbalclub. DDG stelt dat de tekst van de ‘draft’ slechts aan derden mag worden toegestaan om de merknamen van FC Barcelona te gebruiken na voorafgaande schriftelijke toestemming. Doorverkoop aan derden in het licht van de licentieovereenkomst ViceVerca en FC Barcelona, zou nog de afzonderlijke goedkeuring behoeven. De rechtbank neemt aan dat DDG ervan uit ging dat het haar vrijstond om de fanbox door te verkopen, maar dat dat niet het geval was. Binnen het EU- en Beneluxmerkenrecht is het recht uitgeput ten aanzien van de goederen die met zijn toestemming in het economisch verkeer zijn gebracht. De rechtbank laat DDG toe feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit volgt dat ViceVerca en DDG zijn overeengekomen dat zij de fanbox gereed diende te hebben voor levering.

IEF 16267

Merkinbreuk door verkoop restvoorraad en als partij aangeboden merkkleding

Rechtbank Den Haag 14 sep 2016, IEF 16267; ECLI:NL:RBDHA:2016:10887 (Guy Laroche tegen 4 Every Ware), https://delex.nl/artikelen/merkinbreuk-door-verkoop-restvoorraad-en-als-partij-aangeboden-merkkleding

Rechtbank Den Haag 14 september 2016, IEF 16267; ECLI:NL:RBDHA:2016:10887 (Guy Laroche tegen 4 Every Ware) Uniemerken. Rechtsverwerking. Inbreuk. Guy Laroche is een Frans modehuis. 4EveryWare is een onderneming die zich bezighoudt met de groot- en kleinhandel in partijgoederen en heeft merkproducten als partij aangeboden op haar website, advertenties geplaatst op www.eurotradefair.nl en doorverkocht. Guy stelt dat 4 Every Ware onrechtmatig heeft gehandeld en vordert staking van inbreuk op haar merkrecht. 4 Every Ware voert onterecht aan dat Guy Laroche haar rechten heeft verwerkt. Van rechtsverwerking is slechts sprake indien een schuldeiser zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van het betrokken recht. De restvoorraad merkproducten tot aan de verkoop door Promeco aan Boxter is niet in de handel is gebracht volgens artikel 13 lid 1 UMVo, dus kan er geen sprake zijn van uitputting. Staking wordt bevolen.

IEF 16265

i-DEPOT vernieuwd

En français ci-dessous. Eerder werd het online indienen van opposities ter beschikking gesteld, werd de MyBOIP-omgeving vernieuwd en is het nu ook mogelijk om een modelregistratie online te verlengen. Vandaag wordt een verbeterde versie van het i-DEPOT gelanceerd. Hiermee is het mogelijk om naast merken en modellen, ook i-DEPOTs voor klanten in te dienen. Wist u dat het i-DEPOT bewijs officieel bekrachtigd is in het BVIE, artikel 4.4bis? En, wist u dat het bewijsmiddel (het certificaat) aan de Europese richtlijn inzake de elektronische handtekening voldoet en dus door de rechters in Europa aanvaard wordt?

IEF 16263

HvJ EU: Vaststelling van verwarringsgevaar voor slechts een deel van de Unie

HvJ EU 22 sep 2016, IEF 16263; ECLI:EU:C:2016:719 (Combit Software GbmH tegen Commit Business Solutions Ltd), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-vaststelling-van-verwarringsgevaar-voor-slechts-een-deel-van-de-unie

HvJ EU 22 september 2016, IEF 16263; IEFBE 1935; ECLI:EU:C:2016:719 (Combit Software GbmH tegen Commit Business Solutions Ltd) Uniemerk. Verwarringsgevaar. In haar hoedanigheid van houdster van de merken combit heeft combit Software een rechtsvordering ingesteld tegen Commit Business Solutions. Primair verzocht zij, op grond van het Uniemerk waarvan zij houdster is, Commit Business Solutions te gelasten het gebruik, in de Unie, van het woordteken „Commit” voor de door haar verkochte computerprogramma’s te staken. Subsidiair heeft zij met een beroep op haar Duitse merk verzocht, diezelfde vennootschap te gelasten om het gebruik van dit woordteken in Duitsland te staken. De rechter geeft in deze zaak antwoord op de vraag of het bestaan van een inbreuk op het Uniemerk moet worden erkend of afgewezen voor de hele Europese Unie indien slechts in een deel verwarringsgevaar bestaat, of dat er in dat geval een onderscheid gemaakt moet worden tussen de verschillende lidstaten. Het HvJ EU stelt dat wanneer gebruik van een teken leidt tot gevaar voor verwarring met een Uniemerk in een deel van het grondgebied van de EU, geoordeeld moet worden dat er sprake is van schending van het aan dit merk verbonden uitsluitende recht en de staking van dit gebruik moet gelasten voor het gehele grondgebied van de Europese Unie, met uitzondering van het deel van dit grondgebied waarvoor het ontbreken van verwarringsgevaar werd vastgesteld.

IEF 16262

Met eigen waar vullen van gele broodkratten van 't Stoepje is merkinbreuk

Rechtbank Midden-Nederland 31 aug 2016, IEF 16262; ECLI:NL:RBMNE:2016:4722 (Market Food Group B.V. tegen De Bakkerie Nijkerk B.V.), https://delex.nl/artikelen/met-eigen-waar-vullen-van-gele-broodkratten-van-t-stoepje-is-merkinbreuk

Rechtbank Midden-Nederland 31 augustus 2016, IEF 16262; ECLI:NL:RBMNE:2016:4722 (Market Food Group B.V. tegen De Bakkerie Nijkerk B.V.) Merkenrecht. Woordmerk. Het vullen van de gele broodkratten van Bakkerij 't Stoepje door concurrent De Bakkerie met eigen waar is in strijd met het woordmerk "Bakkerij 't Stoepje". Dit merkrecht is niet uitgeput, omdat de gele kratten geen eigendom zijn van de franchisenemers van Bakkerij 't Stoepje, maar van de franchisegever. In de algemene voorwaarden is het gebruik van de gele broodkratten door de franchisenemers ook beperkt tot het vullen met de waren van Bakkerij 't Stoepje.

IEF 16257

Beroep m.b.t. beeldmerk van '3D' en '3D's' afgewezen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 13 sep 2016, IEF 16257; ECLI:EU:T:2016:463 (Perfetti Van Melle Benelux BV - EUIPO), https://delex.nl/artikelen/beroep-m-b-t-beeldmerk-van-3d-en-3d-s-afgewezen

Gerecht EU 13 september 2016, IEF 16257; IEFBE 1933; ECLI:EU:T:2016:463 (Perfetti Van Melle Benelux BV - EUIPO) Merkenrecht. Afwijzing van het beroep omtrent beeldmerk voor graanproducten met woordelement 3D. Het ging om een beroep door de aanvrager van het beeldmerk met het woordelement “3D” voor waren in klasse 30 tegen de toegewezen oppositie door de houder van het beeldmerk met het woordelement “3D’s” ook ingeschreven voor waren in klasse 30. Het beroep wordt afgewezen en het gaat in deze zaak om verwarringsgevaar. De waren stemmen volgens het GEU minder dan gemiddeld overeen. De snacks hebben niet hetzelfde doel en niet dezelfde productiewijze. Verder is er geen spraken van concurrentie. Beide elementen bevatten ‘3D’ en stemmen daarom visueel overeen. Daarnaast stemmen de merken ook fonetisch overeen, ondanks de kleine verschillen. Verder staan beide merken voor driedimensionaliteit.

IEF 16253

Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal en Stijn Wijnker, Kennedy Van der Laan.

Inbreuk bij handel in namaakproducten

Rechtbank Den Haag 19 sep 2016, IEF 16253; (Tommy Hilfiger en Calvin Klein tegen Soob Management), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-bij-handel-in-namaakproducten

Vzr. Rechtbank Den Haag 19 september 2016, IEF 16253; (Tommy Hilfiger en Calvin Klein tegen Soob Management) Merkenrecht. D.m.v. een onderzoek naar namaakproducten en testaankopen blijkt dat Soob Management handel drijft in namaakproducten. Ook uit de inkoopfacturen volgt dat Soob Management op zeer grote schaal handel drijft. Ook worden er n.a.v. een inspectie foto’s ontvangen van de namaak goederen bij Soob Management. Door zonder toestemming van eiseressen goederen en verpakkingen waarop de merken van eiseressen zijn aangebracht in de EER in handel te brengen, daartoe in voorraad te hebben, te verkopen en uit te leveren, wordt inbreuk gepleegd op de merkrechten van eiseressen zoals bedoeld in art. 9 lid 2 sub a Uniemerkenverordening en art. 2.20 lid 1 sub a BVIE. Eiseressen vorderen terecht een gebod op staking van de verdere inbreuk, versterkt met een dwangsom.

IEF 16250

Uitspraak ingezonden door Thera Adam-van Straaten, Kneppelhout Korthals Advocaten

Winst voor de merkhouder in zaak over 'Portobello Road Gin'

EUIPO - OHIM 15 jun 2016, IEF 16250; Case R 1105/2015-4 (Portobello Road Gin), https://delex.nl/artikelen/winst-voor-de-merkhouder-in-zaak-over-portobello-road-gin

EUIPO 15 juni 2016 IEF 16250; IEFBE 1929; Case R 1105/2015-4 (Portobello Road Gin) Merkenrecht. Geografische aanduiding. De Federatie van Porto producenten, houder van oorsprongsbenaming PORTO, heeft oppositie ingesteld tegen de CTM-aanvrage voor 'PORTOBELLO ROAD GIN' door Walker Morris. Het OHIM heeft eerder (op 17 april 2015) de oppositie toegewezen gezien de visuele, conceptuele en auditieve overeenkomsten. In het bezwaarschrift wordt door Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto ingegaan op artikel 8 ( 4) EUTMR.

De oppositie was gebaseerd op de benaming van oorsprong beschermd in Portugal voor het teken ' PORTO / PORT’, geclaimd in de handel te worden gebruikt voor ‘versterkte wijn’. De aanvrager beschuldigde de oppositieafdeling van een ongegronde vergelijking van conflicterende tekens. Eigenlijk is het omstreden teken een samengesteld merk met verschillende verbale elementen, voornamelijk ‘Portobello Road’, ‘LONDON DRY GIN’, en ‘gedistilleerd en gebotteld in Engeland.’ Dit geldt ook voor de figuratieve elementen, waaronder een rode leeuw, de nationale vlag van het Verenigd Koninkrijk. Dit leidt tot visuele en auditieve verschillen. Het publiek zou niet afgesplitst van de term 'PORTO' worden. De aanvrager verwierp ook dat 'gin’ als product te vergelijken is met ‘wijn.’ De merkhouder wordt in het gelijk gesteld.

IEF 16230

Vraag aan HvJ EU: Mag een merkinbreukvordering worden afgewezen vanwege te kwader trouw, nog vóór de beoordeling reconventionele nietigheidsvordering?

HvJ EU 8 sep 2016, IEF 16230; (Raimund tegen Aigner), https://delex.nl/artikelen/vraag-aan-hvj-eu-mag-een-merkinbreukvordering-worden-afgewezen-vanwege-te-kwader-trouw-nog-v-r-de-be

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 8 september 2016, C-425/16; IEF 16230; IEFbe 1922 (Raimund) (gov.uk) Merkenrecht.

Verzoeker is sinds 17-05-2005 (‘met voorrang’) houder van het Uniewoordmerk ‘Baucherlwärmer’, een kruidenmengsel dat hij sinds circa 2000 met die naam aanduidt. Ook verweerster handelt in een dergelijk kruidenmengsel dat zij met dezelfde naam aanduidt. Verzoeker heeft een vordering tot staking ingesteld, vernietiging van de waren en publicatie van de uitspraak. Verweerster stelt dat verzoeker het Uniemerk in strijd met de goede zeden en te kwader trouw heeft verworven en stelt dan ook een reconventionele vordering tot nietigverklaring van verzoekers Uniemerk in. Laatstgenoemde procedure wordt geschorst in afwachting van kracht van gewijsde van de uitspraak op verzoekers vordering; in beroep is de schorsing opgeheven zodat die procedure nog aanhangig is. De rechter in eerste aanleg wijst verzoekers vordering af wegens aanvraag te kwader trouw. Het zou verzoeker bekend zijn geweest dat het kruidenmengsel zowel door verweerster als al door haar vader onder die naam werd samengesteld. Die beslissing wordt in beroep bekrachtigd. De zaak ligt nu voor ‘Revision’ bij de verwijzende rechter. Verzoeker stelt dat de lagere rechters de vraag inzake kwade trouw in de inbreukprocedure niet hadden mogen onderzoeken zonder dat de zaken waren gevoegd, respectievelijk zonder in kracht van gewijsde gegane beslissing in de procedure over de reconventionele vordering.

De verwijzende OOS rechter (Oberster Gerichtshof) stelt vast dat kwade trouw bij aanvraag een absolute nietigheidsgrond is die in de inbreukprocedure alleen geldig kan worden aangevoerd wanneer verweerster op grond daarvan een reconventionele vordering instelt. De vraag rijst echter hoe de reconventionele vordering dient te worden behandeld. Volgens de (Duitstalige) doctrine kan het nietigheidsbezwaar in ieder geval pas slagen wanneer het merk in de procedure inzake de reconventionele vordering nietig is verklaard. Het is echter niet duidelijk of de beslissing over de reconventionele vordering al in kracht van gewijsde moet zijn gegaan. Hij legt de volgende vragen voor aan het HvJEU: