Merkenrecht  

IEF 6081

Aan de natuur ontleende vormen

Trianon-links-Revillon-.gifRechtbank ‘s-Hertogenbosch 16 april 2008, HA ZA 06-2073, Trianon Chocolatiers B.V. tegen Revillon Chocolatiers Société par Actions Simplifiée.

(vorm)merkenrecht en slaafse nabootsing. De gemiddelde consument is niet gewend om de herkomst van de waar bij gebreke van enig grafisch of tekstueel element af te leiden uit de vorm ervan

Revillon (gedaagde) is houdster van een vormmerk voor een driedimensionaal staafje voor klasse 30 (samengevat: chocolade). Trianon (eiseres) brengt chocoladestaafjes in een geslingerde vorm op de markt. Eiseres vordert vernietiging en doorhaling van het vormmerk, gedaagde vordert in reconventie een inbreukverbod met diverse nevenvorderingen, alsmede het staken van het onrechtmatig handelen en vergoeding van de daardoor geleden schade.

De rechtbank gaat bij de beoordeling van het onderscheidend vermogen uitgebreid in (r.o. 4.3) op de primaire functie van een merk, de herkomstaanduiding van in dit geval een vormmerk. De rechtbank overweegt dat de gemiddelde consument niet gewend is om de herkomst van de waar bij gebreke van enig grafisch of tekstueel element af te leiden uit de vorm ervan. Tenzij het merk op significante wijze afwijkt van de norm of van wat in de betrokken sector gangbaar is en derhalve de essentiële functie van herkomstaanduiding vervult.

Feit van algemene bekendheid is (r.o. 4.3.2) dat chocola te koop is in “veel uiteenlopende vormen, waaronder talrijke aan de natuur ontleende vormen, zoals bloemen, dieren, schelpen, koffiebonen etc., abstracte vormen als rondjes, vierkanten etc., om nog maar te zwijgen over letters”. Ook staafvormen acht de rechtbank gangbaar.

Ook als feit van algemene bekendheid ziet de rechtbank dat al deze vormen doorgaans niet als merk worden gebruikt. De enigszins slingerende vorm met kleine uitstulpinkjes (die de rechtbank doet denken aan een wijnrank, waar de vorm echt op is gebaseerd blijkt niet uit het vonnis) zal door het relevante publiek dan ook niet als herkomstaanduiding worden opgevat. Het onderscheidend vermogen ontbreekt en daarmee acht de rechtbank de vorderingen van Trianon gegrond.

Aan de inbreukvordering in reconventie komt de rechtbank dan ook niet meer toe. De vordering mbt slaafse nabootsing wordt afgewezen. Ondanks het feit dat de chocoladestaafjes van beide partijen vrijwel identiek zijn, bezit Revillon geen monopolie op de vorm van haar staafjes. Kopiëren mag dus, tenzij dat onrechtmatig zou zijn. Daar de staafjes van Revillon geen eigen plaats op de markt van chocoladewaar in Nederland hebben, wordt het publiek door de staafjes van Trianon niet nodeloos in verwarring gebracht en is er van onrechtmatigheid geen sprake. 

Er is geen verweer gevoerd tegen de volledige proceskostenveroordeling, die daarom in zijn geheel toegewezen ad € 31.253,37.

Lees het vonnis hier. Grotere afbeeldingen hier.

IEF 6079

Eerst even voor jezelf lezen

Hof van Beroep te Brussel, 22 april 2008, A.R. Nr. 2007/AR/326, N.V. Janssen Pharmaceutica tegen De Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom(met dank aan Philippe Péters  en  Tanguy de Haan, NautaDutilh, Brussel).

Postkantoormerk. Het Hof van Beroep te Brussel veroordeelt het BBIE tot inschrijving van het woordmerk SUMMER SKIN voor cosmetische producten en toiletverzorgingsmiddelen voor de huid; haarverzorgings- en reinigingsmiddelen (klasse 3) en medicinale preparaten voor de topische behandeling en bescherming van de huid en de hoofdhuid (klasse 5).

“26. In het voorliggende geval is duidelijk dat de beide termen in het merk. ieder op zich genomen, tot de termen behoren waaraan de betrokken consument een duidelijke betekenis kan toeschrijven in zijn omgangstaal al zijn het Engelse woorden.

Ze hebben ook een beschrijvend karakter aangezien ze in de handel kunnen dienen om de waren te duiden naar hun bestemming. Ze kunnen aangeven dal ze enerzijds dienen voor de huid en anderzijds om tijdens of met het oog op de zomer te worden gebruikt. 

Nochtans zijn de twee termen onderling bij elkaar gebracht in een verband dat als geheel niet kan gereduceerd worden tot hun enkele combinatie. Boven is al vastgesteld dat de combinatie van de twee termen als zodanig geen bepaalde betekenis heeft, maar daarentegen wel refereert aan een gegeerd (begeerd in NL-IEF) resultaat na gebruik van de producten of aan behaaglijke omstandigheden.”

Lees het arrest hier.

Rechtbank van Koophandel te Antwerpen, 22 april 2008, A/07/08620, BVBA Kawimara-Advies tegen Oranje B.V.  (met dank aan Philippe Péters, NautaDutilh, Brussel)

Nietigverklaring woordmerk ROYAL CARE. “Dezelfde beoordeling wordt aangehouden m.b.t. de combinatie van ROYAL en CARE voor onderhoudsproducten voor meubelen. De samenvoeging van beide elementen ontneemt beide elementen niet van zijn beschrijvend kenmerk, méér nog het ene begrip versterkt het andere begrip.”

Lees het vonnis hier.

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 29 april 2008, KG ZA 08-262, Farmersgolf International B.V. c.s. tegen Grooters (tevens h.o.d.n. De Blikvanger).

Boerengolf. “4.7. Voor het voorgaande is niet relevant dat Weenink niet de bedenker is van het spel dat hij onder de merken aanbiedt. Onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds de waar of dienst die wordt aangeboden, het spel, en anderzijds het merk waaronder dat gebeurt. Weenink c.s. kunnen Grooters of anderen niet de exploitatie van het spel verbieden. Weenink c.s. onderkennen dat. Maar waar het hier om gaat is de vraag of Grooters tekens gebruikt, gelijk aan of overeenstemmend aan de merken, ter onderscheiding van dezelfde of soortgelijk waren en diensten als waarvoor de merken zijn ingeschreven.”

Lees het vonnis hier.

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 29 april 2008, KG ZA 08-171, Mad Dogg Athletics, Inc. tegen Batavus B.V.

“4.13. Aan voorgaande conclusie wordt niet afgedaan door het door Mad Dogg aangevoerde gegeven dat in de meerderheid van de gevallen waar het woord spinning wordt gebruikt, het relevante publiek daarbij het oog heeft op de officiële vorm van spinning welke onder het merk SPINNING wordt aangeboden. Dit gegeven is het onvermijdelijk gevolg van de positie als marktleider van Mad Dogg.

4.14. Dit tezamen voert voorshands tot de conclusie dat wat betreft het Nederlandse taalgebied het woord spinning is aan te merken als de generieke benaming van de door Mad Dogg gepromote activiteit. In zoverre is het merk SPINNING in Nederland dan ook verworden tot een soortnaam.

 4.15. Voor SPINNEN en SPINNER geldt hetzelfde. (…)

Lees het vonnis hier.

IEF 6078

Inbreuk (niet verwarrend)

Netherlands Roundtable (INTA) on  ‘Non Confusion Infringement And Dilution in EU Trademark Law’, Wednesday June 25, 2008, 4-6 p.m, Offices of NautaDutilh NV, Strawinskylaan 1999, Amsterdam, The Netherlands.

The discussion will focus on what constitutes non confusion infringement under art. 5(2) and 5(5) Directive and art. 8(5) and 9(1)(c) CTM Regulation. The session will be followed by drinks in the bar of NautaDutilh NV.

Guest speaker: Tobias Cohen Jehoram, partner in De Brauw Blackstone Westbroek

Hosting moderator: Prof. Charles Gielen, partner in NautaDutilh NV and professor of IP law at the University of Groningen.

Lees hier iets meer.

IEF 6077

Het financiële overschot in Alicante

OHIM.gifnrc•next (22-4-2008) bericht over ‘een berg geld die maar blijft groeien’. Ruim 300 miljoen euro staat er inmiddels op de rekening van het Europees Merkenbureau in Alicante. Een nadere  tariefverlaging lijkt op de plaats, maar is omstreden.

In 2004 verzette een meerderheid van de nationale merkenbureaus zich al tegen een tariefsverlaging. Uiteindelijk gingen de tarieven destijds met 25% naar beneden; onvoldoende om te voorkomen dat het financiële overschot in Alicante steeds groter wordt. En wat te doen met al dat geld in Alicante? De Commissie laat weten met een oplossing te komen voor de financiële overschotten.

 

IEF 6072

U verwent ons werkelijk

ferroc.gifHvJ EG, 17 april 2008, C-108/07 P, Ferrero Deutschland GmbH tegen OHIM / Cornu SA Fontain.

Oppositieprocedure. FERRERO tegen FERRO. Bewijs van bekendheid. Bewijselementen dienen gezamenlijk te worden beoordeeld. De geringe mate van gelijksoortigheid wordt in voldoende mate gecompenseerd door de mate van overeenstemming tussen de merken en door het sterke onderscheidend vermogen. Wel gemeld, nog niet samengevat (arrest alleen beschikbaar in het Frans).

Ferrero voert op grond van haar Duitse merkregistratie voor diverse zoetigheden, waaronder koekjes, oppositie tegen het aangevraagde FERRO, ook voor koekjes maar dan hartig. Volgens het Gerecht zijn de merken niet extreem overeenstemmend en bestaat er een geringe mate van gelijksoortigheid tussen de betrokken waren. Op grond van het door Ferrero gepresenteerde bewijsmateriaal over gebruik en bekendheid stelt het Gerecht vast dat FERRERO in Duitsland ten tijde van het depot voor FERRO weliswaar een zeker onderscheidend vermogen bezat, maar dat dit, gezien de geringe mate van gelijksoortigheid en de beperkte mate van overeenstemming, onvoldoende is om gevaar voor verwarring aan te nemen.

Volgens het Hof heeft het Gerecht bij de vaststelling van de mate van onderscheidend vermogen verzuimd het aangedragen bewijsmateriaal gezamenlijk te beoordelen.

“37. Dès lors, en ne procédant pas à une appréciation globale de l’ensemble des éléments de preuve qui lui étaient soumis par Ferrero Deutschland aux fins de démontrer le caractère distinctif élevé de la marque FERRERO sur le marché allemand, le Tribunal a commis une erreur de droit”

Het Hof doet de zaak vervolgens zelf af. Het bevestigt allereerst de conclusies van het Gerecht dat sprake is van een zekere mate van overeenstemming tussen de merken en een geringe mate van gelijksoortigheid tussen de waren. Het Hof concludeert echter, na de bewijselementen gezamenlijk te hebben beoordeeld, dat het merk FERRERO in Duitsland door bekendheid een sterk onderscheidend vermogen heeft verkregen.

“57. Il s’ensuit que les éléments de preuve communiqués par Ferrero Deutschland établissent à suffisance de droit la renommée et, partant, le caractère distinctif élevé de la marque FERRERO en Allemagne en 1999”.

Het Hof beslist tot slot dat de geringe mate van gelijksoortigheid in voldoende mate wordt gecompenseerd door de mate van overeenstemming tussen de merken en door het sterke onderscheidend vermogen, zodat er een gevaar voor verwarring bestaat.

“58. S’agissant, enfin, de l’appréciation globale du risque de confusion, la Cour considère que la faible similitude des produits désignés est compensée par la similitude des marques en conflit et par le caractère distinctif élevé dont jouit la marque FERRERO auprès du consommateur moyen allemand, de sorte qu’il existe un risque que le public pertinent puisse croire que les produits Giotto, Raffaello et Mon Chéri, commercialisés sous la marque antérieure FERRERO, et les biscuits salés, commercialisés sous la marque demandée FERRO, proviennent de la même entreprise ou d’entreprises économiquement liées”.

Lees het arrest hier.

IEF 6069

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Leeuwarden,  23 april 2008, LJN: BD0575, A tegen Kameleon II B.V. en FMG/Bridge Entertainment B.V.

“Auteursrecht. Script voor de theatervoorstelling 'De Kameleon Ontvoerd'. DVD uitgebracht van theatervoorstelling, zonder vergoeding te betalen aan scriptschrijver. Aan laatstgenoemde komt auteursrechtelijke bescherming toe.” 

Lees het vonnis hier.

GvEA, 23 april 2008, T-35/07, Leche Celta, SL tegen OHIM / Celia SA. (nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositieprocedure Ouder national woordmerk CELTA tegen aanvraag Gemeenschapsbeeldmerk Celia.

“49. Compte tenu de ce qui précède, la chambre de recours a considéré à juste titre, en prenant en compte tous les facteurs précités mis en balance les uns par rapport aux autres dans le cadre d’une appréciation globale, qu’il n’existait pas de risque de confusion pour le public pertinent en ce qui concerne les marques en cause, et ce même si les produits sont partiellement identiques. En effet, la différence d’une lettre (le « i » pour le terme « celia » et le « t » pour le terme « celta ») entre les signes en conflit ainsi que la circonstance que la lettre « i » fait l’objet d’un traitement graphique particulier qui permet précisément de la différencier de la lettre « t » correspondante suffisent à permettre une différenciation visuelle entre les deux signes. À cette différenciation visuelle s’ajoutent des différences, d’une part, sur le plan phonétique, les signes ne se prononçant pas de la même manière, et, d’autre part, sur le plan conceptuel, du fait de l’absence d’une similitude conceptuelle manifeste.”

Lees het arrest hier.

IEF 6048

Met dank aan de hulppersoon

VDO dayton map.jpgRechtbank ’s-Gravenhage, HA ZA 07-1198, 16 april 2008, Siemens VDO Trading GmbH c.s. tegen Kryezi

Inbreuk op merkenrecht, auteursrecht en databankenrecht. Verkoop van wegenkaartensoftware via o.a. marktplaats.nl.

Eiseres Siemens brengt autonavigatiesystemen en bijbehorende cd-rom’s op de markt onder de naam VDO. Gedaagde Kryezi heeft op o.a. de website marktplaats.nl diverse malen VDO cd-rom’s (wegenkaarten) aangeboden onder de naam Peter Hartog. Om de inbreuk te kunnen bewijzen heeft Siemens een hulppersoon ingeschakeld die onder de naam J. Stam via e-mail contact heeft opgenomen met de aanbieder. Deze hulppersoon van Siemens heeft vervolgens een cd-rom besteld en geld overgemaakt naar de opgegeven bankrekening van de aanbieder.

Volgens de rechtbank staat vast dat het in de e-mail overeengekomen bedrag door de hulppersoon van Siemens is overgemaakt naar de bankrekening van Kryezi en dat Kryezi het bedrag heeft ontvangen en behouden. Tevens blijkt uit de e-mail dat Kryezi spreekt over het branden van een cd, zodat de rechtbank aanneemt dat het hier om een kopie van de software gaat.

Kryezi stelt dat hij originele cd-rom’s slechts eenmaal heeft aangeboden op tweedehands.nl en dat hij daarvoor het geld heeft ontvangen. De rechtbank acht dit niet geloofwaardig. “Vast staat immers dat het bedrag is betaald door de hulppersoon van Siemens. Zonder nadere toelichting - die ontbreekt -, valt niet in te zien waarom Siemens iemand zou inschakelen om onder een valse naam via de website tweedehands.nl een originele cd-rom van een Siemens product te bestellen bij iemand die daarvoor slechts eenmaal adverteert.”

De rechtbank oordeelt dat sprake is van inbreuk op het databankenrecht en auteursrecht van Siemens. Tevens staat vast de inbreuk op het Gemeenschapsmerk VDO op grond van art. 9 lid 1 sub a GMV. De rechtbank passeert het verweer van Kryezi dat niet Siemens maar Siemens Automotive AG houder is van het merk VDO. Siemens beschikt immers over een power of attorney waaruit genoegzaam blijkt dat Siemens is gemachtigd om op eigen naam het Gemeenschapsmerk te handhaven en Siemens Automotive AG te vertegenwoordigen in deze procedure.

De vorderingen van Siemens worden grotendeels toegewezen. De rechtbank ziet echter geen grond voor opgave van gegevens betreffende leveranciers en afnemers, omdat niet kan worden aangenomen dat de handel van Kryezi meer omvatte dan het aanbieden en verkopen van door hemzelf vervaardigde kopieen van Siemens-producten aan consumenten.

Kryezi is veroordeeld in de proceskosten ad € 9.193,48. De rechtbank zag geen aanleiding deze te matigen vanwege het enkele feit dat Kryezi procedeert op basis van een toevoeging.

Lees het vonnis hier.

IEF 6042

Denigrerende daden

drf.JPGDe Volkskrant bericht “De tekening die kunstenares Nadia Plesner maakte om aandacht te vragen voor de situatie in de Soedanese regio Darfur. Blijkbaar is het dragen van een designtas en een klein lelijk hondje voldoende om aandacht te krijgen, concludeerde de Deense Plesner, die in Amsterdam aan de Rietveldacademie studeert.

En dus maakte ze een tekening van een Afrikaans jongetje met in zijn ene hand een in een paars truitje gehuld hondje en in zijn andere hand een designtas. (…) Een maand later kreeg Plesner post van het Franse modemerk Louis Vuitton Malletier, de Parijse maker van onder meer designtassen en - koffers.

Directeur intellectueel eigendom Nathalie Moullé-Berteaux verzocht Plesner om te stoppen met haar campagne. Hoewel Moullé-Berteaux vol lof was over de motieven van Plesner, schreef zij niet te kunnen accepteren dat op de tekening een tas wordt afgebeeld die een ‘verwarrende gelijkenis’ vertoont met intellectueel eigendom van Louis Vuitton.

(...) De kunstenares stelde dat de getekende tas is geïnspireerd op designtassen in het algemeen en dat zij nergens probeert te verwijzen naar het merk Louis Vuitton. Ze ging door met de verkoop.

Vorige week is Plesner aangeklaagd door Louis Vuitton. Voor elke dag dat de tekeningen nog te koop zijn, eist het modemerk 5.000 euro. En omdat Plesner op haar website de briefwisseling met het modehuis publiceerde, eist Louis Vuitton nog eens 5.000 euro voor elke dag dat zij doorgaat met deze ‘parasiterende en denigrerende daden’"

Lees hier meer. Website Plesner hier.