Bewijs dat producten zijn uitgeput slaagt
Rechtbank Den Haag 8 april 2020, IEF 19140; ECLI:NL:RBDHA:2020:3213 (Philipp Plein tegen kledingwinkel) Philipp Plein is een Duitse modeontwerper. Phipp Plein stelt dat gedaagde inbreuk maakt op Uniewoordmerk “PHILIPP PLEIN” door de verkoop van counterfeit producten. In het tussenvonnis is geoordeeld dat gedaagde bewijs van zijn stelling mag leveren dat de producten door of met toestemming van Philipp Plein in de EER in het verkeer zijn gebracht. Zie [IEF 18488].
Bewezen is dat beslagen kleding van Philipp Plein uitgeputte originele waar betreft. Niet in geschil is dat de beslagen producten anti-counterfeit labels hebben en dat Philipp Plein rechtstreeks producten heeft geleverd met overeenkomende codes aan een eenmanszaak. Er wordt hierdoor uitgegaan van de echtheid van facturen waarin de eenmanszaak deze waren zou hebben verkocht aan gedaagde ondanks het ontbreken van de naam van de koper en de gestelde betaling in cash. Bovendien heeft Philipp Plein geen gegronde reden zich tegen verdere verhandeling te verzetten ex artikel 15 lid 2 UMVo. De gestelde aantastingen van de plastic verpakkingen van beslagen producten - voor zover al zichtbaar voor de beoogde eindgebruiker - vormen geen wijziging of verslechtering van de waar nu de herkomstfunctie en de reputatie van het merkproduct daarmee niet worden aangetast.