Merkenrecht  

IEF 18940

Footasylum pleegt merkinbreuk met KWD-collectie

Rechtbank Gelderland 29 okt 2019, IEF 18940; ECLI:NL:RBGEL:2019:5300 (KWD Sport tegen Footasylum), https://delex.nl/artikelen/footasylum-pleegt-merkinbreuk-met-kwd-collectie

Vrz. Rechtbank Gelderland 29 oktober 2019, IEF 18940; ECLI:NL:RBGEL:2019:5300 (KWD Sport tegen Footasylum) Footasylum biedt een kledingcollectie aan die “KINGS WILL DREAM”-collectie heet. Deze collectie korten zij af met KWD. Hierop heeft KWD Sport aangevoerd dat Footasylum inbreuk maakt op hun merkenrecht. Beide ondernemingen verkopen (functionele) sportkleding en/of sportieve vrijetijdskleding. Er wordt geoordeeld dat het woordmerk en het teken/logo zodanig overeenstemmen dat de KINGS WILL DREAM-collectie niet voldoende onderscheidend vermogen heeft en daardoor verwarringsgevaar ontstaat. Hiermee maakt Footasylum merkinbreuk op grond van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE.

IEF 18933

Uitspraak ingezonden door Daniël Haije en Bram Duivenvoorde, Hoogenraad & Haak.

Inbreuk op Uniemerken en handelsnaamrecht van Expert

Rechtbank Den Haag 8 jan 2020, IEF 18933; ECLI:NL:RBDHA:2020:186 (Expert tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-uniemerken-en-handelsnaamrecht-van-expert

Rechtbank Den Haag 8 januari 2020, IEF 18933; ECLI:NL:RBDHA:2020:186 (Expert cs tegen gedaagde) Gedaagde voert een eenmanszaak genaamd ‘Outletexpert’. Expert cs voert aan dat gedaagde in het kader van Uniemerken inbreuk maakt op artikel 9 lid 2 sub b, dan wel sub c Verordening (EU) 2017/1001 en in het kader van handelsnamen inbreuk maakt op artikel 5 Handelsnaamwet. De naam ‘Expert’ en niet de Uniebeeldmerken of het logo met de oranje ster die Expert cs hanteert voor zijn merk genieten grote bekendheid voor elektronicawinkels van Expert cs. De naam ‘Expert’ komt dan ook een relatief grote bescherming toe. Bij beoordeling van de mate van overeenstemming wegen de punten van overeenstemming zwaarder dan de punten van verschil. Geoordeeld wordt dat de mate van overeenstemming van het teken voor de waren en diensten waarvoor de Uniemerken zijn geregistreerd zodanig is dat er mogelijk verwarring kan ontstaan en gedaagde dus inbreuk maakt op de Uniebeeldmerken op grond van artikel 9 lid 2 sub b UMVo. Ook wat betreft de handelsnaam is het enige verschil dat het woord ‘outlet’ is toegevoegd onvoldoende om het gevaar van verwarring weg te nemen, zodat er tevens sprake is van inbreuk op het handelsnaamrecht van Expert cs op grond van artikel 5 Hnw.

IEF 18924

Uitspraak ingezonden door Suzanne Hiemstra en Laura van Gijn, De Roos Advocaten.

SIR FRANKLIN maakt inbreuk op Beneluxmerk FRANKLIN

Rechtbank Den Haag 7 jan 2019, IEF 18924; ECLI:NL:RBDHA:2020:443 (Café Franklin tegen The Franklin Group), https://delex.nl/artikelen/sir-franklin-maakt-inbreuk-op-beneluxmerk-franklin

Vrz. Rechtbank Den Haag 7 januari 2020, IEF 18924; ECLI:NL:RBDHA:2020:443 (Café Franklin tegen The Franklin Group) Café Franklin is een café-restaurant in Den Haag en is tevens houdster van het Beneluxwoordmerk “FRANKLIN”. The Franklin Group, een andere onderneming, exploiteert een hotel, brasserie en cocktailbar in Middelburg. Dit hotel werd in eerste instantie op de markt gezet als “FRANKLIN”. Cafe Franklin heeft The Franklin Group gesommeerd het gebruik van dit teken te staken. Het gehanteerde teken werd daarop gewijzigd in “SIR FRANKLIN” en gedeponeerd. Café Franklin vordert dat iedere inbreuk op haar merkenrecht wordt gestaakt. Van een merkinbreuk is sprake als een teken zodanig overeenstemt met het merk dat daardoor bij het in aanmerking komende publiek van de desbetreffende diensten verwarring kan ontstaan. The Franklin Group voert onder andere aan dat er geen sprake is van gelijke of overeenstemmende diensten. Dit verweer wordt verworpen. Beide ondernemingen bieden dezelfde diensten aan, ook al verschillen zij enigszins in beleving en prijs. Verder wordt betoogd dat wanneer het teken wordt voorafgegaan door bijvoorbeeld ‘Brasserie’ en ‘Cocktailbar’ er geen sprake meer is van merkinbreuk. Echter dit zijn beschrijvende elementen en FRANKLIN blijft het dominante onderscheidende element in de combinatie. Bij het horecapubliek bestaat wel degelijk een verwarringsgevaar. Er wordt een inbreukverbod toegewezen. 

IEF 18909

AMSTERDAM UNIVERSITY niet beschrijvend wel onderscheidend

Hoge Raad 6 dec 2019, IEF 18909; ECLI:NL:PHR:2019:1276 (BBIE tegen UvA), https://delex.nl/artikelen/amsterdam-university-niet-beschrijvend-wel-onderscheidend

Parket bij de Hoge Raad 6 december 2019, IEF 18909; ECLI:NL:PHR:2019:1276 (BBIE tegen UvA) Merkenrecht. Vervolg IEF 18164. UvA heeft een Benelux-depot verricht van het woordmerk AMSTERDAM UNIVERSITY. Het BBIE heeft de UvA medegedeeld de inschrijving te weigeren, omdat het teken beschrijvend is en onderscheidend vermogen mist. Het woordmerk is beschrijvend voor leermiddelen en onderwijsmaterialen, maar niet voor merchandise. Aanhalen HvJ EU Neuschwanstein is terecht. Niet valt in te zien waarom de geldigheid van het teken AMSTERDAM UNIVERSITY voor diverse waren en diensten die als souvenir worden aangeboden afhankelijk zou zijn van de geldigheid van dat teken voor de door UvA aangeboden onderwijsdiensten. Verzoek werd gedeeltelijk toegewezen. In cassatie staat de vraag of het hof op goede gronden het Bureau heeft bevolen het teken AMSTERDAM UNIVERSITY ten name van de UvA als merk voor bepaalde waren en diensten in te schrijven. In de kern klaagt het Bureau dat het hof heeft miskend dat het teken beschrijvend is en op basis van Europese jurisprudentie niet tot het oordeel had kunnen komen dat het teken voldoende onderscheidend is. De procureur-generaal verwerpt het cassatieberoep.

IEF 18908

Geen verwarringsgevaar merk en teken Sport World

Belgische gerechten 18 okt 2019, IEF 18908; (Sportsdirect tegen Nethys), https://delex.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-merk-en-teken-sport-world

Benelux Gerechtshof 18 oktober 2019, IEF 18908, IEFbe 3014; C 2018/8 (Sportsdirect tegen Nethys) Merkenrecht. Nethys heeft een merk en teken ingeschreven. Sportsdirect heeft hiertegen oppositie en een administratieve procedure ingesteld tot nietigverklaring of vervallenverklaring van de merken op grond van de BVIE, omdat haar oudere merk teveel overeen zou komen. Het lukt Sportsdirect niet de inbreuken aan te tonen. Er is geen sprake van verwarringsgevaar bij het publiek.

IEF 18907

Geen inbreuk Primark Dr. Martens

Rechtbank Amsterdam 20 dec 2019, IEF 18907; ECLI:NL:RBAMS:2019:9724 (Airwair tegen Primark), https://delex.nl/artikelen/geen-inbreuk-primark-dr-martens

Rechtbank Amsterdam 20 december 2019, IEF 18907, IEFbe 3013; ECLI:NL:RBAMS:2019:9724 (Airwair tegen Primark) Merkenrecht. Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Airwair brengt schoenen op de markt met de naam “Dr. Martens”. De kenmerkende bestanddelen van het merk liggen in de schoenzool. Primark brengt soortgelijke schoenen op de markt. Airway vordert iedere inbreuk op haar merk- en auteursrechten te staken. Primark hoeft niet te stoppen met verkoop schoenen. Airwair heeft zich niet beroepen op het woordmerk “Dr. Martens”, maar op haar gedeponeerde vormmerken. Daarvan is niet aannemelijk gemaakt dat ze bekend zijn. Ook is verwarringsgevaar van de Primark schoenen met de ingeroepen vormmerken niet aannemelijk. Voor zover de Airwair schoenen auteursrechtelijke bescherming genieten, hebben ze een andere totaalindruk dan de Primark schoenen. De gevraagde voorziening wordt afgewezen. Slaafse nabootsing is niet aannemelijk gemaakt.

IEF 18902

Verwarringsgevaar woordmerk DIDI en teken GiGi

BenGH 4 dec 2019, IEF 18902; (BXT tegen GiGi), https://delex.nl/artikelen/verwarringsgevaar-woordmerk-didi-en-teken-gigi

Benelux Gerechtshof 4 december 2019, IEF 18902, IEFbe 3010; C 2018/11/9 (BXT tegen GiGi) Op 9 september 2016 heeft BXT een Benelux-depot verricht van het woordmerk DIDI voor waren en diensten in klassen 9, 12,35,36,37,39,42 en 45. Op 15 november 2016 heeft GiGi oppositie ingesteld tegen de inschrijving van dit depot. De oppositie is gebaseerd op het Benelux woordmerk, Uniewoordmerk GIGI en Benelux gecombineerde woord-/beeldmerk GIGI voor waren in klasse 12: opvouwbare elektrische scooters. De oppositie is terecht gedeeltelijk toegewezen; het verzoek tot vernietiging van de beslissing wordt afgewezen. Tussen het merk en het teken is sprake van een zekere tot aanmerkelijke mate van  overeenstemming. Voor zover het teken is gedeponeerd voor identieke en soortgelijke waren als waarvoor het oudere merk is ingeschreven - in aanmerking genomen dat de eindgebruiker in het algemeen niet de gelegenheid heeft merk en teken rechtstreeks met elkaar te vergelijken, maar aanhaakt bij het onvolmaakte beeld dat bij hem of haar is achtergebleven - is sprake van (reëel) direct of indirect verwarringsgevaar.

IEF 18901

Verwarringsgevaar woordmerk Alliance voor eieren en melk

BenGH 12 nov 2019, IEF 18901; (Alliance tegen SinoVita), https://delex.nl/artikelen/verwarringsgevaar-woordmerk-alliance-voor-eieren-en-melk

Benelux Gerechtshof 12 november 2019, IEF 18901, IEFbe 3009; C 2018/5/9 (Alliance tegen SinoVita) Op 25 november 2016 deponeert SinoVita bij het Bureau het Benelux-woordmerk "Alliance" voor o.a. voedingsmiddelen voor medisch gebruik, eieren, melk en melkproducten. Op 31 januari 2017 stelt Alliance oppositie in tegen deze aanvraag. De oppositie is gebaseerd op het volgende oudere recht: het Unie-woordmerk "Alliance" dat op 28 augustus 2012 bij de EUIPO werd ingediend en op 24 januari 2013 werd ingeschreven voor waren van de klassen 29 en 30 (volgens de classificatie van Nice) als vleeswaren en vleespasteien. Het Bureau oordeelt dat de betrokken waren niet soortgelijk zijn, zodat er geen verwarringsgevaar is, ook al zijn de tekens identiek. Het Benelux-Gerechtshof vernietigt deze uitspraak gedeeltelijk. De inschrijving van Benelux-depot nr. 1343637 van het woordmerk "Alliance" wordt geweigerd voor o.m. de waren eieren, melk en melkproducten. Er is sprake van een geringe soortgelijkheid van de waren. Eieren en vlees hebben dezelfde aard (voedingswaarden) en dezelfde herkomst (dieren). Er is verwarringsgevaar, er is geen enkel stuk voorgelegd  waarvan aan Alliance een sterk eigen vermogen kan worden toegekend.

IEF 18884

Handelsnaaminbreuk touringcar afgewezen vanwege langdurig gedogen

Hof Den Haag 12 feb 2019, IEF 18884; ECLI:NL:GHDHA:2019:1530 (CCC tegen BV), https://delex.nl/artikelen/handelsnaaminbreuk-touringcar-afgewezen-vanwege-langdurig-gedogen

Hof Den Haag 12 februari 2019, IEF 18884; ECLI:NL:GHDHA:2019:1530 (CCC tegen BV) Merkinbreukvordering afgewezen. CCC en BV zijn ondernemingen in touringcardiensten. BV is houder van Benelux-woordmerken en domeinnamen. Zelfs als zou moeten worden aangenomen BV niet wist dat CCC haar handelsnamen op haar touringcars gebruikte en die onwetendheid haar ook niet te verwijten was, zijn de overige omstandigheden van dit geval (het gedogen van handelsnamen op de touringcars en oldtimerbussen, de langdurige samenwerking tussen partijen en de gezamenlijke grootvader als oorsprong van de handelsnamen) voldoende om aan te nemen dat CCC gerechtvaardigd heeft vertrouwd dat geïntimeerde zich niet zou verzetten tegen het gebruik door CCC van de handelsnaam Almere-Tours op haar touringcars. Het vonnis van 10 mei 2017 [IEF 16780], verbeterd in het herstelvonnis van 28 juni 2017, wordt vernietigd.

IEF 18877

Verzoek tot bewijsbeslag en beslag tot afgifte wegens merkinbreuk

Antilliaanse Gerechten 5 aug 2019, IEF 18877; ECLI:NL:OGEAC:2019:272 (Jas Hennessy tegen Lunapark), https://delex.nl/artikelen/verzoek-tot-bewijsbeslag-en-beslag-tot-afgifte-wegens-merkinbreuk

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 5 augustus 2019, IEF 18877; ECLI:NL:OGEAC:2019:272 (Jas Hennessy tegen Lunapark) Jas Hennesy heeft een verzoek ingediend tot bewijsbeslag en beslag tot afgifte wegens merkinbreuk door verwijdering identificatiecodes van flessen drank. Zij verwijt Lunapark inbreuk te hebben gemaakt op haar merkrecht 'Hennessy' door de van Jan Hennessy afkomstige flessen sterke drank te verhandelen, waarvan de identificatiecodes van het etiket en de flessenhals zijn verwijderd. Bij dat laatste is volgens verzoekster een oplosmiddel gebruikt. Stellende dat niet ondenkbaar is dat de resten van dit middel zijn achtergebleven, hetgeen schadelijke gevolgen voor de gezondheid kan hebben, is volgens Jas Hennessy de integriteit van het product aangetast. Zij verlangt om deze redenen terugroeping en vernietiging van de inbreukmakende producten en beoogt verdere verhandeling van deze producten (en daarmee ook verdere schade) te voorkomen met het gevorderde conservatoir beslag en de gerechtelijke bewaring. Het bewijsbeslag dient er volgens haar toe het bewijs zeker te stellen en de omvang van de als gevolg van de schending geleden schade te bepalen en de herkomst en distributiekanalen van de inbreukmakende producten te achterhalen. Het gerecht verwijst naar jurisprudentie waaruit voortvloeit dat het belang van het ongemoeid laten van identificatiecodes niet opweegt tegen het belang bij een door de wetgever vrije parallelhandel met gedecodeerde producten. Daarnaast wordt gesteld dat een dergelijk verzoek pas kan worden toegewezen, nadat ook de wederpartij is gehoord. Er is om deze reden een hoorzitting gelast, waarin verder op het onderhavige verzoek zal worden beslist.