Merkenrecht  

IEF 18174

Uitspraak ingezonden door Bas Kist, Chiever.

Woordmerk Anne Frank Stichting ingetrokken, naam slechts gebruikt als verwijzing

EUIPO - OHIM 7 dec 2018, IEF 18174; (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting), https://delex.nl/artikelen/woordmerk-anne-frank-stichting-ingetrokken-naam-slechts-gebruikt-als-verwijzing

EUIPO Cancellation Division 7 december 2018, IEF 18174; IEFbe 2804 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting) Merkenrecht. Zie ook Volkskrant. Verzoek tot intrekken woordmerk Anne Frank gedaan door Anne Frank Fonds. Anne Frank Stichting heeft verwezen naar de naam, maar heeft de naam niet als zelfstandige merknaam gebruikt, waardoor het in vijf jaar niet "normaal" is gebruikt. Verzoek tot intrekking toegewezen.

IEF 18172

Uitspraak ingezonden door Christiaan Alberdingk Thijm en Sam van Velze, bureau Brandeis.

Actieve rol Facebook bij advertenties leidt tot verwachting waken inbreuk IE-rechten PHV

Rechtbanken 21 dec 2018, IEF 18172; ECLI:NL:RBAMS:2018:9362 (PVH c.s. tegen Facebook), https://delex.nl/artikelen/actieve-rol-facebook-bij-advertenties-leidt-tot-verwachting-waken-inbreuk-ie-rechten-phv

Vzr. Rechtbank Amsterdam 21 december 2018, IEF 18172; RB 3273; IT 2694; ECLI:NL:RBAMS:2018:9362 (PVH c.s. tegen Facebook) Merkenrecht. Auteursrecht. Tommy Hilfiger Europe (onderdeel PVH) heeft met Facebook een advertentieovereenkomst gesloten voor het merk Tommy Hilfiger op de platforms van Facebook. Tommy Hilfiger Licensing (onderdeel PVH) heeft o.a. het Benelux woordmerk TOMMY HILFIGER laten registreren. PVH heeft afbeeldingen in het geding gebracht van een aantal advertenties aangetroffen op Facebook en Instagram voor kleding en schoeisel met de naam "Tommy Hilfiger", die niet van haar afkomstig zijn. Facebook heeft deze verwijderd. PVH heeft Facebook verzocht om gegevens aan haar te verstrekken van de adverteerders die advertenties hebben geplaatst waarmee inbreuk werd gemaakt. Merkinbreuk Benelux-woordmerk Tommy Hilfiger door stelselmatig verschijnen advertenties die niet verwezen naar producten van PVH. Facebook kan geen beroep doen op vrijwaringsbepaling art. 6:196c BW: door controle van Facebook op advertenties, vastgelegd in het advertentiebeleid, bepaalt zij mede de inhoud en speelt zij dus een actieve rol. Van Facebook wordt verwacht dat zij passende maatregelen treft om stelselmatige inbreuken op IE-rechten van derden zoals PVH te voorkomen. Facebook niet zelf de inbreukmaker. Maatregelen Facebook onvoldoende effectief door telkens opduiken gewraakte advertenties. Privacybelangen staan niet in de weg van verstrekking gegevens: het gaat om adverteerders die bedrijfsmatig inbreukmakende artikelen aanbieden. Het beschikken over de gevraagde (persoons-)gegevens is voor PVH noodzakelijk om hiertegen te kunnen optreden. Vorderingen gedeeltelijk toegewezen.

IEF 18171

Uitspraak ingezonden door Marjolein Driessen, Legaltree Advocaten.

Geen handelsnaaminbreuk op Bakkerij Marakesh: hoge mate beschrijvend van aard

Rechtbanken 12 sep 2018, IEF 18171; (Bakkerij Marakesh tegen La Boulangerie Traditionelle Marrakech), https://delex.nl/artikelen/geen-handelsnaaminbreuk-op-bakkerij-marakesh-hoge-mate-beschrijvend-van-aard

Rechtbank Amsterdam 12 september 2019, IEF 18171 (Bakkerij Marakesh tegen La Boulangerie Traditionelle Marrakech) Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Partijen drijven beide een banketbakkerij/boulangerie. De v.o.f. Marakesh handelt bij de uitoefening van haar onderneming onder de naam "Bakkerij Marakesh", gedaagde drijft een eenmanszaak onder de naam "La Boulangerie Traditionelle Marrakech". De v.o.f. stelt dat de door gedaagde gebruikte handelsnaam in geringe mate afwijkt van het meest kenmerkende deel door de v.o.f. gevoerde handelsnaam. Van belang is dat de handelsnaam van de v.o.f. in hoge mate beschrijvend van aard is. Hierdoor geniet de door de v.o.f. gevoerde handelsnaam een zeer geringe mate van bescherming: beschrijvende woorden kunnen niet worden gemonopoliseerd. Er bestaat voldoende verschil tussen beide handelsnamen, door het anders schrijven van Marrakech en de toevoeging van "la boulangerie" en "traditionelle". Vorderingen afgewezen.

IEF 18163

Uitspraak ingezonden door Michiel Odink en Roel Dolk, Leeway Advocaten.

Geen merkinbreuk op Lacoste, krokodillen ondergoed Hema zijn louter versiering

Rechtbanken 18 dec 2018, IEF 18163; (Lacoste tegen Hema), https://delex.nl/artikelen/geen-merkinbreuk-op-lacoste-krokodillen-ondergoed-hema-zijn-louter-versiering

Vzr. Rechtbank Den Haag 18 december 2018, IEF 18163 (Lacoste tegen Hema) Merkenrecht. Lacoste is houder van verschillende beeldmerken, die het teken van een krokodil bevatten. Hema heeft kinderondergoed aangeboden, waaronder een grijs setje met meerdere verschillende krokodillen afgebeeld en een blauw setje met een krokodil  afgebeeld. Wat betreft het grijze setje is er geen sprake van merkinbreuk omdat de reptielen als versiering zijn aangebracht. Het is gebruikelijk dat dieren worden gebruikt voor kinderondergoed. Lacoste wordt niet gevolgd in het standpunt dat de waarschijnlijkheid dat Hema ongerechtvaardigd voordeel trekt zo evident is dat geen nadere bewijsvoering nodig is, omdat het grijze setje uitsluitend wordt aangeboden in (online) Hema-winkels waar geen producten worden verkocht van andere merken. Boven biedt Hema ieder seizoen andere setjes aan met wisselende afbeeldingen van dieren, waaronder in het onderhavige seizoen ook van haaien. Lacoste laat verder na om te concretiseren waaruit dan wel moet worden afgeleid dat Hema in haar kielzog probeert te varen.  Wat betreft het blauwe setje is een merkinbreuk ook niet aannemelijk, omdat het blauwe hemdje niet apart verkrijgbaar is van de grijze. Hierdoor kan de consument niet menen dat het afkomstig is van Lacoste. Vorderingen afgewezen.

IEF 18158

Uitspraak ingezonden door Teun Pouw, De Clercq.

Verouderde website is geen geldig verweer voor tonen inbreukmakende producten

Rechtbanken 12 dec 2018, IEF 18158; ECLI:NL:RBDHA:2018:14824 (FPI Ghana tegen Koas c.s.), https://delex.nl/artikelen/verouderde-website-is-geen-geldig-verweer-voor-tonen-inbreukmakende-producten

Rechtbank Den Haag 12 december 2019, IEF 18158; ECLI:NL:RBDHA:2018:14824 (FPI Ghana tegen Koas c.s.) Merkenrecht. Auteursrecht. FPI Ghana gebruikt het teken "GhanaFresh" in combinatie met een afbeelding van een Afrikaanse vrouw die voor een hut aan het koken is. Y heeft een soortgelijk Uniewoord/beeldmerk ingeschreven. Koas c.s. heeft in Thailand voedingsmiddelen laten vervaardigen die onder meer in Nederland op de markt gebracht worden met dezelfde naam en hetzelfde teken. Dit gebeurde in kader van samenwerking met Afroline, waar Y eigenaar en bestuurder van is. EUIPO heeft het merk van Y ongeldig verklaard. FPI Ghana heeft vervolgens hun teken als Uniewoord/beeldmerk ingeschreven. Koas en Asia hebben producten niet afkomstig van FPI Ghana verhandeld met etiketten die identiek zijn aan het auteursrechtelijk beschermde werk van FPI Ghana. Het verweer van gedaagden dat FPI Ghana niet de auteursrechthebbende is omdat de directeur het logo naar eigen zeggen heeft ontworpen en er daarom geen sprake is van werkgeversauteursrecht, slaagt niet: op de producten van FPI Ghana is het werk met haar naam vermeld. Koas en Asia bestrijden niet dat voldaan is aan de voorwaarden uit art. 9 lid 2 sub a en/of b UMVo. Gesteld is dat zij geen inbreukmakende handelingen na inschrijving van het FPI Ghana-Uniemerk maken. Echter worden de producten nog wel op de website van Koas aangeboden. Zij is als exploitant aansprakelijk en verantwoordelijk om de inhoud van haar website up to date te houden. Vorderingen toegewezen.

IEF 18669

Uitspraak ingezonden door Simon Dack, HOYNG ROKH MONEGIER.

Bezwaren tegen bijzondere vormen getuigenverhoor opzij geschoven

Rechtbank Noord-Nederland 21 dec 2018, IEF 18669; (Abbott tegen H&H), https://delex.nl/artikelen/bezwaren-tegen-bijzondere-vormen-getuigenverhoor-opzij-geschoven

Rechtbank Noord-Nederland 21 december 2018, IEF 18669, LS&R 1731 (Abbott tegen H&H) Beschikking. Getuigenverhoor. Abbott produceert en verkoopt teststrips voor het meten van het bloedsuikergehalte bij diabetespatienten. De verpakkingen zijn voorzien van de woord- en beeldmerken van Abbott en worden verkocht onder de naam 'FreeStyle strips'. In de Verenigde Staten is tussen Abbott en H&H een procedure aanhangig. Abbott heeft vorderingen tegen H&H ingesteld op grond van inbreuk op woord- en beeldmerken van Abbott, en verwijt haar teststrips in vervalste verpakkingen ('counterfeit') te hebben gedistribueerd. H&H stelt dat zij de teststrips van Kamstra International kocht en dat de strips zijn geleverd door Kamstra International.Zie ook [IEF 17132] en [IEF 17126]
De bezwaren van de getuigen tegen het verzoek om de getuigen te horen onder het Haagse Bewijsverdrag, en tegen de bijzondere vormen van het te houden gehoor, worden terzijde geschoven. De bijzondere vormen hadden betrekking op onder meer het filmen en het maken van een stenografisch verslag van de getuigenverhoren. Ook wordt geweigerd om gehoor te geven aan het verzoek van de getuigen om documenten waarover vragen gesteld zouden worden van tevoren te mogen inzien.

IEF 18148

Uitspraak ingezonden door Anniek Schalekamp & Nanda de Jongh-Ruyters, BRight Advocaten.

Vorderingen afgewezen, depot te kwader trouw ouder merk Ribatutta Ensemble

Rechtbanken 27 nov 2018, IEF 18148; (Ribattuta), https://delex.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-depot-te-kwader-trouw-ouder-merk-ribatutta-ensemble

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 27 november 2018, IEF 18148 (Ribattuta) Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Auteursrecht. Oneerlijke handelspraktijken. Eiser stelt o.a. dat er inbreuk is gepleegd op het Benelux woordmerk "Ribatutta ensemble", die 8 juni 2018 geregistreerd is. Drie dagen later heeft gedaagde hiernaast afgebeelde Benelux beeldmerk geregistreerd. Merkenrechtelijk beschouwd geldt dat eiser een ouder merkrecht heeft en dat hij dit eerdere recht ook tegenover gedaagde kan inroepen. Een beroep op art. 2.20 lid 1 onder a BVIE slaagt niet omdat het woordmerk niet gelijk is aan de gebruikte tekens door gedaagde. Een beroep op art. 2.20 lid 1 onder b BVIE slaagt niet omdat gedaagde de benaming Ribatutta Musica al sinds 2016 te goeder trouw gebruikt en dat het merkdepot door eiser van het woordmerk moet worden aangemerkt als een depot te kwader trouw. Vorderingen afgewezen.

IEF 18144

Beroep op werkgeversauteursrecht faalt, gemaakt werk valt niet onder arbeidsovereenkomst vallende taken

Gerechtshoven 4 dec 2018, IEF 18144; ECLI:NL:GHSHE:2018:5074 (Ontworpen logo exwerknemer), https://delex.nl/artikelen/beroep-op-werkgeversauteursrecht-faalt-gemaakt-werk-valt-niet-onder-arbeidsovereenkomst-vallende-tak

Hof 's-Hertogenbosch 4 december 2018, IEF 18144; ECLI:NL:GHSHE:2018:5074 (Ontworpen logo exwerknemer) Auteursrecht. Merkenrecht. Appellante ontwerpt en verkoopt kinderkleding. De arbeidsovereenkomsten van geïntimeerde 1 en geïntimeerde 2 bevatten een geheimhoudingsbeding en verbod op nevenwerkzaamheden, maar geen concurrentiebeding. Geïntimeerde 1 heeft haar overeenkomst opgezegd en de partner heeft het woord-/beeldmerk merk geregistreerd bij het BBIE. Geïntimeerde 1 en geïntimeerde 2 ontwerpen en verhandelen kinderkleding binnen vennootschap 4 onder het merk. Appellante stelt dat niet kan worden uitgesloten dat het logo van merk door geïntimeerde 1 is ontworpen tijdens haar dienstverband bij appellante, in welk geval het auteursrecht op dat logo aan appellante zou toebehoren. Art. 7 Aw heeft echter slechts betrekking op werken die zijn gemaakt overeenkomstig de taakomschrijving van de werknemer binnen het bedrijf van de werkgever. In dit geval is niet gebleken en niet aannemelijk dat het ontwerpen van het bedoelde logo, indien dat door geïntimeerden tijdens hun dienstverband zou zijn gebeurd, behoorde tot de onder hun arbeidsovereenkomst vallende taken. Hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor zover dit aan het oordeel van het hof is onderworpen.

IEF 18141

Aquaris maakt auteursrechtinbreuk door verkopen hoodie met zelfde totaalindruk

Rechtbanken 5 dec 2018, IEF 18141; ECLI:NL:RBAMS:2018:8676 (Eiseres tegen Aquaris), https://delex.nl/artikelen/aquaris-maakt-auteursrechtinbreuk-door-verkopen-hoodie-met-zelfde-totaalindruk

Vzr. Rechtbank Amsterdam 5 december 2018, IEF 18141; ECLI:NL:RBAMS:2018:8676 (Eiseres tegen Aquaris) Auteursrecht. Merkenrecht. Slaafse nabootsing. Eiseres heeft een kledinglijn op de markt gebracht onder de naam IN GOLD WE TRUST en is voor het eerst getoond op de Amsterdam Fashion Week 2014. Ze is houdster van Benelux-woordmerk en - beeldmerk IN GOLD WE TRUST. Aquaris exploiteert onder de naam "Amsterdam is my style" een souvenirwinkel in Amsterdam. Zij verkoopt een hoodie met de tekst "IN AMSTERDAM WE TRUST". Deze heeft volgens eiseres te veel overeenkomsten met de door haar verkochte hoodie. Haar hoodie wordt erdoor gekenmerkt dat de tekst IN GOLD WE TRUST op verschillende manieren, in verschillende kleuren en op verschillende plaatsen van de hoodie is aangebracht. Hierdoor is er sprake van een eigen intellectuele schepping, waarbij de tekst gezien kan worden als een knipoog naar het beroemde Amerikaanse motto IN GOD WE TRUST. Nu de hoodies eenzelfde totaalindruk geven, heeft Aquaris auteursrechtinbreuk gepleegd. Eiseres heeft hierdoor geen belang meer bij een oordeel over de vraag of er sprake is van slaafse nabootsing. Eiseres wordt niet gevolgd in haar standpunt dat er sprake is van een merkinbreuk: het dominante bestanddeel van haar merken is GOLD en in dat van Aquaris AMSTERDAM. Deze zijn dermate verschillend dat er onvoldoende visuele of auditieve overeenstemming is. Vorderingen gedeeltelijk toegewezen.

IEF 18137

Geen inbreuk op merkenrechten Laroche, sprake van uitputting

Gerechtshoven 20 nov 2018, IEF 18137; ECLI:NL:GHDHA:2018:3223 (4 Every Ware tegen Laroche), https://delex.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-merkenrechten-laroche-sprake-van-uitputting

Hof Den Haag 20 november 2018, IEF 18137; ECLI:NL:GHDHA:2018:3223 (4 Every Ware tegen Laroche) Merkenrecht. Laroche is houdster het Uniewoordmerk GUY LAROCHE en -beeldmerk GL. Zij brengt via licentiehouders prêt-à-porter kleding, accessoires en huishoudlinnen wereldwijd op de markt. 4 EW houdt zich bezig met groot- en kleinhandel in partijgoederen. LaRoche stelt dat 4 EW inbreuk maakt op haar merkrechten als bedoeld in art. 9 lid 1 onder a van de (thans) UMV nu Promeco zonder toestemming van Laroche de na de actie bij Carrefour België onverkochte merkproducten heeft verkocht aan Boxter, die op haar beurt die merkproducten zonder toestemming van Laroche heeft verkocht aan 4 EW. Promeco heeft onder andere over alle aangekochte merkproducten de overeengekomen licentievergoedingen betaald. De merkproducten zijn met toestemming van Laroche door Promeco verkocht. Sprake van uitputting. Vorderingen Laroche afgewezen.