Merkenrecht  

IEF 17848

Uitspraak ingezonden door Corstiaan Kan en Marcel de Zwaan, Bremer & De Zwaan.

Verschil in dikte van tafelpoten niet voldoende voor andere totaalindruk van Piet Hein Eek look tafel van Restoric

Rechtbank Amsterdam 16 jul 2018, IEF 17848; ECLI:NL:RBAMS:2018:5167 (Piet Hein Eek tegen Schrijf), https://delex.nl/artikelen/verschil-in-dikte-van-tafelpoten-niet-voldoende-voor-andere-totaalindruk-van-piet-hein-eek-look-tafe

Vzr. Rechtbank Amsterdam 16 juli 2018, IEF 17848; ECLI:NL:RBAMS:2018:5167 (Piet Hein Eek tegen Schijf Restoric) Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Piet Hein Eek ontwerpt, vervaardigt en verhandelt onder meer meubels, waaronder meubels van sloophout zoals Kantinetafels (ontwerp 1 en 2). Schijf Restoric hebben een eettafel vervaardigd (Tafel A) die inbreuk maakt op het ontwerp 1 van Eek (de Kantinetafel uit 1998), alsmede een tafel die vanaf 2018 onder de benaming 'Piet Hein Eek (look) eettafel' (Tafel B) te koop werd aangeboden en inbreuk maakt op ontwerp 2 van Eek (de Kantinetafel in sloophout 2001). Eek vordert met succes de verdere inbreuk op zijn auteursrecht en slaafse nabootsing te staken en gestaakt te houden. Er wordt geoordeeld dat in de tafels van Schijf dermate veel beschermde trekken zijn overgenomen dat er sprake is van een overeenstemmende totaalindruk. Het enige waarneembare verschil is een verschil in dikte van de poten, waarbij de voeten van de poten van de tafels van hek minder schuin oplopen dan bij die van de tafels van Schijf Restoric. Dat verschil is van zodanig ondergeschikte betekenis dat het niet afdoet aan de overeenstemmende totaalindrukken van de tafels. De andere door Schijf Restoric opgevoerde verschillen (gebruik andere houtdelen, het al dan niet toepassen van de parkettechniek en het al dan niet afwerken met lak) maken, als ze al bestaan —wat hier niet kan worden vastgesteld- de totaalindrukken van de tafels evenmin anders.

IEF 17837

HR: De beschreven kenmerken van witte wieven zijn niet bekend bij iemand die niet bekend is met 'witte wieven'

Hoge Raad 13 jul 2018, IEF 17837; ECLI:NL:HR:2018:1214; ECLI:NL:HR:2018:1215; ECLI:NL:HR:2018:1217 (Fanofinefood tegen Levola), https://delex.nl/artikelen/hr-de-beschreven-kenmerken-van-witte-wieven-zijn-niet-bekend-bij-iemand-die-niet-bekend-is-met-witte

HR 13 juli 2018, IEF ; ECLI:NL:HR:2018:1214 (Fanofinefood tegen Levola); ECLI:NL:HR:2018:1215; ECLI:NL:HR:2018:1217 Merkenrecht. Benelux-depot van het woord-/beeldmerk WITTE WIEVENKAAS. Het BBIE wijst oppositie op grond van de Benelux-inschrijving van het woordmerk HEKSENKAAS af. Het Hof Den Haag [IEF 17464] acht overeenstemming en verwarringsgevaar aanwezig, vernietigt de beslissing van het Bureau, wijst de oppositie alsnog toe en weigert de inschrijving. Klachten over (beoordeling van) overeenstemming en verwarringsgevaar. De klacht over de motivering van het oordeel dat een substantieel deel van het relevante publiek bekend is met de betekenis van het begrip ‘witte wieven’, is succesvol. Zonder nadere toelichting valt evenmin in te zien waarop het hof zijn oordeel grondt dat ook iemand die niet bekend is met de beschreven kenmerken die de ‘witte wieven’ in volksverhalen bezitten, op zijn minst zal weten dat de term ‘witte wieven’ verwijst naar fictieve vrouwelijke wezens en dat die term een negatieve connotatie heeft. De Hoge Raad vernietigt de beschikking en wijst het geding terug naar het Hof Den Haag.

IEF 17832

Cava niet succesvol in beroep tegen beeldmerk Cave de tain

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 jul 2018, IEF 17832; ECLI:EU:T:2018:441 (Cave de Tain tegen EUIPO), https://delex.nl/artikelen/cava-niet-succesvol-in-beroep-tegen-beeldmerk-cave-de-tain

Gerecht EU 12 juli 2018, IEF 17832; IEFbe 2660; T‑774/16; ECLI:EU:T: 2018:441 (Cave de Tain tegen EUIPO) Merkenrecht. Consejo heeft een aanvraag voor een EU beeldmerk 'Cave de Tain' ingediend. Cava vordert nietigheid van het merk op grond van haar beschermde oorsprongsbenaming. EUIPO heeft het beroep verworpen. Cava vordert bij het Gerecht EU vernietiging van de beslissing. Het Gerecht EU bevestigt de beoordeling van de kamer van beroep. Het betwiste merk zal door zijn structuur door de consument, ongeacht de talenkennis, worden begrepen als betrekking hebbend op een wijn geproduceerd in Frankrijk, in de regio of plaatsnaam die in het merk staat. Het Gerecht EU wijst de vordering af.

IEF 17828

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS.

Merkinbreuk wegens onjuiste ompakking van gewasbestrijdingsmiddel

Rechtbank Den Haag 11 jul 2018, IEF 17828; ECLI:NL:RBDHA:2018:8298 (Syngenta tegen ZeeNop), https://delex.nl/artikelen/merkinbreuk-wegens-onjuiste-ompakking-van-gewasbestrijdingsmiddel

Rechtbank Den Haag 11 juli 2018, IEF 17828; ECLI:NL:RBDHA:2018:8298 (Syngenta tegen Zeenop) Merkrecht. Syngenta is fabrikant van gewasbeschermingsmiddelen. Ze biedt onder meer Syngenta en Amistar aan. Amistar is een van de producenten die Syngenta-merken op de markt brengt. ZeeNop is een groothandel in gewasbestrijdingsmiddelen. Ze hebben een vergunning voor het middel Amiplus. Amiplus betreft het door Syngenta geproduceerde Amistar in de fles zoals deze door Syngenta in Frankrijk op de markt is gebracht, met daarop door ZeeNop nieuw aangebrachte etiketten en een door haar daarbij gevoegde gebruiksaanwijzing. Syngenta vordert inbreuk op het merk te staken en gestaakt te houden. De vordering wordt toegewezen omdat op de nieuwe verpakking niet duidelijk wordt vermeld wie het product heeft omgepakt en wie de fabrikant is.

IEF 17820

Uitspraak ingezonden door Hein-Piet van Boxel, Novagraaf.

Uitputting merkenrecht na omkering bewijslast: Converse veroordeeld in de proceskosten van € 467.114,73

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 jul 2018, IEF 17820; (Converse en Kesbo Sport tegen curator Sporttrading c.s. en FM Fashion), https://delex.nl/artikelen/uitputting-merkenrecht-na-omkering-bewijslast-converse-veroordeeld-in-de-proceskosten-van-467-114-73

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 4 juli 2018, IEF 17820; ECLI:NL:RBZWB:2018:4156 (Converse en Kesbo Sport tegen curator Sporttrading c.s. en FM Fashion) Zie eerder IEF 13012. Uitputting. Merkenrecht. Bij tussenvonnis is geoordeeld dat de redelijkheid en billijkheid tot een andere bewijslastverdeling nopen. Converse c.s. is belast met bewijs dat de door Sporttrading c.s. verhandelde schoenen afkomstig zijn van een organisatie die zich bezighoudt met grootschalige fraude. Zij slaagt er niet in het bewijs hiervan te leveren. Op grond van het deskundigenrapport kan niet worden vastgesteld dat de door Sporttrading c.s. verhandelde schoenen zonder toestemming (of medewerking van een licentiehouder) van Converse zijn geïmporteerd en verder binnen de EER zijn verhandeld. Dat betekent dat het beroep op de uitputtingsregel van art. 2.23 lid 3 BVIE slaagt en er geen sprake is van merkinbreuk. De vorderingen van Converse c.s. worden afgewezen. De gevorderde proceskosten van totaal € 467.114,73 worden redelijk en evenredig geacht.

IEF 17815

Conclusie AG: De Tabaksrichtlijn verbiedt dat smaak, geur- of smaakstoffen of andere additieven op het etiket staan vermeld

HvJ EU 4 jul 2018, IEF 17815; ECLI:EU:C:2018:530 (Planta Tabak), https://delex.nl/artikelen/conclusie-ag-de-tabaksrichtlijn-verbiedt-dat-smaak-geur-of-smaakstoffen-of-andere-additieven-op-het

Conclusie AG HvJ EU 4 juli 2018, IEF 17815; IEFbe 2641; LS&R 1625; RB 3162;  ECLI:EU:C:2018:530; C‑220/17 (Planta Tabak) Merkenrecht. Tabak. Reclame. Verbod om tabaksproducten met een kenmerkend aroma in de handel te brengen. Overgangsperiode voor tabaksproducten met een kenmerkend aroma waarvan het verkoopvolume in de gehele Europese Unie 3 % of meer van een bepaalde productcategorie vertegenwoordigt. Verbod van elementen of kenmerken die verwijzen naar een smaak, geur- of smaakstoffen of andere additieven, of het ontbreken daarvan. Toepassing op tabaksproducten met een kenmerkend aroma die na 20 mei 2016 nog steeds in de handel mogen worden gebracht. Conclusie AG:

1)      Bij het onderzoek van de eerste prejudiciële vraag, onder b), is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de geldigheid kunnen aantasten van artikel 7, leden 1, 7 en 14, [Tabaksrichtlijn].

2)      Artikel 13, lid 1, onder c), van richtlijn 2014/40 moet aldus worden uitgelegd dat het de lidstaten verplicht om te verbieden dat op de etikettering van verpakkingseenheden, op de buitenverpakking en op het tabaksproduct zelf elementen of kenmerken worden aangebracht die verwijzen naar een smaak, geur- of smaakstoffen of andere additieven, en zulks ook wanneer het niet om reclame-uitingen gaat en het gebruik van de ingrediënten nog is toegestaan.

IEF 17811

Uitspraak ingezonden door Léon Dijkman, HOYNG ROKH MONEGIER.

Rechter schat voor de proceskostenveroordeling hoeveel procent is besteed aan werkzaamheden per eiser

Hof Den Haag 26 jun 2018, IEF 17811; ECLI:NL:GHDHA:2018:2057 (Spirits tegen FKP), https://delex.nl/artikelen/rechter-schat-voor-de-proceskostenveroordeling-hoeveel-procent-is-besteed-aan-werkzaamheden-per-eise

Hof Den Haag 26 juni 2018, IEF 17811 (Spirits tegen FKP) Merkenrecht. Vernietiging van de proceskostenveroordeling. De vorderingen van de twee eisers, FKP en FGUP, worden in eerste aanleg resprectievelijk toegewezen en afgewezen. De rechtbank [IEF 15170] verdeelde de proceskosten 50/50. De vorderingen van FKP in eerste aanleg worden toegewezen en Spirits c.s. wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten. FKP vordert veroordeling in de volledige proceskosten ex artikel 1019h Rv. Het hof schat ex aequo et bono dat 95% van deze kosten is besteed aan de van de zaken waarin FKP als eiseres is opgetreden. Een bedrag van €28.243,60 wordt toegewezen. De vorderingen van FGUP in eerste aanleg werden afgewezen en zij werd veroordeeld in 50% van de proceskosten. Het hof schat nu dat 5% van de werkzaamheden van Spirits c.s. zijn besteed aan het verweer in de zaak tegen FGUP. De kosten worden daarom begroot op 5% van het gevorderde €33.366,00 = €1.668,30.

IEF 17805

Geen onderscheidend vermogen voor variant van een rolmaat

Gerecht EU (voorheen GvEA) 29 jun 2018, IEF 17805; ECLI:EU:T:2018:394 (hoechstmass Balzer - rolmaat), https://delex.nl/artikelen/geen-onderscheidend-vermogen-voor-variant-van-een-rolmaat

Gerecht EU 29 juni 2018, IEF 17805; IEFbe 2634; T-691/17; ECLI:EU:T:2018:394 (hoechstmass Balzer - rolmaat) Merkenrecht. Hoechstmass Balzer heeft een aanvraag voor een driedimensionaal merk voor een rolmaat gedaan. Dat is afgewezen omdat het geen onderscheidend vermogen heeft. Dat de ingeschreven vorm is een variant van gebruikelijke vormen is onvoldoende om aan te tonen dat het merk geen onderscheidend vermogen mist. Het beroep is bij de kamer van beroep, én bij het gerecht EU, afwezen.

IEF 17802

Groepsaansprakelijkheid bij auteurs- en merkrechtinbreuk op fronts van slotmachines

Rechtbank Den Haag 27 jun 2018, IEF 17802; ECLI:NL:RBDHA:2018:7746 (Novomatic c.s. tegen Betsoft en Carmando), https://delex.nl/artikelen/groepsaansprakelijkheid-bij-auteurs-en-merkrechtinbreuk-op-fronts-van-slotmachines

Rechtbank Den Haag 27 juni 2018, IEF 17802; IT 2594; ECLI:NL:RBDHA:2018:7746 (Novomatic c.s. tegen Betsoft en Carmanco) Auteursrecht. Merkenrecht. Novomatic houdt zich bezig met ontwikkelen van (online) kansspelen en exploitatie van landbased slotmachines (gokspel/fruitautomaat). Eiseressen zijn (deels) auteursrechthebbenden door op 'landbased slotmachines' aangebrachte merktekens en naamswijziging/fusie. Speelfronten van de spellen zijn auteursrechtelijk beschermd. De online aangeboden spellen maken daarop inbreuk. Tevens inbreuk op geldige Benelex- en Uniemerken. Toerekening van deze inbreuken aan licentiehouder; licentieovereenkomst niet overgelegd. Betrokkene bij licentiehouder aansprakelijk 'als ware hij bestuurder'; persoonlijk ernstig verwijt. Roulerend eigenaarschap/exploitatie schap websites leidt tot groepsaansprakelijkheid. Bestuurder van licentiehouder (trustmaatschappij) niet aansprakelijk. De rechtbank beveelt Betsoft c.s. auteursrechtinbreuk op de spellen ‘Hot Shot’ en ‘Random Runner’, ‘Revolution’ en ‘Hell Raiser’ in Nederland te staken en gestaakt te houden en staking gebruik merk RANDOM RUNNER.

IEF 17799

Bijdrage ingezonden door Adee Keppy en Kurt Stöpetie, Brinkhof.

High Court of Justice - GIORDANO v GIORDANO

Overig 28 jun 2018, IEF 17799; [2018] EWHC 1608 (Ch) (Walton/Giordano tegen Verweij Fashion), https://delex.nl/artikelen/high-court-of-justice-giordano-v-giordano

High Court of Justice 28 june 2018, IEF 17799; IEFbe 2628; [2018] EWHC 1608 (Ch) (Walton/Giordano tegen Verweij Fashion) In de alweer enige jaren durende en over zo’n 60 procedures verspreide strijd om de beste merkrechten in Europa op het merk GIORDANO voor (m.n.) kleding (klasse 25) heeft het Nederlandse bedrijf Verweij Fashion B.V. andermaal een belangrijke overwinning behaald. Nadat in 2017 de rechtbank in Amsterdam al de doorhaling had bevolen van drie GIORDANO-merken, omdat daarvan in de Benelux geen normaal gebruik was gemaakt (zie IEF 16769), en dat bevel vervolgens ook in Duitsland, Oostenrijk, Ierland, Portugal en Italië was gegeven, heeft Mr Justice Arnold in een doorwrochte beslissing Verweij Fashion B.V. andermaal gelijk gegeven door de negen merkregistraties die door de Aziatische Giordano Group waren ingeroepen ongeldig te verklaren, de inbreukvorderingen van Giordano Group af te wijzen en de Giordano Group schuldig te bevinden aan ‘passing off’.