Octrooirecht  

IEF 6416

Alsof er geen faillissement was

Rechtbank Amsterdam, 11 juni 2008, LJN: BD6619, gevoegde zaken United Stenting Inc. tegen curator Jomed c.s.

United Stenting heeft een octrooi [biflex-technologie] verkocht aan Jomed en daarbij bedongen dat Jomed haar om toestemming moet vragen bij verkoop van het octrooi aan een derde. Na faillissement van Jomed heeft de curator het octrooi - zonder toestemming te vragen aan United Stenting - verkocht aan een derde. United Stenting vraagt als schuldeiseres te worden toegelaten in het faillissement en houdt de curator qq en pro se aansprakelijk voor pretense schade. De rechtbank heeft alle vorderingen afgewezen.

“4.13.  De verplichting om toestemming te vragen bij verkoop van het octrooi kan naar het oordeel van de rechtbank niet los worden gezien van de royalties-verplichting en de back-license in diezelfde overeenkomst. United Stenting heeft hiermee immers een handvat gekregen om de doorlopende verplichting tot het uitbetalen van royalties aan haar en haar back-license veilig te stellen. Dit oordeel sluit aan bij de stelling van United Stenting dat zij door de verkoop aan Abbott zonder haar toestemming geen invloed meer heeft op wat er gebeurt met het octrooi en stoelt (een aantal van) haar vorderingen op het mislopen van royalties naar zij stelt als gevolg van het feit dat haar geen toestemming is gevraagd voor de verkoop van het octrooi aan Abbott. De Patent Assignment en het toestemmingsvereiste daarin dragen dan ook naar het oordeel van de rechtbank het karakter van een na de faillietverklaring voortdurende overeenkomst.

4.14.  De Patent Assignment is een wederkerige overeenkomst als bedoeld in artikel 37 Faillissementswet (hierna; Fw). Het feit dat het (voort)bestaan van een wederkerige overeenkomst niet wordt beïnvloed door het faillissement van een van de contractanten, betekent echter niet dat de schuldeiser van een duurovereenkomst wiens wederpartij failliet wordt verklaard, de rechten uit die overeenkomst kan blijven uitoefenen alsof er geen faillissement was. Een andere opvatting zou immers ertoe leiden dat het aan de Faillissementswet mede ten grondslag liggende, onder meer in de artikelen 26 en 108 e.v. F. tot uiting komende, beginsel van gelijkheid van schuldeisers op onaanvaardbare wijze zou worden doorbroken (vgl HR 3 november 2006, NJ 2007, 155). Voor een doorbreking van het beginsel van gelijkheid van schuldeisers is slechts plaats in uitzonderlijke, in de wet uitdrukkelijk geregelde, gevallen, waarvan hier geen sprake is. Bovendien zou ook een goed beheer ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers van de tot de boedel behorende zaken ten aanzien waarvan langlopende overeenkomsten bestaan, in ernstige mate worden bemoeilijkt indien het niet nakomen door een curator van alle contractuele verplichtingen in
door de failliet gesloten overeenkomsten leidt tot een boedelvordering (vgl. HR 22 december 1989, nr. 13721, NJ 1990, 661).”

Lees het vonnis hier.

IEF 6407

Zhi Shi Chan Quan

Danny Friedmann.jpgDanny Friedmann: How to prevent and act upon intellectual property rights infringements in China.

Kort artikel van Nederlandse jurist, IE consultant en redacteur weblog, over de praktische kanten van handhaving van IE-rechten in China. Het artikel is geschreven voor een Australisch IE-kantoor. 

“In China the administrative enforcement route is the most commonly used. The Administration for Industry and Commerce (AIC) enforces trade marks, the State Intellectual property Organisation (SIPO) enforces patents, utility models and design rights and the National Copyright Administration of China (NCAC) enforces copyrights. Apart from the enforcement of patents, SIPO is responsible for the patent work throughout the country. At the national level SIPO is also responsible for the examination of foreign and domestic patents (Patent Re-examination Board). The Trademark Office (TMO) is responsible for the registration of trade marks and the Trademark Review and Adjudication Board (TRAB), which deals with trade mark disputes, are both under the control of AIC.

The advantage of the administrative enforcement route is that it is an easy and a cost efficient way. The disadvantage is that no damages are awarded and that the punishment is often limited to the confiscation of the infringing goods and/or a fine for the infringers. And often the infringers use another company as vehicle to continue their infringements.

Customs is one of the underestimated routes of enforcement. The Chinese customs authorities are willing and able to cooperate with intellectual property right holders. So instruct them on how to recognise genuine from infringing goods and how to track down infringing cargo.

A lesser known way for trade mark and design rights holders is to base their case on infringements of the Product Quality Law at the Administration of Quality Supervision Inspection and Quarantine.”

Lees het artikel hier. Weblog IP Dragon hier.   

zhi (1) shi (2) chan (3) quan (2)=intellectuele eigendomsrechten (1de toon: zelfde toon, 2de toon: stijgend, 3de toon: vallend en stijgend, 4de toon: vallend)

IEF 6406

Softwarepatenten & hoogverraad

al.gifAangifte tegen de regering inzake het Lissabonverdrag, vanwege het er op ‘onwettige wijze’ door drukken van het zogenaamde Lissabonverdrag, waarmee de grondwettige regeringsvorm veranderd zou worden. ‘Wanneer dat op onwettige wijze  gebeurt, dan is er sprake van hoogverraad en dat is wat er nu gebeurt lijkt te zijn.’ 

“In mijn artikel wordt aan de hand van het praktijkvoorbeeld inzake het dosser “softwarepatenten” duidelijk gemaakt hoe en waar de Europese democratie faalt. Ook wordt de essentie van het Lissabonverdrag naar voren gebracht aan de hand van een aantal verwijzingen naar documenten van onder meer Prof. Anthony Coughlan en Europarlementariër Jens Peter Bonde.

(…) De conclusies:  Aan de hand van het praktijkvoorbeeld van de softwarepatenten is duidelijk geworden dat de democratie in Europa nog veel te wensen over laat. Te veel te wensen over laat. De basis van een eventuele Europese Federatie, het democratische bestel waarlangs zij bestuurd zou worden, blijkt in dit geval niet te voldoen. De democatie kan niet gewaarborgd worden met de huidige zogenaamde co-decisie procedure, omdat twee van de drie daarbij betrokken organen nietdemocratisch gecontroleerd worden of zich daar aan onttrekken. “

Lees hier meer.

IEF 6402

Faits divers

Levend begraven. “De eigenaren van het bedrijf Fun Bury in Drenthe zijn boos op Giel Beelen. De presentator laat zich in zijn programma Factor Giel levend begraven, maar: 'dat idee heeft hij van ons gejat! Mensen kunnen zich al sinds 2006 bij ons levend laten begraven. We hebben er zelfs een patent op!”

Lees hier meer (Telegraaf).

Europeans! “You have until MONDAY to contact your MEP and save the EU from a three-strikes copyright rule! Back-room dealings in the European Parliament have resulted in a "three strikes" rule being included in a new telecoms bill -- the rule would force ISPs to kick people who've been thrice accused of copyright infringement off the Internet.”

Lees hier meer (Boingboing).

Protestzangers. “Over 220 Artists and Creators Appeal to EC President. Benny Anderson, Charles Aznavour, Pedro Almodovar, James Blunt, Miguel Bose, Patrick Doyle, Bryan Ferry, Robin Gibb, David Gilmour , Julio Iglesias, Maurice Jarre, Mark Knopfler, Michel Legrand, Paco de Lucia, Sir Paul McCartney, Enio Morricone, Nicoal Piovani, Sade, Alejandro Sanz, Caetano Veloso, Gabriel Yared are among the numerous artists and creators who recently appealed to the European Commission President José Manuel Barroso to express their deep concerns about a possible unfavourable decision on pan-European licensing of music.

Lees hier meer (ECSA).

Op de Schop. “De markt voor octrooi- en merkenbureaus gaat de komende vier à vijf jaar stevig op de schop. De internationalisering, de komst van private equity bedrijven en het samenvoegen van octrooi- en merkenrechtbureaus zullen zorgen voor schaalvergroting. (…)
Volgens Kist is het gedaan met de relatieve rust op de markt van merkenbureaus. Eén van de oorzaken is de internationalisering, of beter: Europeanisering, van het merkenrecht. "Een Amerikaan die zijn merk hier gaat registreren, wil meteen zaken doen voor heel Europa, en niet alleen Nederland of de Benelux. Wij werken alleen nog met Europese regels."Een tweede ontwikkeling is komst van private equity-bedrijven.”

Lees hier meer (Advocatie).

BBIE-bol. “Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van het Atomium en de Benelux pronkt één bol van het Atomium met de kleuren van de Benelux tijdens het weekend. (…) In één van de bollen van het Atomium informeren een kiosk van het algemeen secretariaat en drie stands (Benelux-bureau voor de Intellectuele Eigendom, Eurocontrole Route en grensoverschrijdend natuurpark De-Zoom-Kalmthouts-Heide) de bezoekers over de activiteiten van de Benelux.”

Lees hier meer (Knack).

Pekingploeg. “Wie betaalt, bepaalt, luidt het gezegde. NOC*NSF, dat vanmiddag in Almere officieel de verantwoordelijkheid voor de olympische ploeg voor Peking op zich neemt, denkt er ook zo over en laat olympische sporters de 'Overeenkomst Olympische Spelen Beijing 2008' tekenen. Dat is een 23 pagina's tellend document, te downloaden op sport.nl (…) Kummer denkt dat de huidige overeenkomst zijn langste tijd heeft gehad, vooral vanwege de commerciële paragrafen. Steeds meer olympische sporters verdienen hun inkomen met hun bekendheid, maar juist het gebruik van dat portretrecht wordt exclusief door NOC*NSF geclaimd tijdens de Spelen. Er staat geen vergoeding tegenover.''Dit is de laatste keer dat het zo gebeurt. Steeds meer atleten hebben er belang bij hun succes zelf te exploiteren.''

Lees hier meer (Parool).

Geen heksenjacht. “NVPI sust: geen 'heksenjacht' op downloaders. De Nederlandse platenbranche belooft coulance bij de aanpak van downloaders nadat een rechter deze week het downloaden van auteursrechtelijk beschermd werk illegaal verklaarde. De brancheorganisatie van de Nederlandse entertainmentsector NVPI zal zich bij de bestrijding van schending van auteursrechten richten op de aanbieders en faciliteerders, schrijft de NVPI op zijn website. Daarnaast wil de organisatie via BREIN optreden tegen het 'aanprijzen en faciliteren' van illegale downloads.”

Lees hier meer (Webwereld).

Octrooiveiling. “Ruim acht miljoen euro verwisselt bij de eerste octrooiveiling van Nederland van eigenaar. In de zaal blijft het rustig.De zevende kavel op de eerste Nederlandse octrooiveiling, het patent op een nieuwe internetzoekmethode, schudt de zaal in het Amsterdamse Krasnapolsky Hotel wakker. (…) Toch lijkt het erop dat het merendeel van de aanwezige advocaten, handelaren, uitvinders en bedrijfsvertegenwoordigers in stemmige donkere pakken uit nieuwsgierigheid naar de Krasnapolskyzaal is gekomen.”

Lees hier meer (Volkskrant). 

Omslag. “Het gesprek tussen De Bezige Bij en het Rotterdamse designbureau Shop Around! over het omslag van de nieuwe Leon de Winter heeft nog niet plaatsgevonden. Een onderhoud is wel noodzakelijk wat Mark Bode betreft: ‘Bij ons berust het auteursrecht; derden mogen geen aanpassingen aanbrengen in het artwork.' (…) Bode vindt een gesprek wel nodig. Shop Around! is onder meer niet blij met het gegeven dat de uitgeverij het onaffe omslag publiceerde zonder hen daarvan op de hoogte te stellen en dat ze zonder overleg wijzigingen aanbracht in het ontwerp. (…) Francien Schuursma, hoofd publiciteit van De Bezige Bij zei daarover vorige week dat een ‘merkwaardige weergave' te vinden. ‘Wij hebben het omslag bedacht; Shop Around heeft een uitvoerende taak. Wij hebben voor de laatste aanbieding inderdaad nog wat wijzigingen voor de aangeboden catalogus aangebracht, maar wij zijn de opdrachtgever.'

Lees hier meer (Boekblad).

Twee verkopers. “Toen Bertine van Duijvenbode, eigenaar van de Katwijkse boekwinkel 't Boektiekje, haar boekhandelsnaam googelde, ontdekte ze dat haar handelsnaam gelinkt was aan Bol.com. Achter dezelfde naam bleek een aanbieder van tweedehands boeken te zitten. (…) ‘De Wet op de handelsnaam is beschermend voor de ondernemer, zeker omdat het om dezelfde handel gaat', weet Van Duijvenbode inmiddels, ‘maar omdat deze aanbieder een particulier zou zijn, heb ik daar niets aan.' (…) Bol.com antwoordde haar dat het verkopers vrijstaat een naam te gebruiken om boeken te verkopen via Bol.com. “

Lees hier meer (Boekblad).

Boekenprijs. Aan Sdu Uitgevers is desgevraagd het bestuurlijk rechtsoordeel meegedeeld dat de uitgave 'Verzameling Nederlandse Wetgeving' moet worden aangemerkt als een uitgave waarvoor de vaste boekenprijs niet geldt.

Lees hier meer (CvdM).

Tips kunnen worden gemaild aan redactie@IEForum.nl

IEF 6396

De Roze Rooier

vdp.gifRechtbank ‘s-Gravenhage, 2 juli 2008, KG ZA 07/3506, Loon- en Kranenverhuurbedrijf J.S. Van Diepen B.V. en Oudhuis tegen M. Pronk Innovation Service B.V., M. Pronk Holding B.V. en Pronk

Octrooirecht. Octrooiprocesrecht. Op straffe van niet-ontvankelijkheid dient het ingevolgde artikel 76 lid 1 ROW verplichtte nietigheidsadvies tijdig te worden overlegd zodat de wederpartij al meteen in zijn conclusie van antwoord hierop kan reageren. Dit is niet anders voor zaken die in een versneld regime zitten.

Van Diepen en Pronk drijven beiden een onderneming in de agrarische sector en richten zich onder meer op het planten, koppen en rooien van bloembollen. Van Diepen is houder van een Nederlands octrooi voor inrichting voor het oogsten van gewassen met buffer.

Pronk is op haar beurt houder van een Nederlands octrooi voor inrichting voor het rooien van bolgewassen, alsmede haspel voor toepassing daarin. Pronk is teven houder van een Europees octrooi voor een “apparatus for lifting bulbous plants, and reel for use therein”.

Partijen hebben in januari 2004 afspraken gemaakt in verband met een te ontwerpen bollenrooimachine. Deze afspraken zijn uiteindelijk in een overeenkomst terecht gekomen. Van Diepen heeft later bij de rechtbank Alkmaar de vernietiging van de overeenkomst gevorderd. Die vordering is afgewezen en van Diepen is daartegen in hoger beroep gekomen.

Partijen bestoken elkaar thans met hun octrooien. In conventie vordert Van Diepen onder meer een inbreukverbod op haar Nederlandse octrooi. Pronk zou met haar machine genaamd De Roze Rooier inbreuk maken op het ingeroepen octrooi. In reconventie vordert Pronk onder meer vernietiging van het octrooi van Van Diepen en een inbreukverbod op haar Europese octrooi.

Als meest vergaande verweer tegen de gestelde inbreuk op NL 465 doet Pronk een beroep op de nietigheid van het door Van Diepen ingeroepen octrooi. Pronk heeft in dit verband een reconventionele nietigheidsvordering ingesteld, maar voert dit in conventie tevens als niet-inbreukverweer. De rechtbank overweegt ten aanzien van de reconventionele nietigheid als volgt:

“4.3. Ingevolge artikel 76 lid 1 Rijksoctrooiwet 1995 (Row 1995) is degene die een
rechtsvordering als bedoeld in artikel 75 Row 1995 tot vernietiging van een krachtens de Row 1995 verleend octrooi instelt, in die vordering niet ontvankelijk als hij niet als bijlage bij de conclusie van eis (in voorkomend geval in reconventie) het resultaat van een door OCN uitgebracht advies omtrent de toepasselijkheid van de in artikel 75 lid 1 Row 1995 genoemde nietigheidsgronden overlegt. Pronk c.s. heeft bij de eis in reconventie, genomen op de rol van 9 januari 2008, niet een dergelijk advies overgelegd. Het op 25 april 2008 uitgebrachte advies is bij akte van 29 april 2008 in het geding gebracht. Van Diepen c.s. is daarmee de mogelijkheid ontnomen om al in zijn conclusie van antwoord in reconventie, genomen op de rol van 2 april 2008, op het rapport te reageren. Dat is precies wat de wetgever heeft beoogd te voorkomen.

4.4. De rechtbank verwerpt het verweer van Pronk c.s., inhoudende dat de termijnen binnen het versneld regime voor octrooizaken, zoals gehanteerd in de beschikking van 1 oktober 2007, te krap zijn om aan het vereiste van artikel 76 lid 1 Row 1995 te voldoen. Artikel 76 lid 1 Row 1995 zou volgens Pronk c.s. alleen bedoeld zijn voor een “gewone” bodemprocedure, als in Rechtbank ’s-Gravenhage 22 maart 2006, BIE 2006/83 (SKB/FAL). Dat is niet het geval. Ook in het versneld regime geldt immers dat, als de rechtbank voorbij zou gaan aan de eis om bij de conclusie van eis in reconventie een nietigheidsadvies over te leggen, de eerste gelegenheid die Van Diepen c.s. zou hebben om op het nietigheidsrapport te reageren het pleidooi zou zijn. Die gelegenheid is daartoe niet geëigend. Dat de termijnen binnen het versneld regime kort zijn en mogelijk te kort om tijdig een nietigheidsadvies te laten uitbrengen, maakt dit in het onderhavige geval niet anders. Pronk c.s. heeft nog altijd de gelegenheid om in een afzonderlijke procedure de nietigverklaring van EP 220 te vorderen, terwijl hij, zoals uit het navolgende zal blijken, in de onderhavige procedure (wel) bij wege van verweer een beroep op het bestaan van één of meer nietigheidsgronden kan doen. Voor zover Pronk c.s. een beroep heeft gedaan op het vonnis van deze rechtbank van
17 maart 1999, BIE 1999/101 (Kuijk/Abemec), gaat dit niet op. Dat is reeds het geval omdat in de onderhavige zaak (anders dan in Kuijk/Abemec) geen sprake is van een aanvankelijk tijdig ingediend nietigheidsadvies dat in een latere fase van de procedure is aangevuld met een tweede advies. De conclusie van het voorgaande is dat Pronk c.s. niet ontvankelijk is in zijn reconventionele nietigheidsvordering.”

De rechtbank gaat vervolgens verder met het beoordelen van de nietigheid bij wege van verweer. Onder het versneld regime nieuwe stijl is het immers in beginsel niet strijdig met de goede procesorde om bij wege van verweer een beroep te doen op het bestaan van één of meer nietigheidsgronden, zonder een daarop toegesneden eis in reconventie in te stellen. De rechtbank concludeert na alle ingeroepen conclusies te hebben ebsproken dat het niet-inbreukverweer van pronk slaagt. Alle ingeroepen conclusies zijn niet inventief te achten, terwijl Pronk ook op de werkwijzeconclusies geen inbreuk maakt nu hij die methoden niet toepast.

Ten aanzien van het octrooi van Pronk oordeelt de rechtbank in reconventie dat Van Diepen geen inbreuk maakt. Omdat de reconventionele vordering tot nietigverklaring  voorwaardelijk is geformuleerd komt de rechtbank niet toe aan het beoordelen van de geldigheid van het octrooi van Pronk. Ook de vorderingen van Pronk worden derhalve afgewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 6395

Op aanvaardbare en voorzienbare termijn

695.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 2 juli 2008, HA ZA 08-1039, PFM S.P.A> tegen Freshsupport Packing B.V. (met dank aan Erik Vollebregt,  Greenberg Traurig).

Octrooirecht. Zaak over de mogelijkheid tot voeging van een normale bodemprocedure inzake octrooien met een VRO procedure inzake octrooien.

“2.5. De rechtbank zal in het midden laten of de voeging van een zaak volgens de VR0 procedure met een zaak volgens de gewone procedure tot onvermijdelijk gevolg heeft dat de VR0 procedure uit het versneld regime wordt gehaald. Deze mogelijke consequentie is echter wel een reden om het verzoek tot voeging te weigeren, omdat daardoor afbreuk dreigt te worden gedaan aan de verschillende aard van de procedures waarvan thans de voeging wordt verzocht.

2.6. De VWO procedure is in het leven geroepen om de octrooihouder dan wel de partij die octrooi-inbreuk wordt verweten een procedure te bieden waarin met behoud van processuele waarborgen op aanvaardbare en voorzienbare termijn een bodembeslissing kan worden verkregen. Reeds de mogelijkheid dat die procedure wordt verstoord door de voeging is voldoende grond die voeging niet toe te staan.

2.7. De rechtbank merkt nog op dat de beslissing niet te voegen niet uitsluit dat in beide zaken door deze rechtbank gelijktijdig uitspraak wordt gedaan en dat ook langs die weg tegenstrijdige uitspraken kunnen worden voorkomen. In het huidige procesrecht wordt in een gewone bodemzaak immers als regel een comparitie van partijen gelast na antwoord, waarna er in beginsel geen ruimte is voor repliek en dupliek. Voorshands verzet zich niets ertegen in de zaak volgens de gewone procedure de comparitie na antwoord te bepalen op dezelfde dag als het reeds bepaalde pleidooi in de VXO procedure (l0 oktober 2008).

2.8. De proceskosten worden desgevorderd beoordeeld naar de maatstaf van artikel 1019 h Rv. De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, opdat partijen zich daarover kunnen uitlaten waarna hierover in de hoofdzaak bij eindvonnis zal worden beslist.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6394

Den Haag Gisteren

Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 juli 2008, HA ZA 07-3506, Van Diepen B.V. c.s. tegen Pronk Innovation Service B.V. c.s

Octrooirecht. Octrooiprocesrecht. NL Octrooi ‘inrichting voor het oogsten van gewassen met buffer’. Eiser stelt dat ‘De Roze Rooier’ van gedaagde inbreuk maakt op zijn octrooi en dat het octrooi van gedaagde nietig verklaard dient te worden. Gedaagde stelt dat octrooi eiser niet inventief is. Vorderingen afgewezen. Partijen werkten ooit samen, geen ongeoorloofde mededinging, schending geheimhoudingsverplichting Metaalunivoorwaarden.

Lees het vonnis hier.

cycl.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 2 juli 2008, gevoegde zaken HA ZA 07-2628 en HA ZA 07-2629,  Novartis AG Tegen Actavis Group HF c.s. en Novartis AG tegen Pharmachemie B.V. 

42 pagina’s octrooirecht. NL Octrooi ‘Farmaceutisch preparaat voor orale toediening dat een cyclosporine bevat’. Reconventionele vordering tot vernietiging wordt afgewezen, octrooi is geldig. Niet alle gedaagden zijn terecht gedaagd.

4.58. De vorderingen tegen Actavis dienen te worden afgewezen reeds omdat zij geen houder is van de marktregistratie en betrokkenheid van deze vennootschap bij de gestelde inbreuk door Actavis Group niet is komen vast te staan. (€45.000,- proceskosten voor Novartis).

4.59. Na intrekking ter zitting van haar primaire vordering, vordert Novartis thans nog slechts een verklaring voor recht dat het product Ciclosporine PCH onder de beschermingsomvang valt van NL 781. Die vordering wordt afgewezen. Novartis heeft slechts gesteld dat zij daarbij belang heeft omdat, indien zij daarover niet zou beschikken, Novartis onherstelbare schade zal lijden aangezien haar geen instrumenten ter beschikking staan om adequaat te kunnen optreden indien Pharmachemie haar product vroegtijdig, i.e. voor de expiratie, zou lanceren. Met de verklaring voor recht heeft zij, zo heeft Novartis betoogd, alle middelen in handen om zulks in een (ex parte) kort geding tegen te gaan. Pharmachemie heeft evenwel uitdrukkelijk toegezegd “that it will not commence any marketing, sale and distribution in the Netherlands of ‘Deximunne’ or any product identical thereto” voor de expiratiedatum van het octrooi behoudens de in r.o. 2.14. genoemde omstandigheden, die zich evenwel vooralsnog niet voordoen. Nu Pharmachemie ten pleidooie bovendien heeft erkend dat het product Ciclosporine PCH identiek is aan Deximunne en niet is gebleken van feiten en/of omstandigheden dat de toezegging is of zal worden geschonden, heeft Novartis bij haar subsidiaire vordering geen belang. (€ 100.000,- proceskosten voor Novartis).

4.100. De slotsom luidt dat het voorgenomen product van Actavis Group onder de beschermingsomvang valt van conclusie 1 van NL 781. (€75.000,- proceskosten voor Actavis Group)

4.113. Nu de voorwaarde waaronder deze is ingesteld is vervuld, dient ook de gevorderde
verklaring voor recht dat Ciclosporin Actavis geen inbreuk maakt op NL 781 te
worden beoordeeld. De verklaring voor recht wordt afgewezen, nu juist wel sprake
is van inbreuk. (€50.000,- proceskosten voor Actavis Group).

Lees het vonnis hier.

IEF 6368

Innovatievouchers

Kamerstukken II 2007/08, 31474 XIII, nr. 3. Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden 

Vraag: Waarop is de verwachting gebaseerd dat in 2008 een grotere aanvraag van innovatievouchers/Innovatie Prestatie Contracten zal plaatsvinden,waardoor het beschikbare budget met € 14 mln wordt verhoogd?

Antwoord: In het Coalitieakkoord is een bredere inzetbaarheid van de innovatievouchers aangekondigd. Dit is in de subsidieregeling Innovatievouchers 2008 verwerkt. Zo kan de voucher nu aangevraagd worden door de gehele landbouwsector. Ook is de de voucher nu inzetbaar bij het aanvragen en verkrijgen van een octrooi. Hiermee is gevolg gegeven aan de motie-Aptroot/Gesthuizen (Kamerstuk II 2006–2007, 30 975, nr. 9). Vanwege de aanzienlijk bredere doelgroep zal naar verwachting een groter beroep worden gedaan op het aantal vouchers. Het aantal aanvragen gedurende de eerste twee maanden wijst ook op een ruime stijging ten opzichte van 2007. Om aan de toegenomen vraag tegemoet te komen is hiervoor extra budget vrij gemaakt.

Lees het verslag hier

IEF 6366

Eerst even voor jezelf lezen

GvEA, 1 juli 2008, zaak T-328/05, Apple Computer, Inc tegen OHIM / TKS-Teknosoft SA(Nederlandse vertaling nog niet beschikbaar).

Oppositieprocedure. Aanvraag Gemeenschapswoormerk QUARTZ (Apple). Oppositie o.g.v. eerder gemeenschapsbeeldmerk QUARTZ. Oppositie toegewezen.

“59. Accordingly, the fact that the relevant public is composed of persons whose level of attention may be considered high is not sufficient, given the fact that the signs at issue are almost identical and the similarity between the goods in question, to exclude the possibility that that public might believe that the goods and services concerned come from the same undertaking or, as the case may be, from economically-linked undertakings.”

Lees het arrest hier.

Rechtbank Amsterdam , 16 januari 2008, LJN: BD5729, A. tegen Omroepvereniging VARA.

Stilfoto van videoclip rapper (‘op de foto is A te zien met twee schaars geklede dames’. Bij artikel over de stelling dat rapclips aanzetten tot groepsverkrachting. Portretrecht, onrechtmatige perspublicatie. Nalatigheid, VARA, immateriele schadevergoeding.

“5.1.  Voorop dient te worden gesteld dat partijen van mening verschillen over het antwoord op de vraag of A ten aanzien van de gebruikte ‘stil’ uit de videoclip bescherming toekomt als bedoeld in artikel 21 Auteurswet. Volgens Vara berust het auteursrecht op de video niet bij A maar bij de stuntschool, volgens A berust het auteursrecht bij hem.

5.2.  Vast staat dat het portret van A (in de vorm van de ‘stil’ uit zijn videoclip) is gebruikt door Vara zonder toestemming van A te hebben gevraagd. Of dit een schending van het portretrecht van A in de zin van artikel 21 Auteurswet betekent, kan in het midden blijven nu zowel op grond van artikel 21 Auteurswet als op grond van een onrechtmatige daad (schending van de persoonlijke levenssfeer van A in het bijzonder schending van zijn eer en goede naam) de rechtbank toe zal komen aan dezelfde belangenafweging waarbij het belang van A bij bescherming van zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer dient te worden afgewogen tegen het recht op vrijheid van meningsuiting van Vara. Zoals de Hoge Raad bij arrest van 21 januari 1994 reeds heeft overwogen (HR 21 januari 1994, NJ 1994, 473), kent artikel 21 Auteurswet de geportretteerde een bescherming toe met name tegen inbreuken op zijn recht op eerbieding van zijn persoonlijke levenssfeer, maar dit recht heeft niet een absoluut gewicht dat in beginsel groter is dan het recht op vrijheid van meningsuiting.

Er bestaat geen deugdelijke reden om, ingeval het buiten toestemming van de geportretteerde publiceren van diens portret de vrijheid van meningsuiting in conflict brengt met het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, ter beoordeling van de vraag aan welke beide vrijheden in het gegeven geval voorrang toekomt, anders te werk te gaan dan wanneer zodanig conflict zijn grond vindt in een andersoortige publicatie, zoals die van mededelingen. Ingeval in het kader van een perspublicatie een portret zonder toestemming van de geportretteerde openbaar wordt gemaakt, onder zodanige omstandigheden dat deze openbaarmaking een inbreuk vormt op zijn recht op eerbieding van zijn persoonlijke levenssfeer, kan het antwoord op de vraag of die openbaarmaking jegens hem onrechtmatig is, slechts worden gevonden door een afweging die met inachtneming van alle bijzonderheden van het gegeven geval ertoe strekt na te gaan welke van beide fundamentele rechten in dit geval zwaarder weegt. “

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Amsterdam, 23 april 2008, LJN: BD5728, Nestlé Nederland B.V. tegen Nutricia Nederland B.V. 

Misleidende reclame, claimsverordening.

“4.25.  De rechtbank zal ten aanzien van de claims die zij misleidend of op grond van de Claimsverordening verboden acht de vorderingen tot het staken van het gebruik van die claims en de vorderingen tot rectificatie op na te noemen wijze toewijzen. Nu dit tot gevolg zal hebben dat er geen nieuwe producten en promotiemateriaal met de verboden claims in omloop komen en het publiek wordt geïnformeerd over het oordeel van de rechtbank ten aanzien van die claims, hebben partijen in dit geval geen belang bij de over en weer gevorderde terugname en vernietiging van reeds in de handel zijnde producten en promotiemateriaal met de verboden claims. Dat deel van de vorderingen zal dan ook worden afgewezen. Voorts zullen de gevorderde dwangsommen op na te noemen wijze worden gemaximeerd.”

Lees het vonnis hier

Rechtbank Middelburg, 11 juni 2008, LJN: BD5811, Gevoegde zaken Unitron Systems B.V. tegen Endotwinn B.V./ Unitron Systems B.V. c.s  tegen  Gedaagde c.s

Feitelijk ingewikkelde zaak over wortelkanaalmachine. Piepklein IE-componentje wordt niet nader uitgewerkt. “3.6 (…) Dat de overige gedaagden (als bestuurders) onrechtmatig zouden hebben gehandeld heeft Unitron c.s. niet onderbouwd. Deze gedaagden betwisten “het kunstmatig verschuiven van de intellectuele eigendomsrechten” in de zomer van 2005 naar MDCL;”

Lees het vonnis hier.

IEF 6341

ACI / Thuiskopie - Solatube / Atlas - Sun Company / Sol - Izumi / Philips

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008,  HA ZA 05-2233, ACI Adam B.V. c.s. (20 eisers) tegen Stichting De Thuiskopie c.s.

Auteursrecht. “4.4.3. De rechtbank stelt voorop dat het maken van een privé-kopie van illegaal materiaal een illegale handeling is. Deze handeling valt niet onder de werkingssfeer van artikel 16c Aw. In de parlementaire geschiedenis zijn weliswaar aanknopingspunten te vinden voor een andere uitleg, maar de door de minister voorgestane en door de regering onderschreven uitleg, waarbij ervan wordt uitgegaan dat een privé-kopie van een illegale bron legaal is, is in strijd met de drie-stappen-toets van artikel 5 lid 5 van de Richtlijn."

Lees het vonnis hier.

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008, KG ZA 08-492, Solatube International Inc. tegen Atlas-Acomfa B.V.

Merkenrecht, vergelijkende reclame, onrechtmatige mededelingen. Daglichtsystemen.

“4.9. Atlas-Acomfa kan zich niet beroepen op de in artikel 12 lid 1 sub b GMeVo genoemde beperking van de aan het Gemeenschapsmerk verbonden rechtsgevolgen, alleen al omdat voorshands aannemelijk is dat geen sprake is van gebruik volgens de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. Het teken wordt immers primair aangewend om potentiële klanten van Solatube, die bij het invoeren van het merk in een zoekmachine een kennelijke verschrijving hebben gemaakt, naar de website van Atlas-Acomfa te leiden. Deze intentie blijkt uit de oorspronkelijke tekst: “De naam Solartube, die bestaat niet. Maar uw ‘tikfoutje’ heeft u toch mooi op het spoor gezet van Solarspot”. Het feit dat deze zinnen inmiddels zijn verwijderd, verandert niets aan de intentie van Atlas-Acomfa.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008, HA ZA 06-3533, The Sun Company Benelux B.V. tegen Sol de Mallorca B.V.

Merkenrecht, handelsnaamrecht, auteursrecht huisstijl. Zo te zien het 6e vonnis in dit zonnestudiofranchisegeschil.

“4.41. Sol de Mallorca c.s. (…) vorderen daarom in reconventie primair een verklaring voor recht dat zij binnen twee weken na de betekening van voormeld vonnis het gebruik van de handelsnaam, het merk en de huisstijl van Sun hebben gestaakt en gestaakt hebben gehouden.

(…) 4.44. Hierboven onder 4.8 heeft de rechtbank al overwogen dat de kwestie van de inbreuk in 2006 juist door Sol de Mallorca c.s. in reconventie aan de orde is gesteld. Sun kan zich daaraan niet onttrekken door te stellen dat zij dat debat gaarne in een andere door haar nog te initiëren procedure had gevoerd. Het dient dan ook voor rekening van Sun te komen dat zij geen of summier verweer heeft gevoerd in reconventie.

4.45. Zodanig verweer lag in het bijzonder op de weg van Sun nu de voorzieningenrechter al het voorlopig oordeel had gegeven dat de verbeurde dwangsommen hooguit zouden kunnen zien op een tweetal cadeaubonnen met het beeldmerk. In het licht van hetgeen hierboven met betrekking tot het beeldmerk is overwogen ligt het niet in de rede deze bonnen als inbreukmakend, dat wil zeggen inbreukmakend op enig recht van Sun, aan te merken.

4.46. Bij gebreke aan onderbouwd verweer zal dan ook de primair gevoerde verklaring
voor recht worden gegeven.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008, HA ZA 05-447, Izumi Products Company tegen Philips Electronis N.V. c.s.

Octrooirecht. EP elektrisch scheerapparaat. ‘Verjongde messen’. GAT/LuK, Roche /Primus.

“4.3. Het feit dat Philips de nietigheid inroept van EP 043 brengt, ondanks het gegeven dat de buitenlandse rechter op grond van artikel 22 lid 4 EEX-Vo exclusief bevoegd is tot kennisneming van geschillen betreffende de geldigheid van de buitenlandse delen van EP 043 (HvJ EG 13 juli 2007, C04-03, Jur. 2006 I-06509, GAT/LuK), niet mee dat de Nederlandse rechter zijn voornoemde grensoverschrijdende bevoegdheid verliest (HR 30 november 2007, LJN BA9608, Roche-Primus).

4.4. Aanhouding van het oordeel over de inbreuk op de buitenlandse delen van EP 043 totdat de bevoegde buitenlandse rechter over het nietigheidsverweer heeft geoordeeld, is in deze zaak ook niet nodig. Zoals hierna zal blijken, kan de Nederlandse rechter in dit geval namelijk over de vorderingen van Izumi beslissen zonder te hoeven oordelen over de geldigheid van EP 043.

4.5. De Nederlandse rechter heeft geen rechtsmacht ten aanzien van gedaagden 4, 5, 7 en 8. Deze gedaagden zijn niet in Nederland gevestigd.

(…) 4.16. Gelet op het voorgaande moet worden geconcludeerd dat de scheerapparaten van Philips waarin verjongde messen zijn aangebracht, niet alle elementen van conclusie 1 van EP 043 bevatten, en daarmee evenmin van de van die conclusie afhankelijke volgconclusies 2 en 3.

4.17. De scheerapparaten van Philips kunnen ook niet worden beschouwd als equivalenten. Voor zover met de verjongde messen van Philips al hetzelfde resultaat kan worden bereikt als het resultaat dat de uitvinding beoogt, te weten de vermindering van de ophoping van scheerafval, wordt dat resultaat in ieder geval niet bereikt door een equivalente maatregel. Zoals hiervoor reeds is geoordeeld, is volgens het octrooischrift de specifieke wijze van aanbrenging van de uitsparing immers wezenlijk voor de uitvinding. Een op die wijze aangebrachte uitsparing ontbreekt in de verjongde messen van Philips. Sterker nog, het octrooischrift leert de vakman dat met een uitsparing zoals die is aangebracht in de verjongde messen van Philips, het beoogde resultaat juist niet wordt bereikt. Gelet daarop kan niet worden volgehouden dat de uitsparing in de verjongde messen van Philips in wezen dezelfde functie vervult op in wezen dezelfde wijze.”

Lees het vonnis hier.