Alle rechtspraak  

IEF 2295

Tergend en roekeloos geding

Het belang van Limburg bericht dat “Zanger Plastic Bertrand wel degelijk de uitvoerende artiest is van de mythische hit "Ca plane pour moi". Dat heeft het Brusselse hof van beroep bevestigd.

Producent en componist Lou De Prijck eiste dat hij ook als uitvoerend artiest erkend zou worden, maar hij kon hiervan geen bewijs leveren en werd veroordeeld tot een geldboete van 10.000 euro wegens tergend en roekeloos geding.”

 

Lees hier meer.

IEF 2269

Exceptio Obscuri Libelli

Hof van Beroep Antwerpen 19 juni 2006, zaaknr. 2005/AR/1145, Mirror & Glass Manufacturing Group BVBA/Brijs - Distri-Mark BVBA/Plieger (Met dank aan Gino van Roeyen van Banning Advocaten en Bart van de Venster van LVV Advocaten)
 
In eerste aanleg. Benelux Auteursrecht. Zeldzaam procesrechtelijke verweer, de 'obscuur libel' in Belgische auteursrechtelijke kwestie, die daardoor niet inhoudelijk behandeld wordt.

 

Mirror & Glass stellen dat Distri-Mark in België en Plieger in Nederland een spiegel verhandelen, die een inbreuk vormt op de auteursrechten van Mirror&Glass. Distri-Mark c.s. voert daarop aan dat Mirror&Glass heeft nagelaten in de inleidende dagvaarding aan te geven waarop de vermeende inbreuk betrekking heeft. Er zou geen aanduiding zijn door welke handelingen Distri-Mark c.s. deze inbreuken zouden hebben gepleegd. Daardoor zouden zij niet in staat zijn verweer te voeren. Distri-Mark c.s. verzoeken de nietigheid van de inleidende dagvaarding uit te spreken.

De Rechtbank van Turnhout willigt dit verzoek in eerste aanleg in; zij constateert dat Mirror&Glass heeft nagelaten de middelen te vermelden waarop haar vordering rust. In haar dagvaarding heeft Mirror&Glass enkel een aantal foto's van haar eigen spiegels overlegd en een catalogus van Karwei, waarvan zij stelde dat deze de inbreukmakende spiegels van Distri-Mark c.s. bevatten. Distri-mark c.s. hebben deze spiegels echter niet aan Karwei geleverd. Mirror&Glass heeft ook geen catalogi etc. van Distri-Mark c.s. overgelegd waarin de vermeende inbreukmakende spiegels zouden staan.
 
Het Hof van Beroep Antwerpen stelt dat onder "middelen van de vordering" moet worden verstaan, de feitelijke elementen die aan de vordering ten grondslag liggen en niet de rechtsgrond waarop de vordering gesteund is. Door de opgave van de middelen van de vordering moet de verweerder  de mogelijkheid krijgen zijn verweer te organiseren en moet de rechter in de gelegenheid worden gesteld, met de eerbiediging van de rechten van de verdediging , op de regelmatig voorgedragen feiten, onder het voorwerp en de oorzaak van de vordering te wijzigen, de rechtsregels toe te passen op grond waarvan hij de vordering zal inwilligen of afwijzen.
 
Het onderwerp van de inleidende dagvaarding betreft de staking van elke mogelijke namaak, zonder dat omschreven wordt waaruit die namaak bestaat en evenmin wordt omschreven wat het vermeende nagemaakte object zou zijn. Er wordt louter verwezen naar catalogi, niet naar een concreet werk waarvoor auteursrechtelijke bescherming wordt geëist. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechbank Turnhout.
 
Lees vonnis hier en arrest hier.

 

IEF 2251

Drie paar

Het ANP  bericht dat de schoenfabrikant Van Bommel in een kort geding eist dat de Italiaanse branchegenoot Adelchi de productie en verkoop van drie vermeendelijk inbreukmakende modellen staakt. Eén model wordt in Nederland onder meer door Van Woensel onder de naam Trend One verkocht. De Italianen hebben niet gereageerd.

Het kort geding dient dinsdag in Amsterdam. Advocaat E. Louwers van Van Bommel is volgens het bericht "van plan de drie schoenen mee te nemen om de rechter ervan te overtuigen dat er sprake is van namaak-Van Bommels.”

Lees hier iets meer (Telegraaf).

IEF 2244

Dompelpompen

Rechtbank Amsterdam, 22 juni 2006, 342041/06-860p. Reich Gmbh tegen Recreatiegroothandel Haba B.V. c.s. (Met dank aan Bastiaan van Ramshorst, Klos Morel Vos & Schaap).

Een dompelpomp is een pomp die het mogelijk maakt om water omhoog te pompen uit een willekeurig vat, bijvoorbeeld een jerrycan. Dompelpompfabrikant Reich (links) maakt i.c. bezwaar tegen een dompelpomp van Haba c.s. (rechts).

Voor beantwoording van de vraag of de vorm van de dompelpomp technisch is bepaald en daardoor auteursrechtelijke bescherming ontbeert, is een nader onderzoek naar de feiten nodig, waarvoor een kort geding procedure zich niet leent.

Maar ook indien ervan moet worden uitgegaan dat de dompelpomp van Reich auteursrechtelijke bescherming toekomt, dan nog geldt dat er geen sprake is van inbreuk. Voor inbreuk moeten de totaalindrukken van de Reich dompelpomp en de Maas 15 dompelpomp te weinig verschillen voor het oordeel dat de Maas 15 pomp als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt. Dat individuele kenmerken, die op zich niet auteursrechtelijk beschermd zijn, of een deel van de combinatie van die kenmerken zijn/is overgenomen, is daarvoor niet voldoende.

Bij een vergelijking van de Reich dompelpomp met de Maas 15 dompelpomp vallen met name op het verschil in kleur (de Reieh pomp is helder blauw en de Maas 15 pomp is grijs) en de op de Maas 15 pomp aangebrachte ribbels die de Reich pomp mist. Daarnaast verschillen ook de op de pompen aangebrachte woordtekens volledig van elkaar. De op de Reich pomp aangebrachte tekst is immers in het wit, is veel uitgebreider en is in een ander lettertype dan de tekst op de Maas 15 pomp. Deze opvallende verschillen maken dat de totaalindrukken van de dompelpompen geheel anders zijn, waardoor niet kan worden gesproken van een inbreuk op de auteursrechten van Reich.

Met de hiervoor benoemde opvallende verschillen (kleur, ribbels en tekst) heeft Haba c.s. met haar Maas 15 dompelpomp voldoende afstand genomen van de dompelpomp van Reich. Van een slaafse nabootsing door Haba c.s. is dan ook evenmin sprake. In het kader van auteursrechtelijke grondslagen kan geen beroep worden gedaan op nawerking, zodat ook het beroep daarop niet slaagt.

Lees het vonnis hier

IEF 2235

Fama Volat

Jan Libbenga bericht op de veelgelezen Engelstalige website The Register: "Dutch MP3 ruling hit by conflict of interest claims. Judges linked to rights holders.

The impartiality of two of the judges who ruled that Dutch website Mp3search.nl broke the law by posting links to copyrighted files has been called into question. (…) However, reader comments on the Dutch news site Webwereld, which reported on the case, pointed out that two of the three judges involved in the decision are members of organisations that support professional musicians or (music) rights holders.

One of the judges is a member of Comité Executif de l'Association Littéraire et Artistique, whose Dutch subsidiary includes the managing director the Dutch Association of Phonogram and Videogram Producers (NVPI), who is behind anti-piracy organisation BREIN. BREIN took the website to court. The vice president of the court is a member of a Dutch fund which also supports professional musicians.

Dutch lawyer Christiaan A Alberdingk Thijm, who defended Mp3search.nl against BREIN two years ago, said the impartiality of the court was not his biggest concern. "What bothers me more is that this case wasn't defended at all," he told The Register. "The ruling is inherently contradictory. While the court decided not to rule on the issue of copyright infringement by Mp3search.nl, it applied a statement of the WIPO copyright treaty to conclude that the site acted unlawful."

Lees hier meer. Eerder bericht hier. Lees de zinnige en minder zinnige commentaren op Webwereld.nl hier.

IEF 2227

Hogesnelheidsleed

Rechtbank Breda, 9 juni 2006, T&T Design tegen de Staat Der Nederlanden.

Kort geding over een wijziging van de onmiddellijke omgeving van een werk. Aantasting dan wel wijziging van het werk?

"De vorderingen van T&T zijn gebaseerd op de stelling dat de realisering van de hellingbaan op een afstand van ongeveer zeven meter van de voorgevel van het kantoorgebouw Westerhage primair is aan te merken als een aantasting van dit werk in de zin van artikel 25, eerste lid onder d, van de Auteurswet, en subsidiair als een wijziging van dit werk.

Daarnaast levert de aantasting van het kantoorgebouw een onrechtmatige daad op. Ter toelichting is gesteld dat de hellingbaan zeer kort tegen de gevel van het kantoorgebouw is geprojecteerd, dat het zicht op dit gebouw daardoor gedeeltelijk wordt ontnomen, dat het gebouw niet meer wordt gezien als één geheel en dat haar strakke lijnen worden verstoord."

Gelet op de vormgeving van het kantoorgebouw en de combinatie van materialen die is gebruikt, kan het kantoorgebouw worden aangemerkt als een werk. Het auteursrecht heeft uitsluitend betrekking heeft op de vormgeving van het kantoorgebouw. De plaatsing van het kantoorgebouw in de toenmalige ruimte en de ruimtelijke uitstraling van het gebouw spelen daarbij geen enkele rol.

Aangezien het kantoorgebouw zijn oorspronkelijkheid niet ontleent aan de ruimte waarin het is geplaatst, kan de bouw van de hellingbaan niet worden aangemerkt als een wijziging van dat werk als bedoeld in artikel 25 lid 1 onder c van de Auteurswet.
Om te kunnen spreken van een aantasting van het werk als bedoeld in artikel 25 lid 1 onder d, is essentieel dat de eer of goede naam van de auteur daardoor schade wordt toegebracht.

Op zich is denkbaar dat een wijziging van de onmiddellijke omgeving van een werk kan worden aangemerkt als een aantasting van dat werk. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is daarvan in dit geval echter geen sprake. Het kantoorgebouw Westerhage ligt op een bedrijventerrein, omgeven door bedrijfsgebouwen, geluidsschermen, een rijksweg, een spoorlijn en een hogesnelheids-lijn, en boven deze infrastructuurbundel een fiets- en voetgangersverbinding. Als gevolg van deze omliggende bebouwing is het kantoorgebouw reeds verminderd zichtbaar.

Niet valt in te zien hoe de aanleg van de hellingbaan in deze omgeving nog wezenlijk afbreuk kan doen aan de oorspronkelijkheid van het kantoorgebouw Westerhage. Nog minder aannemelijk is dat deze eventuele inbreuk schade zou toebrengen aan de eer of goede naam van T&T. Dat de hellingbaan afbreuk doet aan de gestelde kwaliteit van het gebouw als zichtlocatie en dat hierdoor een lagere huuropbrengst zal worden gerealiseerd, is een economisch argument dat geen rol speelt in het kader van het auteursrecht."

Ook is de aanleg van de hellingsbaan niet onrechtmatig jegens T&T. De gevorderde voorzieningen worden geweigerd.

Lees het vonnis hier.

IEF 2211

Opgegeven webcammeisjes

Voorzieningenrechter Rechtbank Haarlem, 15 juni 2006, LJN: AX8776. Inter It B.V. tegen Webcash B.V.,

Auteursrecht op computerprogramma. Of beter, geen auteursrecht op computerprogramma.

Afdoende samenvatting van Rechtspraak.nl: Eiseres verleent licenties aan providers van sekssites voor gebruik van een door haar ontwikkeld computerprogramma waarmee bezoekers van sekssites direct kunnen zien welke van hun als favoriete(n) opgegeven webcammeisjes op dat moment online zijn, zodat het niet meer nodig is om telkens langs de websites te surfen om te zien of zij met hun favoriete webcammeisje(s) kunnen chatten of haar kunnen bekijken.

Gedaagde heeft een soortgelijk programma op de door haar geëxploiteerde sekssite beschikbaar, waarvan eisers stelt dat dit een imitatie is van het door haar ontwikkelde programma. Het oorspronkelijk karakter van haar programma zou volgens eiseres zijn gelegen in het feit dat bij dit programma, anders dan de tweezijdige notificatie waar programma’s als ICQ of MSN Messenger gebruik van maken, sprake is van eenzijdige notificatie.

Het programma van gedaagde beschikt eveneens over deze functionaliteit. Eenzijdige notificatie is echter een toepassing die veelvuldig wordt gebruikt bij websites, zoals bijvoorbeeld websites waarop actuele beursstanden of actuele uitslagen van sportwedstrijden worden doorgegeven. Nu op zich datgene wat uit een ander werk is overgenomen geen oorspronkelijk karakter bezit, kan niet gezegd worden dat de eenzijdige notificatie een element is dat tot auteursrechtelijke bescherming van dat programma moet leiden.

Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat de functionaliteit van de eenzijdige notificatie een reeds bestaand element betreft dat door gedaagde is verwerkt in haar programma. Daar komt bij dat in Duitsland reeds in 2003 een soortgelijk programma genaamd “Stripplayer”, met nagenoeg dezelfde functionaliteit beschikbaar was. Door eiseres zijn voorts geen andere redenen aangevoerd op grond waarvan wel gezegd zou kunnen worden dat haar programma een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het is niet aannemelijk geworden dat sprake is van volledige, en daarmee onrechtmatige, nabootsing van het computerprogramma van eisers.
 
Lees het vonnis hier.

IEF 2210

Bedenk zelf maar een originele titel

Rechtbank Utrecht, 16 juni 2006, KG ZA 06-462. Anne-Claire Petit tegen Bon'aparte Postshop B.V. (Met dank aan Chantal Morel, Klos Morel Vos & Schaap).

Aanhaken en na-apen. Inbreuk auteursrecht en richtlijnconforme vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten.

Een van de ontwerpen uit de dierencollectie van de Nederlandse ontwerpster Anne-Claire Petit is een gehaakte aap (links). Bon ’a Parte exploiteert een postorderbedrijf voor dames-, heren- en kinderkleding. Bon’a Parte heeft/had op haar website een gehaakte aap in de aanbieding onder de naam “knuffel gehaakte zeerover” (rechts). Bon’a Parte heeft de gehaakte aap ook afgebeeld in haar zomercatalogus.

De vraag of  de Petit-aap een werk in auteursrechtelijke zin is, en dientengevolge bescherming geniet, wordt voorshands bevestigend beantwoord. Het ontwerp van de aap van AnneClaire Petit dateert uit 2002 en Anne-Claire Petit heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat ten tijde van het ontwerp en liet verschijnen van de eerste exemplaren in september 2002 geen soortgelijke uitvoeringen van knuffel-apen of speelgoed-apen in omloop waren.

Anne-Claire Petit heeft  voldoende aannemelijk gemaakt dat haar gehaakte aap een aantal zeer onderscheidende elementen vertoont, waardoor er sprake is van een eigen herkenbare creatie die is uitgebracht in een eigen lijn met een eigen uitstraling. Voorshands moet de Petit-aap derhalve worden aangemerkt als een werk in de zin van de auteurswet.

Anne-Claire Petit heeft voorshands ook voldoende aannemelijk gemaakt dat de overeenstemmende totaalindruk van de beide gehaakte aapjes veroorzaakt worden door de gelijkenis van auteursrechtelijk beschermde trekken van de Petit-aap. De verschillen betreffen slechts enkele ondergeschikte punten (zoals het gestreepte truitje, de vorm van het linkeroog en het ooglapje) en doen slechts in geringe mate af aan de totaalindruk van overeenstemming.

Het feit dat de gehaakte zeerover nagenoeg even groot is met nagenoeg dezelfde vorm en lengte van de verschillende ledematen, het witte gezichtje zonder reliëf van een neus of snuit, de plaats en de vorm van de oortjes inclusief de omlijning daarvan in een contrasterende kleur, de witte handjes en voetjes, doet voorshands een zelfde afkomst vermoeden en rechtvaardigen de conclusie dat er sprake is van een inbreukmakend werk.

Zowel de afbeelding van de inbreukmakende aap in de “Bon ‘a Parte Cids voorjaar — zomer 2006” als in de uitverkoopcatalogus zijn te beschouwen als ongeoorloofde openbaarmakingen van de inbreukmakende aap. Hetgeen Bon’a Parte ten aanzien van de foto’s heeft gesteld, leidt echter wel tot de conclusie dat een totale recall van de uitverkoopcatalogus niet zal worden toegewezen. Daarbij is van belang dat de inbreukmakende aap reeds uit het assortiment is verwijderd, de verkoop daarvan is gestaakt en de catalogus (slechts) tot 1juli 2006 wordt gebruikt.
 
Naast het gebod om iedere verdere inbreuk te staken, veroordeelt de voorzieningenrechter Bon ‘a Parte om binnen 7 dagen na betekening gedurende een periode van vier weken een mededeling op de homepage van haar website te plaatsen, te weten direct in beeld bij het openen van de pagina, zonder enige nadere toelichting in woord of beeld.

De vordering strekkende tot vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten is toewijsbaar. Nu de implementatietermijn van de Richtlijn 2004/48/EG is verstreken, leidt een richtlijnconforme interpretatie van art. 237 RV tot het oordeel dat de werkelijk door Anne-Clair Petit gemaakte kosten door Bon ’a Parte dienen te worden vergoed. Hiervoor is van belang dat Bon’a Parte, hoewel daartoe diverse malen gesommeerd, de inbreuk niet terstond heeft gestaakt en ook geen onthoudingsverklaring heeft afgegeven.

Lees het vonnis hier.

IEF 2208

Muziekminnende bezoekers

Gerechtshof Amsterdam, 15 juni 2006, LJN: AX7579. Hoger beroep Stichting Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland (BREIN) tegen Techno Design 'Internet Programming' B.V. 

Soort Nederlandse variant op Grokster. Wat mp3-zoekmachine Techno Design fout doet is dat zij handelt in strijd met het maatschappelijk verkeer. Bijkomend voordeel is dat zo een standpunt over auteursrechtinbreuk kan worden vermeden.

“Techno Design is de exploitant van de website zoekmp3.nl en een aantal soortgelijke aan zoekmp3.nl verwante sites, verder te zamen aan te duiden als zoekmp3.nl. Techno Design faciliteert met haar website het zoeken van mp3-muziekbestanden (dat zijn gecomprimeerde informatie-bestanden) op het ‘World Wide Web’. Zij levert na ontvangst van een zoekopdracht van een bezoeker van haar website hyperlinks/deeplinks naar het door hem of haar gewenste mp3-muziekbestand op het ‘World Wide Web’.

Als haar bezoeker die link aanklikt, maakt zijn computer contact met de server waarop het gevonden bestand staat en wordt het bestand direct gedownload naar de computer van de bezoeker. Via de website van Techno Design kan de bezoeker eveneens informatie over de gevonden mp3-muziekbestanden verkrijgen, bijvoorbeeld kwaliteitsinformatie, welke informatie in de databank van Techno Design is opgeslagen. De links die Techno Design aanbiedt hebben hoofdzakelijk betrekking op mp3-bestanden van muziek die behoort tot het populaire repertoire.

Nadat Techno Design zich op het standpunt had gesteld dat haar geen rechtens relevant verwijt viel te maken, heeft Techno Design de Stichting Brein in rechte betrokken teneinde, kort gezegd, te doen vaststellen dat haar handelwijze rechtens toelaatbaar is. Stichting Brein heeft zich daartegen verweerd en tegenvorderingen ingesteld.

De eerste grief is gericht tegen de vaststelling door de rechtbank dat de data, URL’s, (grotendeels) worden verzameld door een robot, een zogenaamde webspider. Met haar grief stelt Stichting Brein de vraag aan de orde hoe de mate van betrokkenheid van Techno Design bij de opbouw van haar database die haar bezoekers in staat stellen om ongeautoriseerde mp3-muziekbestanden te vinden op het ‘World Wide Web’, moet worden geduid.

Met deze grief heeft Stichting Brein geen succes. Zij ziet eraan voorbij dat de rechtbank door toevoeging van het woord ‘grotendeels’ tot uitdrukking heeft gebracht dat het databestand niet alleen automatisch is opgebouwd door gebruik te maken van een of meer webspiders, maar dat daaraan ook eigen handmatige activiteit van Techno Design te pas is gekomen.

De grieven 2 tot en met 6 stellen, kort gezegd, de vraag aan de orde of en zo ja, in hoever Techno Design met haar handelwijze inbreuk maakt op enig auteurs- en/of naburig recht. Deze kwestie zal het hof laten rusten. Het geeft er de voorkeur aan de grieven 7 tot en met 12 te bespreken, omdat het hof deze grieven gegrond acht en hetgeen Stichting Brein in dat verband heeft aangevoerd leidt tot de toewijzing van haar vorderingen.

Die grieven stellen via verschillende invalshoeken de vraag aan de orde of de handelwijze van Techno Design jegens de aangeslotenen van Stichting Brein onrechtmatig moet worden geoordeeld.

Techno Design valt niet op één lijn te stellen met een zogenoemde ISP (Internet Service Provider). Haar handelwijze strekt aanzienlijk verder dan die van een ISP. Daarom komt haar niet dezelfde bescherming toe als een ISP - gelet op haar maatschappelijke betekenis - toekomt.
Voor een ISP geldt in de bewoordingen van het ‘Agreed Statement’ bij artikel 8 van het WIPO-Auteursrechtverdrag: “It is understood that the mere provision of physical facilities for enabling or making a communication does not in itself amount to communication within the meaning of this Treaty or the Berne Convention. It is further understood that nothing in Article 8 precludes a Contracting Party from applying Article 11 bis.”

Tot het passieve gedrag dat in artikel 8 tot uitdrukking is gebracht is de handelwijze van Techno Design bepaald niet beperkt gebleven. Techno Design heeft immers niet alleen haar muziekminnende bezoekers tot communicatie met andere muziekliefhebbers in staat gesteld, maar zij heeft ook de door haar verzamelde data zodanig bewerkt dat zij het zoeken van mp3-muziekbestanden voor bezoekers van haar website zeer aanzienlijk heeft vergemakkelijkt. Bovendien verschaft zij haar bezoekers bij die muziekbestanden de nodige voor die bezoekers terzake dienende informatie.

Techno Design is in beginsel vrij om haar eigen zoekmachine te exploiteren en daarmee winst te behalen, ook als dit een zoekmachine is gericht op mp3-muziekbestanden. Haar handelwijze is niet zonder meer onrechtmatig jegens al diegenen aan wie het auteursrecht dan wel de naburige rechten op de mp3-muziekbestanden toekomt, ook al is zij bekend met het feit dat degenen die de bestanden openbaar maken inbreuk plegen op de auteursrechten dan wel naburige rechten van derden.

Onderzocht moet derhalve worden of die handelwijze in de bijzondere omstandigheden van dit geval desalniettemin als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd.

Techno Design bouwde haar databestand op door gebruik te maken van de openbaarmaking van mp3-muziekbestanden op het ‘World Wide Web’. Techno Design heeft onvoldoende weersproken dat het leeuwendeel van de openbaarmakingen op het ‘World Wide Web’ van mp3-muziekbestanden waarin Techno Design is geïnteresseerd en ten aanzien waarvan Techno Design het zoeken door middel van haar zoekmachine faciliteert, ongeautoriseerd is en dat Techno Design dit weet.

De omstandigheid dat Techno Design haar databestand onder meer opbouwt met behulp van een of meer webspiders brengt niet mee dat niet van die wetenschap kan worden uitgegaan. Techno Design kan zich niet achter die webspiders verschuilen.

Techno Design heeft evenmin voldoende gemotiveerd betwist de stelling van Stichting Brein dat het overgrote deel van de bezoekers van haar website op zoek is naar ongeautoriseerde mp3-muziekbestanden en dat zij, Techno Design, daarvan op de hoogte is.

Dit alles betekent dat Techno Design wist dat haar zoekmachine systematisch en structureel zou verwijzen naar ongeautoriseerde openbaarmakingen van auteurs- en nabuurrechtelijk beschermde mp3-muziek-bestanden.

Vastgesteld moet voorts worden dat Techno Design inkomsten verwierf met haar zoekmachine. Naarmate meer bezoekers haar website bezochten, werden haar reclame-inkomsten groter en had zij grotere afzetmogelijkheden voor de door haar te koop aangeboden ringtones.


Techno Design verwierf haar inkomsten dus overwegend althans voor een belangrijk deel door structureel gebruik te maken van de beschikbaarheid op het ‘World Wide Web’ van ongeautoriseerde mp3-muziekbestanden, klaarblijkelijk zonder rekening te houden met de belangen van de auteurs- en nabuurrechthebbenden.

Dat nu is, in aanmerking genomen de fundamentele belangen van de rechthebbenden die hier in het geding zijn, in strijd met de zorgvuldigheid die Techno Design in het maatschappelijk verkeer betaamt en dus onrechtmatig jegens de rechthebbenden wier belang Stichting Brein zich heeft aangetrokken dan wel vertegenwoordigt.

Aan de conclusie dat Techno Design onrechtmatig handelt staat niet in de weg dat Techno Design haar bezoekers waarschuwt voor ongeautoriseerde mp3-muziekbestanden. Die waarschuwing is niet afdoende. Zo’n waarschuwing gaat ten onrechte voorbij aan de aan Techno Design bekende realiteit dat haar bezoekers voor het leeuwendeel op zoek zijn naar ongeautoriseerde mp3-muziekbestanden en zich van zo’n waarschuwing niets plegen aan te trekken. Techno Design mocht er daarom niet op vertrouwen dat haar waarschuwing zou helpen om auteurs- en nabuurrechtelijke inbreuken tegen te houden.

De omstandigheid dat het technisch nog niet goed mogelijk is om de zoekmachine onderscheid te laten maken tussen geautoriseerde en ongeautoriseerde mp3-muziekbestanden in de omstandigheden waarin Techno Design opereerde geen relevante verontschuldiging voor haar op.

Tot slot heeft het hof op de voet van de dertiende grief van Stichting Brein te onderzoeken of de door de rechtbank in conventie gegeven verklaringen van recht in stand kunnen blijven. Volgens Stichting Brein zijn deze verklaringen van recht te ruim en te algemeen geformuleerd.

Stichting Brein stelde met haar verweer aan de orde dat voor de gevorderde verklaringen van recht (als bedoeld in artikel 3:302 Burgerlijk Wetboek) geen plaats is, als niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld wat tot het als rechtmatig aan te merken gedrag moet worden gerekend. Nu onweersproken is gebleven dat hetgeen wordt omschreven in rechtsoverweging 2 onder e in het vonnis waarvan beroep breed uitwaaiert over tientallen andere sites en bovendien niet stabiel is, gaan de gevorderde verklaringen van recht de hier te stellen grenzen te buiten.

Lees het arrest hier. Vonnis Rechtbank Haarlem hier (via solv.nl)

IEF 2198

woensdag gepubliceerd

Nu.nl bericht dat "uit een woensdag gepubliceerd onderzoek blijkt dat het merendeel van de software die via veilingsites wordt verhandeld illegaal is. Het grootste deel gaat via Marktplaats.nl of Speurders.nl. Microsoft kondigt juridische acties aan tegen de aanbieders."

Lees hier iets meer.