Alle rechtspraak  

IEF 1869

Implementação

HvJ EG, 4 april 2006, conclusie AG Sharpston, zaken  C-53/05  en C-61/05. Commissie tegen Portugal. Let op met verhuur- leenrecht in Portugal:

Accordingly I suggest that the Court should: In Case C-53/05, declare that Portugal has failed to fulfil its obligations under Article 5, read in conjunction with Article 1, of Council Directive 92/100/EEC of 19 November 1992 on rental and lending rights and on certain rights relating to copyright in the field of intellectual property and in Case C-61/05, declare that Portugal has failed to fulfil its obligations under Articles 2 and 4 of Council Directive 92/100/EEC of 19 November 1992 on rental and lending rights and on certain rights relating to copyright in the field of intellectual property.

Lees de conclusies hier en hier. (Nederlandse tekst niet beschikbaar).

IEF 1865

Illustratief

Rechtbank ’s-Gravenhage, 29 maart 2006, 211014/ HA ZA 03-3410. Winston Delano Citroen tegen Rebo Productions B.V. (Met dank aan Bjorn Schipper, Van der Steenhoven Advocaten).

Vonnis in de door illustrator Winston Citroen aangespannen bodemprocedure tegen uitgeverij Rebo Productions over de in of omstreeks 1984 verschenen uitgave “Jan Brusse’s Frankrijk Omnibus”. In de uitgave zijn zonder voorafgaande toestemming illustraties van Citroen opgenomen. Ook zijn enkele illustraties van Citroen gewijzigd en is de copyright notice verwijderd. De oorspronkelijke illustraties van Citroen zijn in 1979 met zijn toestemming voor het eerst gepubliceerd in het boek “Vrijheid, gelijkheid en wat broederschap” van Jan Brusse.

Gesteggel over al dan niet tussen partijen getroffen minnelijke regeling gaat vooraf aan de inhoudelijke beoordeling van de zaak. Achteraf voorgestelde wijzigingen in een al eerder voorgelegde onthoudingsverklaring worden niet geaccepteerd. De Rechtbank overweegt dat reeds daarom tussen partijen géén overeenstemming is bereikt over de inhoud van een minnelijke regeling.

De Rechtbank overweegt vervolgens dat als gevolg van de verspreiding van de gewraakte omnibus sprake is van inbreuk op de auteursrechten van Citroen, in het bijzonder het openbaarmakingsrecht. Tevens is sprake van schending van de persoonlijkheidsrechten van Citroen. Géén uitputting van de auteursrechten van Citroen.

De Rechtbank rekent de gepleegde inbreuk aan Rebo Productions toe, en overweegt dat van een professionele exploitant van auteursrechtelijk beschermd materiaal verwacht mag worden dat zij enig onderzoek zou verrichten naar het gevaar van mogelijke inbreuk op een auteursrecht op de illustraties alvorens de omnibus in het verkeer te brengen.

Niettemin oordeelt de Rechtbank dat de gevorderde verklaring voor recht en het verbod moeten worden afgewezen. Het feit dat Rebo Productions geen exemplaren van de gewraakte omnibus (meer) in haar bezit heeft alsmede het ontbreken van een dreiging van inbreuk staan aan toewijzing hiervan in de weg. Nu boekhouding uit 1984 niet (meer)voorhanden is, wordt gevorderde opgave eveneens afgewezen.

Gevorderde afdracht van de door Rebo Productions op onrechtmatige wijze genoten winst wordt toegewezen. De Rechtbank begroot deze winst onder toepassing van artikel 6:97 BW en artikel 27a lid 1 Aw naar billijkheid op 10% van de inkoopprijs van de gewraakte omnibus.

Lees vonnis hier.

IEF 1833

De mare Liberum

Rechtbank Leeuwarden, 1 maart 2006, HA ZA 05-36. Imtech Marine & Offshore BV tegen  Alewijnse Noord BV en IP Engineering BV.  (Met dank aan Christel Jeunink, Dirkzwager Advocaten & Notarissen

Over de vraag of Imtech auteursrechten kan inroepen voor hoofdschakelkasten bestemd voor schepen, en zo ja, of Alewijnse Noord en IP Engineering inbreuk hebben gemaakt op deze auteursrechten.

Zowel Alewijnse Noord als Imtech leveren diensten op het gebied van boordautomatisering. Beide partijen vervaardigen in dit kader hoofdschakelkasten. IP Engineering is zowel leverancier van Alewijnse Noord als van Imtech. Royal Huisman Shipyard, een grote scheepswerf voor luxe jachten, heeft Alewijnse Noord een opdracht gegund tot het vervaardigen van een hoofdschakelkast. IP Engineering is door Alewijnse Noord ingeschakeld voor de vervaardiging van het plaatwerk van de betreffende hoofdschakelkast. In de procedure voor de Rechtbank Leeuwarden stelt Imtech dat de geleverde hoofdschakelkast een verveelvoudiging is van eerder door haar vervaardigde hoofdschakelkasten en vordert onder meer een inbreukverbod.

De vorderingen van Imtech stranden op het primaire verweer van Alewijnse Noord en IP Engineering, namelijk dat geen auteursrechten op de hoofdschakelkasten rusten, omdat de uiterlijke kenmerken uitsluitend het resultaat zijn van technische eisen en derhalve objectief bepaald zijn. 

De rechtbank is wel met Imntech van oordeel dat de functionaliteit van een (element van een) product niet per definitie verhindert dat het product een eigen oorspronkelijk karakter heeft. De stelling van Imtech dat de maker subjectieve keuzes heeft gemaakt neemt echter niet weg dat die keuzes grotendeels objectief zijn bepaald, omdat ze voornamelijk gericht zijn op een beoogd technisch effect. Dát er keuzes zijn gemaakt onvoldoende, het gaat erom wat voor soort keuzes er zijn gemaakt.

Lees het vonnis hier.

IEF 1829

Goh

Rechtbank Zutphen, 13 februari 2006, LJN: AV6421. Van den Hurk Beheer B.V. tegen gedaagde.

Merkregistratie niet meer nodig: auteursrecht op logo, maar ook op de (merk)naam.

De voorzieningenrechter acht het voldoende aannemelijk dat de vennootschap onder firma van gedaagde en de bestuurder Van Den Hurk Beheer BV de naam/het logo “O-NE” in de brief van 25 april 2005 als van haar afkomstig heeft openbaargemaakt. Op deze brief is niet de naam van de oorspronkelijke maker vermeld. Gesteld noch gebleken is dat de openbaarmaking onder de bedoelde omstandigheden onrechtmatig was. Ingevolge artikel 8 van de Auteurswet leidt dit ertoe dat de vennootschap onder firma van gedaagde en de bestuurder Van Den Hurk Beheer BV als de maker van dat werk wordt aangemerkt.

Onder deze omstandigheden wordt de gestelde overdracht van de auteursrechten van Studio Baz aan Van den Hurk Beheer BV als ongeldig gepasseerd, omdat er - zonder tegenbewijs, waarvoor in deze procedure geen plaats is – van wordt uitgegaan dat Studio Baz niet (meer) bevoegd was om de auteursrechten over te dragen. Daarbij komt nog dat voor deze overdracht een akte nodig is en dat een dergelijke akte in deze procedure niet is overgelegd noch dat het bestaan ervan op overige wijze aannemelijk is geworden. Uit het vorenstaande volgt dat onvoldoende aannemelijk is dat Van den Hurk Beheer BV auteursrechtelijke aanspraken heeft op de naam en/of het logo “O-NE”.
Het voeren van een handelsnaam betekent het bij het publiek ter identificatie gebruiken van een naam. Het sturen van een rekening door BAZ aan Van den Hurk Beheer BV op 17 april 2005 wordt niet aangemerkt als het voeren van de handelsnaam “O-NE” in voormelde zin, zodat de brief aan Sita van 25 april 2005 als het eerste - bepalende – voeren van de handelsnaam zal worden beschouwd.

Gedaagde wordt gevolgd in zijn verweer dat de vermelding van “onderdeel van Van den Hurk Beheer BV” op het briefpapier, nog niet betekent dat de handelsnaam “O-NE” door Van den Hurk Beheer BV werd gevoerd.

Nu voormelde brief is ondertekend met de namen van bestuurder Van Den Hurk Beheer BV en gedaagde met daarachter de vermelding O-NE, is voldoende aannemelijk geworden dat - zoals gedaagde stelt - de naam voor het eerst werd gevoerd door een als een v.o.f. te kwalificeren samenwerkingsverband tussen bestuurder Van Den Hurk Beheer BV en gedaagde.

Dat het kantooradres van Van den Hurk Beheer BV en “onderdeel van Van den Hurk Beheer BV” op het briefpapier vermeld staan en dat Van den Hurk Beheer BV voor het bedenken van de naam zou hebben betaald is in de onderhavige procedure niet relevant, nu dit niet betekent dat is voldaan aan het beslissende criterium van het zich onder de naam O-NE in het handelsverkeer begeven.

Uit het vorenstaande volgt dat onvoldoende aannemelijk is dat Van den Hurk Beheer BV de oudste rechten heeft op het gebruik van de handelsnaam O-NE

Lees het vonnis hier.


v

IEF 1808

Routeplanner

Rechtbank Arnhem, 21 maart 2006, LJN: AV6016. Algemene Omroepvereniging AVRO tegen Leo De Haas Tv-Produkties B.V. Contractrecht en wellicht interessant voor de liefhebbers van formats en aanverwante mediazaken.

De kort gedingrechter is van oordeel dat de AVRO en Leo de Haas TV Producties BV zijn overeengekomen hun samenwerking met betrekking tot het programma Blik Op De Weg  voort te zetten aan de hand van de toen gemaakte afspraken. Op grond van het contract met de AVRO is het De Haas verboden om tot 4 december 2006 overleg te voeren met Talpa en/of mee te werken aan uitzending door Talpa van Blik op de Weg.

De Haas blijkt zelf onderdeel te zijn van het format en moet dus ook zelf opdraven: “Bovendien kan AVRO op grond van het bij bedoelde overeenkomst behorende programmaformat (zie 2.3.) van De Haas eisen dat Leo de Haas de aflevering(en) van Blik op de Weg presenteert. (2.3. Het als bijlage 1 bij de onder 2.2. genoemde productieovereenkomst behorende programmaformat luidt onder meer als volgt.”De presentatie is in handen van Leo de Haas en kan in de studio of op lokatie opgenomen zijn.”).” Lees het vonnis hier.

 

IEF 1800

Zoek de verantwoordelijke

BN/DeStem bericht dat  “persfotograaf Albert Seghers uit Clinge 900 euro wil hebben van RTL en anders daagt hij de zender voor de rechter. In Jensen! werd Seghers’ foto van vishandelaar Mangnus uit Kapellebrug getoond met het commentaar: ‘Jaap Jongbloed heeft een nieuwe baan gevonden.’ Seghers vindt dat inbreuk is gepleegd op zijn auteursrecht en hij voelt zich moreel geschaad door de grap. „Ik ben het beu. Ik investeer in dure camera’s en computers en zij jatten gewoon mijn foto. Ze hadden vooraf mijn toestemming moeten vragen en aan bronvermelding moeten doen.”

Het artikel richt zich verder op de vraag wie er nu eigenlijk verantwoordelijk is.  Volgens Seghers’ advocaat,  F. de Vleesschauwer  uit Terneuzen, probeert RTL de claim af te schuiven op producent Eyeworks , ‘H. Hermans’, die een maandelijkse juridisch rubriek heeft in het fotografietijdschrift Focus, wijst RTL aan als verantwoordelijke partij, maar RTL vindt weer dat Eyeworks verantwoordelijk is: „Als er iets mis is met een product wat Albert Heijn verkoopt, dan is niet de supermarkt verantwoordelijk, maar de fabrikant van het product. Eyeworks had dus moeten checken of er auteursrechten op de foto zaten.“ Eyeworks heeft de zaak in behandeling en geeft nog geen commentaar. Lees hier iets meer.

IEF 1795

En voor in het weekend

Verse en minder verse rechtspraak (Met dank aan het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage):

1- Gerechtshof 's-Gravenhage, 10 oktober 2003, LJN: AS4824, BK-00/00153. Loonbelasting. Navordering. Vergoeding voor populariteits- en portretrechten van profvoetballers behoort tot het loon. Boete wegens opzet (hier).

2 - Gerechtshof  ‘s-Gravenhage, 23 februari 2006, Ipko-amcor tegen Marie-Claire Album S.A. Merkenrecht (hier).

3 - Gerechtshof  ’s-Gravenhage, 22 december 2005, Bond van medewerkers in het Notariaat tegen Monkey-IT V.O.F. Handelsnaamrecht, domeinnaam denotarisklerk.nl (hier).

4 - Gerechtshof  ’s-Gravenhage, 23 februari 2006, Bond van medewerkers in het Notariaat tegen Monkey-IT V.O.F. Handelsnaamrecht, domeinnaam denotarisklerk.nl (hier).

5 - Gerechtshof  ’s-Gravenhage, 17 november 2005, Suriname Alcoholic Beverages tegen Bharat B.P.L. & Son V.O.F. Merkenrecht(hier).

- Gerechtshof  ’s-Gravenhage, 26 januari 2006, Suriname Alcoholic Beverages tegen Bharat B.P.L. & Son V.O.F Merkenrecht(hier).

7 -Gerechtshof ’s-Gravenhage, 23 februari 2006, 04/1096. Glaxo Group Ltd c.s. tegen Asklepios V.O.F. c.s. Merkenrecht, parallelhandel geneesmiddelen. Lees het arrest hier.

8 -Rechtbank Rotterdam, 8 maart 2006, LJN: AV5289. Haw Par Corporation Limited c.s. Tegen Flying Peacock Baynath B.V. c.s.  Merkenrecht, Geen sprake van verwording tot soortnaam en/of verlies van onderscheidend vermogen. Lees het vonnis hier

IEF 1773

Weer een brug te ver

Rechtbank Amsterdam 8 maart 2006, 315819 / H 05.143. V.O.F. Fotografie Paul Martens tegen PCM Uitgevers B.V. (Met dank aan Brinkhof)

Fotograaf Paul Martens heeft een luchtfoto gemaakt van de Erasmusbrug tijdens de Marathon Rotterdam. Deze foto (boven) is in 1998 in het AD geplaatst. In 2003 plaatst het AD een foto van fotograaf Cor de Kock(onder). Dit betreft eveneens een luchtfoto van de Erasmusbrug tijdens de marathon en is vanuit ongeveer dezelfde hoek genomen als de foto van Martens. Martens beroept zich jegens het AD (PCM) op zijn auteursrechten.

De rechtbank Amsterdam is van oordeel dat de foto van Martens in beginsel auteursrechtelijke bescherming geniet maar niet dat er sprake is van voldoende overeenstemming om van een verveelvoudiging te kunnen spreken. Het onderwerp en het fotograferen van een prominent onderdeel van de brug (namelijk de pylon) zijn geen auteursrechtelijk te monopoliseren elementen.

Verder vindt de rechter de onderlinge verschillen dermate groot dat van een nabootsing niet kan worden gesproken, waarbij de rechter overigens in beide gevallen uitgaat van de bijgesneden foto’s zoals die zijn gepubliceerd en niet van de originele foto’s zoals die zijn genomen. Lees het vonnis hier.

IEF 1754

Het dagelijks bestaan

Rechtbank Amsterdam, 9 maart 2006, LJN: AV4204. Adam Curry c.s. tegen Audax / Weekend. (Met dank aan Jan Willem van Dijk, Van Mens &Wisselink)

Creative Commons duikt op in de Nederlandse rechtspraak. Weekend heeft zich niet aan de voorwaarden van een CC Licentie gehouden en moet daar voor boeten. Maar geen portretrecht, devaluatie van het merk Adam Curry en geen materiële, immateriële of reputatieschade.

In het weekblad Weekend van 18 januari jl. is een reportage verschenen over het gezin Curry. Onder de noemer “Het treurige leven van Patricia Paay en Adam Curry” en met koppen als “Zo leven Patricia Paay en Adam Curry voor de buitenwereld”. Op deze pagina’s zijn vier foto’s geplaatst die door Adam Curry zijn gemaakt en waarop eisers te zien zijn. Bij deze foto’s is vermeld: Foto’s: © Adam Curry. De vier foto’s zijn afkomstig van www.flickr.com. De foto’s zijn door Adam Curry op deze website geplaatst.  Een andere kop luidt: “...Maar zo is het dagelijks bestaan!”. Op deze pagina zijn twee foto’s van Patricia Paay afgedrukt waarop te zien is dat zij boodschappen doet. Ook het leven van de dochter van het echtpaar wordt in het artikel besproken.

Audax is  kort gezegd – verzocht c.q. gesommeerd de verkoop van Weekend nummer 3 van 2006 te staken, zich blijvend te onthouden van het afbeelden van de portretten van eisers, een rectificatie te plaatsen en € 10.000,- als voorschot op de schadevergoeding te betalen. In nummer 4 van 2006 van Weekend, verschenen op 25 januari 2006, is op pagina 4 de volgende tekst geplaatst:

Mededeling betreffende familie Curry. In het vorige nummer van Weekend hebben wij aandacht besteed aan Adam Curry, Patricia Paay en hun dochter. Adam Curry heeft ons via zijn advocaat laten weten dat zijn privacy en die van zijn gezin ernstig zijn aangetast door onze publicatie. Bij deze publicatie plaatsten wij foto’s afkomstig van een virtueel fotoalbum op het internet. Wij hadden toestemming dienen te vragen voor publicatie van deze foto’s. Wij betreuren het dat wij dat niet gedaan hebben en bieden de familie Curry daarvoor onze excuses aan. Redactie Weekend

Eiser vinden deze rectificatie alleen onvoldoende en vorderen o.a. gedaagden op straffe van dwangsommen ieder gebruik, iedere verveelvoudiging en/of iedere openbaarmaking van werken en/of portretten van eisers zonder voorafgaande toestemming te verbieden, tenzij dit gebruik in overeenstemming is met de zogenaamde Creative Commons Public License Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.0 (hierna: de Licentie);

Eisers stellen een spoedeisend belang te hebben bij hun vorderingen. Zij lijden schade, onder meer omdat het betreffende nummer van Weekend nog steeds in leesmappen circuleert. Nu Adam Curry zijn naam als merk heeft gedeponeerd, leidt dit tot een afname van de waarde van dit merk. Ook vormt de publicatie een inbreuk op (overige) commerciële exploitatiemogelijkheden van de auteurs- en portretrechten van Adam Curry en Patricia Paay.

Zo zal het moeilijker worden sponsors te krijgen voor de weblog van Adam Curry. Daarnaast willen eisers op geen enkele wijze worden geassocieerd met Weekend. De rectificatie in Weekend nummer 4 van 2006 is gezien lay-out, plaatsing en inhoud niet toereikend om die schade weg te nemen.

De rechtbank is het gedeeltelijk met het gezin Curry eens. De vier van www.flickr.com afkomstige foto’s zijn door Adam Curry gemaakt en door hem op die website geplaatst. Uitgangspunt is dat het auteursrecht op de vier foto’s bij hem berust en dat de foto’s, door plaatsing op die website, onder de werking van de Licentie vallen. Audax dient zich dan ook te houden aan de voorwaarden die in de Licentie worden gesteld aan het gebruik door derden van die foto’s. Dat Audax door de mededeling ‘This photo is public’ op het verkeerde been is gezet (en daardoor geen kennis heeft genomen van de inhoud van de Licentie), is niet onbegrijpelijk, maar er mag van haar als professionele partij worden verwacht dat zij een goed en nauwkeurig onderzoek verricht alvorens zij foto’s die afkomstig zijn van het internet afdrukt in het blad Weekend.

Indien zij een dergelijk onderzoek had verricht, was zij door middel van het aanklikken van het symbool bij de mededeling ‘some rights reserved’ gestuit op (de verkorte versie van) de Licentie. Bij twijfel over de toepasselijkheid en de inhoud van de Licentie had zij de rechthebbende op de foto’s (in dit geval Adam Curry) toestemming voor publicatie moeten vragen. Audax heeft nagelaten een dergelijk nauwkeurig onderzoek te verrichten en zij heeft te gemakkelijk verondersteld dat het publiceren van de foto’s wel in orde zou zijn. Audax heeft de voorwaarden als opgenomen in de Licentie niet in acht genomen (waarover hierna onder 6 meer).

De vordering is dan ook toewijsbaar, in die zin dat het gedaagden verboden zal worden alle foto’s die door Adam Curry op www.flickr.com zijn geplaatst te publiceren, tenzij dit geschiedt in overeenstemming met de voorwaarden van de Licentie. De aan deze veroordeling te verbinden dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd als na te melden. De toezegging van gedaagden de foto’s niet nogmaals te publiceren, staat niet aan toewijzing van deze vordering in de weg. De toezegging is immers pas ter zitting gedaan en beperkt zich tot de vier reeds gepubliceerde foto’s.

Vervolgens komt aan de orde wat in dit geval de schade is van het niet in acht nemen van de in de Licentie opgenomen voorwaarden en hoe eventuele schade beperkt kan worden. Blijkens de stellingen van eisers zijn twee van die voorwaarden, opgenomen in de artikelen 4 sub a en 4 sub c, geschonden. Artikel 4 sub a van de Licentie bepaalt – kort gezegd – dat bij gebruik van het werk in de vorm van (onder meer) distributie en publieke tentoonstelling een kopie van de Licentie ingesloten dan wel verstrekt moet worden.

Eisers hebben terecht gesteld dat in het betreffende nummer van Weekend iedere verwijzing naar de Licentie ontbreekt. Nu echter bij de foto’s wèl is vermeld: Foto’s: © Adam Curry èn nu Audax in Weekend nummer 4 van 2006 de geciteerde mededeling heeft geplaatst, is Adam Curry er voorshands onvoldoende in geslaagd om aannemelijk te maken wat (nu nog) de schade is van het niet in acht nemen van deze voorwaarde.

Hetzelfde geldt voor de voorwaarde zoals opgenomen in artikel 4 sub c van de Licentie. Deze voorwaarde bepaalt – kort gezegd – dat de gebruiker het werk niet voor commerciële doeleinden mag gebruiken. Voorshands heeft Audax ook deze voorwaarde geschonden, nu het uitgeven van een entertainmentblad als Weekend in de eerste plaats als een commerciële activiteit kan worden aangemerkt.

De commerciële waarde van de vier foto’s is echter gering te achten, nu zij reeds op internet voor een ieder toegankelijk zijn. Vooralsnog is niet aannemelijk geworden dat de materiële schade die Adam Curry door het publiceren van de foto’s heeft geleden nog niet voldoende is weggenomen door het plaatsen van de geciteerde mededeling en door het aanbod een vergoeding van € 1.500,- te betalen.

Dat de foto’s een hogere (commerciële) waarde zouden hebben dan dit bedrag, is op geen enkele wijze gebleken. Dat de commerciële exploitatie-mogelijkheden van auteursrechten, portretrechten en/of merkrechten van Adam Curry en Patricia Paay door de publicatie van reeds eerder openbaar gemaakte foto’s zijn aangetast is evenmin aannemelijk geworden. Verder hebben eisers wel gesteld dat in dit geval sprake is van immateriële schade, reputatieschade of schade die eruit bestaat dat zij niet met Weekend geassocieerd willen worden, maar ook deze stelling is onvoldoende onderbouwd. In dit verband is de onder 1f geciteerde mededeling eveneens van belang. De conclusie tot zover is dat het schenden van de Licentie door gedaagden geen schade (meer) oplevert. Het schenden van de Licentie kan derhalve geen grondslag vormen voor het toewijzen van schadevergoeding of van andere schadebeperkende voorzieningen als een ‘recall’ (die overigens praktisch niet meer uitvoerbaar is) of een rectificatie.

Eisers hebben verder ten aanzien van de vier van www.flickr.com afkomstige foto’s een beroep gedaan op hun portretrechten. In dit kader is allereerst van belang dat voorshands niet is gebleken dat de portretten zijn gemaakt in opdracht als bedoeld in artikel 20 Aw, nu hieronder dient te worden verstaan op bestelling gemaakte portretten. Van een opdracht in de zin van genoemd artikel is geen sprake indien de geportretteerde enkel geen bezwaar maakt tegen het maken van het portret of zelfs indien hij daarmee uitdrukkelijk instemt. Voorshands wordt op basis van de betreffende foto’s geoordeeld dat het hier om door Adam Curry gemaakte familiefoto’s (kiekjes) gaat en niet om door hem in opdracht, op bestelling gemaakte portretten.

Het beroep van eisers op hun portretrechten dient derhalve te worden beoordeeld aan de hand van artikel 21 Aw. In dit artikel is – kort gezegd – bepaald dat openbaarmaking van een portret niet geoorloofd is voor zover een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen die openbaarmaking verzet. Dit belang dient te worden afgewogen tegen de belangen van gedaagden. Het privacybelang van eisers speelt hier geen rol nu de foto’s al op het internet openbaar zijn gemaakt en eisers veelvuldig in de publiciteit treden (traden) en het ‘neutrale’ foto’s betreft. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor onder 6 is overwogen is evenmin gebleken van een aantasting van de verzilverbare populariteit van eisers. Onder deze omstandigheden dient het belang van gedaagden bij hun uitingsvrijheid te prevaleren. Dit betekent dat de overige vorderingen evenmin op basis van de portretrechten van eisers kunnen worden toegewezen.

Als laatste grondslag voor hun vorderingen hebben eisers gesteld dat de tekst van het artikel onrechtmatig is jegens hun dochter. Vooropgesteld wordt dat voor zover eisers op deze grond een rectificatie vorderen dit slechts mogelijk is op grond van artikel 6:167 BW en wel “ter zake van een onjuiste of door onvolledigheid misleidende publicatie van gegevens van feitelijke aard”. Daarvan is in dit geval geen sprake.

Gesteld noch gebleken is dat de dochter niet op de desbetreffende County School zit en/of niet per taxi naar die school vervoerd wordt. Ook op andere gronden kan deze passage niet als onrechtmatig worden aangemerkt. In zijn algemeenheid moet weliswaar het geven van informatie over een minderjarig kind van ouders, die in de belangstelling staan van de entertainment-bladen, vermeden worden, maar in dit geding is onvoldoende aannemelijk geworden dat de gewraakte passage over de dochter de kans op haar ontvoering doet toenemen.

Van belang hierbij is dat de dochter door haar ouders in het geheel niet uit de publiciteit wordt gehouden (zo is zij onlangs nog te zien geweest in het tijdschrift Beau Monde) en haar beeltenis en veel gegevens over haar leven al openbaar zijn. De subkop Mislukking slaat overduidelijk niet op haar, maar op de zakelijke mislukkingen van haar ouders, en dit is voor iedere lezer kenbaar. Derhalve kan ook dit onderdeel van het artikel niet als grievend, laat staan als onnodig grievend, jegens haar worden aangemerkt. De overige vorderingen kunnen derhalve evenmin op basis van de door eisers gestelde onrechtmatigheid van de tekst van het artikel worden toegewezen.

De voorzieningenrechter verbiedt gedaagden na betekening van dit vonnis ieder gebruik, iedere verveelvoudiging en/of iedere openbaarmaking van de werken van Adam Curry, die zijn geplaatst op de website www.flickr.com , zonder voorafgaande schriftelijke toestemming te staken en gestaakt te houden, tenzij dit gebruik, deze verveelvoudiging en/of deze openbaarmaking in overeenstemming is met het bepaalde in de voorwaarden waaronder de werken door Adam Curry op die website ter beschikking worden gesteld als vermeld in de Creative Commons Public License Attribution-NonCommercial-ShareAlike 2.0 en/of is toegestaan op basis van wettelijke bepalingen, een en ander op straffe van een dwangsom.

Lee het vonnis hier of hier (rechtspraak.nl).

IEF 1747

Elk afzonderlijk dier is niet origineel (2)

Plaatjes. Vanuit België wordt regelmatig in het archief gezocht op “paard dat over de halve staldeur kijkt” en andere afbeeldingen bij de zaak ‘Balta’ van het Belgische Hof van Cassatie van 11 maart 2005.

In deze zaak legt het Belgische Hof van Cassatie de lat voor auteursrechtelijke bescherming voor Nederlandse, maar naar verluid ook ook naar Belgische begrippen opzienbarend hoog. In bijgaande afbeeldingen eerst het origineel van eiseres Balta, gevolgd door de bewerkingen van gedaagde Roger Vandeberghe. 

Eerder bericht van 18 april 2005, met arrest, hier.
Afbeelding boerderij hier, circus  hier en muizen hier (afbeeldingen na openen op normale grote instellen in browserscherm).