Uitspraak ingezonden door Max van Oostrum en Marga Verwoert, Leeway
Wunderkind maakt inbreuk op het Wonderkind-merk
Rechtbank Den Haag 17 maart 2023, IEF 21315; C/09/636431 / KG ZA 22-910 (Wonderkind tegen Wunderkind) Het Nederlandse bedrijf Wonderkind, actief in de online advertentiemarkt, is de houder van het Uniemerk WONDERKIND. Wonderkind heeft een kort geding aangespannen tegen het Amerikaans-Britse bedrijf Wunderkind, dat zich bezighoudt met performance marketing. In dit kort geding vordert Wonderkind een bevel om iedere inbreuk op het WONDERKIND-merk te staken, door ieder gebruik van het teken ‘Wunderkind’ in de gehele Europese Unie te staken op grond van art. 9 lid 2 sub b UMVo. Omdat Wunderkind een vordering tot vervallenverklaring heeft ingesteld bij het EUIPO onderzoekt de voorzieningenrechter eerst de geldigheid van het WONDERKIND-merk. Volgens de rechter is er geen serieuze kans aanwezig dat het WONDERKIND-merk in een bodemprocedure of een procedure bij het EUIPO niet geldig zal worden bevonden. Zowel visueel, auditief als begripsmatig is er volgens de rechter een grote mate van overeenstemming tussen het merk en de tekens. Daarnaast is er een zekere mate van overeenstemming tussen de diensten, nu beide bedrijven zich onder meer richten op reclame en marketingadvies. De rechter komt dan ook tot de conclusie dat Wunderkind inbreuk maakt op het WONDERKIND-merk en wijst de vorderingen toe. Wunderkind wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.