Merkenrecht  

IEF 21352

Uitspraak ingezonden door: Eric Meyer, HOYNG ROKH MONEGIER

Gerecht bekrachtigt nietigverklaring EUIPO

Gerecht EU (voorheen GvEA) 21 dec 2022, IEF 21352; ((Michael Kors tegen Marktomi)), https://delex.nl/artikelen/gerecht-bekrachtigt-nietigverklaring-euipo

Gerecht EU 21 december 2022, IEF21352 ; T-264/22 (Marktomi tegen Michael Kors) Michael Kors heeft een merkregistratie voor 'mk' en 'mk michael kors' bij het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO). Marktomi, een ander bedrijf dat actief is in de mode-industrie, heeft op 23 augustus 2018 een merkregistratie aangevraagd voor 'mk marktomi'. Michael Kors heeft op 16 juni 2020 bezwaar ingediend tegen de registratie van het merk van Marktomi bij het EUIPO. De registratie van het merk van Marktomi wordt door de Kamer van Beroep van het EUIPO uiteindelijk nietig verklaard. Tegen deze beslissing gaat Marktomi in hoger beroep. 

IEF 21348

Oppositie beeldmerk "Gamma" gedeeltelijk succesvol

EUIPO - OHIM 5 apr 2023, IEF 21348; (GAMMA tegen Gamma), https://delex.nl/artikelen/oppositie-beeldmerk-gamma-gedeeltelijk-succesvol

Kamer van Beroep EUIPO 5 april 2023, IEF 21347; OPPOSITION Nо B 3 147 945 (GAMMA tegen Gamma) Het Nederlandse bedrijf Intergamma heeft een Benelux-beeldmerk "GAMMA" ingeschreven en dient oppositie in tegen de inschrijving van het beeldmerk "Gamma" door het Russische bedrijf ArtOptima. De kamer van Beroep oordeelt dat de merken over het geheel genomen een zeer hoge mate van gelijkenis vertonen en de goederen en diensten gedeeltelijk identiek of vergelijkbaar zijn en gedeeltelijk verschillend zijn. De intrinsieke onderscheidingskracht van het oudere merk is gemiddeld. Het niveau van de aandacht van het relevante publiek, dat bestaat uit het grote publiek en professionals, varieert van gemiddeld tot hoog. In het onderhavige geval weegt de zeer hoge mate van gelijkenis tussen de merken op tegen de lage mate van gelijkenis tussen sommige van de waren en diensten. Er is daarom sprake van een waarschijnlijkheid van verwarring bij het publiek en daarom is de oppositie gedeeltelijk gegrond op basis van het Benelux-handelsmerk van de opposant. Hieruit volgt dat het betwiste handelsmerk moet worden geweigerd voor de waren en diensten die identiek zijn of gelijksoortig aan die van het eerdere handelsmerk. De rest van de betwiste waren en diensten zijn verschillend. Aangezien de identiteit of gelijkenis van goederen en diensten een noodzakelijke voorwaarde is voor de toepassing van art. 8 lid 1 onder b EUTMR, kan de oppositie gebaseerd op dit artikel en gericht tegen deze goederen en diensten niet succesvol zijn.

Is er sprake van inbreuk op de CHALLENGE woordmerken van F. Smit Holding?

Rechtbank Den Haag 29 mrt 2023, IEF 21340; (Playseat en F. Smit Holding tegen NLR), https://delex.nl/artikelen/is-er-sprake-van-inbreuk-op-de-challenge-woordmerken-van-f-smit-holding

Rechtbank Den Haag 29 maart 2023, IEF 21340; ECLI:NL:RBDHA:2023:4029 (Playseat en F. Smit Holding tegen NLR) Het geschil tussen NLR en F. Smit Holding gaat over het gebruik van de naam CHALLENGER door NLR voor een gamestoel voor race- en vliegsimulaties. F. Smit Holding beweert dat NLR met het gebruik van de naam inbreuk maakt op hun CHALLENGE woordmerken en eist schadevergoeding en het gebod tot doorhaling van de Benelux-merkinschrijving. De rechtbank heeft geoordeeld dat de CHALLENGE woordmerken van F. Smit Holding elk onderscheidend vermogen hebben en dat er sprake kan zijn van merkinbreuk door NLR. Playseat c.s. kan zich nu ten aanzien van haar inbreukvorderingen beroepen op het CHALLENGE woordmerk en stelt dat NLR inbreuk maakt op het merk omdat NLR de naam CHALLENGER gebruikt voor het aanbieden/verkopen van een gamestoel voor race- en vliegsimulaties. De rechtbank heeft geoordeeld dat de CHALLENGER-tekens naar het oordeel van de rechtbank zodanig overeenstemmen met het CHALLENGE Uniemerk dat hierdoor bij het in aanmerking komende (consumenten)publiek verwarring kan ontstaan in de zin van artikel 9 lid 2 aanhef sub b UMVo. Playseat c.s. kan zich dus verzetten tegen het gebruik van de CHALLENGER-tekens voor een gamestoel voor race- en vliegsimulatie en daarbij behorende accessoires in de gehele Europese Unie. Dit gebruik vormt een inbreuk op het CHALLENGE-merk. De rechtbank komt niet meer toe aan een aparte beoordeling van de vorderingen die zijn gegrond op het Beneluxmerk en het BVIE, omdat de geografische reikwijdte van het gevorderde verbod en de overige vorderingen op grond van artikel 9 lid 2 aanhef sub b UMVo de gehele Europese Unie betreft en de Benelux hiervan een onderdeel is.

IEF 21337

JAMES BOND vs MY NAME IS BOMB JAMES BOMB

BBIE 31 jan 2023, IEF 21337; (JAMES BOND tegen MY NAME IS BOMB JAMES BOMB), https://delex.nl/artikelen/james-bond-vs-my-name-is-bomb-james-bomb

BBIE 31 januari 2023, IEF 21334; Beslissing oppositie 2010059 (James Bond vs MY DRINK IS BOMB JAMES BOMB) De eigenaar van de distributierechten van de James Bond-franchise heeft oppositie ingesteld tegen het gebruik van de merknaam JAMES BOMB. Hij beweert dat de merknaam JAMES BOND bekend is en geassocieerd wordt met verschillende producten, waaronder dranken en kleding. Hij beschuldigt de verweerder ervan te kwader trouw te handelen en vraagt het Bureau de oppositie te aanvaarden en de verweerder te veroordelen in de kosten. De beoordeling of er sprake is van verwarringsgevaar moet worden gedaan met het oog op de gemiddelde consument van de betreffende producten of diensten. Hierbij moet rekening worden gehouden met het niveau van aandacht van de gemiddelde consument en het onderscheidend vermogen van de merken. Als de merken visueel overeenkomen en er sprake is van vergelijkbare producten en diensten, kan er verwarringsgevaar ontstaan. Het Bureau oordeelt dat een risico op verwarring bestaat als het publiek denkt dat de producten of diensten die door de merken worden aangeduid, afkomstig zijn van dezelfde onderneming of van economisch verbonden ondernemingen. Het Bureau oordeelt dat er in dit geval een risico op verwarring bestaat en wijst de vordering toe.

IEF 21334

Billie vs B Biller

BBIE 30 mrt 2023, IEF 21334; (Billie tegen B Biller), https://delex.nl/artikelen/billie-vs-b-biller

BBIE 30 maart 2023, IEF 21334; Beslissing oppositie 2018070 (Billie tegen B Biller) De opposant heeft oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het woord-/beeldmerk 'B Biller'. De oppositie is gebaseerd op Uniemerkinschrijving van het woordmerk 'Billie'. Het Bureau heeft geoordeeld dat er sprake is van verwarringsgevaar tussen het oudere merk 'Billie' en het betwiste teken vanwege de visuele en auditieve overeenstemming, deels identieke, deels overeenstemmende en deels in zekere mate overeenstemmende waren en diensten, en het verhoogde aandachtsniveau van het relevante publiek. Zelfs als de 'IT-diensten' in klasse 42 van het ingeroepen merk buiten beschouwing worden gelaten, blijft het oordeel hetzelfde.

ProDemos tegen Stichting Eerlijk Stemadvies

Rechtbank Den Haag 10 mrt 2023, IEF 21326; (ProDemos tegen de Stichting), https://delex.nl/artikelen/prodemos-tegen-stichting-eerlijk-stemadvies

Rechtbank Den Haag 10 maart 2023, IEF 21326; C/09/644062 / KG ZA 23-185 (ProDemos tegen Stichting Eerlijke Stemadvies) Het gaat hier om een rechtszaak tussen ProDemos en Stichting Eerlijk Stemadvies (hierna: de Stichting), waarbij ProDemos aanvankelijk eiste dat de Stichting stopt met het gebruik van het merkteken 'stemwijzer' en de domeinnaam waarop dit merkteken gebruikt werd, op straffe van een dwangsom. De Stichting heeft kort voor de mondelinge behandeling een onthoudingsverklaring getekend en de gestelde merkinbreuken beëindigd, waardoor ProDemos haar eerdere eis heeft ingetrokken en alleen nog de proceskosten vordert op grond van artikel 1019h Rv. ProDemos vindt dat de stichting de door haar gemaakte kosten moet vergoeden, omdat zij als in het ongelijk gestelde partij is veroordeeld en pas daags voor de zitting heeft gereageerd op de sommaties van ProDemos en geen verweer heeft gevoerd tegen haar stellingen. De rechter heeft geoordeeld dat de Stichting inderdaad als in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld en de kosten van de procedure moet vergoeden.

IEF 21325

Geen geldige reden om merk IMPOSSIBLE niet te gebruiken

EUIPO - OHIM 17 mrt 2023, IEF 21325; (Impossible Foods tegen Nestlé), https://delex.nl/artikelen/geen-geldige-reden-om-merk-impossible-niet-te-gebruiken

Kamer van Beroep EUIPO 17 maart 2023, IEF 21325; R 665/2022-5 (Impossible Foods tegen Nestlé) Merkenzaak, zie eerder IEF 20590. Impossible Foods heeft in 2014 het Uniemerk IMPOSSIBLE geregistreerd. Tot op heden is nog geen sprake van gebruik in de Europese Unie. Impossible Foods voert aan dat een markttoelatingsprocedure in de weg staat aan normaal gebruik en er dus een geldige reden is in de zin van artikel 18(1) Vo. 2017/1001. De Kamer van Beroep verwerpt dit argument. Impossible Foods heeft er zelf voor gekozen om zich eerst te richten op markttoelating in haar thuismarkt en later pas inspanningen te verrichten om in de EU markttoelating te verkrijgen. Bovendien is Impossible Foods niet voortvarend geweest in haar aanvraag, onder meer omdat zij heeft verzuimd de juiste veiligheidsstudies te verrichten. Tot slot heeft Impossible Foods het merk wel gebruikt voor een vervangend product in het Verenigd Koninkrijk, hetgeen zij ook in de EU had kunnen doen.

IEF 21320

Duurzaamheidsclaims: EC doet voorstel voor richtlijn

Op 24 maart 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een nieuwe richtlijn gedaan. Dit voorstel bevat criteria die greenwashing en misleidende milieuclaims tegen dient te gaan. Met het voorstel krijgen consumenten meer duidelijkheid wanneer iets als ‘groen’ wordt verkocht, of het ook echt groen is, en krijgen zij betere informatie om milieuvriendelijke producten en diensten te kiezen. Ook bedrijven zullen hiervan profiteren, aangezien bedrijven die zich daadwerkelijk inspannen om de milieuduurzaamheid van hun producten te verbeteren, gemakkelijker door de consument zullen worden herkend en beloond, hetgeen hun verkoop zal stimuleren - in plaats van te worden geconfronteerd met oneerlijke concurrentie. Op die manier zal het voorstel bijdragen tot gelijke concurrentievoorwaarden wanneer het gaat om informatie over de milieuprestaties van producten.

 

IEF 21319

‘Red sauce made with TABASCO pepper'

Rechtbank Den Haag 15 mrt 2023, IEF 21319; ECLI:NL:RBDHA:2023:3520 (Cantina Mexicana v McIlhenny ), https://delex.nl/artikelen/red-sauce-made-with-tabasco-pepper

Rechtbank Den Haag 15 maart 2023, IEF 21319; ECLI:NL:RBDHA:2023:3520  (Cantina Mexicana tegen McIlhenny)  Cantina Mexicana produceert en verhandelt wereldwijd Tex-Mex producten. McIlhenny produceert en verkoopt wereldwijd verschillende sauzen, waaronder een rode pepersaus. Voor deze saus wordt een specifieke peper gebruikt, de tabascopeper. McIlhenny is houdster van het Beneluxwoordmerk TABASCO en het TABASCO Beneluxbeeldmerk.

McIlhenny is van mening dat het gebruik van het woord TABSCO op de verpakking van de rode pepersaus van Cantina Mexicana inbreuk maakt op de merkrechten van McIlhenny en vordert dan ook de staking van deze inbreuk. Cantina Mexicana is echter van mening dat het gebruik van de aanduiding ‘red sauce made with tabasco pepper’ geen inbreuk maakt op de Tabasco-merken. Cantina Mexicana beroept zich op de nietigheid van het merk TABASCO ex art. 2.2bis lid 1 sub c BVIE. TABASCO zou beschrijvend zijn voor alle waren waarvan de tabascopeper een ingrediënt kan zijn.

IEF 21316

Uitspraak ingezonden door Nadiya Disveld en Anne de Laat, Bright Advocaten

Inbreuk op merkenrecht door overeenstemmend woord 'bekwaam'

Rechtbank Gelderland 21 mrt 2023, IEF 21316; (Bekwaam Intererim Management B.V. tegen Bekwaam Zorggroep B.V.), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-merkenrecht-door-overeenstemmend-woord-bekwaam

Vzr. Rechtbank Gelderland 21 maart 2023, IEF21316; C/05/414747 / KG ZA 23-35 (Bekwaam Interim Management B.V. tegen Bekwaam Zorggroep) Kort geding. Bekwaam Interim Management (hierna BIM) is een onderneming die gespecialiseerd is in detachering en arbeidsbemiddeling voor professionals, met name in de infrastructuur- en utiliteitsbouw. Het bedrijf is ingeschreven in het handelsregister en is houder van een Benelux woord-/beeldmerk waar het woord Bekwaam groot wordt afgebeeld. Bekwaam Zorggroep (hierna BZ) is een onderneming die tevens is gespecialiseerd in het aanbieden van dienste op het detachering, werving en selectie, met name in de zorgsector. Deze onderneming maakt eveneens gebruik van een logo waarbij het woord Bekwaam een duidelijke rol speelt. De merkgemachtigde van BIM heeft BZ gesommeerd het gebruik van de naam BZ en bijbehorend logo te staken. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Het woord-/beeldmerk van BIM is geldig, nu BZ de nietigheid hiervan niet heeft ingeroepen. Daarnaast is het niet zuiver beschrijvend. Het BVIE is van toepassing, waardoor er op grond van art. 2.20 lid 2 sub b BVIE inbreuk wordt gemaakt. Immers is het dominante bestanddeel het element 'Bekwaam'. De prominente plek van het woord in beide logo's stemt overeen en de overige elementen zijn beschrijvend. Op basis van deze feiten wordt geconcludeerd dat het woord-/beeldmerk en teken dezelfde totaalindruk maken, hetgeen tot verwarring bij het publiek zou kunnen leiden. BZ maakt met haar logo inbreuk op de merkenrechten van BIM. De vordering betreffende de handelsnaam op grond van art. 5 Hnw wordt tevens toegewezen.