De bekende koffiezetmachine (2)
Dát de beslissing er was, was al bekend, maar tot nu toe was het nog onduidelijk wat er precies in stond. Inmiddels is de geruchtmakende EPO-beslissing over de herroeping van het Senseo-octrooi gelukkig gepubliceerd:
Uitspraak Technical Board of Appeal (T 0452/05) in het beroep tegen de uitspraak in oppositie betreffende EP-B1-904.717 .
In deze zaak is Sara Lee/DE in beroep gekomen tegen de eerdere uitspraak van de oppositiedivisie om haar octrooi in gewijzigde vorm in stand te houden. Drie van de opposanten zijn eveneens in beroep gekomen, waaronder de Vomar. Tot slot heeft Minges Kaffee geïntervenieerd (Art. 105 EPC). Hiertoe hadden ze het recht, omdat ze inmiddels een ex parte voorlopige veroordeling geserveerd hadden gekregen.
Het octrooi van DE heeft betrekking op een samenstel van een houder en een koffiepad en staat ook bekend als het Senseo octrooi. Commercieel gezien is de markt voor pads erg interessant. Kort na de introductie van de Senseo verschenen diverse (huis)merk pads in de winkel. Dit leidde tot een groot aantal rechtszaken in binnen- en buitenland. In deze zaken draaide het tot nu toe vooral om de vraag of de pad bescherming geniet via middellijke inbreuk. In Nederland vonden het Hof en de Hoge Raad van niet (uitspraak hier). Dit gaf enige beroering in binnen- en buitenland. In bijvoorbeeld Duitsland verzuchtte men: “Was ist los in Holland” en sprak wel een veroordeling uit voor indirecte inbreuk.
In München werd ondertussen gestreden over de vraag of het octrooi überhaupt wel nieuw en inventief is. Het is die strijd die nu definitief beslecht is in het nadeel van DE.
Kort samengevat beschermt de hoofdconclusie een samenstel van een houder met een pad.
- De houder heeft een zijwand en een bodem met een afvoeropening en groeven die zich naar de afvoeropening uitstrekken.
- De pad is gemaakt van filterpapier en gevuld met koffie.
- In gebruik wordt heet water onder druk door houder en pad heen geperst.
- Het volgens DE kenmerkende deel van de uitvinding zit erin dat de groeven niet doorlopen tot de zijwand.
Een samenstel met deze aspecten lost volgens het octrooi een bypass probleem op. Hiermee wordt bedoeld dat er bij de stand van de techniek water tussen de pad en de zijwand doorloopt en via de groeven rechtstreeks de afvoeropening bereikt. Resultaat: een slappe bak. Door de groeven niet helemaal te laten doorlopen vormt de pad een afdichting in de houder.
De opponenten hebben een fors aantal documenten ingebracht om de nieuwheid en inventiviteit te bestrijden. De Board gebruikt uiteindelijk vijf documenten:
E1 (US-3.620.155), E2 (US-3.450.024), E8 (DE-U-7.430.109), E17 (US-3.610.132) en E40 (DE-U-1.998.598).
De Board begint vast te stellen dat het octrooi nieuw is ten opzichte van E17. Interessant is dat E17 alle elementen van de conclusie laat zien, maar niet openbaart dat de pad gemaakt is van filterpapier. Wel spreekt het octrooi van een “water permeable membrane”. Dit ziet de board als een genus term voor een groep van materialen met niet alleen filterpapier, maar ook geweven stof (“cloth”). Volgens vaste rechtspraak dient voor nieuwheid een aspect “direct and unambiguously” uit een document te blijken. Een van de opponenten heeft beargumenteerd dat de vakman, bij het lezen van E17, alleen aan filterpapier zou denken. In E17 is immers sprake van een expansible membrane en de vakman zou dat alleen als filterpapier interpreteren. Dit argument wordt verworpen: er is geen handboek ingebracht als bewijs voor deze vermeende vakkennis. Alternatief zou de Board accepteren dat een groep van octrooischriften de vakkennis weergeeft, mits deze groep een consistent beeld geeft. Dat is nu niet het geval, omdat slechts één ander document de expansible eigenschap van filterpapier noemt.
Vervolgens besteedt de Board veel aandacht aan de keuze van de meest nabije stand van de techniek. E17, E8 en E1 hebben allen betrekking op hetzelfde technische veld en behoeven slechts weinig structurele aanpassingen om bij de uitvinding uit te komen. Volgens vaste jurisprudentie is de meest nabije stand van de techniek de meest veelbelovende springplank naar de uitvinding. Je kunt dit pragmatisch oplossen door vanuit de (hier drie) verschillende documenten een aanval op te zetten. Een geslaagde aanval is dan kennelijk gestart vanuit een “promising” springplank. De board kiest hier er echter voor om vooraf de beste springplank te kiezen.
De board concludeert dat figuur 3 van E8 de meest nabije stand van de techniek is. Vergeleken met E1 lost E8 immers reeds het by-pass probleem op. Vergeleken met E17 is E8 meer geschikt voor toepassing in een koffie machine die onder hoge druk werkt.
Interessant is dat DE de keuze van de meest nabije stand van de techniek betwist, omdat E8 geen filterpapier openbaart en omdat het niet het bypass probleem noemt. Nu wil de Board echter wél aannemen dat de vakman filterpapier meeleest. Hoewel de beschrijving van figuur 3 slechts “filtering material” noemt, wordt bij de uitvoering volgens figuur 5 en 6 expliciet filterpapier genoemd. De board vindt dat de vakman dan bij de uitvoering van figuur 3 begrijpt dat hier alleen filter papier bedoeld kan worden. Verrassend genoeg gaat de Board serieus in op het bezwaar dat E8 niet het bypass probleem noemt. Volgens de problem-solution approach is het immers niet nodig dat de meest nabije stand van de techniek het objectieve probleem noemt: het dient het probleem slechts te hebben. Wat daarvan zij, de Board meent dat de vakman zich hoe dan ook bewust is van het by-pass probleem en dat E8 dit probleem niet hoeft te noemen, omdat het dit probleem al heeft opgelost.
Als volgende stap formuleert de Board een nieuw objectief probleem. Dit mag, omdat E8 als meest nabije stand van de techniek reeds het probleem oplost dat de uitvinding volgens het aangevallen octrooi zegt op te lossen. E8 nu ontbeert groeven in de bodem van de houder en (dus ook) dat deze groeven voor de zijwand ophouden. Dit heeft effect op de efficiëntie van het koffiezetproces: een pad die rechtstreeks op de bodem rust verhindert immers een goede doorstroming van het water door de pad. Als probleemstelling formuleert de Board daarom het verhogen van de efficiëntie
E40 lost dit probleem op door middel van opstaande uitsteeksels op de bodem van de houder, die kanaalvormige groeven vormen. Bovendien leert E40 om de bodem van de houder te voorzien van een ring nabij de zijwand. De bovenkant hiervan ligt in één vlak met de bovenkant van de uitsteeksels. Hierdoor houden de kanaalvormige groeven op een afstand van de zijwand op. Door deze onderdelen van E40 toe te passen in de houder van E17, arriveert de vakman bij de geclaimde uitvinding.
DE brengt hier tegen in dat E40 niet leert dat er heet water onder druk door de koffie wordt geperst en dat er geen sprake is van een pad. De Board merkt echter terecht op dat conclusie 1 alleen bepaalt dat de houder geschikt moet zijn voor water onder druk en ze twijfelt er niet aan dat de houder van E40 geschikt is. Bovendien stelt ze dat het probleem waarvoor E40 een oplossing biedt niet afhangt van het type filter. Ook het bezwaar van DE dat E40 oplossingen biedt voor andere problemen, wordt door de Board terzijde geschoven: ondanks deze verschillen is ze van mening dat E40 de vakman voldoende stimuleert om groeven op afstand van de zijwand toe te passen.
Aldus concludeert de Board dat de conclusie van het hoofdverzoek niet inventief is. Hetzelfde lot treft de hulpverzoeken, omdat de extra materie die zij inbrengen eveneens uit E8 en/of E40 volgt. Zo eindigt dan een spraakmakende koffiestrijd. Diverse rechtszaken die hangende het oppositieberoep waren geschorst kunnen definitief de prullenbak in. DE verliest met haar octrooi een interessante exclusieve marktpositie en onze beroepsgroep een interessante bron van rechtszaken.
De uitspraak staat nu reeds in het register en de bijbehorende public file inspection, maar is nog niet in het publicatieblad opgenomen. Op 6 december a.s. zal het Europese Octrooibureau officieel haar besluit publiceren dat het "Senseo octrooi" is herroepen.