Octrooirecht  

IEF 4610

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Almelo, 31 augustus 2007, KG ZA 07-166, Stichting Vestia Groep tegen Stichting Vestion Wonen (Met dank aan Fulco Blokhuis, Boekx).

Handelsnaamrecht of merkenrecht? “De vorderingen van Vestia dienen te worden afgewezen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechters is er voorshands bij het grote publiek en de gemiddelde consument geen gevaar voor verwarring te duchten ten aanzien van de namen Vestia en Vestion. Dit verwarringsgevaar dient te worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Zutphen, KG ZA 07-231, Doornewaard tegen Air Force Ltd & Gerechtshof ’s-Gravenhage, 24 mei 2007, Rolnr. 03/650, Air Force Ltd. Tegen Smillie Beheer B.V. & Silic Nova B.V.  (Beide uitspraken met dank aan  Marleen van den Horst, BarentsKrans).

Vonnis in de eerder gesignaleerde Zutphense octrooizaak (IEF 4566) en het in hetzelfde artikel genoemde arrest van het hof Den Haag.

“Aangezien de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht slechts kan blijken uit een beoordeling van de vraag over de geldigheid en handhaving van octrooien, is krachtens het bepaalde in artikel 80 lid 2 aanhef en onder a. van de Rijksoctrooiwet 1995 de voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage in kort geding in Nederland bij uitsluiting bevoegd van de vordering tot opheffing van het onderhavige beslag kennis te nemen.”

Lees het vonnis hier en het arrest hier.

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 30 augustus 2007, Rolnr. 05/436, Nuova Firm SpA tegen Badotherm Procesinstrumentatie B.V. (Met dank aan Michiel Rijsdijk, Van der Steenhoven).

“Uit de stellingen van Nuova Fima begrijpt het hof dat zij Badotherm verwijt al sedert 1993 of eerder drukmeters te verkopen die door derden zijn gefabriceerd en die aan de buitenkant exacte kopieën lijken van, althans sterke gelijkenis vertonen met de drukmeters van Nuova Fima.”

Lees het arrest hier.

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, 31 augustus 2007, A.R. 326/03-H.220/06, &-Eleven Inc. Tegen Laprior(Met dank aan Leonie Kroon, DLA Piper).

Antillenzaak over normaal gebruik. “De omstandigheid dat sinds 1988 op één van de eilanden van de Nederlandse Antillen een kleine supermarkt wordt gedreven onder de naam 7-Alive (Grocery) met een op 7- Eleven gelijkend beeldmerk, kan niet worden aangemerkt als "geldige reden" om geen normaal gebruik te maken van het merk.”

Lees het arrest hier.

IEF 4592

Diefstal van een octrooi

rm.gifGerechtshof 's-Hertogenbosch, 13 februari 2007, LJN: BB2002. Klager tegen Beklaagde.

Strafzaak. Valsheid in geschrift, (poging tot) oplichting, diefstal van octrooi, overtreding van de Auteurswet en autodiefstal.

Klager stelt dat door hem een uitvinding is gedaan, zijnde een afzuigmond om stofvrij hakken en breken in de bouw mogelijk te maken, waarop hij octrooi heeft gevestigd. Omdat klager daartoe over onvoldoende financiële middelen beschikte, heeft hij met beklaagde in 2001 een BV opgericht. Klager stelt dat hij op enig moment bemerkte dat beklaagde informatie voor hem achterhield en zaken achter zijn rug om deed. Klager heeft vervolgens getracht zijn octrooilicentie uit de BV terug te trekken. Hierop heeft beklaagde een kort geding aangespannen, hetgeen het beginpunt was van een reeks civiele procedures. Klager stelt dat hij er als gevolg van deze civiele procedures achter kwam dat beklaagde zich heeft schuldig gemaakt aan een reeks strafbare feiten, waaronder:

“Diefstal van octrooi: Klager stelt tenslotte dat beklaagde zijn octrooi heeft gestolen. Hij stelt dat beklaagde, door het achterhouden van informatie en het naar de buitenwereld doen voorkomen alsof alles met instemming van klager gebeurde, ervoor heeft gezorgd dat het octrooi bleef berusten bij de BV. Klager stelt dat het beklaagde slechts te doen is om het voor zichzelf houden van het octrooi.

(…) Gelet op het feit dat het octrooi thans feitelijk in handen is van de BV, waarvan beklaagde voor 50% aandeelhouder is, kan er naar het oordeel van het hof geen sprake zijn van wederrechtelijke toe-eigening van het octrooi.”

“Overtreding van de Auteurswet: Ook stelt klager dat beklaagde zich heeft schuldig gemaakt aan overtreding van de Auteurswet door het door TNO opgestelde rapport te gebruiken voor het tweede haalbaarheidsonderzoek. Volgens klager is het rapport van TNO letterlijk overgenomen in het tweede haalbaarheidsonderzoek, hetgeen volgens klager plagiaat is. Hierdoor vielen de kosten voor dit tweede haalbaarheidsonderzoek veel lager uit dan het subsidiebedrag, waarmee beklaagde zichzelf dus wederom heeft bevoordeeld.

 (…) Gelet op de uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden, met name nu niet is gebleken dat door TNO enige actie is ondernomen tegen het tweede haalbaarheidsonderzoek, acht het hof onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig dat er bepalingen van de Auteurswet zijn overtreden. Het hof acht voorts, zo al bewezen zou kunnen worden dat er bepalingen van de Auteurswet zijn overtreden, onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig dat beklaagde degene is die daarvoor verantwoordelijk is geweest.’

Lees het arrest hier.

IEF 4589

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’S-Gravenhage, 30 augustus 2007, KG ZA 07-871 Present Sieraden B.V. tegen Korse.

“Met het voorgaande is duidelijk dat er een serieuze niet te verwaarlozen  kans bestond (en bestaat) dat het octrooi ongeldig zal blijken, hetgeen Korse had  moeten weten. Dit geldt te sterker nu het slechts een registratieoctrooi betrof. (…) In zijn voornoemde brieven heeft Korse zich tevens op hem toekomende  auteursrechten beroepen. (…) Present Sieraden stelt  terecht dat haar SwitchClickRing en de Beadring van  Korse qua totaalindruk daarvoor te zeer verschillen, in aanmerking genomen dat het  uiterlijk in belangrijke mate wordt bepaald door technisch bepaalde en aldus niet  auteursrechtelijk te beschermen trekken.”  

Lees het vonnis hier.

BBIE, Beslissing in oppositie, 10 augustus 2007, Nº 2000103. Dantherm A/S the Kanex CTM DANTHERM tegen KAN-THERM).

“Aangezien consumenten echter niet overgaan tot een analyse van ieder detail van een merk, maar een merk eerder als een geheel beschouwen, is het Bureau van oordeel dat het in aanmerking komend publiek niet noodzakelijk de link zal leggen tussen DAN en Denemarken.”

Lees de beslissing hier

Rechtbank Amsterdam, 17 augustus 2007, Ex parte bevel in Nike International tegen Zeeman Textiel Textielsupers B.V. (Met dank aan Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan).

“Er bestaat een aanzienlijk risico dat gerekwestreerden  de Producten nog altijd actief op de
markt aanbieden. SS1 heeft bovendien bevestigd dat zij voornemens is de producten uit tc
voeren, welke export ex artikel 2.20 lid 2 sub c BVIE inbreukmakend is. Indien de Producten
zouden worden uitgevoerd en worden geleverd aan een derde partij, bestaat bovendien het
risico dat de Producten wederom in de Benelux op de markt zullen worden gebracht.(…)  Wanneer de Producten zouden worden uitgevoerd zal Nike ze uit liet oog verliezen zodat &t voor verzoekster tot onherstelbare schade zal leiden.”

Lees het bevel hier.

Rechtbank Breda, 29 augustus 2007, KG ZA 07-472. Inside Brands B.V. c.s. tegen Brodkorb. (Met dank aan Olaf van Haperen, Lawton)

“3.8 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft gedaagde in het verzoekschrift een volkomen onvolledig beeld gegeven van de juridische situatie door geen melding te maken van de rechtsverhouding die tussen partijen heeft bestaan en middels de vaststellingsovereenkomst op dit moment nog bestaat. Gedaagden moet hebben geweten dat hij aldus feiten en omstandigheden achterwege liet die voor de beoordeling van het verzoekschrift door de rechtbank, waarbij de wederpartij niet wordt gehoord, van zeer wezenlijke betekenis waren. Flagrant in strijd met de werkelijkheid vermeldt het verzoekschrift bovendien dat gedaagde geen toestemming heeft gegeven voor de vervaardiging van deze kledingstukken met zijn merk. Onweersproken en door bewijsmiddelen gestaafd staat vast dat gedaagde zeer nauw betrokken is geweest bij de productie van deze kledingstukken en bij de keuze van de producenten.

Bij deze opzettelijke en valselijke voorlichting van de rechtbank in het verzoekschrift past de onmiddellijke opheffing van het beslag, zelfs zonder verder debat.”

Lees het vonnis hier.

IEF 4566

Wederom naar de Haagse rechtbank

De Stentor bericht over een octrooizaak bij de Rechtbank Zutphen (wie het vonnis heeft mag het mailen):

“Daar diende het kort geding dat de ondernemer had aangespannen tegen een Britse fabrikant van kunstgrasreinigers. Air Force Ltd heeft het octrooi op dit soort apparaten (…) Voor Air Force Ltd reden genoeg om beslag te laten leggen wegens inbreuk op het octrooirecht.  Eerder al stemde het Haagse gerechtshof in met de eis van de Britse fabrikant. Sindsdien zijn tal van 'illegale' reinigingsapparaten in beslag genomen.

Advocaat Van der Horst, die de belangen van het Britse bedrijf verdedigde, verwees nogmaals naar de uitspraak van de Haagse rechter. "Air Force Ltd heeft de richtlijnen die gelden voor het octrooirecht gehandhaafd. Daaronder valt ook het beslag dat is gelegd op het apparaat. Dat is eerder in Den Haag bevestigd, dus wat dat betreft zijn we hier aan het verkeerde adres." De president in kort geding sloot zich aan bij de woorden van de raadsvrouw en verplaatste de hele kwestie wederom naar de Haagse rechtbank. De Oldebroeker heeft daarmee zijn kunstgrasreiniger voorlopig nog niet terug.”

Lees het volledige bericht hier.

IEF 4560

Patent ambush

Persbericht EC: “The European Commission can confirm that it has sent a Statement of Objections (SO) to Rambus on 30 July 2007. The SO outlines the Commission’s preliminary view that Rambus has infringed EC Treaty rules on abuse of a dominant position (Article 82) by claiming unreasonable royalties for the use of certain patents for “Dynamic Random Access Memory” chips (DRAMS) subsequent to a so-called "patent ambush".

(…) This is the first time that the Commission is dealing with a "patent ambush" under EC antitrust law, but the approach reflects well-established general case-law under Article 82 of the Treaty.

Lees hier meer.

IEF 4555

Eerst even voor jezelf lezen

trbr.gifRechtbank Leeuwarden, 22 augustus 2007, HA ZA 06-714. Het Fietscafé tegen Rijpkema. (Met dank aan Peter Kits, Holland Van Gijzen).

"Eisers claimen auteursrecht op een concept en niet op één bepaalde uitwerking daarvan". Nadat de voorzieningenrechter Leeuwarden eerder de vorderingen tot onmiddellijk verbod toewees (IEF 1151), beslist de rechtbank nu volstrekt anders in het voordeel van de vermeend inbreukmaker.  Geen volledige proceskostenveroordeling of verzoek daartoe aangezien de dagvaarding was uitgebracht vóór uiterste implementatie datum Richtlijn.

Lees het vonnis hier.

-Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 augustus 2007, HA ZA 06-2131. Ajinomoto Co. Inc. c.s. tegen Global Bio-Chem Technology Group Company Ltd c.s.

Het verkopen van de betreffende L-lysine maakt inbreuk op de octrooirechten in Nederland van de Japanse vennootschap Ajinomoto Co. Inc. en die van haar exclusieve Europese licentiehouder.

Lees het vonnis hier.

IEF 4516

De Benelux is meer dan Nederland alleen

Joris Deene: Intellectuele rechten kroniek 2006. “De auteur geeft een overzicht, een juridische kroniek, van de voornaamste gebeurtenissen van 2006 in het domein van de intellectuele rechten. Hij behandelt zowel het auteursrecht en de naburige rechten, het tekeningen- en modellenrecht, het octrooirecht, het merkenrecht als de bescherming van de handelsnaam en domeinnaam. Hij situeert de materie binnen de wetgeving en de rechtspraak.”

Lees de kroniek (30 pagina's) hier.

IEF 4488

Geldig op de Antillen

Tractatenblad 2007 Nr. 130. Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag); (met Uitvoeringsreglement en Protocollen) München, 5 oktober 1973.

"De op 17 december 1991 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, waarvan de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 1992, 47 en de vertaling in het Nederlands is geplaatst in Tractatenblad 1992, 113, wordt goedgekeurd voor de Nederlandse Antillen en Aruba."

"Het op 1 juni 2000 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake octrooirecht, waarvan de Engelse en Franse tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in Tractatenblad 2001, 120, het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, waarvan de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2001, 21 en de vertaling daarvan in het Nederlands is geplaatst in Tractatenblad 2001, 133 en de op 29 november 2000 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, waarvan de Engelse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2002, 9 en de vertaling daarvan in het Nederlands is geplaatst in Tractatenblad 2002, 64, worden goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk."

Lees Trb 2007, 130 hier en Trb 2007, 131 hier. Eerder bericht IEF 3875

IEF 4487

Aangenomen

2k.GIFHandelingen nr. 88, pag. 4909-4909, Tweede Kamer. Stemmingen, 3 juli 2007.

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006 (Evaluatie 2006 Rijksoctrooiwet 1995) (30975).

In stemming komt het amendement-Gesthuizen (stuk nr. 11). De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen. De beweegreden wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel. De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen dit wetvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de motie-Aptroot c.s. (30975, R1821, nr. 8). De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Aptroot c.s. (30975, R1821, nr. 10).  De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Lees het kamerstuk hier

IEF 4436

Uiteindelijk omgeven

fig6.JPGRechtbank ’s-Gravenhage, 25 juli 2007, HA ZA 06-3850. Nexans Norway A.S. tegen Aker Kvaerner Subsea A.S.

Aker Kvaerner is houdster van Europees octrooi 062.027 (lees: 0.627.027 - IEF) voor een ‘werkwijze en inrichting voor het vervaardigen en uitleggen van een verbindingskabel.’ Nexans vordert de nietigheid van dit octrooi. Het octrooi heeft drie onafhankelijke conclusies. De rechtbank heeft voldoende gehoord om te oordelen dat conclusie 5 nieuw en inventief is, maar heeft behoefte aan een nadere toelichting door partijen over de inventiviteit van conclusies 1 en 8.

Het octrooi heeft betrekking op een werkwijze (conclusie 1) en een inrichting (conclusie 8) voor het vervaardigen en uitleggen van een verbindingskabel. Daarnaast ziet conclusie 5 op de verbindingskabel zelf. Een dergelijke verbindingskabel omvat meerdere leidingen en/of kabels en wordt onder meer in de offshore-industrie gebruikt. Dit type kabel wordt in de praktijk en in de oorspronkelijke engelse versie van de conclusies aangeduid als 'umbilical' (navelstreng).

Nexans bestrijdt de nieuwheid van conclusie 5 door deze letterlijk te lezen. Nexans meent dat niet duidelijk is of de deelmaatregel “binnenste, langwerpige kanaalelementen” ziet op meerdere elementen in axiale (lengte) richting dan wel op meerdere elementen in omtrekrichting. De conclusie heeft volgens Nexans daarom ook betrekking op een kabel die niet in dwarsdoorsnede meerdere kanaalelementen vertoont, maar uitsluitend in langsdoorsnede. Dit laatste is bekend uit de stand van de techniek. De rechtbank meent echter dat de conclusie geïnterpreteerd moet worden in het licht van de tekst en figuren. Hieruit leert de vakman dat de meerdere kanaalelementen aanwezig moeten zijn in de omtreksrichting. Zo toont de bijgaande figuur lijntjes die de binnenste elementen 6 van elkaar scheiden. Een dergelijke scheiding is niet bekend uit de stand van de techniek.

Conclusie 5 is verder nieuw, doordat deze definieert dat de buitenste kanaalelementen ingericht zijn voor het uiteindelijk omgeven van de kanalen/kabels. Ter zitting licht Kvaerner toe dat dit betekent dat er sprake moet zijn van volledig omhullen, waardoor de binnenste en buitenste kanaalelementen op elkaar afsteunen en zo een soort koepelvormige behuizing vormen, waarin de kabels/pijpen losjes liggen. Dit alles is niet bekend uit de stand van de techniek.

Conclusie 5 wordt tevens inventief geacht. De hierboven als nieuw beschreven aspecten kunnen niet uit de stand van de techniek geleerd worden, terwijl één van de aangevoerde publicaties bovendien betrekking heeft op een kabelkoord met meerdere stalen draden en niet op een umbilical.

Eén inventiviteitsbezwaar tegen conclusie 1 wordt verworpen. Een ander bezwaar is kennelijk pas ter pleidooi ingebracht. De rechtbank acht het vervolgens wenselijk dat partijen hun standpunten hierover nader toelichten. Ook conclusie 8 overleeft de door Nexans genoemde combinatie van documenten. Hier is het echter de rechtbank zelf die een andere combinatie van documenten oppert en partijen verzoekt zich hier nader over uit te laten. Beide conclusies komen 29 augustus a.s. opnieuw op de rol.

Lees het vonnis hier.