Octrooirecht  

IEF 4306

Vrij baan voor divisionals

tw.gifKort commentaar Tom H. Wittop Koning (EP&C) bij EPO, EBoA, 28 juni 2007, G 0001/05, Astropower Inc

Verwoede pogingen van de kant van sommige Technical boards of Appeal van het Europees octrooibureau om ernstige restricties op te leggen aan de mogelijkheid afsplitsingen van octroooiaanvragen in te dienen zijn inmiddels door een recente uitspraak van de Grote Kamer van Beroep  (G1/05) gelukkig de kop ingedrukt.

Tot voor deze G-beslissing bestond er grote onzekerheid na een paar uitspraken van enkele Kamers van Beroep. Zo vond men dat een afgesplitste aanvraag die ruimer was dan de moeder ab initio ongeldig was (T39/03). Sterker nog, een vervolgafsplitsing zou dan, als gevolg daarvan, ook niet geldig zijn. Immers, een afsplitsing moet wel van een pending aanvraag zijn (Regel 25(1)EPC). Aangezien er vaak wordt gesleuteld aan met name de conclusies bij een afsplitsing,  was de kans groot dat er een hoop aanvragers zouden worden gedupeerd.  Met de onderhavige uitspraak komt de common sense weer terug.

De volgende vragen werden aan de Grote Kamer van Beroep gesteld. Voor het gemak geef ik de antwoorden er gelijk bij.

1. Zijn afgesplitste aanvragen geldig ingediend als ze uitbreiding van materie ten opzichte van hun directe moederaanvraag hebben? (Art 123(2)).

Ja, dat zijn ze.(Reason2.9)

2. Mogen deze afgesplitste aanvragen worden aangepast tijdens de procedure?

Ja, dat mag. Ze moeten weer tot de oorspronkelijke materie uit de moederaanvraag worden beperkt. (Reason7)

3. Moet de eerdere aanvraag pending zijn wanneer je in je afgesplitste aanvrage uitgebreide materie moet verwijderen?

Nee, dat hoeft niet.  Een afgesplitste aanvrage wordt als onafhankelijke aanvraag gezien. Ten tijde van de indiening ervan moet de eerdere aanvraag nog lopen. (Reason8.1-8.2)

4. Moeten de claims van de afgesplitste aanvrage zijn gebaseerd op de claims van de eerdere aanvraag?

Nee, het gaat om de gehele inhoud van de eerdere aanvraag, zolang er maar wel aan de bepalingen van het EPC wordt voldaan (bijvoorbeeld claims gericht op onderzochte materie (Rule 86(4)) (Reason9)

5. Hoe zit het bij een reeks afgesplitste aanvragen?

De materie in een afgesplitste aanvrage moet in alle voorgaande aanvragen van de reeks hebben gestaan. Je mag dus geen tussenliggende afsplitsing overslaan, dan ben je die materie kwijt en moet die er uit (Reason 11.2). Het beste lijkt mij dus om de moederaanvraag ongewijzigd als afsplitsing in te dienen en dan vervolgens te beperken.

In de uitspraak wordt ook nog wat interessants over dubbele octrooiering gezegd. Ofschoon het Europees Octrooiverdrag daar geen directe bepalingen in kent, wordt dubbele octrooiering wel tegengegaan (Zie bijvoorbeeld de Guidelines C-IV, 6.4).  De Grote Kamer van Beroep zegt in overweging 13.4 hiertoe (vrij vertaald) “dat er niets is in te brengen tegen de vaste praktijk van het Europees Octrooibureau, wanneer deze bezwaren heeft tegen wijzigingen in een afgesplitste aanvrage en deze weigert, wanneer de aldus gewijzigde afgesplitste aanvraag dezelfde materie zou claimen als de directe moeder, onafhankelijk of die al dan niet verleend is”. Dat zou dus betekenen dat je met een afsplitsing niet nog eens een tweede examinationpoging kunt doen als er een moeder bestaat die dezelfde rechten claimt. Volgens mij geldt dit ook wanneer de moeder niet meer bestaat, op een of andere manier niet tot verlening is gekomen of na oppositite is ingetrokken. Blijkbaar wil het EOB dat gelijke materie maar één keer wordt onderworpen aan een examinationprocedure, en daar valt wel wat voor te zeggen.

Al met al een logische en verwachte uitspraak. Zorg dat je alle materie in eerste instantie in je afgesplitste aanvraag houdt, dan komt het denk ik allemaal wel goed. Voorts lijkt het erop dat afsplitsingen toch echt bedoeld lijken voor het verkrijgen van octrooi op andere materie dan geclaimd in de moeder, en is dit geen manier om de materie nog eens onder examination te krijgen.

Tom H. Wittop Koning

Lees de besproken uitspraak hier.

IEF 4304

Sint / Pasfotopoint / Glaxo / Astropower

1- Voorzieningenrechter Rechtbank Alkmaar, 5 juli 2007, LJN: BA8844. Stichting Sint Nicolaas Centrale Nederland tegen Gedaagde.

“Eén van de twistpunten tussen partijen is het mede organiseren van de landelijke Sinterklaasintocht, die door de NPS op televisie wordt uitgezonden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bestaat er geen recht op het houden van die intocht. Enig patent hierop kan niet worden aangevraagd, want het Sinterklaasfeest is van ons allemaal.
Reeds hierop strandt de door SNC gevorderde mededeling van Gedaagde aan de NPS dat zij zich voor al hetgeen dat betrekking heeft op de intocht van Sinterklaas tot SNC dient te wenden. Bovendien staat het de NPS geheel vrij wie zij wenst te benaderen voor het verzorgen van de ondersteuning bij de landelijke intocht. Evenmin als aan Gedaagde, komt aan SNC enig recht toe, op basis waarvan het verstrekken van deze opdracht bij de NPS kan worden geclaimd. Van enige overeenkomst daartoe is namelijk niet gebleken.”

Lees het vonnis hier.

2- Rechtbank Amsterdam, 5 juli 2007, LJN: BA8856. Eiser (E. de R. v. Z.) tegen gedaagde.

Eiser is doende een boek te schrijven over de Koninklijke Familie. (…) De bescherming van dat belang wordt vooralsnog voldoende gediend met het opleggen van een ordemaatregel, inhoudende dat Gedaagde op straffe van verbeurte van een dwangsom gehouden is ieder geschrift dat hij over eiser en met hem verband houdende kwesties in de openbaarheid wil brengen of wil doen brengen tenminste drie weken voorafgaand aan de voorgenomen dag van publicatie ter kennisneming aan Eiser ter beschikking te stellen, opdat deze tijdig kan nagaan of daarin informatie is verwerkt die afkomstig is uit het door Eiser bij Gedaagde opgeslagen archief en nog niet behoort tot het publieke domein, zodat Eiser in dat geval in staat is desgewenst passende maatregelen te treffen.”

Lees het vonnis hier.

3- Rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, locatie Leiden, 4 juli 2007. Pasfotopoint the Store tegen Pasfotoshop (met dank aan P. Koerts, Trip).

“Pasfotopoint heeft geen vordering zoals hiervoor omschreven ingesteld [art 6 lid 1 Hnw – IEF]. De verbodsvordering zoals ingediend kan niet worden gegrond op de Handelsnaamwet en Pasfotopoint heeft niet gesteld op grond waarvan zij meent die verbodsvordering wel in te kunnen stellen door het indienen van een verzoekschrift aan de rechter.”

Lees het vonnis hier.

4- Rechtbank ’s-Gravenhage, 4 juli 2007, HA ZA 06-2677. Glaxo Group Limited Tegen
Pharmachemie B.V.

“Dat het enkele gegeven dat de informatie uit de G-standaard van juni 2006 enige weken voorafgaand aan de expiratiedatum van EP 266 beschikbaar was niet moet worden aangemerkt als het aanbieden van generiek Ondansetron in de zin van artikel 53 lid 1 ROW 1995, althans niet als het voor een of ander aanbieden in de zin van dat artikel. De rechtbank zal de vorderingen van Glaxo derhalve afwijzen.

Lees het vonnis hier.

5- EPO, EBoA, 28 juni 2007, G 0001/05, Astropower Inc.(met dank aan Geert Theuws, Howrey)

Uitspraak betreft een aantal openstaande en zeer interessante punten t.a.v. divisionals.
"So far as Article 76(1) EPC is concerned, a divisional application which at its actual date of filing contains subject-matter extending beyond the content of the earlier application as filed can be amended later in order that its subject-matter no longer so extends, even at a time when the earlier application is no longer pending. Furthermore, the same limitations apply to these amendments as to amendments to any other (non-divisional) applications."

Lees de uitspraak hier.

IEF 4302

Rijksoctrooiwet

Op 3 juli is wetsvoorstel 30 975 "Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006 (Evaluatie 2006 Rijksoctrooiwet 1995)" door de Tweede Kamer aangenomen. 

Lees het stemmingsoverzicht hier.

IEF 4297

Meer octrooien betekent dus meer onderzoek

gest.gifKamerstuk 30 975, nr. 11 (R 1812). Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006 (Evaluatie 2006 Rijksoctrooiwet 1995). Amendement van het lid Gesthuizen (SP), ontvangen 2 juli 2007

"De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: In artikel I vervalt onderdeel D."

Nu wordt een Nederlands octrooi alleen verleend op basis van een Nederlandstalige aanvraag. Dit amendement dient ertoe om die situatie te handhaven en derhalve octrooiverlening op basis van een Engelstalige aanvraag uit het wetsvoorstel te schrappen.

Toelichting: Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om ook op basis van een Engelstalige aanvraag een Nederlands octrooi verleend te krijgen. Gecombineerd met de forse prijsverlaging van het Nederlandse nieuwheidonderzoek, kan het Nederlands octrooisysteem daarom een forse aanzuigende werking krijgen op buitenlandse bedrijven. Het gevolg is enerzijds dat het Nederlandse octrooisysteem overbelast wordt door de vele nieuwe aanvragen. Anderzijds zal de stijging van het aantal verleende octrooien een belemmering vormen voor het Nederlandse MKB. Een bedrijf moet zich immers bewust zijn van de ontwikkelingen van de markt waar het zich op beweegt, dus ook van mogelijke octrooien. Meer octrooien betekent dus meer onderzoek.

Lees het kamerstuk hier.

IEF 4270

Faits Divers

Portretrecht en voetvbaldvd’s. “Het avontuur met de WK-dvd's van Dick Perschar liep uit op een miljoenendebacle, maar Tricky Dicky is onder de noemer Shape DVD Worldwide alweer opnieuw begonnen. (…) De ironie wil dat de shirt-dvd uiteindelijk toch een uiterst exclusief ‘collector’s item’ werd. Zo’n drie miljoen dvd’s (verkoopprijs 3,95 euro) moesten op last van de KNVB worden vernietigd omdat het ‘portretrecht van de spelers’ en het recht om gebruik te maken van het logo van de voetbalbond, contractueel per 1 november 2006 verliep.

Lees hier meer (Quotenet)

Zoekallejaaps.nl:“Branchevereniging NVM is het beu dat de zoekmachine Jaap.nl elke avond hun websites ‘leegzuigt’, en informatie tot overmaat van ramp ook nog eens fout weergeeft. Aanleiding voor de makelaars om Jaap.nl nu aan te pakken, vormt de brief die directeur Robert van Veelen van NVM-site Funda.nl onlangs stuurde aan klanten. Daarin wijst hij de NVM-makelaars op het feit dat Jaap.nl inbreuk maakt op de auteursrechten van Funda: ‘Jaap.nl heeft uw aanbod naar zijn eigen website gekopieerd. Volgens de huidige wetgeving maakt Jaap.nl inbreuk op uw auteursrecht. Wist u dat?”

Lees hier meer.

Niet op festival, wel op poster. Stichting Geinbeat mag de posters en flyers voor het popfestival van zondag niet meer gebruiken.(…) Geinbeat heeft voor de achtergrond van posters en foldertjes een foto van zanger Roger Peterson van Intwine gebruikt. De foto stamt uit 2004, toen de band in Nieuwegein speelde. Dit jaar staat Intwine niet op het podium van Geinbeat. (…) Vicevoorzitter Michel Peek van Geinbeat zegt dat Peterson onherkenbaar op de poster staat. ,,Wij hebben geen mails gekregen van Intwinefans. Het management van Intwine dreigde met bodemprocedures, auteursrecht, portretrecht. Daar zitten wij niet op te wachten. Wij zijn gewoon liefhebbers die een popfestival willen houden.’’

Lees hier meer (AD).

Auteursrecht op park. “Bewoners van de Philipsbuurt in Drachten zien nieuwe mogelijkheden voor woningbouw nabij het historische Reidingpark (…) Bebouwing ervan is volgens Hoekstra ,,een goed alternatief''. De gracht kan dan intact blijven. Volgens Drachtster Sjoerd S. Osinga is dat ook noodzakelijk omdat er auteursrechten op het park rusten.”

Lees hier meer. (Leeuwarder Courant).

Statistieken EPO. “Het aantal patentaanvragen blijft maar stijgen. Vorig jaar werden bij het European Patent Office (EPO) 207.300 patentaanvragen ingediend. Daarvan zijn er 4.425 afkomstig van Philips, dat daarmee koploper in Europa is. Het totaal aantal aanvragen steeg met 5 procent en de verwachting is dat de groei nog aanhoudt. (…) In bijna alle Europese landen was er sprake van een stijging in aantal aanvragen, maar in Nederland nam dat af met 472 naar 7.400.”

Lees hier (Eindhovens Dagblad) of hier (EPO) meer.

Dubbeltalent. Staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën heeft zich als ondernemer niet schuldig gemaakt aan verwijtbaar gedrag en handelen. Tot die conclusie komt de commissie-Lundqvist. (…)Tijdens een toelichting voor de pers zei commissielid Wouter Pors dat arbeidscontracten met vernietigbare passages op grote schaal voorkomen bij Nederlandse bedrijven.”

Lees hier meer.

“What is Domain Name?  Compared with IP address, Domain Name is a character sign which is like a doorplate number on internet, it's used to identify and orient hiberarchy of computer on internet. But it is different from IP address, Domain Name is more easier and convenient to understand and remember. Domain Name is a basic service of internet, we can provide www,email, FTP and so on services base upon Domain Name.”

Lees hier meer.

 

IEF 4266

Rijksoctrooiwet

Kamerstukken Tweede kamer 2006/07, 30975, nr. 10. Gewijzigde motie van de leden Aptroot en Gesthuizen ter vervanging van die gedrukt onder 9.  

"verzoekt de regering het mogelijk te maken dat innovatievouchers ook kunnen worden gebruikt voor het aanvragen van octrooi en de Kamer daartoe een voorstel voor te leggen"

Lees de gewijzigde motie hier. Eerder bericht IEF 4255

IEF 4265

Eerst even voor jezelf lezen

1- Gerechtshof Amsterdam, 28 juni 2007, 1989/06 SKG en 1987/06 KG. Schoenfabriek Wed. J.P. van Bommerl B.V/ tegen La Nuova Alelchi S.P.A. & Van Woensel B.V. (met dank aan Peter Kits, Holland Van Gijzen).

Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep. “Ter zitting heeft het hof geconstateerd dat de schoenen weliswaar niet ídentiek’ zijn (…) doch wel een gelijkenis vertonen die te treffend is om nog toevallig te zijn.” (…) “Dit betekent dat in dit geding voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat de omstreden modellen als eerste door Van Bommel op de markt zijn gebracht.

Lees het arrest hier.

2- Benelux Gerechtshof, 28 juni 2007, A 2005/1/16. Bovemij Verzekeringen tegen BMB(met dank aan Pieter Veeze, BBIE).

“Het bepaalde in artikel 13, C, lid 1, BMW (thans artikel 2.20, lid 4, BVIE) brengt niet mee dat voor het verkrijgen van onderscheidend vermogen van een uit één of meer woorden van een officiële taal binnen het Beneluxgebied bestaand teken door het gebruik daarvan, als bedoeld in artikel 3, lid 3, van de Richtlijn, vereist is dat ook de vertaling van dat teken in de andere in het Beneluxgebied gesproken officiële talen in de gebieden waar die talen worden gesproken, door het in aanmerking komende publiek als merk wordt opgevat.”

Lees het arrest hier.

3- Rechtbank Zutphen, 6 juni 2007, HA ZA 06-1254. Kwang Yang Motor Co. Ltd. C.s. tegen Rozendaal Sports on Wheels V.O.F. c.s. (met dank aan Jan-Kees Govers, GoversVanZoest).

“Nu de “Filly”, “Top Boy” en “Cobra”-scooter zich ieder voor hun in hun uiterlijke verschijningsvorm niet van een aantal in de handel zijnde scooters, die niet afkomstig zijn van Kymco, aanmerkelijk onderscheidt en die modellen van Kymco op de scootermarkt derhalve geen eigen plaats innemen, handelt Rozzendaat niet onrechtmatig jegens Kymco en Kybe door de “KB 50”-scooter en de “KB 50 Rally”-scooter in Nederland in het verkeer te brengen en te verhandelen. “

Lees het vonnis hier.

4- Rechtbank Zwolle, 28 juni 2007, KG ZA 07-259. 1850 B.V. c.s. tegen KPN B.V.(met dank aan Michael Kellogg, KPN).

“Het door KPN B.V. in haar hoedanigheid van exploitant van een netwerk verwijzen naar het eigen informatienummer schendt in die omstandigheid dan ook de op haar rustende en jegens 1850 B.V. c.s. in acht te nemen zorgplicht (…) Dit leidt echter niet tot toewijzing van (een van) de vorderingen. De gevraagde voorzieningen zijn daarvoor –nu net van het gestelde opzettelijk handelen van KPN B.V. c.s. kan worden uitgegaan, niet gebleken is van de gesteld onrechtmatige wijze van oplossen en afhandelen van de klachten – te verstrekkend dan wel kan er niet van uit worden gegaan dat zij feitelijk uitvoerbaar zijn.”

Lees het vonnis hier.

5- Rechtbank Leeuwarden, 27 juni 2007, HA ZA 06-364. Lucky Locked Limited tegen Van der Meulen Sneek B.V. (met dank aan Evert van Gelderen, De Gier & Stam)

3e Leeuwarder Jurkjeszaak. “Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie blijkt immers genoegzaam dat het auteursrecht mede bedoeld is om het uiterlijk van producten met een gebruiksfunctie te beschermen.” (…) “De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de Dragonfly auteursrechtelijk beschermd is en dat dit auteursrecht aan Lucky Locket toekomt.”

Lees het vonnis hier.

6- Nederlanse Mededingingsautoriteit, 10 mei 2007. Fresh FM tegen Buma (met dank aan Anja Kroeze, Buma/Stemra).

“Het verzoek van Fresh FM dat de Raad verklaart dat Buma misbruik maakt van haar economische machtspositie door het hanteren van prijsdiscriminatie tussen verschillende radio-omroepinstellingen en/of een excessief tarief zou hanteren ten opzichte van Fresh FM wordt derhalve afgewezen.”

Lees het besluit hier.

7- Rechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, 12 juni 2007, AWB 06/4910 OCT95. Hollandsche Beton Groep N.V. c.s.  tegen  Octrooicentrum Nederland / Janssen de Jong Infra B.V.

“De conclusie uit het vorenstaande is dat verweerder, gezien de door de derde partij ingestelde nietigheidsactie, de inschrijving daarvan in het octrooiregister en het ontbreken van toestemming van de derde partij tot de afstand, het verzoek tot inschrijving van de akte van gedeeltelijke afstand terecht heeft geweigerd”

Lees de uitspraak  hier.

8 - HvJ EG, 28 juni 2007, zaak C-20/05. Conclusie A-G Verica Trstenjak. Pubblico Ministero tegen Karl Josef Wilhelm Schwibbert.

Voorstel voor prejudiciële beslissing over de navolgende vragen: “Is het aanbrengen van het teken SIAE verenigbaar met richtlijn 92/100/EEG1 van de Raad betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom, alsmede met artikel 3 van het Verdrag en de artikelen 23 tot en met 27 van het EG-Verdrag. Is het eveneens verenigbaar met de richtlijnen 83/189/EEG2 en 88/182/EEG3 van de Raad?”

Lees de conclusie hier.

IEF 4255

Rijksoctrooiwet

2k.bmpKamerstukken 30975 (R 1821), nrs.7, 8 & 9, 2e Kamer.  Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006 (Evaluatie 2006 Rijksoctrooiwet 1995);

- Tweede nota van wijziging:

“Deze nota van wijziging bevat slechts een strikt wetstechnische verbetering. Bij de wijziging van artikel 23, derde lid, als voorgesteld in de nota van wijziging, gedrukt onder nummer 6, is abusievelijk niet uitgegaan van de tekst van dat lid zoals dat in het najaar van 2007 zal gaan luiden. Dan zal namelijk artikel 23, derde lid, van de Rijksoctrooiwet 1995 worden gewijzigd door de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel J, onder 2, van de Rijkswet van 17 november 2005 (Stb. 2006, 22). Deze nota van wijziging, die puur wetstechnisch van aard is, strekt dus uitsluitend tot rechtzetting van deze misstelling.”

- Motie van het lid Aptroot c.s. over een voorlichtingscampagne voor het mkb over octrooi:

“Verzoekt de regering het midden- en kleinbedrijf met een voorlichtingscampagne te informeren over de mogelijkheden van een octrooi.”

- Motie van de leden Aptroot en Gesthuizen over het gebruik van innovatievouchers:

"Verzoekt de regering het mogelijk te maken dat innovatievouchers ook kunnen worden gebruikt voor het aanvragen van octrooi en de Kamer daartoe voor 1 oktober 2007 een voorstel voor te leggen.”

IEF 4224

Eerst even voor jezelf lezen

- College van Beroep RCC, Stichting Alcoholpreventie (STAP) tegen Stichting AMstel Gold Race. (met dank aan Ebba Hoogenraad, Steinhauser Hoogenraad)

Het Amstel Gold Logo op de wielershirts is te beschouwen als evenementreclame, niet als alcoholreclame (niet toegestaan op wielershirts). Het is niet van belang of er gevaar voor verwarring bestaat. Ook al heeft het Amstel Gold Race logo duidelijke overeenkomsten met het biermerk Amstel, en ook al zijn er in zoverre associaties, toch wil dat nog niet zeggen dat op het wielershirt bierreclame wordt gemaakt.

Lees de beslissing hier.

- Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 12 juni 2007 LJN: BA7814. Appellante Sub 1, Emkapak Verpakkingen BV, Keku-Kist BV, Appellant Sub 4 tegen Present International BV

Tussen de zaken uit het IE-archief van het Hof Den Bosch dat, heel fijn, langzamerhand via rechtspraak.nl ontsloten wordt, staat zo af en toe ook nog een recente zaak.

“4.8 Naar het voorlopig oordeel van het hof is de vormgeving van de drie interieurs, zoals deze blijkt uit de door appellanten overgelegde producties, in overwegende mate ingegeven door het technisch effect ervan en niet door de persoonlijke invulling van de maker. Bij deze interieurs gaat het er bovenal om dat de flessen eenvoudig in de kist kunnen worden geplaatst, daar zonder veel moeite weer uit kunnen worden gehaald en dat zij in de tussentijd goed op hun plaats blijven ook als de kisten worden bewogen of verplaatst. Om dat te bereiken is een flesvormig interieur nodig met een kliksysteem, zoals dit overigens ook al van andersoortige verpakkingen bekend was (zoals bij pennen), en met uitsparingen, uitstulpingen en tussenschotten (ingeval van twee of drie flessen) die een zekere hoogte dienen te hebben. Aan appellanten kan worden toegegeven dat bij die verschillende onderdelen persoonlijke keuzes van de ontwerper mogelijk zijn, maar deze betreffen naar het voorlopig oordeel van het hof op het geheel van de voor het overige in de markt reeds gebruikelijke vormgeving zodanig geringe aspecten dat niet gesproken kan worden van een eigen oorspronkelijk karakter met het persoonlijk stempel van de maker. Dit betekent dat voorshands geconcludeerd dient te worden dat het beroep van appellanten op een haar toekomend auteursrecht niet opgaat. De grieven 1 tot en met 4 worden verworpen.2

Lees het vonnis hier.

- Rechtbank ’s-Gravenhage, 20 juni 2007, KG ZA 07-477. Van Kempen tegen Heto B.V.

“Nu Heto niet deugdelijk heeft betwist dat de “Toploaders” vallen onder de beschermingsom
vang van het Octrooi dient voorshands van de gestelde inbreuk uit te worden
gegaan.(…) Bij die stand van zaken dienen de vorderingen in conventie hoofdzakelijk
te worden toegewezen. De omvang van de schade van Van Kempen staat evenwel
nog geenszins vast. Nu ook in de visie van Van Kempen de Licentieovereenkomst
is beëindigd kan de schade niet zonder meer worden bepaald op de in die
overeenkomst bepaalde licentievergoedingen. Het verlangde voorschot op de
schadevergoeding zal daarom worden afgewezen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 4220

Octrooiverweermeeleestijd

kbl.gifRechtbank 's-Gravenhage, 21 juni 2007, KG ZA 07-385. Prodect B.V. en Alberts tegen Smulders (twee b.v.'s en in persoon) en Van Oord (N.V. en twee B.V.'s)

Zaak die zwaar is ingezet door Prodect en Alberts: in de dagvaarding worden octrooirechten, niet-geregistreerde Gemeenschapsmodellen, wanprestatie, onrechtmatige daad ingezet. Buiten rechte worden stevige uitspraken gedaan in de pers en worden kopieën van sommatiebrieven naar de opdrachtgevers van Smulders en Van Oord gezonden. De rechter verwerpt alle eisen, laakt de opstelling van eisers, maar komt toch tot een forse reductie van de gevorderde proceskostenveroordeling op grond van redelijkheid, evenredigheid en billijkheid.

Alberts is houder van octrooi EP-B1-1.616.377, dat volgens de hoofdconclusie een beschermingsinrichting voor kabels en leidingen beschermt. Deze beschermingsinrichting wordt gevormd door telkens twee pijphelften met bolvormige segmenten. Vrijwel de gehele hoofdconclusie, inclusief het kenmerk, definieert aspecten van deze pijphelften. In onderconclusie 24 is sprake van een opnamebuis voor het opnemen van een einde van de uit de pijpelementen gevormde pijp.

Op 23 kilometer buiten de Nederlandse kust wordt momenteel het windmolenpark Q7 aangelegd. Eén van de hoofdaannemers is Van Oord. Er wordt gebruikt gemaakt van een nieuwe type kabel, die bovendien wordt ingegraven, waardoor het gebruik van een beschermingsinrichting niet nodig is. Wel wordt er gebruik gemaakt van een zogenoemde J-tube om de kabel uit de bodem naar een toren van een windmolen te leiden.

Volgens de rechter is er geen sprake van inbreuk, omdat de beschermingsinrichting van de hoofdconclusie niet wordt toegepast. Een beroep op equivalentie wordt terzijde geschoven. Function en result zijn in een "uiterst welwillende interpretatie" mogelijkheid vergelijkbaar. De manier waarop dat wordt bereikt is volgens de rechter wezenlijk anders. Ook maakt de J-tube geen indirecte inbreuk op onderconclusie 24.

Nu er geen sprake lijkt van inbreuk, hoeft de rechter zich niet uit te spreken over de toepasselijkheid van de ROW 1995 in de Economische Exclusieve Zone. Overigens laat hij duidelijk laat doorschemeren dat het opwekken van windenergie niet onder het winnen van natuurlijke rijkdommen valt.

Prodect kan zijn niet beroepen op bescherming uit hoofde van niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen. Deze claim wordt gebaseerd op een tweetal figuren uit het octrooi. De betreffende J-tubes zijn echter vrijwel geheel technisch bepaald en bovendien niet nieuw.

Het is onvoldoende aannemelijk dat er sprake is van een contractuele relatie tussen Alberts en/of Prodect en Smulders anderzijds. Hier kan dus ook geen wanprestatie uit volgen. Verder zou Smulders volgens Prodect gedreigd hebben om Prodect te vernietigen. Dit is echter niet meer dan een blote stelling.

Smulders en Van Oord maken aanspraak op € 199.000 aan gemaakte kosten, inclusief die van hun octrooigemachtigden. De rechter acht het redelijk dat beide partijen afzonderlijke bijstand hebben ingehuurd. De dubbele kosten van een advocatenwissel bij Smulders trekt de rechter wel af. Octrooiverweermeeleestijd wordt wel vergoed, maar niet de tijd die besteed is aan de OD-aspecten. Het inzetten van twee advocaten van compagnonsniveau "in deze octrooirechtelijk nu ook weer niet bijster complexe zaak" acht de rechter niet redelijk en evenredig. Ook de kosten van het instellen van oppositie mogen niet worden meegenomen. Aldus resteert een tussensaldo van € 92.500.

Tot slot volgt een billikheidsverdiscontering. De rechter wil voorkomen dat het voor het MKB vanwege kostenveroordelingen op de voet van de Handhavingsrichtlijn economisch onmogelijk wordt om te procederen tegen kapitaalkrachtiger partijen. Tussen de opgevoerde kosten van partijen zit grosso modo een factor 6,7 verschil. Ten nadele van Prodect weegt dat ze de procedure hebben doorgezet, terwijl gedaagden er in conventie op hebben gewezen dat zij het octrooi niet toepassen. Uiteindelijk wijst de rechter € 62.000 aan kosten toe.

Tot slot moeten Prodect en Alberts wel een rectificatiebrief sturen aan de projecteigenaren, maar hoeven ze geen advertentie te plaatsen in het Financieel Dagblad.

Lees het vonnis hier.