Octrooirecht  

IEF 1671

Read Only

Rechtbank 's-Gravenhage, 22 februari 2006, KG ZA 05-1542. Koninklijke Philips Electronics tegen Advanced Optical Disc Holland. Opzegging licentieovereenkomst, geen octrooiinbreuk.

Om te waarborgen dat iedere DVD-disc in elke DVD-speler afgespeeld kan worden, is er een DVD-standaard, waarin de DVD-technologie is vastgelegd. Philips houdt een groot aantal zogenaamde essentiële octrooien op dit gebied. Dat betekent dat de in die octrooien belichaamde technologie dwingend is voorgeschreven in de DVD-Standaard en dat toepassing van de DVD-Standaard automatisch leidt tot gebruikmaking van de octrooien van Philips. AOD heeft met Philips een drietal licentieovereenkomsten afgesloten en heeft een fikse betalingsachterstand. AOD produceert evenwel nog steeds DVD's.

Philips vordert nu op grond van octrooiinbreuk een verbod op inbreuk en een aantal nevenvorderingen. AOD stelt echter dat zij geen inbreuk maakt omdat zij deze DVD's produceert onder geldige licentieovereenkomsten.

De rechtbank oordeelt dat Philips bij de ingebrekestelling die zij gestuurd heeft een onjuiste aanname heeft gehanteerd van de betalingsachterstand van AOD. Het systeem van de beëindigingsregeling in de licentieovereenkomst houdt in " (...) dat Philips, indien zij de overeenkomst wegens non-compliance wil beëindigen, een ingebrekestelling doet uitgaan waarin zij dit aankondigt en waarbij zij de wederpartij een termijn aanbiedt van dertig dagen om tot een oplossing te komen. In die termijn dient de wederpartij een faire kans te worden geboden om tot een oplossing te komen. In dit geval heeft AOD die kans niet gekregen omdat Philips, naar voorlopig oordeel, de betalingsachterstand op een onjuiste grondslag had bepaald en daardoor voor AOD ook onoplosbaar had gemaakt."

"In het licht van dit alles kan voorshands worden aangenomen dat er een gerede kans is dat in de bodemprocedure de opzegging van de DVD-Overeenkomsten ongeldig zal worden bevonden. Daaruit zal dan volgen dat AOD haar DVD’s produceert onder een geldige licentieovereenkomst, zodat van octrooi inbreuk geen sprake is." Lees hier het vonnis.

IEF 1653

Einde van een tijdperk

O.a. het ANP bericht dat Gillette en Wilkinson de ie-strijdbijl begraven. “ Gillette en Wilkinson zullen elkaar niet meer in de haren vliegen. De Amerikaanse producenten van scheermesjes hebben besloten een langlopend juridisch geschil bij te leggen, zo meldde de BBC vrijdag op zijn website. De twee bedrijven hadden onenigheid over patenten en advertenties (...) Bijzonderheden over de overeenkomst zijn niet naar buiten gebracht. Lees hier of hier meer.
IEF 1635

Handhaving

Wetsvoorstel Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 ter implementatie van de richtlijn inzake handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (Wijziging Rijksoctrooiwet 1995 in verband met implementatie richtlijn handhaving intellectuele-eigendomsrechten).

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 14 februari 2006 als hamerstuk afgedaan. Lees hier meer over de aangenomen wijziging.

IEF 1625

IE-directeur

Vandaag in de innovatiebijlage van het FD: ‘Ideeën vragen management’ een artikel van twee pagina’s Robert Pitkethly. Artikel gaat in op de noodzaak van gespecialiseerd IE management bij bedrijven, of zelfs van de aanstelling van een IE-directeur. In het artikel wordt voor IE-rechten de afkorting IER’s gebruikt als vertaling voor de Engelse standdaardafkorting IPR. Een korte samenvatting in citaten:

“Intellectuele eigendom, zoals octrooien en auteursrechten, is een van de sleutelactiva van elke innovatieve organisatie en verdient dan ook de bijzondere aandacht van de bedrijfstop. In sommige gevallen kan dat zelfs leiden tot de aanstelling van een IE-directeur om de rechten zowel intern als extern te managen.”

“Een vergissing die echter voorkomen moet worden, is IE-management te beschouwen als een zuiver juridische kwestie. Zowel juridische expertise als integratie in het algemeen beheer van de onderneming is vereist om het arsenaal aan interne en externe IE-managementkwesties te managen die binnen en tussen bedrijven ontstaan.”

“Als IE een van de essentiële bedrijfsmiddelen van de onderneming is, dan verdient hij evenveel aandacht van het topmanagement als andere sleutelelementen van het bedrijf. De toestand verschilt wellicht niet veel met die waarin IT zich enkele jaren geleden bevond en we zullen in de toekomst dan ook meer IE-managers zien opduiken in raden van bestuur.”

“Een laatste punt over IE-management binnen ondernemingen is dat het voltallige personeel zich ervan bewust moet zijn dat er zoiets bestaat als intellectuele eigendom, wie er de verantwoordelijkheid over draagt en hoe een verkeerde aanpak vermeden kan worden.”

“Gespecialiseerd juridisch advies is nodig, maar tegelijkertijd is IE niet alleen maar een juridische kwestie. Hij moet beschouwd worden als een strategisch bedrijfsmiddel dat pas goed beheerd wordt als het geïntegreerd wordt in het algemeen management en niet in afzondering gehouden wordt.” Lees het artikel hier. Meer over Robert Pitkethly hier.

IEF 1621

Naar de rechter

Het Nederlandse navigatiebedrijf TomTom wordt door branchegenoot Garmin beschuldigd voor het schenden van octrooirechten. Garmin heeft hierover een zaak aangespannen tegen TomTom inc, de Amerikaanse dochter van TomTom, voor een rechtbank in de staat Wisconsin. TomTom zegt in en persbericht dat het is aangeklaagd voor schending van vijf octrooien in de Verenigde Staten. Het bedrijf wijst de beschuldigingen van de hand en zal zich naar eigen zeggen met hand en tand verdedigen. Lees hier iets meer.

IEF 1615

Een Kafkaëske strijd

Kamerstuk 30 392, nr. 5, Tweede Kamer. Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en alle IE-wetten ter uitvoering van Richtlijn nr. 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PbEG L 195).

Verslag vaste commissie voor Justitie, vastgesteld 8 februari 2006. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid. Interessante discussiepunten. Lees het verslag hier.

IEF 1614

Aankomend hamerstuk

Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 ter implementatie van de richtlijn inzake handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (Wijziging Rijksoctrooiwet 1995 in verband met implementatie richtlijn handhaving intellectuele-eigendomsrechten); (30222, eerdere berichten hier).

Eindverslag van de vaste commissie voor economische Zaken1 Vastgesteld 7 februari 2006 “Het onderzoek van dit voorstel heeft de commissie geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen.”

IEF 1594

Outpacing the Netherlands

According to the World Intellectual Property Organization (WIPO), South Korea applied for a total 4,747 patents last year, up 34 percent from a year earlier, outpacing the Netherlands to become the sixth-largest patent-applying country. Lees artikel hier (The Korea Times). Wipo bericht hier.

IEF 1591

Zonder beraadslaging en zonder stemming

Handelingen 2753-2754, nr. 42, pag. 2e Kamer. Behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 ter implementatie van de richtlijn inzake handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (Wijziging Rijksoctrooiwet 1995 in verband met implementatie richtlijn handhaving intellectuele-eigendomsrechten, nr. 30222. Lees het voorstel zoals dat in de 1ste kamer is terechtgekomen hier)

“Dit wetsvoorstel wordt zonder beraadslaging en, na goedkeuring van de onderdelen, zonder stemming aangenomen.”

IEF 1579

De Middenweg

Rechtbank 's-Gravenhage 1 februari 2006, Delaval - Schippers Blade. Vordering ex art. 843a Rv en nietigheidsverweren ten aanzien van een Nederlands registratieoctrooi.

Delaval is (na overdracht) houdster van het Nederlands octrooi voor een veeborstelinrichting. Schippers Bladel brengt in Nederland een tweetal veeborstels op de markt, die zij betrekt uit Italië van Agricow. Delaval voert in Italië een octrooiinbreukprocedure tegen Agricow op basis van het EP. Delaval vordert een inbreukverbod op het Nederlands octrooi. Schippers Bladel vordert bij incidentele vordering ex art. 843a Rv. Delaval te veroordelen binnen 7 dagen na vonniswijziging "afschriften van alle processtukken van de procedure in Italië tussen DeLaval en Agricow S.r.l. te verschaffen".

Ten aanzien van het incident: Daargelaten dat Schippers Bladel blijkens het petitum van haar incidentele conclusie verschaffing van de processtukken uit de Italiaanse procedure vordert – waar zij al over beschikt, omdat zij die blijkens haar eigen prod. 15 al heeft overgelegd – en niet de vertalingen in het Engels waar het haar blijkens haar toelichting om te doen is – moet haar incidentele vordering ook overigens worden afgewezen. Nu Schippers Bladel over de in het Italiaans gestelde processtukken uit de Italiaanse procedure beschikt, zijn de blijkbaar in eigen beheer door Delaval gemaakte Engelse vertalingen daarvan niet aan te merken als "bescheiden aangaande een rechtsbetrekking" in de zin van art. 843a Rv. Als zodanig hebben in dit verband de originele Italiaanse stukken te gelden. Het beroep van Schippers Bladel op Rb Den Haag 4 juni 2004 onder rolnr. 04-1278 faalt, alleen al omdat het daar om overlegging van het Duitse procesdossier ging.

Wat betreft de geldigheid van het Nederlandse octrooi wordt als volgt geoordeeld: "Naar bestendige kort geding rechtspraak van deze rechtbank bestaat bij een Nederlands registratieoctrooi waartegen serieuze nietigheidsverweren worden opgeworpen, doorgaans aanleiding het Octrooicentrum Nederland om advies te vragen en de behandeling van het kort geding aan te houden. [...] Delaval bepleit daar in casu van af te wijken, omdat een op conclusie 10 na identiek Europees (en derhalve vooronderzocht) octrooi voorhanden is – dat weliswaar geen gelding (meer) heeft voor Nederland, maar dat is in de bepleite optiek (inderdaad) niet relevant; in confesso is dat art. 77 ROW 1995 niet geldt voor dit geval. In de visie van Delaval zou in kort geding daarom de gewone maatstaf moeten gelden, te weten of een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi in de bodemprocedure nietig zal worden geoordeeld.

Aanleiding wordt gevonden een middenweg te bewandelen [...].

Op grond van de thans aangedragen argumenten zou op dit moment voorlopig worden geoordeeld dat een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi nietig zal worden geoordeeld wegens gebrek aan invitiviteit, zoals hierna nader wordt overwogen. Dat zou derhalve in dit stadium niet resulteren in een inbreukverbod. Bij die stand van zaken bestaat dan geen bezwaar – en geniet het zelfs de voorkeur – om de lopende adviesprocedure bij het Bureau af te wachten en na kennisneming van het advies en nader debat tussen partijen na voortgezette mondelinge behandeling een mogelijk meer gefundeerd voorlopig oordeel te geven. Hierbij is tevens in aanmerking genomen dat een belangrijk deel van de thans tegengeworpen mogelijk geldigheidsschadelijke octrooiliteratuur niet door de Europese Examiner is gezien. Daarbij wordt verdisconteerd dat NL '252 en EP '258 op de toegevoegde laatste afhankelijke conclusie van EP '258 na identiek zijn – met inbegrip van de beschrijving en figuren."

De zaak wordt aangehouden. Lees hier het vonnis.