Reclamerecht  

IEF 5123

Eerst even voor jezelf lezen

1- Gerechtshof Amsterdam, 13 november 2007, rolnr. 2007.00438, Simply Colors tegen Simply Small VOF(met dank aan Fleur Folmer, NautaDutilh).

Voor de liefhebbers van Davidoff/Gofkid: “Hoewel artikel 2.20 lid 1 sub c daarbij een paar keer genoemd wordt, speelt het in deze grieven geen afzonderlijke rol. Het hof stelt voorop dat het in de onderhavige zaak ook niet met succes een zelfstandige rol kan spelen nu deze bepaling gaat over het gebruik van een teken voor waren of diensten die niet soortgelijk zijn aan die waarvoor het merk is ingeschreven, terwijl tussen partijen vaststaat dat Simply Small het teken gebruikt voor waren die dat wel zijn.”

Lees het arrest hier.

2- Gerechtshof ’s-Gravenhage, 15 november 2007, rolnr. 04/1662, Bach Flower Remedies Ltd. tegen Healing herbs Ltd.(met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh).

“Het bovenstaande brengt mee dat de aanduidingen THE BACH REMEDIES, BACH EN BACH FLOWER REMEDIES beschrijvend /soortnamen zijn voor waren en diensten bestaande uit of betrekking hebbend op bloesem- en bloesemremedies, vervaardigd volgens de methode van dr. Bach en de woordmerken bestaande uit de uitdrukkingen in zoverre elk onderscheidend vermogen missen. (…) Flower Remedies biedt aan de gestelde inburgering te bewijzen door onder meer marktonderzoek en getuigenverhoren. Het hof zal Flower Remedies toelaten tot het bewijs van deze stelling en de zaak naar de rol verwijzen (…).”

Lees het arrest hier.

3- GvEA, 20 november 2007, zaak T-458/05, Tegometall International AG tegen OHIM / Wuppermann AG.

Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk TEK, nietigverklaringsprocedure. “Gelet op het concrete en rechtstreekse verband tussen het woordteken TEK en de rekken, onderdelen van rekken en hangmanden van metaal en niet van hout, heeft de kamer van beroep dus terecht geoordeeld dat het woordteken TEK op grond van artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 40/94 geen gemeenschapsmerk kan vormen.”

Lees het arrest hier.

4- Rechtbank ’s-Gravenhage, 10 oktober 2007, LJN: BB8243, Agio Sigarenfabrieken N.V. tegen De Staat Der Nederlanden.

“Het voorgaande voert tot de conclusie dat de uitstalling van doosjes sigaren in sobere dispensers op de toonbank van benzinestations een vorm van 'reguliere presentatie' is als bedoeld in artikel 5 lid 3, aanhef en onder b van de Tabakswet. De rechtbank zal dit voor recht verklaren. De onder (ii) van het petitum gevorderde verklaring voor recht is - zo geformuleerd - niet toewijsbaar nu deze tevens lijkt in te houden dat uitstalling tegen een achtergrond met afbeelding en/of wervende tekst is toegestaan, terwijl op grond van artikel 5 lid 3, aanhef en onder b van de Tabakswet slechts een neutrale achtergrond geoorloofd is.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5067

Faits divers

I-depot. “Het BBIE heeft het genoegen u uit et nodigen voor de officiële lancering van het electronische i-Depot door Minister van Economische Zaken, Maria van der Hoeven. Daarnaast zal prof. Mr. Jaap Spoor, advocaat te Amsterdam, een korte inleiding geven onder de titel “U hebt géén idee…” De ceremonie vindt plaats op donderdag 29 november 2007 om stipt 15.45 uur ten kantore van het BBIE.

Pepernotenpietenband. Het muzikale toneelstuk de Pepernotenpietenband kan gewoon onder die naam doorgaan in de Hengelose schouwburg. De Diemense Pepernotenband eiste dat de schouwburg de naam veranderde, omdat inbreuk zou worden gemaakt op het merkenrecht. De band claimde dat zij schade zou lijden door de naamsgelijkenis. De rechter vindt echter van niet. (…) ‘De producten zijn 'niet zodanig vergelijkbaar', dat voor een verwarringsgevaar moet worden gevreesd bij het publiek', aldus de rechter.

Lees hier meer (Tubantia). Wie het vonnis heeft mag het vanzelfsprekend mailen).

Copyright Nature. Wat hebben een octopus en een ruimteraket gemeen? En wat is de overeenkomst tussen een stofzuiger en een vleermuis? Uitvinders hebben hun opzienbarende ontdekkingen vaak gewoon nageaapt van dieren, planten en het menselijk lichaam. Ontdek het vanaf 15 oktober a.s. in de tentoonstelling "Copyright Nature" bij Industrion!

Lees hier meer. 

Ontoelaatbare reclame. Het Commissariaat voor de Media legt de educatieve omroep RVU een boete op van 20.000 euro wegens ontoelaatbare reclame in de uitzendingen over Tony's Chocolonely in het programma Keuringsdienst van Waarde. Volgens het Commissariaat is de boete lager uitgevallen ,,omdat de marketing van de chocoladereep een journalistiek doel diende''
Lees hier meer (AD).

112. “Zoals reeds te lezen was op ISPam.nl ben ik erg verbolgen over het machtsmisbruik van de SIDN inzake de 112 kwestie. Er blijkt immers uit het Sunrise document voor de numerieke domeinnamen dat de SIDN het domein 112.nl op voorhand aanbiedt aan de Staat ter registratie. Het wordt dus aan deze Sunrise periode onttrokken.

Dit, terwijl er gewoon nog een hoger beroep loopt over www.112.nl. Het moge duidelijk zijn dat ik dit niet kan niet laten gebeuren. Vandaar dat vandaag de volgende fax is uitgedaan door mijn advocaat aan de SIDN.”

Lees hier meer. 

“Weblogger beboet wegens auteursrecht-inbreuk, schrijft Marketingfacts. En die is dan nog netjes. Elders lees ik blogposts over copyright-aasgieren, Kotsmos, Amerikaanse toestanden, Siciliaans aandoende intimidatie, chanteurs en provocateurs en zo kan ik nog wel even doorgaan. Henk Blanken is zowat het enige tegengeluid. Weblogster Cinner kreeg een blafbrief van een bedrijf genaamd Cozzmoss, dat “schendingen opspoort en de kosten voor u verhaalt op degene die inbreuk heeft gemaakt op uw auteursrecht.”

Lees hier meer (Ius Mentis).

Geen blote Willeke van Ammelrooy op Fred Haché-dvd-box - Bekijk nu de scène online! Een legendarische scène uit de Fred Haché-show van 18 mei 1972 ontbreekt op een dvd-box die 15 november uitkomt. Het is een scène waarin actrice Willeke van Ammelrooy naakt met een geklede Barend Servet in een badkuip staat, nadat Haché en Servet door de vloer van een restaurant gezakt zijn. Van Ammelrooy deed met succes een beroep op haar portretrecht, en liet de scène blokkeren voor heruitzending of verspreiding via beelddragers.”

Lees hier meer (VPRO).

Ontduiken thuiskopieheffing moet strafbaar worden. “De Europese auteursvereniging Gesac vindt dat het ontduiken van de thuiskopieheffing strafbaar moet worden. Dit staat in een rapport dat de organisatie donderdag publiceerde. Volgens het European Union Copyright Directive mogen de lidstaten een beperkt recht op thuiskopieën toestaan, maar dan moeten de rechthebbenden wel gecompenseerd worden voor het vermeende inkomensverlies.”
Lees hier meer (Tweakers). 

Cd/ dvd piraat“Onlangs deed de Rotterdamse strafrechter uitspraak in een strafzaak tegen een cd/ dvd piraat. De Spijkenisser G. de K. werd voor het herhaaldelijk en opzettelijk plegen van auteursrechtinbreuken door cd's en dvd's met muziek, films en interactieve software te kopiëren en verspreiden veroordeeld tot 200 uur werkstraf, waarvan 80 uur voorwaardelijk en een geldboete van 5000 euro.”

Lees hier meer.

Trots. “Rita Verdonk mag de slogan ‘Trots op Nederland’ best ‘lenen’ vinden ze bij het CDA. Maar dan slaan ze wel terug. In elk geval alvast op internet. Kamerlid Koopmans (CDA) heeft deze week tientallen domeinnamen met de tekst ‘trots op’ plus een provincie geclaimd. Want het was immers partijleider Balkenende die nog vorig jaar tijdens de verkiezingscampagne het land introk met de leus ‘ik ben trots op Nederland’, memoreert het Kamerlid. En ja, het CDA zal absoluut het motto blijven gebruiken, bevestigt een woordvoerder van de partij. Maar hoe claim je dat?

Lees hier meer (Volkskrant). 

Bloemlezing. “Nadat Prometheus had geweigerd om mijn gedichten uit de bloemlezing te halen en betoogde dat mijn gedichten sowieso zonder mijn toestemming mochten worden overgenemen, namelijk op grond van artikel 16 van de Auteurswet, heb ik via de Stichting Rechtshulp Auteurs juridische steun gezocht. Ik vond het onaanvaardbaar dat Prometheus mij op basis van de zogenaamde onderwijsexceptie probeerde te bewegen tot medewerking.

De tussenkomst van een advocaat leidde tot een gesprek met Prometheus dat heeft geresulteerd in een overeenkomst. Die behelst dat Prometheus mij een substantieel hoger bedrag betaalt voor de overname van mijn gedichten, aangevuld met een boete voor het feit dat Prometheus mijn gedichten publiceerde zonder mijn toestemming.”

Lees hier meer.

Peetweepee. “De bekende p2p-website Shareconnector.com is voorlopig uit de lucht. Op de site schrijft oprichter en beheerder Adi M. dat hij afgelopen maandag thuis een bezoekje heeft gehad van medewerkers van Stichting Brein, die hem ervan overtuigden om de site te sluiten of er zou een civielrechtelijke procedure worden gestart.’
Lees hier meer (Webwereld).  

Idee. “De familie Soerjaman uit Hoogezand gaat mogelijk naar de rechter, wanneer televisiezender SBS niet met geld over de brug komt. Het gezin zag onlangs in 'Het beste idee van Nederland' hoe iemand 25.000 euro won met een autogordel die losschiet bij contact met water. De 17-jarige Marciano Soerjaman claimt een soortgelijke gordel vijf jaar geleden al te hebben bedacht. Toen won hij er ook een prijs mee en registreerde het idee bij de belastingdienst.”

Lees hier meer (Fok!).

Pluk. “Er is geen sprake van inbreuk door pluk op het octrooi van AllisBlue. Pluk Company en KPN zijn van mening dat het octrooi van European Research Technology (ERT) met betrekking tot sms2mail technologie ongeldig is. Sterker nog, KPN is van mening dat ERT-partner Allisblue octrooien schendt die KPN toebehoren, aldus een reactie van KPN en Pluk op berichtgeving door Telecompaper afgelopen maandag. De Belgische bedrijven ERT (European Research Technology) en Alliblue lieten toen weten de rechtbank in Den Haag te hebben verzocht om Pluk Company te verbieden sms2mail-technologie verder te gebruiken.”

Lees hier meer (Telecompaper).

Eerste aanhouding wegens virtuele diefstal. De politie heeft voor het eerst iemand opgepakt wegens virtuele diefstal. Dat heeft een woordvoerder van de Amsterdamse digitale recherche dinsdag in het televisieprogramma Nova gezegd.

Lees hier meer (Telegraaf).

 

IEF 5064

Een reclameverbod

HvJ EG, 8 november 2007, zaak C-143/06, Prejudiciële beslissing inzake  Ludwigs Apotheke München tegen Juers Pharma Import-Export GmbH.

Het Hof van Justitie (Tweede kamer) verklaart voor recht: “Een reclameverbod zoals dat van § 8 van het Heilmittelwerbegesetz (wet op de reclame voor geneesmiddelen) dient niet te worden getoetst aan de bepalingen inzake reclame van richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004, maar aan de artikelen 28 EG en 30 EG en aan de artikelen 11 en 13 van de Overeenkomst van 2 mei 1992 betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel 28 EG en artikel 11 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte verzetten zich tegen een dergelijk verbod, voor zover dit van toepassing is op de verspreiding onder apothekers van lijsten van niet-toegelaten geneesmiddelen waarvan de invoer uit een andere lidstaat of een derde land dat partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte slechts uitzonderlijk is toegestaan, en die slechts informatie bevatten over de handelsnaam, het verpakkingsformaat, de dosering en de prijs van deze geneesmiddelen.”

Lees het arrest hier.

IEF 4953

Een enkele verwijzing

Rechtbank 's-Gravenhage, 17 oktober 2007, LJN: BB5893, Pretium Telecom B.V. tegen KPN B.V.

Reclamerecht. Uitgebreide samenvatting Rechtspraak.nl: Kern van het geschil in conventie betreft de vraag of de Brief die door KPN is verstuurd als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd. KPN erkent dat dit het geval is ten aanzien van niet-klanten van Pretium die de Brief (volgens KPN: abusievelijk) hebben ontvangen. De voorzieningenrechter is voorlopig van oordeel dat dit ook het geval is ten aanzien van klanten van Pretium die de Brief hebben ontvangen. KPN had zich dienen te beperken tot een enkele verwijzing naar Pretium.

Het verweer van KPN dat de Aanvullende afspraken niet van toepassing zouden zijn op klachten die dateren uit de tijd vóórdat deze afspraken werden gemaakt, treft geen doel, nu uit die afspraken moet worden afgeleid dat deze bedoeld zijn als een in overleg met OPTA samengesteld totaalpakket om aan bestaande en toekomstige verwarring bij consumenten een einde te maken en de werkwijze van aanbieders van vaste telefoniediensten - gegeven hun zeer felle concurrentiestrijd - in dat opzicht in goede banen te leiden. Doch ook als zou gezegd moeten worden dat KPN gehouden was nadere informatie te vragen over voor de Aanvullende afspraken ingediende klachten, is onbegrijpelijk waarom KPN haar Brief daartoe niet beperkt heeft. Nu zij een brief heeft verstuurd met een veel verdere strekking - het marketingaspect lijkt te overheersen - dient, ook als KPN gehouden zou zijn nadere informatie op te vragen, de Brief als onrechtmatig aangemerkt te worden.

In reconventie is de vraag aan de orde of - kort gezegd - de verkoopmethoden van Pretium onrechtmatig zijn jegens KPN. KPN stelt dat dit het geval is en ter onderbouwing daarvan heeft zij enkele klachten van eindgebruikers in het geding gebracht. Voorts heeft KPN in haar pleitnota uitvoerig geciteerd uit onder meer brieven van eindgebruikers aan KPN en telefoontranscripties van gesprekken tussen KPN en eindgebruikers. KPN heeft het gemotiveerde verweer van Pretium bestreden, maar naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet overtuigend weerlegd.

Voorts moet worden voorbijgegaan aan voorbedoelde citaten uit de pleitnota van KPN. Deze zijn afkomstig uit een omvangrijke set producties die eerder na een gehonoreerd bezwaar van Pretium ten aanzien van het tijdstip van de mogelijkheid van kennisname door de voorzieningenrechter is geweigerd wegens strijd met de beginselen van een goede procesorde. In dat licht bezien verdraagt het dienen als bewijsmateriaal van de geweigerde producties zich niet goed met de strekking van artikel 85 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De desbetreffende individuele reacties van eindgebruikers - die overigens als klachten door Pretium zijn betwist - dienen daarom buiten beschouwing te blijven. Het voorgaande leidt tot het voorlopig oordeel dat KPN thans niet aannemelijk heeft gemaakt dat Pretium jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld. 

Lees het vonnis hier.

IEF 4914

Botcement (bodem)

botcement.gifRechtbank ’s-Hertogenbosch 10 oktober 2007, Heraeus Kulzer GmbH tegen Biomet Nederland B.V. c.s. (met dank aan Willem Leppink, Simmons & Simmons).

Geschil tussen twee producenten van botcement over misleidende reclame, onrechtmatig handelen en merkinbreuk. Na een kort geding in twee instanties volgt nu het vonnis in de bodemprocedure.

Heraeus brengt botcement op de markt onder het merk Palacos. Biomet is een voormalige licentienemer van Heraeus. Tijdens de samenwerking werd door Biomet botcement verhandeld onder de naam Refobacin Palacos. Per 31 augustus 2005 heeft Heraeus de samenwerking met Biomet beëindigd. Nadien heeft Biomet zelf een botcement ontwikkeld dat zij verhandelt onder de naam Refobacin Bone Cement R. Biomet brengt dit product op de markt onder dezelfde productnummer en in dezelfde verpakkingen die zij ten tijde van de relatie met Hareaus gebruikte voor Refobacin Palacos. Biomet heeft haar nieuwe product Refobacin Bone Cement R aan klanten geïntroduceerd door middel van een mailing waarin onder het volgende is vermeld: “Alle producteigenschappen van ons antibioticumhoudend cement, inclusief de artikelnummers en prijsstelling, blijven ongewijzigd. In de komende maanden zullen alle andere Biomet Europe cementproducten ook een nieuwe krijgen.”

 

Volgens de rechtbank is de inhoud van de mailing misleidend. In de mailing wordt Refobacin Bone Cement R door Biomet ten onrechte gepresenteerd als een product dat gelijk is aan Refobacin Palacos, terwijl vast is komen te staan dat de producteigenschappen in elk geval op twee punten van elkaar verschillen. Dat het wellicht wel gaat om een gelijkwaardig product, en dat de mailing is gericht aan professionele gebruikers met verstand van botcement, doet hieraan niet af. Biomet heeft zich in reclame voor haar nieuwe product Refobacin Bone Cement R ook ten onrechte beroepen op onderzoeksresultaten uit klinische studies die betrekking hebben Refobacin Palacos.

Volgens de rechtbank is het niet (meer) onrechtmatig dat Biomet voor haar nieuwe product dezelfde verpakkingen en dezelfde productnummers gebruikt als voor Refobacin Palacos. Door handhaving van dezelfde productnummers is weliswaar verwarring ontstaan bij afnemers, maar het risico op verwarring (ook door de productverpakkingen) is inmiddels in voldoende mate weggenomen doordat Biomet op grond van de veroordeling in kort geding op grote schaal rectificaties heeft verzonden.

Ten aanzien van de vorderingen op grond van merkinbreuk overweegt de rechtbank dat Heraeus Biomet er niet van kan weerhouden om na de periode van samenwerking op zakelijke wijze te verwijzen naar de voorheen door haar gevoerde producten, met inbegrip van het merk Palacos, met het doel de afnemers omtrent de veranderingen te informeren. Dit rechtvaardigt volgens de rechtbank een voorbehoud op het uit te spreken inbreukverbod.

Lees het vonnis hier. Eerdere uitspraken vanaf hier

IEF 4905

In de vorm van zelfpromotie

HvJ EG, 18 oktober 2007, zaak C-195/06, Prejudiciële vragen in de procedure  Kommunikationsbehörde Austria (KommAustria) tegen Österreichischer Rundfunk (ORF).

Reclamerecht, televisieomroepactiviteiten: Begrippen ‚telewinkelen’ en ‚televisiereclame’.

“45. Door zijn inhoud zou het spel echter erin kunnen bestaan de verdiensten van de programma’s van de omroeporganisatie indirect te bevorderen, met name indien de aan de kandidaat gestelde vragen betrekking hebben op zijn kennis van de overige uitzendingen van die organisatie en zij mogelijke kandidaten er dus toe aanzetten deze te volgen. Dat zou ook het geval zijn indien de te winnen prijzen zouden bestaan in afgeleide producten die voor de promotie van die programma’s dienen, zoals beelddragers. In die omstandigheden zou de boodschap in die uitzending of in dat onderdeel van de uitzending kunnen worden geacht televisiereclame in de vorm van zelfpromotie te zijn. De boodschap zou voorts kunnen worden geacht televisiereclame te zijn indien de als te winnen prijzen aangeboden goederen en diensten het voorwerp zouden zijn van voorstellingen of promoties die bestemd zijn om de kijkers ertoe aan te zetten die goederen en diensten te verkrijgen.”

47. Gelet op het voorgaande, moet op de gestelde vragen worden geantwoord dat artikel 1 van richtlijn 89/552 aldus moet worden uitgelegd dat bij een uitzending of een onderdeel van een uitzending waarin een omroeporganisatie de kijkers de mogelijkheid biedt om door het rechtstreeks kiezen van een betaalnummer en dus tegen betaling deel te nemen aan een spel waaraan een prijs verbonden is, sprake is van

– telewinkelen in de zin van artikel 1, sub f, indien in die uitzending of dat onderdeel van de uitzending werkelijk diensten worden aangeboden, rekening houdend met het doel van de uitzending waarin het spel plaatsvindt, met het belang van het spel binnen de uitzending in termen van tijd en gehoopte economische resultaten in vergelijking met die welke van die uitzending in haar geheel worden verwacht, en met de soort vragen die aan de kandidaten worden gesteld;

–  televisiereclame in de zin van artikel 1, sub c, indien dat spel, wegens het doel en de inhoud ervan en wegens de omstandigheden waarin de te winnen prijzen worden voorgesteld, bestaat in een boodschap die de kijkers beoogt aan te zetten tot het verkrijgen van de als te winnen prijzen voorgestelde goederen en diensten, of die beoogt de verdiensten van de programma’s van de betrokken organisatie indirect in de vorm van zelfpromotie te bevorderen.

Lees het arrest hier.

IEF 4882

Tabaksreclame

Rechtbank Rotterdam, Sector Bestuursrecht, 31 augustus 2007, LJN: BB4647,  Philip Morris Holland B.V. tegen de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Samenvatting Rechtspraak.nl: “Geen overtreding van het reclameverbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Tabakswet gelet op de setting waarin de commerciële mededelingen zijn gedaan. Eiseres heeft zich uitdrukkelijk als potentiële werkgever en niet als tabaksproducent aan de studenten gepresenteerd. Overtreding van het sponsorverbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Tabakswet, nu eiseres een bedrijvenborrel heeft gesponsord door middel van een financiële bijdrage, in ruil waarvoor, eveneens tegen betaling, een banner is geplaatst op de website van een studentenvereniging met daarop vermeld het logo en beeldmerk van Philip Morris dat sterk overeenstemt met het logo en beeldmerk van het sigarettenmerk Philip Morris. Aldus heeft de economische bijdrage bekendheid gegeven aan althans de aanprijzing van een tabaksproduct rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg gehad. Geen uitzondering als bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Tabakswet. Verwijtbaarheid. Boete. Geen sprake van eendaadse of meerdaadse samenloop omdat de gedragingen afzonderlijk zijn verricht en ook niet soortgelijk zijn. Matiging in verband met tijdsverloop.”

Lees de uitspraak hier.

Rechtbank Rotterdam, Sector Bestuursrecht, 31 augustus 2007, LJN: BB4596,  Philip Morris Holland B.V. tegen de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Samenvatting Rechtspraak.nl: “Overtreding van het reclameverbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Tabakswet. Door in de publicatie meerdere sigarettenmerken, waaronder Philip Morris, te noemen, alsmede door te spreken over topmerken, geavanceerde productiemethode, kwaliteitscontrole, constante kwaliteit etc., en door het beeldmerk en logo van Philip Morris af te beelden op een vrijwel identieke wijze als het beeldmerk en het logo van het sigarettenmerk Philip Morris, is sprake van commerciële mededelingen die het bekendheid geven aan een of meerdere tabaksproducten tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg hebben. Geen situatie als bedoeld in artikel 5, derde lid, aanhef en onder a, van de Tabakswet, nu het gebruikte medium door eiseres niet uitsluitend was gericht op de tabaksbranche en de daarin werkende personen. Verwijtbaarheid. Boete. Matiging door tijdsverloop.”

Lees de uitspraak hier.

IEF 4846

Wel inbreuk, geen veroordeling

recdrag.gifRechtbank 's-Gravenhage, 5 oktober, KG ZA 07-1017, Schuh c.s. tegen Omnimark B.V. c.s.

Een octrooizaak met een reclamerechtelijk kantje. Schuh is octrooihouder van EP-1.604.346 (EP'346) en bestuurder van 4Medea Werbeproduktionen. De in EP'346 belichaamde uitvinding kan worden toegepast als spaninrichting van een op de zijde van een vrachtauto te plaatsen reclamedoek. Bij die toepassing worden op de zijwand aluminium profielen gemonteerd waarin het zeil kan worden geschoven door middel van een peesprofiel. De vernieuwing ten opzichte van de stand van de techniek betreft kort gezegd het toepassen van meerdere steunlijsten, die het mogelijk maken de spanning in het reclamedoek aan te passen.

Omnimark heeft (onbetwist) aan Grolsch en Vomar montagesystemen verkocht onder de naam Traxx. Onder een valse hoedanigheid heeft een medewerker van 4Media tijdens een bezoek aan het kantoor van Omnimark monsters van het Traxx montagesysteem ontvangen. Volgens Schuh zijn daarbij twee systemen overhandigd, aangeduid als Traxx I en Traxx II. Omnimark betwist dat Traxx II van haar afkomstig is. De rechter vindt dit niet relevant, omdat Traxx II geen inbreuk zou maken.

Verder heeft Omnimark het Traxx-systeem aangeboden op haar website, waar onder meer een PDF-kopie van een tijdschriftartikel kan worden gevonden. Schuh heeft beslag laten leggen op de voorraad van Omnimark en vordert nu onder meer een verbod, opgave van klanten, plaatsen van rectificaties, vernietiging van voorraad, vergoedingen en een dwangsom.

De leveringen aan Grolsch en Vomar hebben plaatsgevonden na het aanvragen van het octrooi, maar voor de publicatie van de verlening. In een dergelijk geval onstaat er pas 30 dagen na betekening van een desbewustheidsexploit recht op een redelijk vergoeding. Nu de verkoop vóór afloop van deze termijn heeft plaatsgevonden, is er geen recht op vergoeding. Om dezelfde redenen heeft Schuh onrechtmatig beslag gelegd, en mag de betreffende voorraad alsnog in het verkeer worden gebracht. In dat geval dient er overigens wel een redelijke vergoeding betaald te worden. Aangezien verdere inbreuk niet bewezen is, wordt er geen verbod uitgesproken.

De reclameuitingen zijn niet misleidend en dus niet onrechtmatig, oordeelt de rechter. Omnimark prijst zich aan als eerste aanbieder in Nederland. Dit is op zich zelf juist. Het is geen grond om in de artikelen te lezen dat Omnimark zich opwerpt als uitvinder. Bovendien is Omnimark aan te merken als rechtmatige aanbieder van het systeem.

Aldus blijft Schuh met lege handen achter en moet ook de proceskosten betalen. Schrale troost is dat Omnimark niet om een volledige kostenvergoeding heeft gevraagd en ook niet om uitvoerbaarheid bij voorraad.

Lees het vonnis hier.

IEF 4840

Jegens consumenten

Kamerstuk 30928, nr. 10, 2e Kamer. Aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten aan de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt; Tweede nota van wijziging .

Oa.: “In de aanhef van het eerste lid wordt “bedriegt of kan bedriegen” vervangen door: misleidt of kan misleiden.”

Lees het volledige kamerstuk hier.