DesignEuropa Awards 2020 in Eindhoven
De DesignEuropa Awards worden volgend jaar uitgereikt in Eindhoven. Met deze prijs worden houders van ingeschreven Gemeenschapsmodellen gehuldigd die bijzondere prestaties hebben geleverd op het gebied van vormgeving en designmanagement.
Er zijn twee categorieën voor de aanvragen en nominaties. Kleine ondernemingen en ondernemingen in opkomst, en de gevestigde industrie. Ook is er een ‘life time achievement’ categorie voor ontwerpers met een significant oeuvre dat zij in de loop der tijd hebben ontwikkeld en die een aanzienlijke invloed hebben gehad op het beroep van ontwerper. Het evenement wordt georganiseerd door het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie.
Prejudiciële vragen over btw-richtlijn en muziekwerken
Înalta Curte de Casație și Justiție, Roemenië 8 augustus 2019, IEF 18719, IT 2884, IEFbe 2957; C-501/19 (UCMR-ADA) Via MinBuza. Verzoekster is een vereniging voor het collectieve beheer van de vermogensrechtelijke auteursrechten op muziekwerken. Verweerster is een rechtspersoon die actief is in de organisatie van optredens waarbij muziekwerken aan het publiek worden meegedeeld. Verweerster heeft een concert georganiseerd waarvoor zij een niet-exclusieve licentie voor het gebruik van muziekwerken heeft ontvangen. Hiervoor was verweerster verplicht aan verzoekster vergoedingen te betalen voor een bedrag dat was berekend in de licentie. Aangezien verweerster slechts een deel van deze vergoedingen had betaald, heeft verzoekster een vordering in rechte ingesteld. Zowel de bodemrechter als de rechter in tweede aanleg heeft verzoeksters vordering gegrond verklaard. Anders dan de rechter in eerste aanleg heeft de appelrechter vastgesteld dat de inning van de vergoedingen door verzoekster geen belastbare handeling uitmaakt en dat de verschuldigde vergoedingen niet aan btw zijn onderworpen. Daarom heeft de appelrechter het bedrag waartoe verweerster in eerste aanleg was veroordeeld, verminderd met het bedrag aan btw. Tegen de uitspraak van de appelrechter heeft zowel verzoekster als verweerster cassatieberoep ingesteld bij de verwijzende rechter. Verzoekster voert aan dat de btw nu voor rekening van de auteurs komt, en niet de eindgebruikers (wat in strijd zou zijn met de fiscale neutraliteit). Verweerster komt op tegen het bedrag van de vergoeding omdat het soort optreden onjuist zou zijn gekwalificeerd.
Uitspraak ingezonden door Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen.
Cassatieberoep Ryanair verworpen
HR 27 september 2019, IEF 18718, IT 2883; 18/01667 (Ryanair tegen PR Aviation) Langlopende zaak. Het gaat om de vraag of PR Aviation de gebruiksvoorwaarden op de site van Ryanair heeft geaccepteerd. Het Haagse hof [IEF 17459] oordeelde eerder dat de gebruiksvoorwaarden naar het toepasselijke Ierse recht niet zijn overeengekomen. Het enkel doorklikken op de website is onvoldoende voor de conclusie dat een redelijk persoon de voorwaarden wilde aanvaarden. In deze tweede cassatie betoogt Ryanair dat dit oordeel in strijd is met art. 9 van de Richtlijn elektronische handel. De AG concludeerde tot verwerping van het cassatieberoep [IEF 18557]. De advocaat van Ryanair heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd. Het beroep wordt verworpen. Ryanair wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
Conclusie AG: klachten inventiviteit medisch octrooi ongegrond
Conclusie AG HR 30 augustus 2019, IEF 18717, IT 1739; ECLI:NL:PHR:2019:939 (Coloplast tegen Medical4You) In deze octrooizaak staat de geldigheid centraal van het Europese octrooi van Coloplast EP1145729 voor een gebruiksklaar urinekathetersamenstel. Dat octrooi sneuvelt bij het hof op inventiviteit [IEF 175191] en in cassatie gaat het ook alleen om de inventiviteitsvraag. De klachten richten zich op de toepassing door het hof van de problem solution approach en met name de “could-would”-regel en de benadering van het objectieve technische probleem waar het octrooi een oplossing voor zou bieden. Ook zijn klachten geformuleerd over de beoordeling van aanwijzingen die de gemiddelde vakman had (of juist niet) in de stand van de techniek richting de uitvinding. Verder speelt in cassatie of hier sprake was van het overwinnen van vooroordelen in de ogen van die vakman, of zogenoemde “secundary indicia” voor inventiviteit, zoals tijdsverloop (“long- felt need”) correct zijn benaderd door het hof en of de grenzen van de rechtsstrijd in acht zijn genomen. Ook kan volgens Coloplast de beoordeling van het hof van de combinatie-uitvindingenproblematiek de toets in cassatie niet doorstaan. Deze klachten zijn volgens AG tevergeefs voorgesteld.
Debat “De waarde van het auteursrecht”
Tijdens de bijeenkomst op donderdagmiddag 10 oktober zullen twee korte voorlichtingsfilms en een publicatie over auteurs- en naburig recht gepresenteerd worden. Daarnaast organiseren wij een debat met zowel makers, producenten als politici onder leiding van journalist Frénk van der Linden. Onder meer de Kamerleden Peter Kwint (SP), Niels van den Berge (GroenLinks) zullen daarbij aanwezig zijn.
Het inkomen van makers en werkenden in de cultuur staat hoog op de politieke agenda. Het feit dat in de culturele sector sprake is van zeer scheve arbeidsverhoudingen wordt breed als een probleem ervaren, binnen de Tweede Kamer en binnen het kabinet. Het auteurs- en naburig recht is voor auteurs en artiesten essentieel voor het verkrijgen van inkomen, maar lijkt daarbij soms onderbelicht.
Geen beroepsfout in procedure over slaafse nabootsing
Hof Amsterdam 7 mei 2019, IEF 18714; ECLI:NL:GHAMS:2019:1578 (THC beheer tegen Advocaten) Beroepsaansprakelijkheid in een procedure over slaafse nabootsing of inbreuk op auteursrecht. Kantoor X is door ACS ingeschakeld om juridische bijstand te verlenen in een geschil met Terwa. De opdracht werd feitelijk uitgevoerd door advocaat Y. Het geschil tussen ACS en Terwa zag op het zogenaamde ACS-systeem: een afneembaar trekhaaksysteem. Volgens ACS heeft Terwa het ACS-systeem slaafs nagebootst, dan wel maakt zij inbreuk op de auteursrechten. THC is rechtsopvolgster van ACS en stelt dat kantoor X toerekenbaar jegens ACS is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht door een e-mail niet te overleggen. De grieven van THC falen. Er is geen beroepsfout is gemaakt door Y als gevolg waarvan THC schade heeft geleden. De voor de beoordeling relevante feiten en omstandigheden zijn naar behoren naar voren gebracht. Niet kan worden aangenomen dat de beslissingen anders waren geweest als Y het pleidooi tijdig had voorbereid en het had ingericht op een wijze zoals door THC wordt voorgestaan, met meer of uitsluitend aandacht voor de slaafse nabootsing.
Uitspraak ingezonden door Marjolein Driessen, Legaltree.
Geen inbreuk op handelsnaam wegens ontbreken verwarringsgevaar
Rechtbank Den Haag 25 september 2019, IEF 18713; (Van Vliet tegen Van Vliet) Eiseres Arjan van Vliet Hoveniersbedrijf exploiteert een hoveniersbedijf sinds 1998. Gedaagde A. van Vliet is in 2015 eenmanszaak "A.van Vliet Hoveniers" begonnen. In 2017 heeft eiseres bij brief gedaagde gesommeerd om staking van iedere inbreuk op de handelsnaam van eiseres te bevestigen, in de toekomst geen handelsnaam te laten registreren waarvan de handelsnaam van eiseres deel uitmaakt en de oude handelsnaam aan eiseres over te dragen. Gedaagde heeft aan de sommatie gevolg gegeven en zijn handelsnaam gewijzigd in "AVV Hoveniers". Vervolgens vordert eiseres alsnog in rechte staking van de inbreuk op haar handelsnaam. Maakt gedaagde door het voeren van zijn nieuwe handelsnaam inbreuk op de handelsnaam van eiseres en/of handelt gedaagde in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid? In dit geval is geen sprake van een inbreuk op de handelsnaam van eiseres door gedaagde, omdat er geen verwarringsgevaar is. Bij het gebruik voor- en achternaam in verband met het bedrijf door gedaagde, blijft steeds duidelijk dat het om de eigen naam van gedaagde gaat. Daarnaast is hij niet aansprakelijk wegens in strijd handelen met de maatschappelijke zorgvuldigheid. Eiseres lijdt immers geen schade door van de nieuwe handelsnaam van gedaagde, aangezien het aannemelijker is dat oude klanten van gedaagde bij eiseres terecht komen dan dat klanten van eiseres op grond van verwarring naar gedaagde gaan.
Nationaal Mediarechtcongres 2019
Nieuwe mediaplatforms, traditionele omroepen, influencers, interactieve diensten: hoe verschuift het medialandschap en hoe zien nieuwe businessmodellen eruit? Welke juridische kaders gelden, en hoe worden deze toegepast in de praktijk? Dit en meer komt aan de orde tijdens het Nationaal Mediarechtcongres op donderdag 14 november.
Dagvoorzitters Remy Chavannes en Madeleine de Cock Buning staan garant voor een boeiende middag met een compleet overzicht van recente pers- en mediarechtspraak, actualiteiten publieke en commerciële mediaregulering, en een paneldiscussie tussen experts. Sprekers en panelleden zijn onder anderen: Jens van den Brink (Kennedy Van der Laan), Enel van Eerden (PriceWaterhouseCoopers), Arjo Kramer (Talpa), Janneke Slöetjes (Netflix).
Kortom: een middag vol bruikbare kennis voor uw rechtspraktijk, niet te missen voor bedrijfsjuristen, advocaten en andere media-adviseurs!
Tijd: 12:00 - 17:00 uur, met aansluitend een 'rooftopborrel'
Locatie: Volkshotel, Wibautstraat 150, Amsterdam
Accreditatie: 4 PO punten
Inschrijven of meer informatie? Mail naar info@delex.nl, of klik hier.
Geen gebruik van auteursrechtelijk beschermd werk in ingeschreven model
Gerecht EU 24 september 2019, IEF 18710, IEbe 2956; ECLI:EU:T:2019:681 (Piaggio tegen EUIPO) Uitlegging overeenkomstig artikel 6 van verordening nr. 6/2002. Geen gebruik zonder toestemming van een in een lidstaat auteursrechtelijk beschermd werk in het ingeschreven model. Zhejiang Zhongneng Industry Group diende bij EUIPO een aanvraag tot inschrijving van een gemeenschapsmodel, een scooter, in. Verzoekster, Piaggio & C. SpA diende bij het EUIPO een vordering tot nietigverklaring van het litigieuze model in. Zij stelde onder meer dat het model in essentie gelijk is aan haar ouder model scooter. Het zou dezelfde algemene indruk maken, waardoor kon worden uitgesloten dat het nieuw was en een eigen karakter had overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van verordening nr. 6/2002 en door het relevante publiek verward worden met het oudere merk. Ook stelt Piaggio dat het oudere model werd beschermd door het Italiaanse en Franse auteursrecht, en het oudere model ten onrechte als geestesproduct werd gebruikt in het litigieuze model. Het beroep wordt verworpen.
Aanvraag Beneluxmerk door EBB te kwader trouw
Rechtbank Den Haag 18 september 2019, IEF 18711; ECLI:NL:RBDHA:2019:9878 (Samsung tegen EBB Development) Samsung heeft een artificieel intelligente assistent, genoemd BIXBY, ontwikkeld voor haar mobiele Galaxy telefoons. Op 2 november 2016 heeft Samsung het woordmerk BIXBY als Uniemerk laten registreren. EBB heeft al eerder drie woordmerken gedeponeerd in het Pakistaanse merkregister. Op 28 februari 2017 heeft EBB BIBBY ook als Beneluxmerk laten registreren en oppositie ingesteld tegen het BIXBY-merk op grond van haar prioriteit van Pakistaanse BIBBY-merken. De vraag is of deze laatste registratie door EBB te kwader trouw was en of Samsung de Pakistaanse merkrechten kunnen worden tegengeworpen. EBB wordt geacht de aanvraag te kwader trouw te hebben gedaan. Beslissend is het merkenbeleid van EBB en het verband tussen de gedaagde twee bedrijven (bedrijven waarvan gedaagde twee naast EBB aandeelhouder en/of bestuurder is) en Samsung. Het BIBBY-Beneluxmerk kan Samsung aldus niet worden tegengeworpen.