De rechtbank is van oordeel dat het merk (DE) HYPOTHEKER onderscheidend vermogen heeft. Het is niet uitsluitend een beschrijvende aanduiding maar kan dienen ter onderscheiding van de herkomst van de aangeboden diensten op het gebied van het hypotheekadvies. In dit verband heeft DHA haar standpunt dat haar onderhavige merken door de reeds jaren gevoerde reclamecampagnes als merk zijn ingeburgerd en niet aan de hypotheekbranche maar aan een specifieke onderneming zijn verbonden, voldoende aannemelijk gemaakt.
“Wat betreft de vermelding van het woord “hypotheker” in Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal is de rechtbank, daargelaten de vraag of door de enkele vermelding van “hypotheker” in dat woordenboek daarmee het merk (DE) HYPOTHEKER een soortnaam is geworden, van oordeel dat het woord “hypotheker” in relatie tot de wijze waarin dat door DHA is gedeponeerd (HYPOTHEKER, De Hypotheker en JAZEKER. DE HYPOTHEKER) en wordt gebruikt geen gewoon woord is in de Nederlandse taal.
In dit verband is de schrijfwijze van de gedeponeerde tekens niet zonder belang. Blijkens de betreffende stukken is het woord “hypotheker” als merk in hoofdletters en de woorden “de hypotheker” als woordmerk en als onderschrift bij het beeldmerk met een tweetal hoofdletters (te weten de “d” van het woord “de” en de eerste “h” van het woord “hypotheek”) geregistreerd en wordt alleen de schrijfwijze van het gedeponeerde merk De Hypotheker als woordmerk en als onderschrift in die vorm bij het beeldmerk gebruikt. “
Toch is de rechtbank van oordeel dat Van der Laan door het gebruik van het teken HYPOTHEKERIJE geen inbreuk maakt op de rechten van DHA als houder van het merk (DE) HYPOTHEKER. Niet wordt voldaan aan de in artikel 2.20 lid 1 onder b BVIE opgenomen vereisten. Er is geen verwarringsgevaar.
De rechtbank concludeert dat het in de onderhavige sector kennelijk niet ongebruikelijk is, dat in de merken van ondernemingen het woord “hypotheek” (of een daarvan afgeleid woord) wordt opgenomen. Naar het oordeel van de rechtbank komt aan de begripsmatige gelijkenis tussen het merk (DE) HYPOTHEKER en het teken HYPOTHEKERIJE geen doorslaggevende betekenis toe.
In het woord “hypothekerije” treden “de letters “ije” in relatie tot het woord “hypotheker” niet alleen visueel, maar ook auditief zodanig op de voorgrond dat het daardoor een zelfstandige, los van het enkele woord “hypotheker” bestaande betekenis en uitstraling heeft verkregen.”
“Door de toevoeging van genoemde letters aan het woord “hypotheker” ligt de aandacht in dat woord niet zozeer op het onderdeel “hypotheker”, maar gaat die veeleer uit naar het totale beeld en de totale klank van het woord “hypothekerije”. Ook bij een vluchtige waarneming van de woorden “hypotheker” en “hypothekerije” valt naar het oordeel van de rechtbank eerder het verschil dan de overeenstemming tussen die woorden op. Hetzelfde geldt bij het horen van die woorden. Deze hebben dan een geheel andere cadans.”
“DHA gebruikt het woord “hypotheker” met daaraan voorafgaand het lidwoord ‘de’. Hiermee wordt het verschil tussen het door Van der Laan gebruikte teken HYPOTHEKERIJE en het merk De Hypotheker auditief (zeker wanneer de klemtoon wordt gelegd op het lidwoord de) en visueel nog extra geaccentueerd.”
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat het door Van der Laan gebruikte teken niet gelijk is aan en geen overeenstemming vertoont met het door DHA gebruikte merk.
Hetgeen door de rechtbank hiervoor is overwogen met betrekking tot de gestelde inbreuk door Van der Laan op het merkenrecht van DHA heeft eveneens te gelden voor hetgeen door DHA is gevorderd terzake het door Van der Laan gebruiken van de handelsnaam “Hypothekerije” en de domeinnaam “hypothekerije.nl”.
DHA zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De rechtbank ziet in de wijze waarop Van der Laan haar vordering tot veroordeling van DHA in de proceskosten heeft ingericht, te weten zonder enige specificatie daarvan en zonder verwijzing naar de “Richtlijn nr 2004/48 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten”, aanleiding om uit te gaan van het zogeheten Liquidatietarief.
Lees het vonnis hier.