Afgewezen vrijwaring: geen rechtsverhouding gedaagden gesteld
Rechtbank Den Haag 24 oktober 2018, IEF 18070; ECLI:NL:RBDHA:2018:12721 (VCE tegen Hennessy c.s.) Merkenrecht. Procesrecht. Hennessy c.s. stellen dat er merkinbreuk is op hun verschillende Unie- en Beneluxmerken voor onder meer alcoholische dranken. VCE vordert dat de rechtbank haar toestaat elf mede-gedaagden in de hoofdzaak in vrijwaring te dagvaarden ter zake de door Hennessy c.s. ingestelde vorderingen. Vordering afgewezen, zij heeft niets gesteld waaruit kan volgen dat er een rechtsverhouding bestaat tussen VCE en deze voornoemde gedaagden in de hoofdzaak die meebrengt dat VCE de nadelige gevolgen van een voor haar ongunstige afloop van de hoofdzaak op deze voornoemde gedaagden kan verhalen. Ook het pleidooverzoek van VCE is afgewezen: toewijzing brengt onmiskenbaar (verdere) vertraging van de procedure met zich.