Procesrecht  

IEF 18070

Afgewezen vrijwaring: geen rechtsverhouding gedaagden gesteld

Rechtbanken 24 okt 2018, IEF 18070; ECLI:NL:RBDHA:2018:12721 (VCE tegen Hennessy c.s.), https://delex.nl/artikelen/afgewezen-vrijwaring-geen-rechtsverhouding-gedaagden-gesteld

Rechtbank Den Haag 24 oktober 2018, IEF 18070; ECLI:NL:RBDHA:2018:12721 (VCE tegen Hennessy c.s.) Merkenrecht. Procesrecht. Hennessy c.s. stellen dat er merkinbreuk is op hun verschillende Unie- en Beneluxmerken voor onder meer alcoholische dranken. VCE vordert dat de rechtbank haar toestaat elf mede-gedaagden in de hoofdzaak in vrijwaring te dagvaarden ter zake de door Hennessy c.s. ingestelde vorderingen. Vordering afgewezen, zij heeft niets gesteld waaruit kan volgen dat er een rechtsverhouding bestaat tussen VCE en deze voornoemde gedaagden in de hoofdzaak die meebrengt dat VCE de nadelige gevolgen van een voor haar ongunstige afloop van de hoofdzaak op deze voornoemde gedaagden kan verhalen. Ook het pleidooverzoek van VCE is afgewezen: toewijzing brengt onmiskenbaar (verdere) vertraging van de procedure met zich.

IEF 18063

NHV Verzekeringen na inbreuk auteursrecht fotograaf veroordeeld tot betaling additionele vergoeding

Rechtbanken 24 jan 2018, IEF 18063; ECLI:NL:RBNHO:2018:361 (Eiser tegen NHV Verzekeringen), https://delex.nl/artikelen/nhv-verzekeringen-na-inbreuk-auteursrecht-fotograaf-veroordeeld-tot-betaling-additionele-vergoeding

Rechtbank Noord-Holland 24 januari 2018, IEF 18063; ECLI:NL:RBNHO:2018:361 (Eiser tegen NHV Verzekeringen) Auteursrecht. Procesrecht. Eiser, professioneel fotograaf, heeft in 2003 een foto van een ongeluk gemaakt. NHV Verzekeringen heeft deze foto zonder toestemming gebruikt voor op haar website. Deze heeft zij later verwijderd. NHV Verzekeringen heeft €250,- overgemaakt als vergoeding van de door eiser als gevolg van inbreuk geleden schade. Eiser vordert echter tweemaal de misgelopen licentievergoeding die hij normaliter in rekening brengt, te weten een bedrag van €270,-. De additionele vergoeding naast het honorarium dat eiser bij regulier gebruik van de foto zou hebben ontvangen, is op zijn plaats, omdat eiser onbestreden heeft aangevoerd schade te hebben geleden door het ontbreken van naamsvermelding bij de foto en door de inbreuk op zijn exclusieve recht om uitsluitend zelf te bepalen waar en hoe zijn foto's worden gebruikt. NHV Verzekeringen is veroordeeld tot betaling van het restantbedrag van €390,-. Vorderingen toegewezen. 

IEF 18029

Geen voeging in VRO en in afwachting van arbitrageprocedure in 2019

Rechtbank Den Haag 10 okt 2018, IEF 18029; ECLI:NL:RBDHA:2018:12029 (Nikon tegen ASML), https://delex.nl/artikelen/geen-voeging-in-vro-en-in-afwachting-van-arbitrageprocedure-in-2019

Vzr. Rechtbank Den Haag 10 oktober 2018, IEF 18029; ECLI:NL:RBDHA:2018:12029 (Nikon tegen ASML) Voegingsincident. Zeiss vordert dat haar wordt toegestaan zich in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van ASML. Afgewezen. Niet voldaan aan eis dat vordering wordt ingesteld vóór of op de roldatum waarop de laatste conclusie in het aanhangige geding wordt genomen in VRO. Daarnaast geen belang bij voeging. Los daarvan geldt dat het belang van Zeiss bij voeging, dat ziet op de uitleg van de tussen Nikon en Zeiss (en Nikon en ASML) gesloten Cross-License Agreement en de sublicentie van Zeiss aan ASML, niet kan worden ingezien. De rechtbank bepaalde dat het geplande pleidooi in afwachting is van de uitkomst van de tussen Nikon en Zeiss/ASML aanhangige arbitrageprocedure. Nu Nikon heeft aangegeven dat er eerst medio september 2019 een uitspraak van het ICDR kan worden verwacht, zal de rechtbank de zaak verwijzen naar de parkeerrol van 2 oktober 2019.

IEF 18016

Ono Pharmaceutical voert onterecht aan dat Nederlandse rechter bevoegd is in octrooiprocedure

Gerechtshoven 9 okt 2018, IEF 18016; ECLI:NL:GHDHA:2018:2606 (Ono Pharmaceutical tegen Pfizer), https://delex.nl/artikelen/ono-pharmaceutical-voert-onterecht-aan-dat-nederlandse-rechter-bevoegd-is-in-octrooiprocedure

Hof Den Haag 9 oktober 2018, IEF 18016 (Ono Pharmaceutical tegen Pfizer) Octrooirecht. Procesrecht. Ono, Japanse onderneming die zich toelegt op ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen, heeft in 2003 een Europese octrooiaanvrage gedaan bij het EOB, die in 2010 is gepubliceerd als EP 2 206 517 A1. Pfizer heeft bij het Verwaltungsgericht München een opeisingsprocedure aanhangig gemaakt strekkende tot het verkrijgen van mede-eigendom. Zij schrijft dat zij de zaak aanbrengt bij de onbevoegde bestuursrechter en verzoekt de zaak door te zenden naar het Landgericht München. Ook heeft zij het EOB verzocht de verleningsprocedure van EP 517 te schorsen. De Legal Division van het EOB heeft Ono c.s. meegedeeld dat de verleningsprocedure is geschorst. Ono c.s. stelt dat Pfizer onrechtmatig jegens haar handelt door in Duitsland een opeisingsactie te voeren als gevolg waarvan het octrooi niet door EOB wordt verleend, terwijl Pfizer weet dat de actie geen kans van slagen heeft. De schade is dat Ono c.s. geen octrooi verkrijgt en deze niet kan handhaven. Zij betoogt dat de Nederlandse rechter daarom als rechter van de plaats van de schade bevoegd is op grond van art. 6 sub e Rv. De voorzieningenrechter heeft zich echter onbevoegd verklaard en het hof gaat daar in mee.  Ono c.s. vordert ook opheffing van de schorsing van de verleningsprocedure bij het EOB. Hiermee vraagt zij in feite aan de Nederlandse rechter om op de stoel van het EOB te zitten. Dit vormt een ontoelaatbare doorkruising van het (systeem van het) EOV en de daarin besloten liggende toedeling van bevoegdheden. De Nederlandse rechter is daardoor niet bevoegd. 

IEF 18015

Geen bevoegdheid Nederlandse rechter octrooiprocedure "Salahieh octrooifamilie"

Hof Den Haag 9 okt 2018, IEF 18015; ECLI:NL:GHDHA:2018:2607 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation), https://delex.nl/artikelen/geen-bevoegdheid-nederlandse-rechter-octrooiprocedure-salahieh-octrooifamilie

Hof Den Haag 9 oktober 2018, IEF 18015 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation) Procesrecht. Partijen zijn sinds 2016 verwikkeld in octrooiprocedures over met behulp van een katheter implanteerbare kunstmatige hartkleppen, de ‘Salahieh octrooifamilie'. Boston Scientific heeft in toevoeging van de octrooifamilie EP 2 985 006 A1 aangevraagd. Geïntimeerde heeft het EOB verzocht de verleningsprocedure te schorsen, plus een opeisingsprocedure aanhangig gemaakt bij het Verwaltungsgericht München, waarbij zij de mede-eigendom claimt. Het EOB heeft de verleningsprocedure geschorst. Boston Scientific voert aan dat Lifesciences Corporation onrechtmatig jegens haar handelt door het bij het EOB indienen van een verzoek tot schorsing in de wetenschap dat de daaraan ten grondslag liggende opeisingsactie in Duitsland kansloos is. Daardoor lijdt zij schade: ze krijgt niet het Europese octrooi. Zij betoogt dat de Nederlandse rechter daarom als rechter van de plaats van de schade bevoegd is op grond van art. 6 sub e Rv. De voorzieningenrechter verklaarde zich echter onbevoegd op grond van hetzelfde artikel. Het hof gaat daar in mee. De vordering van Boston Scientific is ook gericht om de schorsing van de verleningsprocedure bij het EOB op te heffen. Nu het gaat om een verdragsrechtelijk systeem van bevoegdheidstoedeling, waarbij de aan de orde zijnde bevoegdheid bij verdrag is toegekend bij de door dat verdrag in het leven geroepen supranationale organisatie, ligt onbevoegdverklaring immers het meest voor de hand (en niet niet-ontvankelijkverklaring).

IEF 17967

Uitspraak ingezonden door Elisa Hendriksen en Niels Mulder, DLA Piper.

Vrijwaringsverzoek LB11 toegewezen vanwege vanwege het recht en belang om de nadelige gevolgen op leveranciers te verhalen

Rechtbank Den Haag 12 sep 2018, IEF 17967; (LB11 tegen Hennessy), https://delex.nl/artikelen/vrijwaringsverzoek-lb11-toegewezen-vanwege-vanwege-het-recht-en-belang-om-de-nadelige-gevolgen-op-le

Rechtbank Den Haag 12 september 2018, IEF 17967 (LB11 tegen Hennessy) Vrijwaringsincident. Wanneer in de onderhavige bodemprocedure wordt geoordeeld dat LB11 inbreuk makend heeft gehandeld, betekent het dat haar leveranciers, Magnolia en Atlantic Dawn, haar niet-uitgeputte waar hebben geleverd. Wat een toerekenbare tekortkoming jegens LB11 oplevert. LB11 vordert in dit incident dat LB11 wordt toegestaan Magnolia en Atlantic Dawn in vrijwaring op  te roepen. LB11 heeft voldoende gemotiveerd en concreet gesteld dat ze krachtens rechtsverhouding met de leveranciers recht en belang heeft om de nadelige gevolgen van een ongunstie afloop van de hoofdzaak geheel of gedeeltelijk op de leveranciers te laten verhalen. De rechtbank staat het LB11 toe om Magnolia en Atlantic Dawn in vrijwaring te doen dagvaarden.

IEF 17966

Uitspraak ingezonden door Elisa Hendriksen en Niels Mulder, DLA Piper

Verzoek om pleidooi van Loendersloot afgewezen want het levert onredelijke vertraging op

Rechtbank Den Haag 12 sep 2018, IEF 17966; (Bacardi tegen Loendersloot c.s.), https://delex.nl/artikelen/verzoek-om-pleidooi-van-loendersloot-afgewezen-want-het-levert-onredelijke-vertraging-op

Rechtbank Den Haag 12 september 2018, IEF 17966 (Bacardi tegen Loendersloot) Zekerheidsstelling. Verzoek om pleidooi. Goede procesorde. De bestuurder van Loendersloot heeft een bevoegdheidsincident en een incident tot zekerheidsstelling opgeworpen. Nadat was beslist in deze incidenten, hebben Loendersloot c.s. het tegen hen verleende verstek gezuiverd. Ze hebben vervolgens dit incident tot zekerheidsstelling opgeworpen. Het geschil in dit incident is beperkt tot de vraag of Bacardi het gevorderde bedrag van 250.000 aan zekerheid moet stellen of het door haar aangeboden bedrag van 25.000 per partij (in totaal 100.000). Het beginsel van hoor in wederhoor vergt niet dat Loendersloot zich mag uitlaten over het verweer van Bacardi. Loendersloot vraagt om een pleidooi omdat ze het niet eens zijn met de hoogte van de zekerheidsstelling. De toewijzing van het verzoek brengt onredelijke vertraging van de procedure met zich mee en is in strijd met de goede procesorde. Het verzoek wordt afgewezen.

IEF 17956

Voegingsvordering Zeiss afgewezen in Nikon/ASML zaak wegens eisen van goede procesorde

Rechtbank Den Haag 5 sep 2018, IEF 17956; ECLI:NL:RBDHA:2018:10700 (Nikon tegen ASML en Zeiss), https://delex.nl/artikelen/voegingsvordering-zeiss-afgewezen-in-nikon-asml-zaak-wegens-eisen-van-goede-procesorde

Rechtbank Den Haag 5 september 2018, IEF 17956; ECLI:NL:RBDHA:2018:10700 (Nikon tegen ASML en Zeiss) Bodemzaak. Voeging.  De voegingsvordering van Zeiss tijdig is ingediend volgens het Versneld Regime in Octrooizaken (VRO-zaak). Maar Zeiss is al vanaf het begin van het geschil nauw betrokken. De indiening op de laatst mogelijke dag leidt ertoe dat Zeiss in de gelegenheid wordt gesteld een conclusie van antwoord in de hoofdzaak te nemen, waarna Nikon en ASML vervolgens zouden kunnen antwoorden. Dat zou de VRO-zaak op onevenredige wijze doorkruisen. Zeiss had dit kunnen voorkomen door haar incidentele vordering tijdig in te stellen en zij had dit gelet op haar betrokkenheid bij de VRO-zaak ook kunnen doen. Het belang van Nikon bij een voortvarende afwikkeling van de VRO-zaal prevaleert. De vordering wordt afgewezen.

 

IEF 17951

Te laat ingevoerde voegingsvordering Zeiss afgewezen in Nikon/ASML

Rechtbank Den Haag 5 sep 2018, IEF 17951; ECLI:NL:RBDHA:2018:10699 (Nikon tegen ASML en Zeiss), https://delex.nl/artikelen/te-laat-ingevoerde-voegingsvordering-zeiss-afgewezen-in-nikon-asml

Rechtbank Den Haag 5 september 2018, IEF 17951; ECLI:NL:RBDHA:2018:10699 (Nikon tegen ASML en Zeiss) Bodemprocedure. Voegingsincident. Zeiss vordert dat haar wordt toegestaan zich in de hoofdzaak (IEF 17861, 17892 en 17932) aan de zijde van ASML te voegen. Ingevolge artikel 218 Rv wordt de incidentele vordering tot voeging ingesteld bij incidentele conclusie vóór of op de roldatum waarop de laatste conclusie in het aanhangige geding wordt genomen, zo overweegt de rechtbank.  In deze zaak volgens het Versneld Regime in Octrooizaken (hierna: VRO), zijn vaste termijnen bepaald voor het indienen van processtukken. Er diende op de rol van 13 juni 2018 te worden geconcludeerd voor antwoord in conventie; de laatste conclusie in de zaak in conventie. Nu uit de incidentele conclusie van Zeiss blijkt dat het door haar gestelde belang bij voeging slechts verband houdt met de procedure in conventie (geen inbreuk want ASML beschikt over een door Zeiss verstrekte sub-licentie), diende de incidentele vordering tot voeging uiterlijk op die datum te zijn ingesteld. De vordering wordt afgewezen.

IEF 17885

Schadevergoeding wegens niet-nakomen verplichting tot wijziging van de tenaamstelling octrooi

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17885; ECLI:NL:GHDHA:2018:1830 (Inno Nautic tegen Cuckoo), https://delex.nl/artikelen/schadevergoeding-wegens-niet-nakomen-verplichting-tot-wijziging-van-de-tenaamstelling-octrooi

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17885; ECLI:NL:GHDHA:2018:1830 (Inno Nautic tegen Cuckoo) Schadestaatprocedure. Door de rechtbank wordt de gederfde positieve contractwaarde van de licentieovereenkomst toegewezen [IEF 15136]. Begroting schade ten gevolge van niet-nakoming verplichting tot op naam van eiser stellen octrooi. Inno Nautic vordert in hoger beroep Cuckoo tot betaling van schadepost A t/m E van in totaal  € 4.399.932. Het hof beoordeelt alleen schadepost A, B en E. Schadepost A wordt deels toegewezen wegens gederfde royalty's, maar wordt verminderd door gemaakte kosten door Cuckoo. Schadepost B wordt afgewezen doordat causaal verband ontbreekt tussen het verzuim van Cuckoo en de gemaakte kosten. Schadepost E wordt toegewezen omdat die kosten redelijkerwijs noodzakelijk waren ter vaststelling van de schade. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt Cuckoo een bedrag te betalen van  €1.131.341,--.